Reisverhaal «Tobago»
enkele Antillen
|
Trinidad and Tobago
|
6 Reacties
12 Maart 2014
-
Laatste Aanpassing 12 Maart 2014
5.
Tobago
Tobago is het op één na grootste eiland van de republiek
Trinidad and Tobago, na Trinidad. Het
eiland is veel meer bergachtig met steile rotskusten. In tegenstelling tot Trinidad is het zeewater
hier veel zuiverder. Trinidad ligt immers in het verlengde van de
monding van de Orinoco rivier, die in Venezuela, recht over Trinidad in de zee
uitmondt.
Daarom is Tobago voor duikers en snorkelaars
veel meer gegeerd. Er liggen
koraalriffen dicht bij de kust. Die
koralen hebben echter betere tijden gekend.
Door industriële activiteiten zijn ze op meerdere plaatsen dode materie
geworden. Ook de orkaan van 1963 heeft
zijn negatief steentje bijgedragen.
Van Trinidad kan men vliegen naar Tobago, duur 25’, of varen
met een duur van bijna 4u
Op Tobago ligt er slechts 1 stad(je) Scaborough. Verder zijn er kleine dorpjes.
Scarborough, aan de zuidkust en de Atlantische Oceaan, werd gesticht in 1654 door Hollandse zeevaarders. Ongeveer gelijktijdig kwam er ook een
nederzetting van Courlanders, uit Litouwen.
Zij vestigden zich aan de noordelijke kust, aan de huidige Caribische
Zee. Nadien is het eiland in handen van de Fransen
en de Engelsen gekomen, beurtelings en afgewisseld met andere “bezetters”.
Er is niet zo veel te zien in de hoofdstad, we bezoeken het Fort King Georges.
Het fort ligt op 140m boven het zeeniveau op een strategische plaats,
werd gebouwd in 1777 door de Engelsen en bestond toen uit een 30-tal
gebouwen. Door een hevige orkaan in 1847
werd het verminderd tot 10 gebouwen. In
het fort is het Tobago museum gehuisvest, met vondsten uit het verleden
(precolombiaans, en later) wat de moeite waard is om te bezoeken.
kanonnen naar de zee gericht in fort King
Georges
de watervoorraad in het fort was afkomstig
van regenwater dat op de daken verzameld werd
in het museum is er ook een
afdeling over carnaval. Hier zien we dat
op de steelpan, het muziekinstrument van de bands, verschillende frequenties
kunnen gegenereerd worden, doordat de wanden van de metalen ketel in
verschillende diktes gemaakt zijn
Op het eerste zicht zijn de mensen op Tobago armer en zwarter. Dat is aan de huizen, de kledij en de auto’s
te zien.
Maar Tobago steekt qua natuur uit boven Trinidad, volgens vele bronnen en
mensen die we spreken.
De meeste werkende mensen hebben een job die door de overheid betaald
wordt. Het land is rijk genoeg om dit te
doen, maar de olie- en gasvoorraden van Trinidad zijn eindig. Landbouw is hier zeer beperkt en toerisme is geen grote bron van inkomsten.
Volgens het lokale autoverhuurbedrijf kunnen we met een
volle benzinetank enkele malen het eiland rondrijden. In het totaal rijden we bijna 500 km. We logeren daarom op 1
plaats, om van daaruit het ganse eiland te bezoeken. Castara is het enige dorp aan de noordkust,
is duidelijk minder toeristisch dan de westelijke punt, en leeft vooral van de
visvangst. Hier huren we een studio voor
een week.
de steile kust met sporadisch een strandje,
zoals dit van Castara
uitzicht op de baai van op het balkon van
onze studio
deze reiger zit bij de vismanden te wachten
tot er wat voor hem overblijft
er wordt hier niet met netten gevist, wel met
dit soort manden
De minimarktjes zorgen dat de basisbehoeften gedekt worden
wat betreft droge voeding, groenten en fruit en drank.
’s Namiddags tegen 4u zijn de vissers terug met hun vangst. Er is een kleine, overdekte plaats, waar de
vissers samen werken om de buit te ontschubben, te ontvinnen, te kuisen en in
stukken te snijden. Maar de vraag is
groter dan het aanbod.
deze man ontschubt en ontvint de vis
deze visser snijdt de vis in moten, de graten
worden met hetzelfde mes doorklieft. Om
voldoende druk te kunnen zetten gebruiken ze een dikke stok waarmee ze op het mes
slaan. Hij ontvangt ook het geld
We kijken toe hoe de verkoop hier verloopt. Plots blijken er nog 3 stukjes kingfish
(blijkt een lekkere vissoort te zijn) over te blijven, te weinig voor de meeste
kopers en een goede hoeveelheid voor ons.
Ik vraag er naar en de koop is nel gesloten: een halve kg vis (een pond)
voor 2,5€.
Voor de hydrobiologen : kingfish is koningsmakreel
(Scomberomorus cavalla)
In de tuin van ons verblijf is er de ganse dag
vogelconcert. Er zijn mooie exemplaren
bij. Hoog in de lucht vliegen de
fregatvogels, die we ook boven Trinidad’s kust hebben gezien.
het Suikerdiefje (Coereba flaveola) is een veel voorkomend
vogeltje
de Bischopstangare (Thraupis episcopus) zagen we een jaar
geleden in Costa Rica ook. Nu heeft zij een nest in een palmboom net voor onze
studio. Als we kruimeltjes op de reling
van ons terras leggen, komt ze dat ophalen om haar jong te voederen. Nog liever echter krijgt ze banaan, en de
grootste stukjes eet ze eerst zelf op….
2014-03-10-7 het jong krijgt zijn voedsel rechtstreeks in
zijn bekje geleverd. Hoe zou ze het
anders moeten oplossen zonder handen of lepel?
De volgende dag echter is het jong er ’s morgens nog wel, maar ’s avonds is het
verdwenen, waarschijnlijk uit zijn te kleine nestje gevallen. Nog eenmaal zien we de moeder op het takje
komen zitten, echter zonder voedsel….
de Amazonemotmot (Momotus
momota bahamensis) hebben we in Colombia en Costa Rica ook kunnen bewonderen.
Voor de kust van Castara zijn er kleine koraalrifjes en zijn
er veel goede snorkelplaatsen. Stephan
geniet ervan. Wanneer hij voor de tweede
maal zijn fototoestel meeneemt onder water (het toestel is daarvoor geschikt,
maar wel al 4 jaar oud) komt er water in en valt het uit. Gedaan ermee.
De grootste vis die hij dichtbij heeft gezien is de Amerikaanse Pijlstaartrog
pijlstaartrog
(niet zelf genomen foto)
Een rit op Tobago is voor de chauffeur afwisselend links en
rechts draaien, toeteren net voor de bocht en hopen dat een mogelijke
tegenligger niet pal op het, voor ons,
linker baanvak rijdt. Tussen
haakjes, het verkeer rijdt hier links, T&T was ooit Engelse kolonie.
Kaart Tobago met aanduiding van de vernoemde plaatsen
De noordkust route ligt meestal een heel eind boven
zeeniveau en geeft hier en daar mooie uitzichten.
Soms staat er een wegwijzer naar enkele kanonnen, meestal daterend einde jaren 1700.
hier staan, sinds 1777 2 kanonnen
De enkele stranden langs deze route zijn erg verlaten, en
dus niet aangewezen om er enkele uurtjes of een dagje door te brengen.
Het meest noordelijke dorp is Charlotteville,
waar in 1633 als eerste Nederlandse zeevaarders aan land kwamen. Nadien is dit gebied in vele handen terecht
gekomen.
de baai van Charlotteville
en wat dichterbij
de Chileense kievit werd hier voor het eerst
in 1974 waargenomen
een groot
aantal Caribische Lachmeeuw (Leucophaeus
atricilla atricilla) staat dichtbij het visserscoöperatief, in de hoop op wat overschot
of wat ingewanden van vis
op een bootje in de zee zit een grote groep Bruine
Pelikaan. Af en toe vertrekt er één om
te gaan vissen. Eens de vogel wat
verorberd heeft keert hij terug naar dit bootje
ook hier leeft men
van de visvangst
Nog iets meer noordelijk, nu te bereiken via een aardenweg,
ligt de Piratenbaai, verwijzend naar het veelvuldig bezoek van o.a. Engelse
piraten –toch wel een taalgebruik dat niet door de beugel zou kunnen bij het
Centrum voor Gelijke Kansen : Nederlanders waren zeevaarders, Engelsen waren
piraten!
Piratenbaai ligt wondermooi, met enkele koraalriffen vlak bij de kust.
Piratenbaai
Vermits Charlotteville het einde is, draait de weg af richting oosten. Het eiland is hier erg smal en heeft een
heuvel van 370m hoogte, Flagstaf Hill.
overal zijn nog kleine
rotseilandjes te zien
Iets verder draait de weg weer richting zuiden en liggen er
voor de kust 2 eilanden. Het eerste en kleinste is Geiteneiland. Hierop is een huis te zien. Het ganse eiland en het huis was privé bezit
van de schrijver van de James Bond boeken.
Nu is het nog steeds is het eiland privé bezit, opgekocht door een
andere eigenaar.
Het grotere eiland wordt Little Tobago genoemd en is een vogelparadijs.
zicht van
de oostkust richting eilanden
Geiteiland en iets meer rechts Little Tobago
Little Tobago bezoeken we ook met een gids. Via e-mail hebben we enkele dagen voordien
een afspraak gemaakt.
Omdat rond Geiteneiland en tussen Geiteneiland en Little
Tobago ook koraalriffen liggen, gebeurt de tocht er naar toe met een
glasbodemboot. De waters boven de
koralen zijn hier veel meer helder dan bij Buccoo. Het water is hier kristalklaar! Mooie, en ook andere koralen, hier in de
Atlantische Oceaan, dan bij Buccoo in de Caribische Zee. De vissen zijn soortgelijk.
Little Tobago is al lange tijd een vogeleiland.
Een Engelse ornitoloog (vogelkenner) introduceerde hier ooit
Paradijsvogels uit Papoea-Nieuw-Guinea.
Toen kreeg het eiland de naam “Paradijsvogeleiland”. De dieren werden in grote kooien gehouden, ze
leefden niet in het vrije.
Maar door de orkaan van 1963 zijn de vogels gestorven door gebrek aan
natuurlijk voedsel en huisvesting.
Blijkbaar is de laatste Paradijsvogel in 1981 gestorven.
De attractie van de mooie Paradijsvogels was verdwenen, maar toch zijn de zeevogels, die hier van nature uit voorkomen,
zeker de moeite waard.
Enerzijds nest hier de Roodsnavelkeerkringvogel (Phaethon
aethereus mesonauta). Het is een vogel
die nergens ter wereld op land voorkomt, maar leeft op eilanden in de oceanen
of zeeën. Deze vogel is nu het
vlaggeschip van Little Tobago.
een jong van de Roodsnavelkeerkringvogel. Het nest is gewoon op de rots, niet eens zo
ver van een wandelpad. Voordat het jong
mee kan vliegen moet het gewicht verliezen
de vogel vliegt erg sierlijk
hij is erg vlug en moeilijk te
fotograferen. Deze is dan toch gelukt
de Amerikaanse
Fregatvogel (Fregata magnificens) komt ook hier voor. In tegenstelling tot de meeste andere
zeevogels, kan de Fregatvogel geen natte vleugels verdragen, hij kan dan niet
meer vliegen (en is dan figuurlijk een vogel voor de kat). Om toch aan voedsel te geraken valt hij
andere vogels, zoals de Roodsnavelkeerkringvogel, aan op manier dat deze
laatste zijn voedselbrok uitbraakt. Dat wordt dan door de Fregatvogel opgevangen
Verder nest en leeft hier ook de Roodpootgent (Sula sula
sula), een vogel die op afgelegen rotsen van het eiland woont.
ver weg zit een Roodpootgent. Sommigen zijn bruin, andere wit en nog andere
een combinatie van beide kleuren. Door
een sterke verrekijker zijn ze goed te zien, rode poten en blauwe snavel
deze foto heb ik niet zelf genomen
Verder komt er ook nog een nachtzwaluw voor, waarvan we een
mannetje en een wijfje zien. Ze liggen
gewoon op de grond te slapen.
de Witstaartnachtzwaluw (Caprimulgus
cayennensis leopetes) is bijna niet te
zien tussen de bladeren en stenen. Een
gids weet natuurlijk waar de dieren zich meestal bevinden. Hier het mannetje
We zien ook nog een pijlstormvogel. Ook dit dier is een nachtvogel. Nu ligt hij in een gat in de grond te slapen.
de Audubon-pijlstormvogel (Puffinus
lherminieri lherminieri) wordt even uit zijn hol gehaald en gestoord in zijn
slaap. De vogel is een zeldzaamheid en
heeft een grootte van 32 cm
Bij onze terugkeer naar het noordwesten steken we het eiland over. De weg gaat door het oudste natuurgebied in
het westelijk halfrond. In 1765 werd dit
gebied door een Britse natuurwetenschapper onder bescherming gesteld zodat het
regenwoud niet verder zou gerooid worden.
De laatste zware orkaan van 30 september 1963 heeft echter een grote
verwoesting aangericht, waardoor er geen oude, grote bomen meer zijn
overgebleven.
een boa kruipt in dit gebied over de weg
We maken een afspraak om maandag met een natuurgids, Djem,
een wandeling door het tropische regenwoud in dit gebied te maken.
Gelukkig is er op maandagochtend, na enkele hevige regenvlagen, een bijna
heldere lucht om te wandelen. De bodem
is wel modderig, maar daarvoor hebben we onze stevige schoenen mee. Er zijn in dit woud heel wat vogels te
horen, ze zien is soms moeilijker wegens de vele bladeren.
nestje (het zwarte aanhangsel onderaan een blad) van een kolibri. De bek van het jong is goed te zien
vrucht
van een Ficus, niet eetbaar voor de mens, wel voor vogels en eekhoorns. Indien de zaden op de grond kiemen groeit er
een gewone plant uit. Komen de zaden
echter op een boomstam terecht (via de uitwerpselen van de vogels of de
eekhoorns, dat kiemt de plant en begint aan een parasitair leven ten koste van
de boom waarop ze groeit.
mannetje
van de Prachtmanakin (Chiroxiphia
pareola atlantica) , een klein vogeltje
dat echter lawaai maakt als een grote
het mannetje
Geelpootlijster (Platycichla flavipes xanthoscela)
er leven een aantal landkrabben in het
woud. Ze hebben een sterk
verdedigingssysteem, maar worden gevangen om als menselijk voedsel te dienen
Vanuit Castara rijden we, via Scaborough naar de
luchthaven. Niet om een vliegtuig te
nemen, wel omdat dit gebied het enige
vlakke is van het eiland en er op het meer noordelijke uiteinde ervan een mooi
strand te vinden is.
een heel onopvallend krabje met een kleur
bijna gelijk aan dat van het zand
Vanaf de pier kan men met een glasbodemboot naar het Buccoo rif gaan en via de
bodem van de boot, en natuurlijk ook al snorkelend, de pracht van de vissenrijkdom van het rif bewonderen. Deze tocht kan ook van andere plaatsen
uitgevoerd worden.
Wij bezoeken het rif vertrekkend uit Buccoo.
Op het strand van Bucco staan nog vele Manzanillabomen (Hippomane mancinella), een van de meest
giftige planten ter wereld. Deze boom
komt in heel centraal Amerika voor, en vooral op de eilanden. Het is strandboom, maar komt ook voor in
mangroves.
Manzanilla is het Spaanse woord voor klein appeltje.
Hier in Tobago is er een groene, dikke streep op de stam, als herkenning. Op het strand van Buccoo is er ook een waarschuwingsbordje. Alle delen van de plant bevatten het gif, het
meest verraderlijke zijn de kleine appeltjes, vooral voor kinderen.
Maar zelfs onder de boom zitten tijdens of na een regenbui, waarbij er water
van de boom druppelt, is gevaarlijk, want de waterdruppels zouden het giftige
latex bevatten. Afgeleide chemische
stoffen van het vergif worden in de geneeskunde gebruikt voor heel specifieke
doeleinden (o.a. bepaalde kankers)
Manzanillaboom met een waarschuwingsbordje
dikke groene band op de bleke stam van de
zeer giftige boom
kleine blaadje, op dit moment zonder bloemen
of appeltjes, in feite moeilijk te herkennen boom
Waarschuwing om eenzame plaatsen niet alleen te bewandelen,
worden soms groot weergegeven zoals hier, bij de toegang tot een interessant, moerassig gebied
Op verscheidene plaatsen zijn er scheepswerven, ook in
Buccoo
hier wordt, in hout, een mal gemaakt waarop
in polyester, de catamaran zelf zal gemaakt worden
Buccoo heeft nog enkele attracties, waaronder de
geitenkoers. 3 maal per jaar wordt een
geitencross georganiseerd en daarvoor heeft de gemeente een speciale koerspiste
gemaakt inclusief een overdekte tribune (tegen de zon)
een poster waarop zo een geitencross
afgebeeld is. De eigenaars mogen hun
geiten niet meetrekken, ze moeten er naast lopen
deel van de racebaan met achteraan de hokjes
waar telkens een geit met de eigenaar moet starten
Wat later varen we mee met een glasbodemboot, in het midden
van de bodem zijn er 4 glazen platen, waardoor het mogelijk is om de bodem, de
planten- en diergroei te bekijken.
Het Buccoo rif is vrij uitgebreid en bevat een heel aantal koralen, planten en
koraalvissen.
beelden van het koraalrif, niet erg scherp
wegens het heen en weer bewegen van de boot en de foto wordt genomen door
lucht, glas en water
paradijselijke strandjes bij Buccoo
Wat noordelijker dan Buccoo is er het
enige kunstmuseum dat Tobago rijk is, te bezichtigen. Hier woonde de Duitse Luise Kimme een deel
van het jaar. Ze werkte ook als
professor in Duitsland. Haar kunst
bestaat uit beeldhouwwerk, zeer groot en voornamelijk gemaakt uit hout. Haar huis lijkt op een kasteel. Tijdens een tentoonstelling van haar, een
jaar geleden in Düsseldorf, was een groot deel van haar werk daar
aanwezig. In april 2013 is ze echter
gestorven, hier in haar huis, aan kanker.
Ze was slechts 72 jaar oud. De
beelden zijn na de tentoonstelling niet
meer teruggekeerd naar Tobago. Haar zus
blijkt de erfenis te regelen.
http://www.luisekimme.com/bio.html
In haar huis in Tobago woont nu een Cubaanse artist, een
leerling van haar. Hij houdt op zondag
het museum open.
het “Castle” van Luise Kimme
enkele van haar werken, die hier gebleven
zijn
vele van haar beeldhouwwerken startten met
een dikke plank waarop ze een tekening maakte.
Daarna werd er gezaagd en gekapt om het gewenste eindresultaat te
bekomen
Luise Kimme vond dat de inwoners van Tobago
voor haar een speciaal uiterlijk hadden, ze vond ze mooie mensen, die haar
inspireerden voor haar werk
Nog iets meer noordelijk is het Grafton Caledonian Wildlife Estate, ooit gesticht door een
natuurliefhebster. Na haar dood is het
gebied wat in verval geraakt, maar nog dagelijks worden vogels hier ’s morgens
en om 16u gevoederd. Bij onze aankomst
worden we verwelkomd door het gekrijs van tientallen Cocrico’s, de lokale naam
voor de nationale vogel van Tobago.
de Roodbuikchachalaca (Ortalis ruficauda)
houdt van vruchten, bessen en jonge planten, dus niet erg geliefd bij boeren. Cocrico’s roepen, of eerder krijsen, hun
eigen naam
We maken er een korte wandeling en zien nog enkele bekende
vogels.
Nog iets meer noordelijk is Adventure Farm and Nature
Reserve, een domein van een blanke man, die kolibri’s aantrekt met suikerwater,
en vruchten etende vogels met open gesneden fruit. Hij probeert ook ecologisch water te sparen
en vervuild water te verwerken. Hier
zien we een reeks vogels die in Tobago voorkomen.
de Zwartkeelmango (Anthracothorax
nigricollis)
het vrouwtje van de Zwartkeelmango (Anthracothorax
nigricollis) heeft niet de typisch zwarte kleur aan de keel
de Witnekkolibri (Florisuga mellivora
flabellifera) is wat groter van afmeting
de snavel
van de Roodborstheremietkolibri (Glaucis hirsutus insularum) is sterker gebogen
hier is het vrouwtje van de Witnekkolibri
de Koperrugamazilia (Amazilia tobaci tobaci)
is een mooi gekleurde kolibrisoort
het
vrouwtje van de Muskietkolibri
(Chrysolampis mosquitus) is veel minder kleurrijk dan het mannetje. Beiden hebben ze echter een mooie staart,
vooral te zien als hij open gevouwen is
deze vogel (Thamnophilus doliatus tobagensis)
heeft geen Nederlandse naam omdat het een afgeleide ondersoort is van de
Gebandeerde Mierklauwier
dit is het vrouwtje van de Zwarte Tangare (Tachyphonus
rufus)
hier
is dan weer de Groene Reiger (Butorides virescens)
de Tropische Spotlijster (Mimus gilvus
tobagensisà
mooi gestreepte rups van ongeveer 10 cm
lengte
En om te eindigen, een mooie zonsondergang over de
Caribische Zee op een heldere avond in Castara