Reisverhaal «eerste week: carnaval in Port of Spain én natuur»
enkele Antillen
|
Trinidad and Tobago
|
6 Reacties
02 Maart 2014
-
Laatste Aanpassing 05 Maart 2014
3.
Trinidad en Tobago
T&T zijn de meest zuidelijke van de Bovenwindse Antillen
en liggen net voor de kust van Venezuela.
situering T&T
Het staatje bestaat uit een groter eiland Trinidad, een kleiner eiland Tobago en dan nog enkele, soms bewoonde, rotsen.
T&T
Het geheel is maar 5.128 km2 groot (België
is 30.000 km2) en er wonen
ongeveer 1.300.000 inwoners, een minder dichte bewoning dan hier bij ons.
De officiële taal is Engels, maar de oorsprong van de
bevolking is zo ongeveer de hele wereld, een kleurrijke bevolking dus. De twee grootste groepen Trinidadianen zijn
deze afkomstig van de zwarte Afrikaanse slaven en deze afkomstig van de
Hindoestanen, bewoners uit Brits Indië, die , na de afschaffing van de
slavernij, werden aangetrokken om te komen werken (maar niet veel beter dan
salven behandeld werden).
In het Caribisch gebied is T&T één van de meest welvarende landen dank zij
zijn aardolie, LPG en staal. In
november 2011 is het land verwijderd van de lijst van ontwikkelingslanden.
Toerisme is in dit land zeker niet de belangrijkste
sector voor werkgelegenheid en inkomen.
Het land kampt hier en daar met watertekort, dat wordt opgevangen door
ontziltingsinstallaties voor zeewater.
Op 31 juli 1498 werd het land ontdekt door Colombus. Men weet echter zeer weinig over de tijd
voordien. De eilanden werden door
verschillende landen gekoloniseerd, eerst door de Spanjaarden en laatst door
Groot Brittannië. Na de tweede
wereldoorlog kwamen er een aantal Amerikaanse marinebases. In 1958 werd het een deel van de
West-Indische federatie, een federatie
die snel werd opgeheven. Sinds 1962 is
Trinidad en Tobago onafhankelijk.
Trinidad en Tobago
was, bij een lagere zeespiegel, verbonden met Zuid-Amerika. Het gebergte en de vlaktes zijn de laatste
uitlopers van deze in Venezuela, waarvan Trinidad slechts 11 km verwijderd
is. Daardoor is er ook een rijke flora
en fauna.
Donderdagavond laat komen we aan met een vlucht van Cuba
naar Panama en één van Panama naar Trinidad en Tobago.
Op het vliegtuig hebben we al een voorsmaak van de bevolking van blank over
allerlei tinten bruin tot bijna zwart.
Van blank en zwart komen er het minste voor.
Heel wat mensen zijn zwaarlijvig, maar niemand schijnt daar
een probleem mee te hebben. In
eetgelegenheden zien we dat er heel veel vet en suikergoed wordt gegeten en
gedronken. We vragen telkens spuitwater
en dan schiet de bedienster in de lach en vraagt ze, na onze reactie, of er
echt niets bij het water bij moet gevoegd worden.
geen problemen met de lijn, de mensen poseren
zelfs graag
4. Carnaval in Port of
Spain én natuur
Situering van POS en het
noordelijk gebergte
De hoofdstad
van Trinidad en Tobago is Port of Spain.
De stad ligt in het noordwesten van het eiland Trinidad. In het centrum zelf leven 50.000 mensen, in
het “grootstedelijk” gebied bijna 1 miljoen.
Port of Spain is, naast een belangrijk administratief en financieel centrum,
ook dé hoofdstad vaan het carnaval.
Daarnaast gaat POS er ook prat op de meest luidruchtige hoofdstad van de
wereld te zijn. Men zou een decibelmeter
moeten hebben om dit na te gaan, maar nu, tijdens carnaval lijkt het wel alsof
men permanent naast een opstijgend vliegtuig staat!
We overnachten de eerste week op 2 km van de luchthaven van POS (Port of
Spain). Het hotel is rustig gelegen.
De eerste morgen rijden we met de shuttle naar de luchthaven
om er enkele zaken te regelen.
Eerst gaan we langs bij Nationalcar, waar we een auto gereserveerd hebben. Maar die blijkt er nog niet te zijn. Dan naar een ATM, er staan er wel 5. Slechts één ervan geeft geld met mondjesmaat
(maximaal 40€). Dan nog een SIM kaart
kopen, maar het winkeltje is uitverkocht!
Amaai…
Dan maar met de bus naar de hoofdstad, een 20-tal km verder. Er is slechts om het uur een bus en de
eerstvolgende die aankomt heeft technische problemen, en rijdt dus niet
meer. Over minstens één uur kan je de volgende bus
nemen….;
Op Reismarkt zondag in Brugge was er een voordracht van reizigers waarbij de reis anders verlopen
was dan gepland, door allerlei gebeurtenissen.
Misschien kunnen we volgend jaar nog
wat van die verhaaltjes toevoegen.
Al bij al zijn dit hier natuurlijk geen tegenslagen, enkel wat luxe
probleempjes, die in de loop van de dag allemaal opgelost geraken.
We rijden naar de stad met een auto en chauffeur van Nationalcar. De ganse weg zingt de man mee met de muziek
en het dashbord dient als percussi-instrument.
Overal is er hier bamba en calypso muziek. Een voorproefje van carnaval….
De weg naar de hoofdstad is al even druk dan de E40,
richting Brussel, en de E17, richting
Antwerpen, op een doorweekse ochtend in
België. Hier heerst er duidelijk een
veel en veel grotere welvaart dan in Cuba.
Dat ondervinden we ook al in de winkels.
In Cuba is er bijna niets, hier is er overdaad aan zo wat alles.
Als men benzine wil tanken moet men eerst betalen (cash of
met een kredietkaart) en dan moet men tanken.
Erg handig als we niet weten hoeveel de inhoud van de tank is. Maar geen nood, het teveel wordt cash terug
betaald.
Trinidad en Tobago blijkt helemaal niet het veiligste land
ter wereld te zijn. Overal worden we
gewaarschuwd voor diefstal en erger.
Een deel van Port of Spain is no go zone, het oostelijk deel van de stad heeft het
uitzicht van de townships in Zuid-Afrika of de favela’s in Brazilië, het enige verschil is de grootte (of hier de kleinte)
En nu met carnaval is de kans op misdaad nog groter, hoewel het in het centrum
relatief veiliger zou moeten zijn door de aanwezigheid van ontelbare
politiemannen en –vrouwen, gewapend met mitraillettes en kogelvrije vesten.
deze mensen zijn uiteraard ook van de partij
Belangrijk is om de auto te parkeren in een betaalgarage waar er politie
aanwezig is.
Al bij al voelen we ons helemaal niet onveilig (en dat in vergelijking met de
echte onveiligheid in Brazilië).
Carnaval zaterdag is er kinderparade
kindjes zitten te wachten, samen met hun mama, 's morgens om 8u30
er wordt veel tijd besteed aan de schmink
Er zijn 2 parcours langs waar groepen en groepjes verkleedde
kinderen aangewandeld komen. Ze moeten
dan allemaal langs het podium passeren, een werkelijk reusachtig podium. Hier moeten ze hun kunst en hun uitrusting
demonstreren. Om op het podium een
plaats te kopen, moet men vele maanden tot een jaar vooraf zijn plaats
reserveren en betalen.
een kleurrijk uitgedoste groep
Tijdens het kindercarnaval zijn er nog heel veel lege
plaatsen, maar tijdens de parades van carnaval maandag en dinsdag is de vraag
veel groter dan het aanbod. En eerlijk
gezegd, men heeft een erg sterke verrekijker nodig om vanaf de meeste plaatsen
iets te zien.
Bij de kinderparade zien we baby’tjes van enkele maanden oud. Verder peutertjes en kleutertjes en lagere
schoolkinderen.
dit baby’tje is slechts 6 maanden oud,
volgens vele mensen hier te jong om deel te nemen
en dit ventje moet nog 2 worden
dit kindje wordt in haar looprekje meegetrokken. Na een tijdje moet het natuurlijk gedragen worden en valt het in slaap
Vooraan wordt er telkens een spandoek gedragen waarop minstens de naam van de
creator van de kostuums vermeld is, en het thema van de groep.
Meestal is het eerste kind van de groep prachtig uitgedosd,
soms gevolgd door een tweede, iets minder prachtig.
het eerste kind van een groepje
dit is één van de finalisten voor dé prijs van de kinderparade
Daarna komt een groep jongentjes en meisjes met allemaal
soortgelijke kledij.
een groep vogeltjes
een groep kindjes te paard
een hele fruitmand op het hoofd
Het eerste kind moet
soms een zware uitrusting op de schouders torsen. Bij de mooiste groepen wordt die uitrusting
ondersteund door een rijdend onderstel.
dit onderstel wordt door een meerijdende
constructie vervoerd
Bij andere groepen ziet men een volwassene de uitrusting
dragen tot aan het podium. Pas dan
krijgt het kind de zaak op zijn of haar schouders.
klaar om het podium te betreden
Naast de meer dan honderd groepen kinderen, begeleid door
vooral de moeders, rijden er grote vrachtwagens mee met reusachtige
luidsprekers die de calypso muziek uitschallen.
tientallen en tientallen van deze vrachtwagen
met reuzen geluisboxen, rijden mee met de parades
Verder staan er langs het parcours ook nog reuze boxen die
soortgelijke muziek uitbraken. Omdat al
die muziek calypso is, klinkt het geheel nog vrij goed.
dit kindje zijn gehoor wordt beschermd tegen
het hoge aantal decibel
een heel eenzame demonstrant(e)
De musea die we zouden bezoeken zijn, net zoals vele
winkels, gesloten. Sommige zaken zijn
zelfs met reusachtige houten panelen toegetimmerd.
We zijn voor 9 uur al in de stad, dan is alles nog vrij rustig. De groepen worden aangekleed, geschminkt en
opgesteld. Tegen bijna 10u begint de
parade. Dit op 2 plaatsen in de
stad. Om 15u zou dat moeten beëindigd
zijn, maar dat uur wordt helemaal niet gehaald.
ook deze man danst mee op het ritme van de
muziek
Ondertussen komen steeds meer mensen in de stad en in de
namiddag zien we al heel wat mannen met volle flessen wisky of rhum. Het feest voor de volwassenen gaat de hele
nacht door, en wordt als onveilig bestempeld.
langs het park staan er enkele mooie gebouwen
uit het begin van de vorige eeuw. De
meeste zijn echter heel dringend aan herstelling toe
Naast Trinbago’s nemen ook gekleurde Amerikanen deel aan de
parades. Velen van hen zijn afkomstig
uit het Caribengebied. We zien tijdens
de kinderparade enkel een handvol blanke toeristen.
Dinsdag is het hoogtepunt van de parades. Deze starten om 8u en gaan de ganse dag
door.
Carnavaldinsdag wordt hier verrassend ook “mardi gras”
genoemd. Nog een overblijfsel van de
kortstondige Franse invloed.
Omdat er een grote verkeersdrukte verwacht wordt, vertrekken
we ’s morgens vroeg om 5u30. De parking
bij het binnen rijden van de stad heeft nog heel veel vrije plaatsen. De eerste gemaskerden (zo worden de mensen
genoemd die verkleed mee in de parade opstappen) komen ook al aan. In bikini en geschminkt stappen ze uit de
auto. Maskers worden niet gedragen, maar dikwijls wel een
hoofd-, been- en armtooi. Vele mannen
hebben een indianenuitrusting aan.
sultan en harem zijn eveneens geliefkoosde onderwerpen. Vele mensen kiezen om in deze groepen mee te
paraderen. Iedereen kan zich, vele
maanden voor carnaval, inschrijven om met een groep mee te doen. Dat kost tussen 130€ en 400€, drank en kledij
inclusief
naast de zeer vele struisvogelveren, hebben
enkele fazanten en pauwen hun mooie pluimage moeten afgeven
De kinderparade kent een grotere verscheidenheid aan kledij en thema’s.
Er zijn meer dan 15.000 deelnemers vandaag, goed voor een hele dag
voorbijtrekkende groepen.
jong hoeft men niet te zijn om deel te nemen
en slank al evenmin
op de achtergrond de begeleidende juke-box
Elke groep heeft een eigen veiligheidsdienst mee, die is
ongewapend.
een man van de ingehuurde veiligheidsdienst
houdt een koord vast waarbinnen de groep zou moeten blijven
mannen krijgen af en toe ook wel
vampiervleugels te torsen
meisjes krijgen wapperende vleugels
de grootte van het bikini’tje of het gelijk
gekleurde badpak kan naar eigen inzicht gekozen worden
Overal loopt er zwaar bewapende politie rond en er is een helikopter
die continu rondjes vliegt. Verder zijn
er een groot aantal kuisploegen op het terrein, en dat is wel nodig.
een kuisploeg
Langs het ganse parcours zijn er kraampjes die vooral
voedsel en/of drank verkopen. Met de
hitte is dat ook belangrijk.
mannen poseren graag met het vrouwelijk
schaars geklede schoon
waarschijnlijk heeft de kledij soms ook iets
met de godsdienst hier te maken
en toch ook een foto van een pauw-wagen
De carnavalgroepen hebben een eigen bevoorrading van water
en voedsel en elke groep heeft zijn eigen muziekvrachtwagen mee.
bemerk de drinkbeker. Elke deelnemer wordt veelvuldig met water
bevoorraad. Andere drank moet zelf
gekocht worden
Veel spreken komt er met die luide muziek niet aan te
pas. Er zijn slechts een beperkt aantal
deuntjes te horen en vele deelnemers staan de ganse tijd mee te dansen.
soms wordt er ook een band op de muziekwagen
meegevoerd. Hét muziekinstrument is de
“steel pan”, een stalen schotel die bij alle calypso- en socabands in T&T gebruikt
wordt
een
aantal groepen hebben, net zoals bij de kinderen, enkele specials op kop
Dat meisje is wel steeds jong en slank. Soms, zelden, is er ook een special man bij
Een deel echter stapt gewoon in de optocht mee en danst
enkel op de plaatsen waar er gejureerd wordt.
En toch wel een belangrijk deel van de verkleedde mensen loopt sip te
kijken. Sommigen willen niet op de foto
staan, de meeste echter poseren met veel
plezier.
Tussenin trekken we de natuur in. In het noordelijk deel van het land is er een
gebergte. Het zuidelijk deel is
vlakker.
Nu bezoeken we enkele valleien die van zuid naar noord lopen, vertrekkend van de west-oost route.
De Lopinot vallei is ontgonnen door een Franse graaf,
Lopinot, die er in het jaar 1790 toegekomen is, vergezeld van zijn familie en
100 slaven. Hij had ooit een belangrijke
job in het Franse leger, was gestationeerd in Louisiana, trok daarna naar santo
Domingo (Dominicaanse republiek), diende ook in het Engelse leger en kreeg
daarom een groot stuk grond in Trinidad.
In deze vallei startte hij, met de hulp van zijn slaven, een
cacao-plantage.
het woonhuis van Lopinot met nog enkele meubels
en voorwerpen uit de tijd toen hij hier leefde
de oven waar de cacaobonen werden gedroogd
een cacaovrucht
Later keerden zijn slaven zich tegen hem, en vond hij
uiteindelijk de dood. Hij is hier
begraven. Hier en daar zijn er nog
cacaobomen te zien.
het graf van de familie Lopinot ziet er maar
triestig uit
Het gebied ligt in een weelderig groene subtropische
omgeving. Enkele prachtige bomen vol met
epifyten (planten die op bomen, of zelfs elektriciteitsdraden leven en vocht
uit de lucht opnemen) zijn hier te vinden.
boom vol met epifyten
Er is een continu concert van allerlei zangvogels, af en toe overstemd door harde lokale muziek.
ook hier
komt de Oropendula voor, een vogel die we in Costa Rica leerden kennen
Deze hier is de Psarocolius decumanus insularis, een variant van de
Kuiforopendula
in de nabije rivier komen grote aantallen
dikkopjes voor. Als ze een volwassen
kikker zullen zijn, zijn ze voer voor het groot aantal reigers die we bij de
waterloopjes zien staan
Iets meer westelijk is er de Caura vallei. De weg loopt min of meer gelijk met de
rivier. Op plaatsen waar er kan gebaad
worden zitten heel veel families.
Net zoals in de Lopinot vallei komt ook hier een groot aantal reuzenbamboe voor
hier spreekt men van een bamboe kathedraal
omdat de overhangende takken als het ware een gotische boog vormen, hoog boven
de weg
Het is vandaag zondag en vele mensen houden picknick in de
bergen of aan de zee. Niet iedereen is
immers deelgenoot van het carnavalgebeuren, maar luide muziek hebben ze (bijna)
allemaal nodig.
Maandag zijn er nog meer zaken gesloten. Mensen hebben de hele dag verlof, een dag zoals
een feestdag bij ons.
Er vinden in verschillende dorpen carnavalparades
plaats. Vele mensen, zo zien we, zijn
nog niet ontnuchterd, of drinken gewoon verder.
Wegen zijn afgesloten voor de parades en voor de veiligheid.
We moeten wat omweg rijden, maar we kunnen toch tot de Mount San Benedict
komen. Een benedictijnerabdij, gesticht
door Nederlanders, op de zuidelijke helling van de noordelijke bergketen.
Behalve het uitzicht is er weinig te zien.
het klooster van de benedictijnen
even verder, terug in de vallei is er een belangrijke
moskee, gefinancierd door enkele rijke moslims
We rijden dan verder westelijk naar de Saddle Road, die ook
de zuidelijke helling opklimt en dan weer terug keert naar Port of Spain. Wij slaan af richting noordkust, naar
Macaras. Langs de weg zijn er hier en
daar cacao plantages. Ongeveer 3 km voor
het dorp begint de file die stapvoets verder gaat tot aan de zee. Gelukkig is daar een grote parking, waar elke
auto verplicht moet parkeren. De
realiteit is anders, overal versperren geparkeerde auto’s de weg.
De weg geeft hier en daar mooie zichten
op de noordkust met vele kleine rotseilandjes, helemaal begroeid.
Macaras is dé kustplaats voor de mensen uit POS met mooie
fijne zandstranden en palmbomen.
Het dorpje leeft van de visvangst, maar vandaag liggen alle
boten op het strand. Ook de vissers
hebben vrijaf.
ondanks dat vindt de Bruine Pelikaan nog
voldoende voedsel in de bootjes.
Tussenin duiken ze, niet ver van het strand, naar vis
net zoals de Bruine Pelikaan, broedt de Amerikaanse
Fregatvogel ook hier in de buurt op rotseilanden
Macaras Bay is bekend voor zijn lokale eetstalletjes met “bake
and shark”. Voor Richards Bake and Shark
staat een lange file, voor de andere stalletjes staan er weinig tot geen
mensen. Dus schuiven we aan bij de
file. Naast het broodje met vis is er
een keuze uit groenten en sauzen.
Als we terug keren zien we dat de file naar het dorp dubbel
zo lang geworden is. Waarschijnlijk
wordt er ook daar de ganse nacht gedronken bij erg luide muziek. Dinsdag immers hebben de mensen nog verlof.
Bij het zwembad van het hotel zijn er enkele lokale families
die hier de dag doorbrengen met hun picknick.
Eén van de mannen brengt ons een bord met een gerecht dat bestaat uit
stukken kip, rijst, bonen en een saus, met salade. Lekker
Het is leuk, we hebben regelmatig een babbel met mensen,
herkomst van overal, die hier al vele jaren wonen. Iedereen waarschuwt ons voor de onveiligheid. Deze morgen spraken we met een Palestijn die
hier al 16 jaar woont en een Libanees die al meer dan 36 jaar zijn thuisland
geruild heeft met T&T.
Meer naar het westen, voorbij POS , ligt een gebied tussen
de Atlantische Oceaan en de Caribische Zee.
Langs de Caribische Zee zijn ook hier de kusten erg steil en
rotsig. Langs de Atlantische Oceaan,
hier de Golf van Paria genoemd, is de kust vlak, waardoor havens,
scheepvaartbedrijven en aan- en afvoer van goederen kan gebeuren. Toen in 1941 Engeland dit stuk land verhuurde
aan het Amerikaanse leger, werden alle inwoners naar één dorp verhuisd, niet zo
ver van POS. Het Amerikaanse leger nam
de rest van de grond in voor militaire doeleinden. De vrouwen en meisjes uit het dorp werden,
ondanks het protest van de mannen en vaders, ook door hen gebruikt. Er waren immers geen vrouwen mee.
er is een militair museum ingericht met de
overblijfselen van het Amerikaanse, het Duitse, het Engelse en het T&T
leger. Om dit vliegtuig hier te brengen
moest men het in 19 stukken verzagen, zodat het over de weg van het vliegveld
naar dit museum kon gebracht worden
nog wat oud schroot
Rond 1960 waren de protesten in T&T zo groot dat de
Amerikanen vertrokken (en later ook de Engelsen – het land werd in 1962 onafhankelijk). De gebouwen van het
Amerikaanse leger zijn deels ingenomen door het leger van T&T, en door
bedrijven.
Het binnenland is hier natuurgebied. Er
loopt één weg door van de Caribische kust
naar de Atlantische kust. Langs
deze weg ligt het publieke golfterrein, erg mooi tussen de bossen, en enkele
wandelpaden.
het golfterrein
Bij de Caribische Zee is het strand vrij klein en vooral
smal. Toch zijn er wel wat mensen te zien, het is immers nog verlof
voor de scholen.
de rotsige Caribische kust
het kleine en smalle strand
In het natuurgebied maken we een wandeling naar een droge
waterval, het is nu (gelukkig) droog seizoen.
Het bos laat licht door en er komt een grote variatie aan planten
voor.
We horen en zien een grote groep Oropendula’s.
Dicht bij het strand aan de noordelijke zijde is er nog een korte wandeling
naar de bamboekathedraal.
Langs de weg staan een aantal Heliconia planten.
Aan de zuidkust zijn in de verschillende marina’s enkele goed restaurants
direct aan de zee gelegen. Dat is iets
wat de hoofdstad POS, ondanks zijn ligging aan de zee, niet heeft.
een off-shore petroleum of gas
boorplatformpje met 2 tankende schepen
Op de terugweg zitten we weer in het drukke verkeer, en dat op zo een klein
eilandje. Op de week tijd die we hier
doorgebracht hebben, reden we in totaal 260 mijl of een kleine 400 km.