Reisverhaal «van Ruaha terug naar Arusha via het oosten»
Tanzania, de bakermat van het mensdom
|
Tanzania
|
5 Reacties
17 Oktober 2024
-
Laatste Aanpassing 30 Oktober 2024
5. Nyerere National Park en naar het oosten
Voor we vertrekken zien we in Kisaki, bij de lodge, nog en kameleon
een mooi dier
en een opgekrulde staart
de eigenaar van de lodge is een Masai man. 's Aavond heeft hij tropenkledij aan, 's morgens is hij in traditionele Masai uitrusting te zien. Een aangename man die veel Masai traditie kan vertellen
Het is maar 6 km tot de noordelijke toegang van Nyerere National Park, nog in deze enkele km zien we hoog in de bomen de Zuidelijke Franje-aap (Colobus angolensis)
de officiële toegang ligt nog een eind verder
omdat wij met een chauffeur/gids rijden, moet de toegang tot elke park vooraf betaald zijn. De chauffeur/gids moet met de nummer van de permit naar het kantoor, waar hij een officieel document krijgt. Wanneer we dezelfde dag nog het park verlaten, moet het formulier weer afgestempeld worden, gebeurt dat niet dan moet er overnachting en een permit voor de volgende dag + een boete betaald worden
Hier wordt het dak omhoog geschoven zodat we hoger staan en vogels en dieren beter zien en fotograferen
in feite nog een mooi dier, de kleuren zijn veel lichter dan bij het Boszwijn uit het ‘noorden’
Ten westen van Ruaha N.P. op 600 km afstand over de weg, ligt Nyerere National Park.
In 1859 kwamen Burton en Speke in dit onbewoonde gebied. De reden waarom hier geen mensen woonden was (en is) de aanwezigheid van tsetse vliegen. Die vliegen dragen ziektes over bij het vee. De tweede reden was (en is) de afwezigheid van een permanente bron van water ten zuiden van de Rufiji rivier.
Wat ook een rol speelde was dat Kisaki, dicht bij de noordelijke toegang tot het gebied, op de route lag van de slaventransport door de Arabieren.
De vroegere naam voor het grootste deel van het park was Selous national park. Selous was een Engelsman die in 1871 op 18 jarige leeftijd in het toenmalige Tanganyaka terecht kwam. De man was gedurende 40 jaar de grootste jager aller tijden. Op het einde van WO I werd hij doodgeschoten. De plek waar hij gevallen is, is nog steeds terug te vinden in het huidige nationaal park.
Een groot deel van het gebied is ontstaan uit een verzameling van wildreservaten, het werd Selous Game Reserve genoemd (Selous Wildreservaat). In 1940, onder Engels koloniaal toezicht, heerste hier een epidemie en werden alle mrndrn uit het gebied verjaagd. Het gebied werd vergroot toen tot 54.000 vierkante km (België 30.000 vierkante km). Selous Game Reserve werd in 1982 ingeschreven op de Unesco lijst van Werelderfgoed.
In 2019 splitste de toenmalige Tanzania regering het gebied in 2 delen: het grootste (30.892 vierkante km) noordelijke deel werd nationaal park en vernoemd naar de eerste president van Tanzania Nyerere, terwijl het zuidelijk deel als wildreservaat bleef bestaan, waar op bepaalde momenten kan gejaagd worden (mits een heel hoog bedrag als permit).
In het zuiden van het nationaal park is een reuzegrote dam geplant met de bedoeling om er een waterkrachtcentrale te bouwen. Dit project kende grote tegenstand maar de werken zijn in volle gang. De dam wordt 130m hoog en 700m breed. Door de bouwen het bestaan van het stuwmeer wordt er 1350 vierkant kilometer natuur verwoest. Daarbij heeft de opslag van zo een grote massa water invloed op de hoogte van de Rufiji rivier. Tijdens het regenseizoen 2024 overstroomde een groot gebied rond de Rufiji rievier. In de buurt waar we nu verblijven, aan de oostelijke toegang tot het park, werden dorpen geëvacueerd en volledig weggespoeld.
Het gebied dreigt zijn status van Unesco Werelderfgoed te verliezen.
We starten ons bezoek aan het Nyerere National Park in het noordwesten. Een niet-verharde weg gaat over 75 km vrij direct door het noorden van het park naar de oostelijke toegang.
We volgen deze weg niet maar we volgen een wegwijzer naar het binnenland. De wegwijzer staat bij de hoofdweg, maar verder is er geen enkele aanwijzing.
Ellipswaterbok (Kobus ellipsiprymnus) laat enkel nog zijn achterste zien met de witte cirkel)
hij laat toch even zijn kop met de mooie horens zien
de juiste afslag genomen, telkens de (wat wij denken) het hoofdspoor gevolgd, en we komen bij de airstrip. In alle nationale parken in Tanzania zijn er 1 of meer airstrips. Bij safarireizen van korte duur-en dure prijzen vliegen de toeristen van het ene park naar het andere (en gaan dan nog wat dagen op het strand van Zanzibar liggen). Deze mensen overnachten in dure lodges in het park
ook de gnoe is lichter gekleurd dan in het noorden. Een hele kudde staat hier af te wachten
Omwille van het jachtgebied zijn alle dieren, behalve de bavianen, heel schuw en gaan ze snel snel weglopen
de gedenksteen, aangeduid als Selous Grave, bevindt zich dichtbij de airstrip
we blijven gebruik maken van het kleine kaartje in de Bradt (reisgids) en we komen bij Lake Tagalala. Dit meer ligt redelijk centraal en is van elke toegang ver verwijderd
soms moeilijk te zien of we een spoor volgen dan wel een voorziene ‘weg’
een Bateleur (Theratopius ecaudatus), een arend
Treurdrongo (Dicrurus adsimilis), zijn gevorkte staart zien we niet zo goed
tijdens het regenseizoen is het meer, net zoals de andere meren, veel en veel groter en zijn de ‘wegen’ dikwijls overstroomd. De lodges zijn dan meestal gesloten en enkel de weg tussen de 2 toegangen is berijdbaar
waarschijnlijk een vliegenvanger
Groenstaartglansspreeuw (Lamprotornis galybaeus) met zijn rode ogen
Hamerkop
Nimmerzat (Mycteria ibis), een vogel die we al meermaals gezien hebben
hier is het landschap groen, maar oostelijk is het nog veel groener, op andere plekken is het dor en droog
onderweg de auto verlaten mag niet omwille van het gevaar van wilde dieren. Er is echter een warmwaterbron waar men wel naartoe kan, maar ook daar kunnen slangen of wilde dieren zitten. Dit wapen zal niet veel helpen
waar het droog is zijn er vooral acaciabomen te zien, sommige al in blad, bij de andere zijn de dorens goed te zien
deze morgen had men hier in de buurt een groep leeuwen gezien die een buffel aanvielen. Nu liggen ze uit te puffen van hun jacht met een volle maag. Leeuwen lijken de ganse tijd hevig te hijgen, een manier om zich af te koelen
nu de waterstand wat lager is komen er vele stroken land boven water
vooral in de bochten van de rivier zijn de kaarsrechte wanden, bestaande uit verschillende aardlagen, te zien
Blauwe Reiger (Ardea cinerea), komt overal in Tanzania en in andere landen voor. Hier is een visje gevangen, het moet nog verorberd worden
Afrikaanse Lepelaar (Platalea alba), we vinden hem tussen allerlei andere vogels
en toch staat het water nog hoger dan normaal, deze boom zou op het droge moeten staan
mooie plekjes …
nu zittende giraffen, nog niet eerder gezien
de palmen dragen mooi gevormde bladeren
vele dieren hebben jongen…
en dan weer open groene vlaktes
Maraboe (Lephoptilos crumenifer) met een grote hangende krop
en dan moet deze vis er ook nog bij … Daarna wordt alle doorgeslikt, de krop verdwijnt weer
vier koedoes en 3 jongen staan te grazen en te drinken onder het ene boompje bij de plas
Hadeda Ibis (Bostrychia hagedush) met zijn mooie kleuren wanneer de zon op de vleugels valt
Sporenkievit (Vanellus spinosus) komt in het noorden van Tanzania voor en in dit gedeelte van het land
niet één maraboe, wel tientallen en tientallen…
Wat verder zien we een grote kudde leeuwen liggen, naar verluid zouden ze en buffel verorberd hebben, nu liggen ze even te rusten
na een tijdje staan enekele leeuwen één voor één op, doen ze wat verder hun behoefte, wandelen ze wat rond de auto en …
…zijn er enkele die bij de waterplas gaan drinken
deze heeft vandaag nog geluk gehad en is niet opgepeuzeld
We rijden het park na dag 1 buiten bij de oostelijke toegang. De volgende 2 dagen bezoeken we het oostelijk gebied begrensd door de grootste rivier van Oost-Afrika, de Rufiji, en met meerdere meren en moerassen
er is hier geen enkele brug over de brede rivier, er zijn wel overzetbootjes, één vlak bij ons verblijf. Alles wordt op het bootje geladen
dit schuitje gaat de ganse dag op en naar. Er is een dorp aan de overkant en vele mensen die hier in Mloka wonen, hebben hun boerderij aan de overkant
er staan enkele bomen op het domein van ons verblijf. ’s Avonds net voor zondondergang zien we 3 Zuidelijke Franje-aap zich tegoed doen aan de vruchtjes op de boom
Blauwkopastrild (Uroeginthuscyanocephalus), wijfje
nog zo een klein vinkje, Donkerrode Amarant (Lagonostica rubricata) heeft als voedsel graszaad nodig
bij waters zijn er regelmatig watervogels te zien
Oeverloper (Actitis hypoleucos)
bij de picknickplaats zijn 2 grote baobabs te vinden, deze is de grootste (vergelijk met mijn kleine figuur)
altijd en overal aanwezig, de Gele Baviaan
Zadelbekooievaar met zij 3 kuikens, de jongen worden gevoederd door de vader
één van de zeldzame vlinders
landschappelijk ook een mooi nationaal park, maar helemaal anders dan Ruaha
oude olifantenmannetjes lopen alleen rond…
een koedoemannetje
ook de impala heeft jongen, één per moeder
Nijlgans (Alopochenaegypthiaca) is alom tegenwoordig
een olifantenfamilie is net het water over gestoken om op een eilandje in de rivier, te gaan grazen
mooie gele bloemen aan een grote struik of kleine boom
hoog is een boom zit een visarend. Af en toe roept hij eens
Zwartvleugelkieviet (Vanellus melanopterus)
Zwarte reiger (Egretta ardasiaca)
Afrikaanse Bonte Kwikstaart (Motacilla aquimg)
de Reuzenreiger houden van ondiep water
hier is wel wat fytoplankton aanwezig, het water kleurt groen
Roodoogtortel (Streplopelia semitorquata)
ook de koedoes moeten drinken…
een dode boom met verschillende vogelsoorten
Elandantilope (Taurotragus oryx) van op grote afstand gefotografeerd, niet zo scherp
Steltkluut (Himantopus himantopus), een elegante vogel
bomen en struiken beginnen ook kleur te krijgen
Afrikaanse Havikarend (Aquila spilogaster)
deze morgen was er één van de buffels het mikpunt van een aanval door de leeuwenfamilie…
de leeuwenfamilie ligt nu weer precies onder dezelfde boom, de meeste lijken te slapen
en wat verder dan de slaapplek zien we de resten van de buffel, het stinkt elke dag wat meer
en gieren kijken ook al verlekkerd vanop een hoge boom…
Rüppels Gier (Gyps ruepelli), een van de grootste giersoorten
Oorgier (Torgos tracheliotos), de meest agressieve giersoort
Spoorwiekgans (Plectropteus gambensis), is vooral vegetarisch
zilverkleurig water …
Witkapbijeneter (Merops bulockoides), kleurrijk
en aan de rivier gaat de overtocht verder …
’s Morgens spreekt onze chauffeur af met een andere zodat we deze kunnen volgen. Chauffeurs en gidsen zijn hier bekend in ofwel de noordelijke parken, standplaats Arusha, ofwel de zuidelijke parken, standplaats Dar-es-Salaam. We rijden langs de rivier en de meren, beide jeeps stoppen regelmatig om foto’s te nemen. In de late namiddag besluit onze chauffeur om alleen terug te keren. Er staan enkel wegwijzers langs de hoofdweg, maar die vinden we niet. Op sommige plaatsen komen we wel 3 of 4 maal, we blijven in rondjes rijden. De andere chauffeurs zijn al op terugweg, we zien dan ook geen andere jeeps. We komen bij een kamp waar toeristen kunnen verblijven. Een medewerker van het kamp wil uitleg ge en hoe we terug op de hoofdweg kunnen komen, maar om de paar honderd meter splits de weg. De man uit het kamp tenslotte, rijdt ons voor, en na 7 wegsplitsingen komen we weer op de hoofdweg. De man zegt dat we zeker niet de eerste zijn die verloren rijden en evenmin de laatste. Gelukkig hebben we de nacht niet moeten doorbrengen in het park… we hadden daar wel geen schrik voor …
De volgende dag rijden we weer achter een andere jeep, het vrij jongen koppel echter is in niets geïnteresseerd, behalve in hun gsm. Het is dus een run door het park. Op de plaats waar iedere jeep stopt en waar mensen even hun benen kunnen strekken, beslist onze chauffeur om achter een andere te rijden. Veel beter…. . ’s Namiddags raken we gemakkelijk op de hoofdweg …
de Waterbok is moeilijk te zien, het park is dan ook erg uitgebreid en er is veel bos waarin dieren zich kunnen verstoppen
een Glansspreeuw
Groenpootruiter (Tringa nebularia)
een Wever, vogels die ronde nestjes aan takken bouwen
een Bijeneter
zebra’s zijn hier blijkbaar uiterst moeilijk te zien
een grote kolonie Roze Pelikaan (Palecanus anacratalus)
Abdimsooievaar (Ciconia abdimii)
Bij valavond, om 16u maken we een boottocht op de rivier. Er zijn vele bootjes. Onze chauffeur/gids kon de tocht rechtstreeks regelen voor de helft van de prijs
Mangrove IJsvogel (Halcyon senegaloides)
aan de overzijde zien we koeien voorbij wandelen
ongeveer op dezelfde plaats komen mensen water scheppen uit de rivier
Malachietijsvogel (Corynthornis cristatus)
Mangrovereiger (Butorides striata)
een kleurrijke bedoening
groter dan een kleine krokodil
de kleuren (van de zeer steile oever) worden meer roodbruin
in deze oever zien we heel veel openingen, binnen deze kleine toegangen zijn de nestjes gebouwd van Bijeneters
ongeveer een half uurtje voor de zon achter de horizon zal verdwijnen , klimmen we aan de overzijde over een kleine heuvel. Hier kunnen we de ondergaande zon goed zien
Maandag verlaten we Nyerere. Ofwel volgen we een deels betere weg (met asfalt), maar rijden we 90 km meer en moeten we door het drukke Dar-es-Salaam. Ofwel volgen we een veel meer directe weg, waar we op een paar km na steeds over een hobbelige, zanderge of stenige (lees met rotsen) en zonder Dar-es-Salaam te moeten passeren. Onze chauffeur kiest voor de laatste weg.
We rijden eerst langs erg armtierige en achtergestelde dorpjes. Hier zijn bijna geen huizen uit steen
een hok bestaat uit takken die min of meer verticaal in de grond gestoken zijn, het tak bestaat ook uit takken waar wat bladeren op liggen. Op de achtergrond een woonhuis, opgebouwd uit enerzijds verticale takken, anderzijds horizontale takken, waarbij (ideaal gezien) vierkanten gevormd worden. Deze vierkanten worden opgevuld met aangestampte grond
als dak verroeste golfplaten of ook gedroogde bladeren of iets anders palntaardig
Naarmate we verder rijden richting noorden, is er iets meer bewoning. Wanneer we uiteindelijk bijna bij de T1, de weg van Dar-es-Salaam (aan de Indische Oceaan- naar de hoofdstad Dodoma, zijn, zien we ook marktjes
foto wat schuin doordat ze tijdens het rijden is gemaakt
rijst zit in grote zakken. De prijs is afhankelijk van het bedrijf, het soort grond en de rijstvariëteit
wat verder is een vrouw bezig met ingewanden van kippen te frituren
vrouwen zijn meestal erg kleurrijk gekleed
er wordt weer aan landbouw gedaan, cassave (maniok), waar water is rijst, soms aardappelen, …
Het einddoel voor vandaag in Bagamoyo, aan de Indische Oceaan, ten noorden van Dar-es-Salaam. Bagamoyo was het eindpunt van de slavenkaravanen die vanaf het westen van het huidige Tanzania over land trokken richting Zanzibar. Zanzibar ligt slecht op een half uur varen (voor lokale mensen, niet de beste schuiten) van Bagamoyo. Arabieren leidden de slavenkaravanen. Vanaf Zanzibar (toen deel van het huidige Oman) werden ze verscheept naar de Arabische wereld, maar ook verkocht aan de eigenaars van de suikerrietplantages in La Réunion en Mauritius.
Ten tijde van het Duits protectoraat was Bagamoyo ook een havenstad. Er waren Duitse gebouwen, nu ruïnes. In de oude, kleine, stad zijn nog (soms ruïnes) enkele oude huizen te zien. Het hotel waar we verblijven is ook in zo een oud gebouw
wij slapen boven, beneden zien we deuren in cederhout en in ebbenhout
het gebouw aan de buitenzijde
Tijdens de namiddag verkennen van het stadje, de vismarkt, de vissers en hun boten, de oude ruïnes, ..
een boom met vuurrode bloemen
het gebouw van de vismarkt…
enkele grote vissen…
de afslag
er liggen verschillende vissersboren in zee, maar vastgemaakt op het vasteland. Deze boot zit vol mensen. Eén voor één stappen ze eruit in het water, ze wandelen met een emmer scheppend in het water , langzaam richting strand, waarschijnlijk om visjes te vangen die dichtbij in het water zwemmen
sommige sloepen hebben zeilen, waarschijnlijk gaan zij iets verder in zee
mensen wandelen in allerlei richtingen
eenvoudiger vissersbootjes met stabilisatiebomen, hebben we nog gezien in het verleden
het voormalige Duitse douanekantoor
hier liggen de grotere, houten en oude vissersboten. In Oman bezochten we een werf waar ze ook nu nog deze boten maken
hoe lang blijven de muren nog overeind …
een mama is het korte kroezelhaar van haar dochter aan het invlechten, broer moet er ook zijn hoofd tussen steken
mooi houtsnijwerk rond de deuren
houtsnijwerk op het balkon
nog meer ruïnes …
en nog meer houtsnijwerk…
soms toch de mogelijkheid om stiekem een foto te nemen
Op dinsdag rijden we verder richting noorden, min of meer de kustlijn volgens, maar een heel eind van de kust
We zien velden vol sisal (een agave) , meestal behorend tot een bedrijf.
hoewel het niet het hoofdseizoen is voor ananas, zien we op vele velden mensen aan het werk om ze te plukken, en langs de weg kraampjes vol ananassen. De kop wordt er afgesneden, we kopen een zee zoete ananas voor 1 euro…
… daarnaast zijn er ook vooral kookbananen…
… en mangos, kokos, jackfruit, pompoenen, …
aan de overzijde van de straat is het middagpauze voor de schoolkinderen, ze voetballen met een vrij kleine bal…
We hebben dorst naar iets fris, we vinden een lokaal restaurant met koelkasten én (een zeldzaamheid) spuitwater
hier zijn meerdere moslimmeisjes, ze willen wat graag poseren en op de foto
ook de ietwat oudere vrouw wil op de foto
We zien een van de meisjes met een smartphone, dralend … misschien wil ze ook van ons een foto, … en ja …
Wat verder slaan we de weg in naar Lushoto, in de westelijke Usambara Mountains
langs de weg zien we in de diepte een waterval. Om de onderzijde te bereiken met men een hoogteverschil van 500m in een steile afdaling (en nadien weer klim) overwinnen
We hebben een gids gereserveerd voor een wandeling naar Irente Viewpoint
een lokale gids voor vandaag en morgen
we volgen een pad, hoger dan een watervoerende beek. Hierdoor is er in de vallei landbouw mogelijk
hier en daar zien we vooral vrouwen, groen afsnijden voor hun dieren
momenteel is dit een aardappelveld, maar na de oogst komt er een ander gewas, en nadien weer een ander…
een man schaaft een houten plank, zo te zien maakt hij een bed…
mooi landschap …
dit ventje stond enkele meter boven ons en riep alsmaar ‘jambo’ (goede dag in Swahili) en hij stond te wuiven en te wuiven …
beneden op het veld
de was ‘op de bleek’ en kinderen die met stokken spelen
een perzikboom, ooit ingevoerd door de Duitsers, nu verwilderd
we komen bij Irente Viewpoint, hoogte 1500m, het dal beneden hoogte 500m, maar mistig en rokerig
We komen hier naar de ondergaande zon kijken, waarna we met de auto terug keren naar het hotel
hierboven is er een ronde hut, bedekt met allerlei bladeren. De hut zelf is gemaakt van modder
Woensdag bezoeken we de Usambara Mountains verder, we rijden tweemaal naar Magamba Nature Forest Reserve.
’s Morgens gaan we met een gids van Shambaa Eco tours én met een gespecialiseerde vogelgids op tocht, ’s avonds met de eerste gids en 2 rangers op zoek naar kameleons, ze zijn echter heel moeilijk te fotograferen, het is duister en met een sterke zaklamp geraken ze overbelicht
Vogels zitten in het bos verscholen, wanneer we er 15 horen, zien we er 10 (min of meer) en kunnen we er 2 of 3 proberen te fotograferen.
een buizerd zit hoog op een droge rest van een boom
Zuid-Afrikaanse Boomhop (Rhinopomastus cyanomelas) mannetje met een enorm gebogen bek
Hartlaub’s Toerako (Tauraco hartlaubii), met zijn mooie kleuren
Witbrauwlawaaimaker (Cossypha heuglini) mooi vogeltje, toch kunnen fotograferen
Zilveroorneushoornvogel (Bycanistes brevis), een vogel die 70cm groot is
nee, deze foto is niet omgedraaid, het wateroppervlak van een klein meer is spiegelglad …
’s Namiddags wandelen we nog even eerst in de buurt van Irente viewpoint, later in Lushoto, een permanente markt. Veel lokale mensen staan eerder negatief tegenover mensen met een camera rond hen
kindjes fotograferen is altijd leuk. Het blauwe zakje in het hand van het meisje is vervanging voor plastiek zakken. Die laatste mogen niet meer gebruikt worden in Tanzania
Wat verder spelen 4 kinderen, enkele stokken en het metalen gedeelte van een fietswiel. Iets anders hebben de kinderen hier niet, … maar ze zijn gelukkig en spelen met plezier
de oogst van een kleine boer, proberen wat te verkopen om een kleine inkomst te hebben
een groepje kindertjes trokken onze aandacht omdat ze op de foto wilden. En mama stond er lachend bij, maar ze ging wel even opzij
Vandaag rijden we terug naar Arusha om daar onze laatste week te starten