Reisverhaal «Bangkok»
Zuidoost Azië
|
Thailand
|
7 Reacties
05 December 2013
-
Laatste Aanpassing 05 Februari 2014
Bangkok is de westerse naam
voor Krung Thep Mahanakhon, stad der engelen.
Bangkok is, naar Thaise
normen, een nieuwe hoofdstad. Ze werd
pas in 1782 gesticht, nadat door Birmaanse invallen, de vorige hoofdstad en het
vorige koninkrijk werden verwoest.
Omdat Bangkok meer dan 90%
van de economische activiteiten van het land vertegenwoordigt, trekt het ook
heel wat mensen van andere provincies aan.
1 op de 8 Thai leeft en woont in Bangkok. Het gebied van de stad is erg waterrijk. De tempels en Koninklijke gebouwen zijn op
droge grond gebouwd. Voor de rest zijn
de kanalen en waterwegen gedempt en hierop werd dan bewoning, winkels, …
gebouwd. Door de stad loopt er een
rivier. Aan de oostoever ligt de
eigenlijke stad. Het gebied op de
westoever heet Thonburi.
In deze stad treft men, zoals
in vele miljoenensteden, alle mogelijke tegenstellingen aan.
Het verkeer zit ook hier
muurvast, tenzij men zich verplaatst met de skyrail of per boot. Er zijn busboten en heel wat bootstations.
Het guesthouse ligt op een kleine 10 minuten stappen van de S1 pier. De pieren hebben, naast hun moeilijke naam,
ook een nummer. Er is een centrale pier,
alles ten noorden krijgt een nummer met een N, alles ten zuiden met een S.
Zaterdagnamiddag starten
we. Als we willen vertrekken staat er
een golfkar klaar om ons naar de hoofdweg te brengen zodat we slechts 5 minuten
hoeven te stappen to de pier.
Om de 20’ is er een boot. Om naar het
noorden te gaan stappen we bij het tweede station op, dus de boot is vrij
leeg. Maar om terug te keren, is het net
alsof we op een overvolle trein ons er nog bij moeten proppen. Bij de centrale pier, waar ook de skytrain,
de metro en vele bussen vertrekken, is er terug zitplaats. Groot verschil met de overvolle trein, het
ticket kost hier minder dan 0,4 €, ongeacht het aantal stations.
een busboot van een andere maatschappij aan één
van de pieren
Op de rivier is er een duk
verkeer van boten met toeristen en Thai.
Maar we zien later ook een sleper die via stevige touwen verbonden is
met maar liefst 4 ongemotoriseerde vrachten. Het sleepvaartverkeer is nogal intensief.
Het eerste bezoek is Wat Pho,
een zeer groot tempelcomplex met een reusachtige liggende boeddha, en één van
de voornaamste tempels van het land. Ik
denk dat ik dit laatste stukje zin al meermaals geschreven heb!
In de 16de eeuw
was hier al een tempel- en kloostergebied.
Maar de bouw van de huidige tempel startte in 1789 onder koning Rama I. Rama II liet al renovatiewerken uitvoeren en
liet veel wijsheden als afbeelding voorstellen zodat de ongeletterde mensen de
boodschap van het boeddhisme zouden verstaan.
Het grootste gebouw in het complex is dat waar de liggende boeddha zich
bevindt. Het liggende beeld is verguld
en 45m lang.
In deze tempel, waar toegang
wordt betaald, gaat een (bij)geloof dat , als je in elk van de 108
aalmoezenschalen 0,25 Bat gooit, het jou geluk zal brengen. En aan het aantal mensen dat elk van de 108 schalen
een muntje werpt, te horen, zijn er heel wat die dit graag willen geloven. Nu
ja, ondertussen vergaart de tempel geld voor de continue renovatiewerken.
In het gebied bevinden zich vier chedi’s (pagodes) waarin zich de assen van de
eerste 4 Rama-koningen bevinden. Niet
alleen deze chedi’s, maar ook andere gebouwen zijn voorzien van gekleurde
tegels. Dat geeft een aparte en ander
uitzicht aan de gebouwen.
Verder bevindt er zich op het
terrein, een massageschool, de beroemdste van het land. Ze werd al onder Rama II opgericht. Er zijn nog enkele massage-gebouwen, maar
momenteel bevindt zich de school op een andere plaats.
Bij deze tempel hoort er natuurlijk een monnikengemeenschap. Met zijn meer dan 300 monniken is deze de
grootste van Bangkok.
Voor de verplaatsing naar de
weekendmarkt Suan Chatuchak gaan we eerst met de boot naar de Centrale pier en
dan via de skytrain tot bij de markt. De
skytrain met alles er op is zeer duidelijk, ook voor toeristen. De trein gaat over een eigen bedding, hoog
boven de straten, en is dus snel.
De weekendmarkt is enkel open
op zaterdag en zondag. De markt is zo
groot dat er een plan bestaat waarop alle straatjes (tussen de kraampjes) en
elke blok benoemd is. De winkeltjes of
kraampjes zijn zo wat per onderwerp verzameld.
We lopen er bijna 4u rond en hebben misschien 1/6 van de markt
bezocht.
Als we na de middag vertrekken is het er veel drukker dan ’s morgens en ook
veel warmer. De kraampjes zijn lokalen
in overdekte hangars, die met een rolluik afgesloten worden.
We hebben een dagpas gekocht voor de skytrein.
Hierdoor bezoeken we later op de dag het Jim Thompson Huis.
Jim Thompson was een Amerikaan in 1906 geboren.
Tijdens de tweede wereldoorlog was hij in Thailand voor het Amerikaanse
leger, waar hij een goede job had. Hij
geraakte bij wijze van spreken verliefd op Thailand, zodat hij na de oorlog het
leger vaarwel zegde (en ook zijn vrouw) en in Thailand ging wonen. Door zijn architectenopleiding was hij sterk
geïnteresseerd in de klassieke Thaise bouwkunst. Hij kocht 6 prachtige, oude teakhuizen op en
liet ze overbrengen naar deze plaats in Bangkok. Hij behield deels de Thai bouwstijl, maar combineerde die met westerse
comfortaanpassingen. Zo verbond hij de
verschillende huizen onderling via een overwelfde gang, had hij de toegang op
de gelijkvloerse verdieping, liet hij een toilet en badkamer inbouwen.
De traditionele en
boeddhistische elementen werden duidelijk behouden, zoals een klein huisje bij de rivier
die de boze geesten moest tegen houden, een groot scherm met vele honderden
boeddhafiguren, voor hetzelfde doel,… .
Thompson ijverde ervoor dat
de Thaise zijde-industrie een belangrijke plaats in de wereld kreeg en hij
richtte een eigen bedrijf op. Ook nu nog
bestaat dit bedrijf, de meeste weefsters zijn moslima.
In de lente van 1959 trok hij in zijn huis.
Hij leefde hier helemaal alleen, maar had een actief leven. Eén van zijn hobby’s was het verzamelen van
oude en waardevolle boeddhabeelden.
Op 26 maart 1967 verdween Thompson spoorloos tijdens een reis in de bergen van
Maleisië. Nooit is er iets van hem terug
gevonden. Het huis had hij nagelaten aan
een neef, die de Jim Thompson stichting heeft opgericht.
Vele mensen bezoeken het huis, de
bezoeken binnen zijn steeds met een gidse (Thai, Engels, Frans of Chinese
taalgroep). Daarna kan men buiten de
gebouwen vrij rondwandelen. Binnen mogen
geen foto’s genomen worden, wel van buiten naar binnen.
In dezelfde buurt is er het
Bangkok Art en Cultural Center. Vele
kunstvormen hebben hier een winkeltje of tentoonstellingsruimte. Het gebouw is ruim met een grote traphall.
Er is een tijdelijke
tentoonstelling van werken van Vurasan Supap met als titel “water of
live”. Al de werken zijn erg soortgelijk
en een typisch onderwerp voor deze regio.
Net ten noorden van Wat Pho
ligt het koninklijk paleis en het bijhorende tempelcomplex: Gran Palace.
Momenteel woont de koning in
Hua Hin. Slechts een deeltje van het Bangkok paleis is toegankelijk, het tempelcomplex is helemaal toegankelijk.
De bouw van het koninklijk paleis nam aanvang in 1782 met de nieuwe dynastie,
nl. koning Rama I. Niet alleen het
koninklijk paleis en de troonzaal werden gebouwd, ook heel wat
regeringsgebouwen (alhoewel er toen een absolute monarchie heerste). Ook de tempel van de smaragd boeddha werd
hernieuwd. Het geheel had en heeft een
oppervlakte van 218.000 m2.
Na koning Rama I werd het
ganse paleis gebouwd. Voordien, ook bij
Rama I was het koninklijk paleis aan de overzijde van de rivier.
De smaragden boeddha is maar
een klein beeldje. Volgens de legende
zou het uit India afkomstig zijn, of, zou het ooit in Chiang Rai gestaan
hebben,… . Eén ding is zeker, het
beeldje is niet van smaragd, maar heeft een smaragden kleur. Het materiaal waaruit het gemaakt is, is
jade. Het beeldje heeft 3 gouden
kledingstukken, vroeger één per seizoen.
Op vaste tijden was er een ritueel om deze te wisselen. Nu heeft het beeldje steeds het “warme weer –
kledingstuk" aan. De andere 2 bevinden
zich in een museum, op hetzelfde terrein van het koninklijk paleis.
Gelukkig is men in 1982
gestart met de restauratie. In het
museum zien we afbeeldingen van de toestand net voor de gebouwen helemaal
werden vernieuwd. Het geheel en elk
deelaspect was letterlijk onderkomen.
Na de middag wandelen we naar
Wat Suthat.
De straat in de buurt van de
wat is bezaaid met winkels die enerzijds boeddhabeelden en aanverwante zaken
verkopen, anderzijds winkels met offergaven, geschenken, voor de monniken. Zo worden er nu emmers vol materiaal, o.a.
zeep, iets van snoeperij, detergent, poetsmateriaal en –product verkocht. Ook de aalmoezenschalen staan in groot aantal
te koop, naar verluid zouden er meer toeristen dan monniken dit kopen.
We zijn nu in het gebied van het Monument of the Democraty, dé plaats waar de
geelhemden al weken meeting houden. In
een grote boog, op een afstand van minstens 500m wandelen we om het plein heen.
Hier zien we samengetroepte mensen
en we horen eerder opruiende speeches.
In de krant lees ik dat de geelhemden het aftreden van de eerste minister
eisen, en dat ze slechts één maal met haar spreken. Maar zij heeft gezegd dat de wet haar dat
verbiedt evenals het aanstellen van een niet verkozen regering.
Momenteel speelt ook de rol van de koning mee in het hele gebeuren. Over enkele dagen op 5 december is hij jarig,
dan wordt hij 86 jaar. Maar al enkele
jaren kan hij, door zijn zwakke gezondheid, niet meer in het openbaar
verschijnen. In het koninklijk paleis
moet dan zijn zoon op de troon gaan zitten, maar dat is een ongewenst figuur,
wegens corruptie en liederlijk leven. De
roodhemden willen nu al het koninkrijk omver werpen en een president
installeren. Zijn naam …. Takhsin!
De dag dat de koning zal
sterven, vermoed ik, zal het geweld pas losbarsten!
We komen bij ons wandeling
terecht in hét backpackersgebied van Bangkok.
Massa’s falang lopen hier rond, blanken.
Op onze wandeling terug naar
de boot, komt een man op ons af die ons waarschuwt niet verder te gaan, en ons
aanraadt de boot te nemen om de rivier over te steken. Dat alles wegens de onlusten. Als we dan toch aanstalten maken om verder te
stappen, en hem niet te volgen, vertelt hij ons nog dat het gebied rond het
koninklijk paleis erg gevaarlijk is en het paleis al de hele dag gesloten
is! We hebben dan gewoon verder gestapt
en niets gezien!
Bangkok ligt aan de oostzijde van de Menam Chao Phraya. Deze rivier komt uit het noorden, stroomt
door Ayutthaya en mondt iets ten zuiden van Bangkok uit in de Golf van
Thailand.
De vorige koninklijke dynastie was deze van Ayutthaya, in het zadel gehouden
door Birma.
Maar in 1767 werd Ayutthaya
door diezelfde Birmanen helemaal verwoest, volledig met de grond gelijk
gemaakt.
Er heerste natuurlijk
chaos. De toenmalige provinciegouverneur,
Taksin, trachtte met de overgebleven
militairen een nieuw koninkrijk op te richten met als hoofdstad Thonburi. Thonburi ligt westelijk van de Menam Chao
Phraya rivier. In de volgende 15 jaar
was de voornaamste militair generaal Chakri.
Hij werd door Taksin als nieuwe koning uitgeroepen. Zijn koningsnaam was Rama I.
Wat Atun in Thonburi werd het voornaamste klooster en de smaragden boeddha was hier
gehuisvest. Na 15 echter werd de
hoofdstad verhuisd naar de andere oever, naar Bangkok.
Thonburi heeft nooit paleizen
of regeringsgebouwen gehad. Enkel de
tempel, Wat Arun, is het enige dat aan Thonburi als hoofdstad doet herinneren. Nu is Thonburi ook een miljoenenstad en wordt
samen met Bangkok bestuurd..
Met de veerboot (0,075 €, nee
er staat geen 0 teveel) die van pier bij Wat Pho vertrekt, is men op enkele minuten
over. De veerboten varen in de oost-west
richting en moeten schipperen tussen alle andere noord-zuid varende schepen.
Wat Arun is vooral bekend voor zijn chedi (pagode). Die is ook terug te vinden in het wapenschild
van de Chakri dynastie.Deze chedi is versierd met chinees
porselein. Sommige bloemmotieven geven
de indruk stukken Chinese porseleinen borden te bevatten. Maar ook heel veel andere, eenkleurige
stukken porselein zijn er gebruikt.
Deze 86 m hoge chedi stelt de Meru-berg voor,
een heilige berg volgens de boeddhisten.
Daarrond is de wereldzee voorgesteld met kleinere torentjes.
In het gebied staan ook heel
wat beelden, die vanuit China in Thailand zijn terecht gekomen.
Men kan een stuk van de chedi
beklimmen via steile en hoge trappen. Op
die manier komt men op 3 platformen.
Thonburi kan men het best
bezoeken per longtailboot. Er zijn daar
immers een groot aantal kanalen. Net
zoals de omgeving en ook Bangkok (vroeger) is dit gebied zeer waterrijk.
(Bangkok is in de eeuwen van zijn bestaan droog gelegd). Na korte tijd varen is
het hele stadsbeeld verlaten en komt men in een vrij landelijke omgeving. Hier en vooral nog meer westelijk worden vele
bloemen en groenten gekweekt.
Terug naar de bloemen en groentenkweek.
Die bloemen en groenten
worden ’s avonds via boten of vrachtwagens naar de bloemen- en groenten groothandelsmarkt
van Bangkok gevoerd, Pak Klong Talat.
Deze markt is 24 op 24 uur aktief.
We bezoeken ze tijdens de voormiddag.
In het noorden van Thonburi
is de verzameling van de koninklijke sloepen en boten onder gebracht.
Om daar te geraken is de
eenvoudigste weg de busboot (express) en afstappen aan pier 12, in het noorden
van Thonburi. Dan wat wandelen, waarbij
we 3x de weg vragen en steeds is er wel iemand te vinden die Engels
spreekt. Het laatste stukje wandelen
gaat over smalle paadjes, die geasfalteerd zijn. Een (brom)fiets kruisen lukt net. Gelukkig staat hier de weg goed aangeduid.
Wanneer we bij de grote
hangar op het water komen krijgen we te horen van de overbuur “gesloten” en dat
is werkelijk ook zo. De 8 (van de 51) koninklijke sloepen worden helemaal
gerenoveerd. Via een zwaar hek krijgen
we toch de voorsteven te zien, de mooiste delen van de boten. Niemand kan of mag ons binnen laten want er
staan camera’s opgesteld.
Op 1 januari 2014 zou de hall
terug openen.
De koninklijke boten hebben
elk een eigen naam en de meeste zijn al oud tot zeer oud. Ze worden beheerd door de “dienst koninklijke
huishouding” en de koninklijke marine. Sommige van de sloepen waren erg toegetakeld
na de tweede wereldoorlog en in 1947 werd het departement “schone kunsten”
belast met de herstelling.
Af en toe worden de boten nog gebruikt voor één of andere ceremonie.
Vandaag 4 december wordt de
verjaardag van de koning (5 december) in de scholen gevierd. Morgen hebben de scholieren vrij. Dicht bij ons hotel is er een optreden van de
lagere school. Ik ga even kijken en dat
geeft me direct het gevoel van een grootouderdag bij Kasper en Freek (bij Lily
was de grootouderdag in de klas, iets anders dan hier). Op een theater voeren mooi geklede kindjes
een dansje uit.
Voor het theater, op de
speelplaats zitten aan de ene zijde volwassenen op een stoel, aan de andere
zijde zitten alle andere schoolkinderen in uniform, op de grond. We mogen gerust blijven kijken, maar na 1
dansje gaan we verder.
Als we ’s avonds de school
weer langskomen, zien we, net zoals bij elke schoolpoort hier, de kinderen
zoetigheid en vettigheid kopen en gretig verorberen.
Ten zuiden van Wat Pho ligt
het Siam museum. Als we aan de achterzijde
van het museum komen laat Stephan zich weer vangen door een charlatan die hem
wijsmaakt dat hij in het museum werkt, maar dat dit nu de volgende 2,5u
gesloten is wegens feest voor de koning.
Hij zou ons iets anders aansmeren… .
Natuurlijk is het museum niet
gesloten! (Siam is de oude benaming voor
Thailand).
In het museum worden een aantal momenten uit de geschiedenis op een
afwisselende manier, weergegeven.
Het is een leuk museum en
bovendien wat leerrijk, alhoewel we na ons bezoek aan Thailand, al heel wat
weten.
Op het grondgebied van het
huidige Thailand heeft men (in het noorden) resten gevonden van
dinosauriërs. Ze zouden hier zo een 130
miljoen jaar geleden geleefd hebben (cijfers en gegevens zoals weergegeven op
displays in het museum). Van de tijd die
volgde op het uitsterven van deze reptielen heeft men resten van mammoets
gevonden, daterend zo een 20.000 jaar geleden.
Hierop volgde de mensachtigen. In de
Lampang provincie (tegen Chiang Mai) heeft men stukjes skelet gevonden van een
homo erectus, een rechtop lopende mensachtige.
Men gelooft hier graag (men weet het helemaal niet) dat die restjes zo
een 500.000 jaar oud zouden zijn.
Van de Homo sapiens sapiens
heeft men zowel in het noorden (Mae Hong Song) als in het zuiden (Krabi) resten
terug gevonden. Men dateert deze zowat 37.000
jaar geleden.
Maar wie of wat de werkelijke
voorouders van de Thai waren, dat weet men echt niet.
Suvarnabhumi was een gebied, dat in oude geschriften werd gebruikt, om een
streek in Zuid-Oost Azië aan te duiden, zonder echte landgrenzen. Het woord betekent “Land van goud” waarmee
niet het metaal bedoeld werd, maar wel de vruchtbaarheid van het land.
Van Bangkok, of zelfs een voorstad, was helemaal nog geen sprake, want 5.000 jaar
geleden lag de kustlijn honderden km verder naar het noorden. Door afzettingen is de huidige kustlijn pas
ongeveer 1.000 jaar geleden gevormd.
In het noordoosten van
Thailand begon men met rijstteelt, ongeveer 4.000 jaar geleden.
Heel lange tijd was rijst en
het gebruik van bamboe voor allerlei, inclusief bewoning, dé peiler van het bestaan van de mens in
Suvarnabhumi.
Zo een 2.000 jaar geleden was deze landstreek een belangrijke handelsplaats zowel
met het westen (Romeinse en Indische voorwerpen) als met het oosten. Suvarnabhumi was immers een langgerekt
schiereiland dat een barrière vormde tussen de Indische en de Pacifische
Oceaan. Eigenlijk was er meer export
zowel naar het oosten als naar het westen, dan dat er import was.
Later tijdens de Ayuthaya periode
leefden hier zowel oosterlingen als westerlingen, die elk omwille van hun
speciale kunst en kennis, werden aangetrokken.
Elk van deze volkeren heeft zijn invloed gehad op de Thaise cultuur en
beschaving.
De oorspronkellijk bewoners
waren animisten die in natuurgeesten geloofden.
Van uit India kwam het Hindoeïsme binnen. Vele zaken werden overgenomen en vermengd met
animistische kenmerken. Eén ding uit het Hindoeïsme werd echter verworpen: het
kastesysteem.
Later kwam er dan nog het boeddhisme.
Het hedendaags boeddhisme is in feite ten vermenging van deze drie filosofieën.
Het Hindoeïsme heeft een systeem van
koninkrijk ingevoerd.
Tijdens de regeerperiode van
koning Rama IV (1851-1868) was Siam hét
land tussen de invloed van verschillende koloniale mogendheden. Aan de noordwestpoort was er een alom
tegenwoordige Engelse invloed. Aan de
oostzijde was daar Frankrijk en aan de noordelijke poorten stonden de Chinezen,
die weliswaar toen een opiumoorlog verloren hadden en wat meer terughoudend
moesten zijn. Siam stond helemaal
afgezonderd en alleen tussen de grootmachten die “beschaving brachten”. Siam stond aan het begin van veranderingen en
was (voelde zich) gelijkwaardig aan het westen.
Tijdens de regeerperiode van Rama V was de invloed op de ontwikkeling van Siam
prominent aanwezig, zowel op intellectueel als op materieel vlak.
We zien vele afbeeldingen van mensen en gebruiksvoorwerpen uit de tijd voor WO
I. Diezelfde afbeeldingen doen me denken
aan de jugendstil tijd.
Tijdens de regeerperiode van Rama V kwam er in Siam een klasse op van
zelfstandige denkers. Zij waren de
leidende groep voor veranderingen, voor democratie. Hierdoor werd in 1932 de absolute monarchie
vervangen door een constitutionele monarchie en democratie. Ondertussen waren er la opvolgers van Rama V
in dit proces betrokken.
In 1939 uiteindelijk werd de
naam “Siam” vervangen door Thailand, het land van de Thai bevolking.
We varen nog verder
noordelijk met de busboot naar een plantenmarkt aan de ene zijde vaan een
kanaal, en een gewone markt aan de andere zijde. Overal bij de pier, liggen zandzakjes en de
kanalen kunnen via sluizen afgesloten worden van de rivier zodat de wijken een
beetje beschermd zijn bij overstromingen.
Bij de sluizen zijn er ook erg zware pompen geïnstalleerd.
Vandaag 5 december viert koning Bhumibol zijn 86ste
verjaardag. Hij zou een speech gegeven
hebben die op TV is uitgezonden. Maar
nergens zijn beelden van de man te zien.
Vandaag geen protesten uit
eerbied voor de koning. Wel zien we overal
op straat mensen met een gele T-shirt.
Geel is de kleur van de koning, maar ook van de geelhemden. Het een zal wel met het andere te maken
hebben.
Deze avond zijn er op
verschillende plaatsen in de stad festiviteiten en ook vuurwerk. In de straat van het hotel is er deze
namiddag een optocht. Het doet me denken
aan de stoeten waarin ik als jong kind ook heb mee gestapt. De stoet wordt geopend door een grote
nagaslang die door verschillende mensen wordt gedragen, gevolgd door een
fanfare, wat legermensen in uniform en vlaggen, enkele verpleegsters in uniform
veel schoolkinderen, meestal met gele T-shirt of het schooluniform en een
vlagje en daarna volwassenen. Regelmatig
is er in deze optocht ook iemand die de foto van de koning draagt. De optocht wordt gesloten door een
ziekenwagen.
Tijdens onze laatste dag
bezoeken we het Nationaal Museum, volgens de ene reisgids een oude, stofferige
boel, en volgens de andere reisgids boordevol erg interessant materiaal. Na ons bezoek moeten we zeggen, ze hebben
beide gelijk. De gebouwen en zalen met
voorwerpen uit het verleden behoren tot de eerste groep. Het stof echter is verwijderd.
De andere gebouwen en zalen zijn mooi en interessant.
Er is ook een afdeling met voorwerpen van koninklijke begrafenissen. Er zijn mooi versierde karren, urnen waar de
as binnenin een andere urne bewaard werd en draagstellen om de urnen door de
stad rond te dragen.
Wat we nog leren over de
geschiedenis voeg ik samen met datgene wat we de laatste dagen hebben
bijgeleerd in het bovenstaande verhaal.
Een bezoek aan het noorden
van Thailand is zo verschillend met een bezoek aan het zuiden. In Bangkok hebben we eerder het gevoel een
citytrip te maken dan dat we nog in Thailand zijn.
We hebben verschillende belangrijke bezienswaardigheden bezocht in Bangkok. Als we onze plannen kunnen uitvoeren om over
een jaar Cambodja en Vietnam te bezoeken, zullen we eindigen met Bangkok, en
dan de stad verder bezoeken. We zien wel
wat het leven brengt!
We kunnen zeker zeggen dat
we genoten hebben en veel bijgeleerd hebben over Laos en Thailand. We hopen dat onze bloglezers een beetje
hetzelfde kunnen zeggen.