Reisverhaal «centraal en noord Trinidad, oostelijke zijde»
enkele Antillen
|
Trinidad and Tobago
|
2 Reacties
21 Maart 2014
-
Laatste Aanpassing 25 Maart 2014
7.
noord en centraal Trinidad: oostelijk gedeelte
De weg die vertrekt uit de vallei in Arima en die over de
noordelijke bergketen naar de kust gaat, is erg steil, smal en vol
bochten. De bedekking heeft nog betere
tijden gekend, hier en daar zijn stukken asfalt verdwenen, zijn er putten,
afgebroken wegkanten, en soms is het asfalt helemaal verdwenen en zijn er keien
of aarde.
We hebben een guesthouse gereserveerd, iets over de pashoogte, zijvallei
richting oosten, in Brasso Seco.
de paarse lijnen duiden de weg aan, weliswaar
erg rechtgetrokken
Omdat Brasso Seco , en ook de kust ten noorden in
Blanchisseuse, nogal afgelegen liggen, is de bereikbaarheid van sommige GSM operatoren en internet ongeveer
onbestaand.
Gelukkig is er hier een toeristische dienst, voor zover ik weet, de enige in
T&T. Via deze toeristische dienst
hebben we dit guesthouse gereserveerd.
Het blanke meisje van de toeristische dienst verwelkomt ons erg
hartelijk, alsof ze ons al jaren kent.
Ook de familie Pacheco, die het guesthouse runnen, naast een winkel en
tot enkele jaren geleden, ook de dorpsschool,
is zeer vriendelijk. Het valt ons
trouwens op dat al de mensen in het dorp, inclusief de wegenwerkers, elkaar en
ons begroeten. Het dorpje telt maar 250
inwoners en is minstens één uur autorijden verwijderd van het vorige en
volgende dorp.
De ganse weg, alsook het dorp, ligt in een vochtige, groene
vegetatie ingebed.
Brasso Seco is er voor de serieuze stappers, en ook voor de
vogelliefhebbers. Kort na de middag
plannen we de volgende 2 dagen. De man
van het meisje van de toeristische dienst is gids, zowel voor de stappers als
voor de natuurliefhebbers.
Een uurtje rijden en we komen in Blanchisseuse,
wie denkt een kustdorp te vinden is er aan voor de moeite. De straat dichts bij de zee, de Caribische
Zee, ligt vele meters hoger dan het wateroppervlak. Vanaf het al dan niet bestaande strand zijn er steile rotsen
kaarsrecht omhoog. Omdat er tussen de
straat en het einde van de rotsen huizen staan, is er slechts sporadisch zicht
op de zee.
De kustweg eindigt een tweetal km oostelijker.
Hier is de monding van een rivier met nog een brug, maar verderop is er
enkel nog een pad. We rijden tot bij de
brug, maar vanaf hier wordt het afgeraden alleen rond te lopen. Het gebied wordt beschreven als domein voor
drugssmokkelaars (uit Venezuela).
Brasso Seco was tot een generatie geleden gebied van
koffieplanters en cacaotelers. Ook nu
zien we nog cacaobomen en enkele koffieplanten.
Dit is echter niet meer voor commercieel gebruik.
De vader van de guesthouse-houdster was ook cacao- en koffiekweker. Zij kan er nog heel wat over vertellen.
Eigenaardig ,voor ons, is dat er hier vele jaren cacaobonen gekweekt en
verwerkt zijn, maar dat er niemand blijkt te weten hoe chocolade gemaakt
wordt. Het
eindproduct is een pasta, die in een rolletje bewaard wordt, en waaraan een
aantal gedroogde kruiden zijn toegevoegd.
Na drogen en afkoelen is die pasta hard en moet die opnieuw geraspt
worden om er chocomelk van te maken.
cacaoplant met rijpe vruchten
Iets ten zuiden van de pashoogte ligt Asa Wright, hét vogelcentrum van Trinidad. De naam is afkomstig van de vrouw die, na het
overlijden van haar man, dit gebied verkocht onder de uitdrukkelijke voorwaarde
om het als natuurgebied te behouden. Zij
trok al jaren vogels aan door voederplaatsen in te richten.
Oorspronkelijk was het gebied een plantage van cacao, koffie en
citrusvruchten. Sommige van die planten
onderhoudt men op een ecologische manier en men verwerkt de koffiebonen tot
koffie en de cacaobonen tot een poeder om chocomelk te bereiden.
Het centrum geeft ook opleiding aan lokale bewoners, zoals van Brasso Seco met
het doel om zo natuurlijk mogelijk ook chocolade te leren maken. Wandelingen met info over vegetatie en vogels
worden ook voor hen georganiseerd. En er
is ook natuureducatie voor scholen en groepen uit het land.
Een deel(tje) van de kost wordt betaald
door gasten die er overnachten. Asa
Wright is een bekend begrip. Het
farmershuis is een mooie bedoening en wordt goed onderhouden. Hier zijn enkele dure kamers. Op het domein staan er nog een twintigtal
gebouwtjes, kamers voor gasten.
Volpension kost hier per persoon (in een tweepersoonskamer) 220
US$. Veel luxe is er voor dat bedrag
niet.
Het publiek is bejaard en Engels, vele van de mensen kunnen enkel nog een
eenvoudige wandeling maken.
er is ook een natuurlijk zwembad, gevuld met
ijskoud water dat uit de bergen komt
Bezoekers kunnen voor 10 US$ een dag meemaken, inclusief een geleide wandeling
op het domein.
Voor de veranda zijn er een groot aantal voederplaatsen voor fruitetende vogels
en voor kolibris’s. Het is er een
(vogel)drukte van belang. Het is zeer de
moeite waard zo een dag mee te maken.
het mannetje van de Purpersuikervogel (Cyanerpes caeruleus longirostis) is er
opvallend met zijn paarse veren en knalgele poten
het vrouwtje echter heeft op de rug een
groene kleur
het mannetje van de Groene Suikervogel (Chlorophanes
spiza spiza) lijkt in het zonlicht te fluoresceren
zijn vrouwtje is opvallend groen
de Kuiforopendula (Psarocolius decumanus insularis) is de
schrik voor alle andere fruitetende vogels.
Ze verdwijnen vliegensvlug als deze grote, kwaad lawaai makende vogel in
hun buurt komt
dit zeer kleine kolibri’tje is niet groter
dan een bij, het is het vrouwtje van de Gekuifde Koketkolibri (Lophornis
ornatus)
het mannetje van de Witnekkolibri (Florisuga
mellivora mellivora) paradeert graag met een opengesperde witte staart
slechts 7,5 cm lang is het mannetje van de
Blauwstaartsmaragdkolibri (Chlorostilbon
mellisugus caribaeus)
dit is het broedende vrouwtje van de Palmtangare
(Thraupis palmarum melanoptera)
de Witborstamazilia (Amazilia brevirostris
chionopectus) heeft een spierwitte borst
en hier
al vliegend
de Koperrugamazilia (Amazilia tobaci erytronotus) is een kleine
vogel met een felgroene borst
het vrouwtje van de Zwartkeelmango (Anthracothorax nigricollis
nigricollis) heeft niet volledig een zwarte keel
het
mannetje van de Fluweeltangare (Ramphocelus carbo magnirostris) heeft een mooi donkerrode kop en een
zilverkleurige bek
het mannetje van de Violette Organist (Euphonia violacea rodwayi) heeft een erg
opvallende kleurcombinatie in zijn verenkleed
het vrouwtje van de Blauwkeelsaffierkolibri (Chlorestes notata notata)
de Kleine Heremietkolibri (Phaethornis
longuemareus longuemareus) blijft even
zitten met een opengesperde staart
het vrouwtje van de Groenkeelmango (Anthracothorax viridigula)
het vrouwtje van de Gestreepte Helmspecht (Dryocopus lineatus lineatus) horen we van ver
tokken op een stam. Dank zij de rode
kuif kunnen we haar gemakkelijk vinden
een Boa constrictor heeft net een grote buit
naar binnen gespeeld en is nu op zoek naar een rustplaats voor de volgende paar
weken, zodat ze haar voedsel kan verteren
hier groeien ook eens andere Heliconia’s
een rosgekleurde mier, die een aantal maal
zijn eigen volume torst. Bladeren van
een plant worden door de mieren aan stukken gesneden, opgepakt en vervoerd naar
hun mierennest. Daar worden ze op een
hoop gelegd en de bladeren beschimmelen.
Het zijn die schimmels die als voedsel dienen voor de koningin en de
werksters
het mannetje Baardklokvogel (Procnias averano
carnobarba) is moeilijk te zien. De vogel heeft een soort baard en maakt
geluiden die klinken als een gong die gemaakt is uit metaal. Je hoort hem van ver. Deze vogel leeft op een hoogte tussen 300m en
600m
op de
foto lijkt het alsof je het uiteinde van een boomstronk ziet. Maar wanneer je goed kijkt is dat uiteinde
een ineengedoken nachtvogel, de Grijze Reuzennachtzwaluw (Nyctibius griseus
griseus)
af en
toe komt de agoeti eens kijken of er resten van papaya op de grond gevallen
zijn. Die neemt hij mee om ze uit het
zicht op te eten
en toch
ook eens bloeiende planten
of deze
welke bij ons als kamerplant verkocht wordt
mooie en eigenaardige bloeivormen
Wij overnachten in Brasso Seco, het enige dorp in de
noordelijke bergketen. Het dorp is ontstaan
toen blanken geschikte grond zochten om hun plantages te stichten. Deze mensen woonden voordien in een vallei
iets meer westelijk. Omdat er plannen
waren om daar een stuwdam en –meer te maken, moest iedereen weg. Brasso Seco is gesticht door Spaans
sprekenden, die cacao, koffie en citrusvruchten verbouwden. Net zoals overal in Trinidad is de landbouw
verlaten. Jonge mensen kunnen
gemakkelijker en meer geld verdienen in allerlei andere takken van de economie,
en, door de olie- en gasinkomsten wordt ook van overheidswege geen inspanningen
meer gedaan om landbouw terug te bevorderen.
Hier in Brasso Seco is er nog kleinschalige koffie- en cacaoteelt en de
verwerking van de producten. Alles is
artisanaal en de kennis van een optimale verwerking ontbreekt.
Brasso Seco is ook de enige plaats waar men probeert om (eco)toerisme toe te
passen. Het dorp telt slechts 300
inwoners, er is geen hotel, wel een toeristische dienst, die zeer goed werk
levert, en enkele families die kamers verhuren.
Daarbij zijn de mensen in het dorp erg vriendelijk. De familie Pacheco, waar we
verblijven, zijn echt hartelijke mensen.
Zij verzorgen ook de maaltijden, leren ons hun eindproduct van de cacao
maken, betrekken ons bij hun leven. Het
hoofd van de familie, de moeder van 86 jaar, is erg blij dat ze met ons nog
even haar moedertaal Spaans kan spreken.
Het verblijf in homestay in de volle betekenis van het woord.
De tweede dag vertrekken we ’s morgens vroeg voor een
wandeling op gemakkelijk terrein, met een lokale, maar erg goede natuurgids,
Carl. Hij kent het domein en probeert
een studie te maken van het oer-regenwoud hier in de bergen. Dat is compleet onontgonnen terrein.
Hij leert ons heel wat bij, niet allen over vogels, ook over planten, de
natuur, het land.
We zien verscheidene vogelsoorten, door de vele bladeren zijn ze meestal
moeilijk te fotograferen. Hier toch
enkele
de kleine Zwartstaartmuggensluiper
(Ramphocaenus melanurus trinitatis) komt niet ver van de weg, tussen takken en
bladeren net boven de grond voor. De
vogel heeft geen schrik van de mensen
een nieuw nest van de Oropendula. Vogels zijn nu, tijdens het droge seizoen
bezig met hun nesten. Sommige hebben al
eitjes of nakomelingen
een plaats waar parkieten hun nest zullen
starten
het mannetje van de Goudkopmanakin (Pipra erythrocephala erythrocephala) heeft
een knalgeel hoofd. Hij zit in een
vijgenboom met vijgjes kleiner dan een erwt, die voor de mens niet eetbaar
zijn, wel voor vogels
ook de Okerkaptangare (Tangara gyrola
viridissima) lust diezelfde vruchten
en de mooi gekleurde Turkooistangare (Tangara
mexicana veilloti) zit hier zijn maaltijd te verorberen
een Tarentula leeft vlakbij een verlaten
vogelnest
de Grijsgestreepte
Buizerd (Asturina nitida nitida) zit hoog in een boom
De Pacheco’s houden ook een dorpswinkel open. Nu kunnen we zonder problemen eens een foto
van zo een winkel nemen, achter de schermen.
achter de schermen is letterlijk bedoeld,
want tussen de plaats waar de waren opgeslagen zijn, zoals op de foto te zien,
en de plaats waar de klanten staan, is er een groot tralienetwerk met enkele
open plaatsje met een plankje. Hier
wordt het geld betaald en dan worden het gekochte op het plankje
geplaatst. Overal zijn deze winkeltjes
te zien. Diefstal blijkt een belangrijk
iets te zijn in T&T
Na de noordelijke bergen, tijden we verder richting oosten,
naar Matura.
Matura is een klein dorpje dat bekend is (in T&T) omdat
een drietal soorten in de zee levende schildpadden op de stranden hun eieren
komen leggen. Nu is het seizoen begonnen
waarbij de Lederschildpad hier aan land komt.
Zeeschildpadden waren erg gegeerd omwille vaan hun (smaakvol) vlees. Lange tijd kwamen stropers bij de eiaflegging
op het strand, doodden de zeeschildpadden en verkochten het vlees, maar ook het
schild, voor veel geld.
Nu is het grote probleem de gebruikte vistechniek. Grote netten worden in zee gespannen, met het
doel zoveel mogelijk vis te vangen en dus veel geld te verdienen. De zeeschildpadden echter geraken verstrengd
in deze netten. Ondertussen eten ze de
vis op en beschadigen dikwijls de netten
erg. De vissers doden de dieren
omdat ze hen als vijand zien.
Een aantal mensen rond Matura is een tijd geleden begonnen met activiteiten voor
de bescherming van de Lederschildpad (evenals de andere soorten). Ondertussen zijn de voormalige stropers reeds
zover gekomen dat ze inzien dat ook met levende zeeschildpadden geld te
verdienen is.
De organisatie Natureseekers (www.natureseekers.org)
is een vereniging die gebaseerd is op ecotoerisme en gedragen wordt door het
hele dorp. Door toerisme zijn er mensen
gids, zijn er overnachtingsmogelijkheden en restaurants geschapen, worden
artisanale producten verkocht, ….
De vissers overtuigen om andere technieken te gebruiken is
nog een ander paar mouwen. Belangrijke
pijlers in het betoog is dat de zeeschildpadden zich voeden met enerzijds
zeegras de Groene Scildpad) en
anderzijds kwallen (de Lederschildpad).
Doordat zij het zeegras kort houden blijven de planten gezond en zijn ze
een plaats waar de eitjes van de vissen uitgebroed worden. Kwallen voeden zich met vis, dus
zeeschildpadden uitroeien zorgt ervoor dat er meer kwallen komen, dus minder
vis. In beide gevallen daalt de inkomst
van de vissers. Er is echter nog een
hele weg te gaan voordat ook vissers zullen “bekeerd” zijn. Soortgelijke verhalen hoorden we al op
verschillende plaatsen ter wereld.
Inzicht in het ecosysteem koppelen aan een gedragsverandering is overal
moeilijk, ook in het westen.
De 8 mijl-lange stranden van Matura waar de Lederschildpadden
komen om eieren te leggen, worden eind februari door een groep vrijwilligers,
vooral uit het dorp, opgekuist. Van de
plastiekflessen en de glazen flessen worden er allerlei armbanden ed. gemaakt,
wat dan samen met andere voorwerpen in het kantoor van Natureseekers verkocht
wordt.
Daarna zijn de stranden voor vele maanden verboden terrein, zowel overdag als
’s nachts. Op andere plaatsen echter
kunnen de stranden overdag gebruikt worden door zonnekloppers.
Zowel overdag als ’s nachts worden de stranden in het
eierlegseizoen bewaakt door medewerkers.
De Lederschildpadden komen ’s nachts hun eieren afleggen, een hele bedoening
waarbij zij niet mogen gestoord worden, niet door levende wezens of allerlei
rommel of licht.
Om 7u ’s avonds, het is dan al donker, vertrekt de nachtploeg. Wij volgen hen. Suzanne, de eigenares van het guesthouse waar
wij verblijven, bezieler en stichter van Natureseekers en fervente natuurbeschermster,
gaat elke avond naar de stranden. Er
zijn ook enkele gidsen mee voor de opvang en begeleiding van toeristen.
De eerste paar uur is er niet veel activiteit te melden. De strand- en schildpadbewakers staan in
verbinding met onze gids. Andere gidsen
wachten op groepen die later op de avond komen.
Nadien komt de melding binnen dat er op 2 plaatsen een Lederschildpad aan land
gekomen is. Het is een eindje stappen
op het donkere strand. De zaklamp mag
enkel rood licht uitzenden en gelukkig geeft de maan nog wel wat licht.
De volgende avond gaan we weer en dan is er al een Lederschildpad aan land gekomen als we aankomen.
De eerste Lederschildpad (Dermochelys coriacea) heeft zich al op het strand naar boven
getrokken. Maar op deze plaats is er
geen los zand, zand dat nooit, of enkel bij hoogtij nat wordt. Dus zij zal geen nestplaats vinden en terug
keren naar zee. Wij gaan nog een heel
eind verder.
het sleepspoor van een Lederschildpad
Dan zien we weer een Lederschildpad, steeds met een
Natureseeker medewerker dichtbij, die het losse zand al bereikt heeft.
Een Lederschildpad is de zwaarste van de zeeschildpadden. Het dier dat we hier zien wordt geschat op zo
ongeveer 500 kg. Et is de eerste dag in
2014 dat ze op het strand komt. Ze zal
nog enkele malen komen, telkens met een tussenpauze van 10 dagen. Omdat ze in die tussentijd niet eet,
vermagert ze. Het zwaarste dier dat hier
ook gewogen werd, woog bijna 1000 kg –het zijn enkel de wijfjes die gezien
worden.
Buiten de eierleg periode voedt het dier zich enkel met
kwallen. Het Portugees Oorlogsschip is
hiervan een voorbeeld.
een dood, klein Portugees Oorlogsschip
Kwallen echter bevatten bijna geen voedingsstoffen, dat
betekent dat de Lederschildpad per dag het dubbele van haar gewicht aan kwallen
moet opslurpen. Vermits een kwal voor
een belangrijk deel uit zout water bestaat, moet de Lederschildpad dat zout ook
weer uitscheiden. Dit doet ze via een
soort traanvocht. Een erg praktisch
middel om haar ogen te beschermen als ze in het zand rond beweegt.
vele mensen denken dat de Lederschildpad weent. Maar het vocht dat uit haar ogenkomt en ze eveneens beschermt tegen het zand bevat veel van het opgenomen zout
De vrouwelijke zeeschildpadden zijn voordien, op verschillende tijdstippen,
door verschillende mannetjes bevrucht.
De wijfjes sparen de pakketjes sperma afzonderlijk op. Telkens zij een pakket eieren heeft afgelegd,
zo een 80 tot 100 stuks, maakt zij nieuwe eieren aan en daarvoor gebruikt ze
telkens een nieuw pakketje sperma.
Vernuftige manier om eieren van verschillende kwaliteit te kunnen
afleggen zodat de soort in stand gehouden wordt.
De Lederschildpad is, in tegenstelling tot de zeeschildpadden, anders
gebouwd. Het schild en de huid vormt één
geheel. Het woord schild is misschien
ook niet zo goed gekozen, de rug is eerder bedekt met verhoornde huid dan met
een schild.
vermits de schaal niet hard is, kan de Lederschildpad niet tegen een harde druk
Doordat ze geen echt schild
heeft, kan ze noch haar kop, noch haar poten intrekken bij gevaar. Haar poten zijn ook veel beter aangepast aan
een zwemmend bestaan, dan deze bij de zeeschildpadden (een Lederschildpad
behoort biologisch niet tot de zeeschildpadden).
kop en “schild” vormen één geheel
Dus het strand opkruipen is geen gemakkelijke bedoening. Dank zij haar sterke, en langere voorpoten,
schuift ze zichtzelf het strand op. Het
is alsof ze in het zand zwemt.
de lange voorpoten (VP) en de korte, brede en stevige achterpoten
Een volwassen dier heeft erg weinig natuurlijke vijanden,
maar de grote haaien en de orka kunnen haar wel aanvallen. De kleintjes, die net uit het nest komen en
over het strand naar de zee kruipen, zijn echter een prooi voor allerlei
dieren. Ook vele eieren dienen als
voedsel voor dieren. Men schat, dat van
de 1000 eieren die er op één seizoen afgelegd worden, er slechts één
lederschildpad de volwassen leeftijd bereikt.
Afhankelijk van het voedsel zal de Lederschildpad om de 2 tot 5 jaar pas
opnieuw eieren afleggen. Een wijfje begint pas eiereen te leggen op haar 25ste. Ze kan wel tot 100 jaar oud worden
Afhankelijk van de temperatuur van het nest, zullen de nakomelingen van het
mannelijk of eerder van het vrouwelijk geslacht zijn. Bij een temperatuur van 29,5° komen er
evenveel mannelijke als vrouwelijke nakomelingen. Is de temperatuur enkele tienden van een
graad kouder, dan worden er vooral mannetjes gevormd. Enkele tienden van een graad hoger, dan
zullen er vooral wijfjes uit de eieren kruipen.
Eens dat het dier bij het losse zand gekomen is, zwalpen
haar achterpoten naar links en rechts, tot ze een geschikte nestplaats heeft
gevonden.
We kunnen dichtbij toekijken, spreken, maar geen licht maken en zeker geen
flash gebruiken. Dus geen foto’s.
Haar kortere, brede en stevige achterpoten gebruikt ze nu als schep. Ze steekt die in het zand, draait die rond en
schept het zand dan naar boven. En dan
doet ze hetzelfde met de volgende poot.
Ze heft echter haar poten hoog op voordat ze die in het zand steekt,
zodat er geen zandkorrels in de put vallen.
Het gat is mooi rond gemaakt, beneden wat breder dan boven, als ze
stopt. Stoppen met graven is er omdat de
lengte van haar achterpoten beletten dat ze nog dieper kan gaan.
Dan begint de eierleg, mooie witte ronde eieren, zonder harde schaal. Ze hebben zo de grootte van een
golfballetje. Tijdens die eierleg mag
er licht gemaakt worden, kan het dier gemeten worden, wordt de oude chip
verwijderd en een nieuwe ingeplant, kan ze aangeraakt worden, …. Niets stoort
haar. Dus een goede tijd om foto’s te maken
eierafleg bij de Lederschildpad
een groot reptiel, in vergelijking met de
menselijke afmetingen
er gebeuren een reeks metingen en er worden
nieuwe chips ingeplant. Hierdoor kan men
gegevens bijhouden wanneer dieren terug komen, afmetingen, soms bloedonderzoek,
….
Eens echter alle eieren gelegd zijn, moeten alle menselijke activiteiten gestopt
zijn en moet het licht weer uit.
het nest geraakt goed gevuld met de eieren
Dan begint ze zand met haar achterpoot over de eieren te
schuiven. Telkens een schepje, dat ze
met diezelfde achterpoten aanstampt.
Daarbij gaat ze met haar volle gewicht op de achterpoten duwen, zodat de
eieren veilig verstopt worden. Laagje na
laagje doet ze dat toe het nest gevuld is.
Daarna treedt de volgende activiteit op, met haar voorpoten maakt ze zwemmende
bewegingen waardoor er heel wat zand verplaatst wordt. Hierbij verschuift ze over een hele
afstand. Waarschijnlijk verstopt ze op
die manier haar nest. Deze fase kan meer
dan een uur duren, waarna ze weer naar de zee sluipt.
het omgewoelde strand waarbij het verstopte
nest niet meer terug te vinden is
Na iets meer dan 2 maanden zullen de jongen uit het nest
sluipen en naar zee kruipen, op voorwaarde dat ze niet gestoord worden door
licht. Dan geraken ze het noorden kwijt
en zijn ze zeker een prooi voor hun predatoren. Echter ook al in het nest zijn ze een prooi, bij voorbeel voor de vele krabjes, die zich voeden met de eieren.
Op haar kop heeft de Lederschildpad een roze vlek. Die wordt beschouwd als haar gps-systeem. Dat heeft ze wel nodig omdat haar voedsel in de kouderee wateren t vinden zijn en haar eierafleg op warme stranden geebeurt. Ze kan gemakkelijk meer dan 10.000 km afleggen tussen deze 2 plaatsen.
Eens op land echter helpt haar gps systeem niet meer om bvb. de zee terug te vinden na haar werk.
Matura is op de kaart gezet dank zij de Lederschildpad. Verder is er niets te beleven.
Van Matura uit bezoeken we nog de oostkust van het centrale deel
van Trinidad.
Net zoals overal is het binnenland in een lintbebouwing bewoond. Bij Manzanilla komt de weg weer aan de
kust.
Er staat een vuurtoren op een heuvel op het vaste land, die beklimmen we. Omdat het nogal mistig is zijn de
vergezichten niet erg duidelijk.
de vuurtoren, geen romantische bouw, enkel
een functionele constructie
Ten zuiden ligt ook
een vochtig gebied dat als Wetland beschermd wordt. Een bezoek aan deze swamps kan met een gids
en georganiseerde excursie. Maar de 2
bedrijven die hier het bezoekrecht hebben, vragen beide hoge prijzen. Dus beperken we ons tot het beperkte deel dat
we vanaf de weg kunnen zien.
een grote rivier voedt, samen met het
zeewater, de wetlands
de plaats waar de rivier in de zee
uitmondt. Hier staan enkele vissers
Uiteindelijk eindigen we weer in Mayaro, waar we reeds eerder waren.
er worden hier allerlei soorten wortels en
knollen gegeten. Het is erg normaal dat
we rijst, aardappels, bonen, gebakken banaan en enkele soorten gekookte knollen
bij een maaltijd krijgen (niet alles, maar wel 2 of 3 soorten gelijktijdig
we hebben
al veel mensen zien lopen met een vogelkooi (en vogel) in hun hand. Ze wandelen ermee langs de straat. Maar veel uitleg er over kregen we niet. Terwijl we op de markt een foto maken van de
kooi met een mooie vink er in, krijgen we van een man de uitleg dat die vogel
5000 TTD kost (550 €) en dat veel van die vogels ingevoerd worden uit Guyana en
Venezuela. Dus toch nog illegale
vogelhandel!
een beeld van de zaterdagdrukte in Mayaro
Het gebied tussen Manzanilla en Mayaro wordt ook wel de
Kokosbaai genoemd omdat er een overvloed aan deze bomen te vinden is.
Een zone van een vijftigtal meter breed, vol
met kokosbomen
in de velden zien we één koe en verder één buffel. Ze worden beiden vergezeld van een aantal
koereigers
de huizen in dit gebied zijn gemaakt uit
triplex, al dan niet geschilderd, en gebouwd boven op palen. Er is hier geen drinkwatervoorziening. Een vrachtwagen gevuld met drinkwater rijdt
rond en vult watertanks (zwarte tank op de foto te zien)
de rijkdom van het land is duidelijk maar
voor een bepaald segment van de bevolking.
Dat hebben we op verscheidene plaatsen heel goed gezien. Misschien werkt dat ook wel misdaad in de
hand?
de
Kokosbaaikust ligt aan de Atlantische Oceaan.
Net zoals op vele plaatsen in Trinidad is het er gevaarlijk om te
zwemmen, door de snelle diepte en onderstromen.
Vandaag is het zaterdag en mensen komen naar de kust. Ze genieten van het water door, met hun
kledij aan, in de golfslag te liggen
overal zijn er golven te zien
deze kolonie Strandlopertjes rent mee met het
water. Trekt de zee even terug dan lopen
ze mee, de zee in. Komt er een golf op
het strand gerold, dan lopen ze voor de golf terug richting land
tussen
rood-gele vlaggen kan men in het water gaan.
Er is toezicht (wat dat precies ook moge inhouden)
Het laatste deel van het land waar we nog niet kwamen, is het noordoosten, verder dan Matura.
Langs de weg komen we een aantal dorpen tegen die het bord "welkom in het schildpaddorp" dragen. Hier is echter nergens bescherming van de stranden.
Het uiterst noordoostelijk punt in Point Galera. We rijden er naar toe. Er staat een vuurtoren die te beklimmen zou zijn. Maar de man die we daar vinden lijkt eerder in het verlaten huis een onderdak gevonden te hebben. Hij vraagt hem geld te geven.
deze vuurtoren heeft geen draaiende spiegels maar wel een knipperlicht
We keren terug zonder de beklimming van de toren, nu verder langs de noordkust naar Grande Riviere. Volgens de reisgids het enige dorp met enige toeristische infrastructuur. Er zijn " eenvoudige, maar dure hotels, en verder enkele guesthouses.
Grande Riviere is ook bekend omwille van de Lederschildpad en zeeschildpadden. Overdag, tussen 6u en 18u mag iedereen op de stranden. 's Nachts is het beschermd gebied. Die bescherming moet wel met een korrel zout genomen worden want de eerste uren is er niemand die dat nagaat en er zijn al evenmin gidsen.
Wanneer we op het strand, op zondag, wandelen zien we iemand vissen, 2 kinderen spelen en een man zijn vuil verbranden. Verder is het strand leeg. In de accomodaties is ook hier de bezetting erg beperkt. We hebben hier uiteindelijk niets gereserveerd, plaats is er wel.
Op het droge deel van het strand zien we veel sporen van lederschildpadden. In het hoogseizoen maken de dieren een nest, daar waar al voorgangers een nest hebben. Veel dieren en een vrij klein strand.
Omdat we in Matura de Lederschildpad gezien hebben, komen we hier voor Pawi, een lokale vogel die met uitsterven bedreigd is. We maken een afspraak voor maandagochtend 5u30.
We rijden tot een plek waar nootmuskaatbomen staan, die momenteel noten dragen. De pawi (lokale naam) lust die noten wel. Ze voederen zich vooral 's nachts en 's morgens vroeg.
We hebben geluk, we zien een koppel van deze vogels, net bij het krieken van de dag. Een groep mensen die later toekomt ziet helemaal niets meer.
de Trinidadblauwkeelgoean (Pipile pipile) is een vogel die enkel in Trinidad voorkomt, leeft in het tropisch regenwoud, in de bomen woont en met uitsterven bedreigd is
Wat later zien we een trogon hoog in een boom zitten. Trogons zijn mooie vogels. Gelukkig zit het dier niet tussen de bladeren en kan het gefotografeerd worden
de Guyanatrogon (Trogon violaceus) is mooi geel gekleurd, ook rond zijn ogen
de Zwartstaarttityra (Tityra cayana cayana) komt in tropisch Amerika voor, een mooie vogel
's Avonds zien we in Grande Riviere een familie. Ze vertrekken als het donker is en moeten naar het zuiden van Trinidad rijden. Op de vraag hoe lang ze er over rijden, is het antwoord 10u. Door het drukke verkeer, slechte en erg kronkelende wegen, moet er over een afstand van ongeveer 200 km (alle bochten meegerekend) een hele nacht gereden worden!
Van Grande Riviere loopt de weg niet veel verder richting westen. Dus de enige mogelijkheid is terug keren.
We rijden de luchthaven voorbij, terug richting Mount St Benedict. Nu is er een kmer vrij in het Pax guesthouse. Waarschijnlijk is dit gebouw ooit een soort retraitehuis geweest, of misschien wel iets kloosterachtig.
Vogels zijn er hier genoeg te zien in de tuinen en rond het klooster.
Dit is ons laatste bezoek in Trinidad en Tobago. We zullen het land verlaten, net zoals we toegekomen zijn, tijdens de nachtelijke uren.
België is een lichtvlek uit de ruimte te zien, maar ook Trinidad is één en al licht.