Reisverhaal «de laatste week in Sri Lanka»
Sri Lanka, Singapore en West Maleisië
|
Sri Lanka
|
7 Reacties
22 Maart 2019
-
Laatste Aanpassing 22 Maart 2019
7. Culturele driehoek, laatste bezoeken
16 km ten westen van Habarana ligt Ritigale 766m hoog en al van ver te zien. Het is het hoogste punt in de vlakte.
In de 9de eeuw stichtte de toenmalige koning hier een nederzetting voor de Pamsukulika, de radicaal armste ascetische boeddhisten. Zij droegen een lijkkleed, leefden in holen en eenvoudige hutten en zij mediteerden bijna de ganse tijd. Tijdens de 7de en 8ste eeuw traden heel veel boeddhisten toe tot deze groepering, de mannen verdienden veel respect van de koningen en ze werden door het volk hoog aanzien.
Sinds de 12de eeuw echter, hield deze boeddhistische groepering op te bestaan en Ritigala geraakte in de vergetelheid, temeer daar er geen enkel bouwwerk in dit gebied stond. Ritigala werd gedurende 800 jaar overwoekerd door de jungle.
In 1872 kwam een Britse koloniale aangestelde naar de berg om er een meetstation te plaatsen. In een verslag noteerde hij dat er aan de voet van de berg ruïnes te vinden waren.
In 1893 kwamen dan archeologen het gebied onderzoeken, zij maakten tekeningen van hun opgravingen en op het einde van de jaren 1960 waren de restauratiewerkzaamheden klaar.
Het 15 km2 groot gebied rond de berg is natuurreservaat en mag niet betreden worden. Oostelijker echter is een deeltje toegankelijk. Het pad dat moet gevolgd worden om het een en het ander te ontdekken verloopt langs de helling en is niet altijd zo eenvoudig te volgen en te bewandelen. Het is absoluut verboden om het pad te verlaten, waarschijnlijk om het biotoop van meer dan 20 soorten zoogdieren en andere fauna en flora intact te houden.
het pad is slechts 1,5 km lang, waarvan de eerste 200m over rotsblokken moet geklommen worden, de rest is een pad met trappen en treden
hier moet er wat meer geklommen worden
of tussen en over boomwortels
zo ziet het pad er uit, een pad dat waarschijnlijk ook al bestond ten tijde van het klooster. De stenen zijn opnieuw gebruikt
regelmatig komen we structuren tegen zoals hier de cirkel. Dat zou een rustplaats geweest zijn
het grootste bad op Sri Lanka. Hier woonden ooit, zo vermoedt men, 500 monniken gelijktijdig
hier was het hospitaal, met baden ...
met schalen en kommen voor de kruiden ...
met een aarden kom waar de kruiden met een mortier werden gemalen, en werden gemengd
en met nog allerlei andere attributen
grote voetstukken waarvan men niet weet waarvoor ze dienden
een ander mysterieus bouwwerk
geen grote dieren, wel een reptiel(letje)
op deze rotsbodem kunnen bomen groeien en hun voedingsstoffen en water opslaan via oppervlakkige plankwortels
de man aan de kassa legde ons uit hoe we bij de bibliotheek kunnen komen
klimmen we op het platform
dan hebben we een uitzicht naar beneden in het gebied
op het einde, bij het laatste bouwwerk, loopt het pad nog verder, maar mogen bezoekers er geen gebruik meer van maken. Iedereen loopt echter nog een beetje verder, ook de vele bezoekers met hun gids ...
op de terugweg bemerken we deze opmerkelijke latrine van de monniken, ze ligt alleen niet meer op de plek waar ze ooit lag .... een Franse WC is dus geen uitvindsel van de Fransen ....
Oostelijk van Habarana bevindt zich Mineriya national park. Dit natuurgebied ligt rond een 30 km2 groot waterreservoir, gebouwd in de 3de eeuw n.C. Een heel speciaal fenomeen: tussen juni en oktober komen hier van heinde en ver (de 3 lokale parken) 150 tot 400 olifanten samen. Wetenschappers bestuderen de sociale interactie tussen de dieren. Ook andere grote en kleine zoogdieren leven hier, velen zijn moeilijk te spotten. Gedurende het ganse jaar komen hier heel wat vogels voor. We reden echter in het park tijdens de late namiddag, dan zijn er weinig vogels.
We hebben het gevoel zoals in Yala nationaal park. Heel veel mensen en allemaal gelijktijdig (tussen 14u30 en 15u) komen hier per safaricar toe. De verkoop van de tickets gebeurt hier langzaam, voor ons was het 45 minuten wachten. Vele mensen bezoeken enkel dit park omdat het in het gebied van de culturele driehoek ligt.
Onze chauffeur rijdt gelukkig rustig. De olifanten zijn tijdens de late namiddag bij de grote grasvelden rond de meren te vinden. We zien er dan ook veel, vrij dicht telkens. Verschillende moeders hebben een baby, leuk om te zien
de jeeps hier hebben een dak dat kan opgerold worden, zoals de safaricars in Afrika
de eerste, kleinere kudde graast nog tussen de bomen
dit zijn geen olifanten, maar een zeer grote kudde buffels
koereigers zitten niet alleen op koeien of buffels, maar vinden ook voedsel op de rug van de dikhuiden
de volgende kudde komt ook uit het bos
de grootste olifant van de groep heeft een baby'tje mee, hoogstens 1 maand oud, zo vertelt ons de chauffeur
de andere olifanten staan dichter bij het water te grazen
bij de olifantenmoeders hangen de spenen tussen hun voorpoten, hun baby staat zo erg beschermd door de moeder
dit jong is al groter, heeft de superbescherming niet meer nodig
meer dan 40 olifanten telt deze kudde (er staat maar een deel ervan op de foto)
meestal staan de baby'tjes mooi beschermd door de kudde
mannetjes voegen zich niet bij de kudde. Deze staat alleen te drinken bij het meer. De chauffeur vertelt ons dat de olifanten 250 kg voer op een dag verorberen en daarbij 125 liter water drinken
nog maar een paar weken oud. Wanneer de moeder blijft staan om te grazen legt het baby'tje zich neer bij haar voorpoten. Wanneer ze verder stapt, gaat hij of zij ook mee op wandel
we zien ook nog de Ceylonhoelman (Semnopithecus priam)
Zuidelijk van Habarana ligt Sigiriya, een bezoek dat we ’s morgens vroeg of in de late namiddag moeten afleggen omwille van het grote aantal traptreden. We zijn hier om 6u45, er ijn nog mensen, maar het is nog niet druk. Ook voor de wandeling (met meer dan 1000 traptreden) is het nog niet te warm. Tegen 10u30 zijn we weer helemaal beneden, nu gaan er massa's mensen naar boven. De Sri Lankanen hebben veelal kleine kinderen en baby's mee, niet eenvoudig in die drukte.
Sigiriya is aangeduid op de kaart
Deze rotsvesting is waarschijnlijk het meest spectaculaire oord op het eiland. De gneisrots torent 200m hoog boven de vlakte uit. In de jaren 1000 was er een koning. Zijn oudste zoon had als moeder een concubine, dus de jongen had geen recht op de troon. Nadien had de koning nog 2 zonen samen met een prinses. De oudste zoon wilde echter wel op de troon. Hij begroef zijn vader levend, sloot een overeenkomst met de jongste broer en stichtte de hoofdstad in Sigiriya. Daar leefde hij in luxe maar hij was niet geliefd bij het volk.
Zijn tweede broer, die in India leefde, kwam echter terug om de troon op te eisen. Nu keerde de jongste broer zich tegen de oudste, en voor het gevecht tussen de oudste en de middelste broer, stuurde de jongste de olifant met zijn oudste broer naar een moeras waar het gevecht moest plaats vinden. De oudste broer wist dat hij verloren had, hij duwde zijn zwaard, beladen met edelstenen, in zijn borst en stier ter plekke.
De middelste broer trok terug naar Anuradhapura, de stad van zijn vader.
Sirigiya werd verlaten, maar bleef nog een tijd een oord waar monniken leefden in de grotten. Vanaf de 12de eeuw trokken ook zij weg en alles verdween in de jungle. De Brit, welke alle archeologische plaatsen terug op de kaart zette, heeft ook Sigiriya herontdekt. Het geheel werd nadien stuk voor stuk gerestaureerd.
aan de voet van de rots waren de watertuinen, lusttuinen
we zien de rots opduiken, zij het wazig
wat hoger zien we al fundamenten
de traptreden zijn over het algemeen erg kort, het zijn echter geen lange trappen
wat hoger liggen er reusachtige rotsbollen, hier spreekt men van een natuurlijke boog
de holen onder de enorme rotsblokken werden gebruikt door monniken, na de korte koningsperiode
Ongeveer op halve hoogte moeten we, en iedere bezoeker, via een ijzeren trap naar een kloof in de rots.
Hier bevinden zich de meest beroemde muurschilderingen op Sri Lanka, de Wolken-meisjes fresco. Deze nimfen wordt door een Sri Lanka archeoloog aanzien als onweerprinsessen. Daarom wordt de ganse vesting gezien als een hemels paleis . Van de meer dan 500 vrouwenfiguren zijn er nu nog 22 bewaard gebleven. Volgens de meer gangbare bronnen zijn de meisjes de apsara, dames van plezier voor de koning, die muziek maken, dansen en er zijn voor de sex.
Het is hier ten strengste verboden om van de gerestaureerde originelen foto's te nemen. In het museum, dat we als laatste bezoeken, echter is een gedeelte van de muur gekopieerd. Deze foto's komen uit het museum
er is gelukkig een trap voor de klimmers en een voor de dalers
Via ijzeren trappen, soms stenen trappen komen we uiteindelijk op het voorlaatste platform
hier is een monumentale trap, geflankeerd door twee leeuwenvoeten, de leeuwentrap . Het vervolg van de klim is op een ijzeren trap, net breed genoeg om een klimmer en een daler naast elkaar hun werk te laten doen. Die ijzeren trappen leiden tot het plateau
De rots boven heeft een grote oppervlakte, 90ha.
een luchtfoto van de rots
Boven was de enorm grote oppervlakte, op verschillende verdiepingen, bebouwd met paleizen en andere gebouwen. Nu zien we nog enkel de grondvesten, in het museum is er een film waar we als het ware rondwandelen in de gebouwen, ooit opgetrokken uit hout.
het hoogste deel, hier stond het koninklijk paleis
op de vorige beide foto's zijn grote baden te zien. Er was ook water nodig om te kunnen leven ...
ergens hierboven is de troon van d koning te zien, breed genoeg om met minstens 3 mensen naast elkaar te kunnen zitten
vanaf het laagste terras op de top kijken we op de weg langs waar we gestart zijn, nu ongeveer 1,5u geleden
De terugweg is deels dezelfde als de heenweg, maar lager is die verschillend
we komen zo langs het gebouw waar de raadzaal ooit was. Ook hier is er een troon en is het niet verboden om er op te gaan zitten
Meer zuidelijk nog ligt Dambulla. In het stadje zelf is er niets te zien.
Dambulla is op de kaart aangeduid
De Grottempel van Dambulla is echter Unesco Cultureel Erfgoed, gelegen buiten het stadje. De bergrug, waarin de grotten gelegen zijn, verheft zich 200m boven Dambulla. Gelukkig moeten we de rots niet beklimmen.
Het ‘Gouden Klooster’ heeft een geschiedenis van zowat 2000 jaar. De holen zijn verder uitgehouwen, tijdens de eerste eeuw v.C. Een koning die er in ballingschap was gedurende 14 jaar, heeft het klooster gesticht. Inscripties in de rots geven info over schenkingen, o.a. door nonnen
In de loop der eeuwen vernieuwden koningen het klooster, beelden, …. Ook zij deden schenkingen. Het huidige klooster is veel recenter.
In de grotten zijn er in het totaal meer dan 160 beelden en is er meer dan 2.000 vierkante meter mur- en plafondschildering, meest uit de periode van de 15de tot de 18de eeuw
Omdat de rots eerder bolvormig is, waren er van nature uit grotten aan de basis. Vijf grotten werden verder uitgehouwen. In de 20ste eeuw werd er een gevel geplaatst over de ganse lengte. Tussen de gevel en de toegang tot de grotten is er een wandelgang
op enkele plaatsen is er een toegang in de gevel
de wandelgang
elke grot heeft een eigen toegang voorzien van beelden
men is opnieuw bezig met restauraties. De toegang van grot 1 is al afgewerkt
5 grotten kunnen bezocht worden
grot 1 is breed maar weinig diep. Hier ligt de gestorven boeddha, nog niet gerestaureerd. Het beeld (14m lang)is bijna even lang dan de breedte van de grot. Om foto's te nemen is het moeilijk om elkaar te passeren. Het is er bovendien vochtig en warm
De beelden en de originele muurschilderingen zijn al meer dan 2.000 jaar oud, tussenin zijn ze verschillende malen gerestaureerd. De zwarte kleur op het plafond en de muren is voornamelijk afkomstig van het verbranden van wierook en olie
Het verschil tussen een slapende en de gestorven boeddha, kan men zien aan het beeld. Bij de gestorven boeddha ligt maar een deel van de hand onder het hoofd en ligt de bovenste voet iets naar achter ten opzichte van de onderste voet
het beste van de nog zichtbare plafondschilderingen
in grot 3 is de Chinese boeddhistische invloed merkbaar. Naast het hoofd van de boeddha zit aan beide zijden een leeuw. Deze tempel is versierd in de 18de eeuw
deze tempel is de op één na grootste met een oppervlakte van 25m op 27m en de grootste hoogte is meer dan 10m. Naast de klassieke beelden zien we hier en daar iets speciaal, waaronder dit beeld
hier is de slapende boeddha uitgehouwen in de rots
in de vierde grot zijn restauratiewerkzaamheden bezig en zitten de beelden en muren verscholen achter doek zodat de restaurateurs rustig kunnen werken
het voornaamste boeddhabeeld zit hier onder een versierde boog. De restauratie moet nog volgen
grot 5, de meest westelijke grot, moet nog gerestaureerd worden. Tot de 19de eeuw was deze relatief kleine ruimte een opslagplaats. Pas dan is de ruimte van bestemming veranderd tot een tempel
de 11 beelden hier zijn uit baksteen gemaakt, nadien bepleisterd en geschilderd
en dan grot 2, de grootste en mooiste van de vijf grotten, 52m lang, 23m diep en maximaal 7m hoog. Deze grot is de op een na oudste van het complex. In de grot is er een kooi gebouwd waar op de bode een grote kom geplaatst is. In die kom druppelt er water van het plafond, het is "heilig" water
een staande boeddha
en een slapende
in deze tempel staan, volgens de reisgids, goden samen welke nooit samen worden afgebeeld
deze grootste grot telt ook heel wat plafond- en muurschilderingen, meestal een voortdurende herhaling van hetzelfde. Hier dan toch een uitzondering
er staan enkele houten beelden van de koningen die grote schenkingen hebben gedaan aan de tempel
waaronder het beeld van de Grote Koning, die gedurende zijn 14 jaar ballingschap (verdreven uit Anuradhapura) hier in 89 v.C. het klooster heeft gesticht
in grot 2 bevindt zich een kleine stupa. Rond de stupa zitten enkele figuren. Dit figuur zit op een opgerolde cobra, de kop van de cobra zit boven het hoofd van de man
Op slechts enkele km afstand bevindt zich het oudste drooggebied arboretum, gestart in 1963 door de Britse thee-planter, voordien scheepsofficier, Sam Popham. Het gebied is terug gegeven aan de natuur nadat bomen en begroeiing voordien vervangen was door cultuurplanten. Er komen 282 soorten planten voor die tot 67 plantenfamilies behoren. Daarnaast komen er kleine en middelgrote zoogdieren voor. En natuurlijk leven er ook vogels.
een beeld van het gebied
bij de entrée staan er nog enkele cultuurplanten. We bemerken dat het durianfruit rechtstreeks op de stam of een tak groeit
We komen terecht bij de curator, een man die 25 jaar geleden door Sam Popham is aangenomen, maar geen inkomen kreeg van de overheid. Daarom begon hij zelf plantjes te kweken en te verkopen, organiseert hij dag- en nachtbezoeken aan het gebied, en vraagt hij entreegeld. Zo kan deze enthousiaste man toch in leven blijven
de man vertelt veel, laat gekregen kunst-vogel-fotoboeken zien, naast info over het gebied
een drietal weken geleden bracht een buurvrouw hem een uilskuiken (of een uilenkuiken?) dat uit het nest was gevallen na een aanval door een arend. Waarschijnlijk is de moeder opgepeuzeld
het uiltje, Indische Dwergooruil (Otus bakkamoena) moet nog beschermd worden tegen arenden, het leeft nu in het huis van de concierge en krijgt stukje kippevlees
De man laat ons in 2 schuren vleermuizen zien
insectenetende vleermuizen met lange oren
en fruitetende vleermuizen met een hoefijzervormige neus
We maken een wandeling door het gebied, niet lang, maar door ons observeren, den we er meer dan 2u over. De weg is zeer goed bewegwijzerd, we komen in drooggebied, we zien een meer, een beek en enkele malen herten.
Shamalijster
Aziatische Paradijsmonarc
26 km ten zuiden van Dambulla werd tijdens de bouw van een stuwdam een dringende opgraving gepland (Aswan Rescue mission -zoals bij de Aswandam op de Nijl in Egypte). Archeologen vonden er een smal, hoog gebouw (8,5m) dat steen voor steen werd afgebroken en op een veilige plaats weer werd opgebouwd. De Nalanda Gedige was in het begin een Hindu tempel, gebouwd tussen de 8ste en 10de eeuw. Later, waarschijnlijk in de 12de eeuw, werd het een boeddhahuis
op het terrein staat het boeddhahuis, een pagode en een heilige boom (oude bomen kan je waarschijnlijk niet goed verplanten ....)
de zuilen op weg naar het gebouw zijn allemaal gegraveerd, vele zuilen zijn echter al verweerd
het gebouw is smal en ongeveer 8,5m hoog
de stupa is links te zien, de boom is verscholen achter het gebouw
Het bouwwerk bevat elementen uit de Tamil en Sinhala invloedssfeer én het enig bekende voorbeeld in Sri Lanka met een Zuid-Indisch tantrisch motief (sex zonder grenzen ...)
waarbij 2 mensen sex hebben met een leeuw ....
gebeeldhouwde koppen en dwergfiguren
tot op de top van het gebouw
toegang tot het gebouw
een verweerde boeddha
7. Kandy en omgeving
Kandy is aangeduid op deze kaart
Kandy is met zijn 160.000 inwoners de op 2 na grootste stad van Sri Lanka. Het klimaat is er mild, de stad ligt op gemiddeld 500m hoogte. Voor vele Sri Lankanen is Kandy het symbool van de Singalese cultuur en identiteit. De stad was vele eeuwen hoofdstad en bood weerstand aan verschillende koloniale pogingen tot overheersen, tot de VOC kwam (Vereenigden OostIndischen Compagnie). De Hollandse troepen hebben Kandy voor 9 maanden bezet. Het koninkrijk verzwakte, de genadeslag werd gegeven door de Britten in 1803. In 1825 werd de stad via een weg verbonden met Colombo, de Britse hoofdstad, in 1867 werd Kandy ook via het spoor verbonden met de rest van het eiland.
Het verkeer in de stad is erger dan in de hoofdstad Colombo. Tijdens de ochtendspits, tussen 13u30 en 14u30 (beëindigen van de lessen) en de avondspits, staat het verkeer er muurvast. Kandy ligt langs een grote weg van de oostkust naar Colombo, en ook de noord-zuid-weg. Omdat de stad helemaal omgeven is door zeer steile hellingen, is er geen eenvoudige oplossing om bijvoorbeeld een ringlaan te bouwen.
Dan denken we aan België: in ons vlakke land moet ook al het verkeer of door Antwerpen of door Brussel. Als men in een westers land er nog niet in slaagt om het drukke verkeer te ontwarren, wat moeten we dan verwachten in een land dat het moet doen met veel minder financiële middelen.
De stad ligt aan het Kandy-meer, waar nu aan de ene zijde een wandelpad ligt.
in het meer ligt een kunstmatig eiland, onderhouden als een tuin
aansluitend bij de 'Heilige Stad', waar ooit ook het koninklijk paleis gelegen was, ligt in het meer aan de oever het 'Koninklijk Badhuis'
de gelijkgrondse verdieping is op het water gebouwd (gelijkwaterse verdieping ?), het bad van de koning ...
op een tak boven het water zit een Kwak
op dezelfde boom aan de andere zijde zit een Smyrna-IJsvogel
Soms ziet men in het water het beeld van de Tandtempel, die aan de overzijde ligt. In de Tandtempel wordt als relikwie een tand van Boeddha bewaard.
De Heilige stad is ook al Unesco Werelderfgoed, meer dan 400 historische structuren zijn hierin beschreven.
Na de zelfmoord bomaanslag in 1998 is het gebied met hoge afsluitingen omgeven (op de voorgrond) en worden bezoekers streng gecontroleerd
dit achthoekige gebouw is de bibliotheek van het complex, alles was ooit in het koninklijk paleis ingebouwd
Wanneer we het gebied hier willen bezoeken is het volle maan. Voor de boeddhisten is volle maan, elke maand opnieuw een vrije dag.
dit betekent overal en overal mensen die in elke richting over het domein wandelen en tijden in de file staan om binnen te geraken in elke tempel opnieuw
De Tandtempel is het meest heilige boeddhistische schrijn in Sri Lanka. De tand werd in de vierde eeuw door een prinses stiekem naar hier gebracht. De tand zat verstopt in haar haar. De tempel is vele malen gerenoveerd en bijgebouwd, de oorspronkelijke tempel was 2 verdiepingen hoog en was afgewerkt in 1595.
na een tijdje wachten geven we het op. Het gebouw is volgens d recensies niet speciaal binnenin en het geloof in die rechterbovenhoektand van boeddha is te nemen of te laten
Het Museum over het boeddhisme in de wereld toont modellen en replica van beroemde tempels en standbeelden uit de boeddhistische wereld. Binnen mogen we geen foto's maken, de tentoonstellingen zijn georganiseerd door het desbetreffende land. Meer dan de helft van de plaatsen hebben we al bezocht tijdens vorige reizen.
Omdat China als land zijn afdeling boeddhisme heeft voorgesteld, komt de Dalai Lama hier niet voor.
De foto's zijn van de buitenzijde
de gevel van het museum
een tempelbewaker bij de toegang tot het museum
Wat afwisseling vinden we in het 1 vierkante km groot Udawattakele reservaat, dichtbij de stad gelegen. Het gebied is een jungle waar allerlei dieren, planten en vogels leven
er staan hier vooral veel bomen en boompjes, goed gevuld met bladeren. Hierdoor horen we veel dieren, vooral vogels maar zien we er heel weinig, in feite enkel deze welke op het bord vermeld zijn kunnen we zien
in een van de reisgidsen is er vermeld dat het pad door de jungle loopt en dat na een flinke regenbui, de bloedzuigers in grote getallen aanwezig zijn. Dus onze jungle uitrusting aangetrokken. Alleen is het pad veel breder en moeten we zeker niet door de jungle lopen
een grote liaan kruist ons pad
de liaan loopt alsmaar verder, schiet soms wortel en gaat dan weer verder. Volgens een bijhorend bordje is de liaan ongeveer 200 jaar oud en bestrijkt ze een oppervlakte van bijna 2 hectares
de vogel van de affiche, de Shamalijster
groepen van de Grote Alexanderparkiet (Psittacula eupatria) komen aangevlogen
deze parkiet is meer dan 10cm groter dan de veel meer voorkomende Halsbandparkiet, heeft een volledig rode bek en is veel forser gebouwd
Dicht bij het meer bevinden zich 4 schrijnen, zowel door Hindu als door boeddhisten gebruikt. Pattini Devale is het belangrijkste, gewijd aan een vrouwelijke godin die de vruchtbaarheid voorstelt. Ook hier is het wachten geblazen. Net nadat we onze schoenen weer aantrekken, komt er toch beweging is de stroom mensen, schoenen weer uit dus en ook naar binnen
terwijl we staan te wachten hebben we tijd genoeg om de toegang, die met versierd koper is bedekt, te fotograferen
de beide poortwachters, aan weerszijde van de toegang, zijn nu niet in steen maar in koper
hier zit ze dan op een leeuw, de godin van de vruchtbaarheid
Net buiten de toegang is er een kraampje dat schalen met fruit als offergaven verkoopt. Eenmaal binnen, nemen mannen die schalen in ontvangst en luisteren kort waarvoor de mensen komen offeren. Daarna verdwijnen die schalen achter de hoek. Nadien belanden ze dan weer in het kraam, zo draait de commerce ...
in en rond de gebouwen van het nabijgelegen en oudste schrijn, zitten en liggen (te slapen) mensen alsof ze wachten op iets. Waarschijnlijk is er in de loop van de dag nog een ceremonie, waarvoor al die mensen als pelgrims naar hier gekomen zijn
geen enkel schaduwplekje is nog vrij. Veel mensen hebben offergaven onder de vorm van bloemen met zich mee
We houden het hier voor bekeken. Wanneer we door de hoofdingang weer buiten het gebied komen zien we het Queens hotel, gebouwd halverwege de 19de eeuw
chique uitziend en niet goedkoop. Volgens de info die ik lees, voldoet maar 10% van de kamers aan de huidige normen qua comfort
We wandelen nog even langs het meer
vanaf de overzijde van het meer zien we (in het midden) het koninklijk badhuis en (meer links) de gebouwen waarin zich de tempel van de Tand bevindt
in het bos op de achtergrond bevindt zich het vogelreservaat waar we deze ochtend wandelden
Buiten het centrum zijn er ook wat bezienswaardigheden.
De Koninklijke Botanische tuin ligt op bijna 6km van de stad, de grootste en historisch de meest interessante botanische tuin van het land. Ongeveer 60ha is gewijd aan de flora van Sri Lanka, met in het totaal meer dan 4000 plantensoorten, inbegrepen 600 endemische (welke enkel op Sri Lanka voorkomen,) waarvan sommige in het wild niet meer voorkomen. We wandelen hier 5u rond, een heel verzorgde plantentuin met bomen afkomstig van verschillende plaatsen ter wereld
een opzet van de Engelsen in dit koninklijk park, was het uittesten van planten uit andere landen om hun productiviteit hier na te gaan. Hier een boom met durian-fruit
2 foto's van de Reuzenbamboe
Natuurlijk leven hier ook vogels
Dayallijster
een papaverachtige plant met bladeren die deze van een distel moeten nabootsen
altijd en overal aanwezig. De bewakers hebben een katapultje mee om ze weg te jagen
Indische Koël
deze eekhoorns zijn ook al altijd en overal aanwezig
deze vogel luistert in het Nederlands naar de naam Spits-staart-bronze-mannetje
een vogeltje dat overal op Sri Lanka voorkomt
er zijn 2 grote grasvlakten, deze is 2 ha groot. In de schaduw zitten en spelen kleuterklassen
allemaal mooi in uniform
Bloemen, voor elk wat wils
bougainvillea's in alle mogelijke kleuren
kleurrijke bladeren van siernetels
Cook pine (Aurocaria columnaris) is een boom uit Nieuw Caledonië, ontdekt door Cook tijdens zijn tweede reis. De slanke boom kan tot 60m hoog worden. Heel speciaal, al de Cook pine neigen richting evenaar. In Nieuw Caledonië (Frans overzees gebiedsdeel, gelegen ten oosten van Australië en ten noorden van Nieuw Zeeland) ligt de evenaar noordelijk, hier bevindt de evenaar zich zuidelijk. Er staan hier tientallen van deze bomen
hier in de Cook Pine, dicht bij de rivier leven tienduizenden vleerhonden, dezelfde als deze die we enkele weken geleden in Tissa hebben gezien
ook in alle andere bomen in dit gebied zien we massa's van deze vleerhonden (Pteropus giganteus) hangen. Af en toe vliegt er één rond, van de ene boom naar een andere
hier komen 2 soorten kraaien voor, de kleinste is deze, de Huiskraai (Corvus splendens)
deze vruchten lijken op kokosnoten, ze zijn echter meer dan dubbel zo groot (40-50 cm)en wegen tot 15 kg. Ze rijpen 8 jaar aan de boom. Deze vrucht is de grootste noot welke op aarde te vinden is. In het Engels is de benaming 'double coconutpalm', in het Frans 'coco de mer'. De palm is inheems op de Seychellen en door zijn zeldzaamheid overal ter wereld wettelijk beschermd. Dat is wel nodig, de Chinezen gebruiken de gemalen vrucht immers in hun traditionele geneeskunde
de zeelieden welke deze noot voor het eerst zagen gaven de naam 'achterwerk van een vrouw'
foto https://dissolve.com/stock-photo/Seychelles-Prasli...
de Austalische Kauriboom (niet dezelfde als de Nieuw-Zeelandse) (Agathis robusta) is in deze tuin geplant in 1865, meer dan 150 jaar geleden. De boom levert goed timmerhout en ook een soort kauri-hars
Bruine Vliegenvanger (Muscicapa dauurica), een klein vogeltje
vruchten van de Sheaboom, een Afrikaanse boomsoort. Het vet uit deze vruchten noemt men sheaboter, vandaar de Engelse naam 'African butter tree'. Deze olie wordt in de cosmetica-industrie gebruikt.
een immens grote Ficus benjamina, in België als kamerplant gehouden, hier met uitlopers die opnieuw wortel schieten
we kunnen niet achterhalen wat de oorspronkelijke boom was
De botanische tuin heeft ook een orchideeëncollectie. Momenteel bloeien de bekende soorten, de kleurenvariëteiten zijn verschillend van deze welke we in België kunnen kopen
toch wel een speciale vorm, in het Engels 'Heilige Geest-orchidee' of 'Duiforchidee' . Deze orchidee is de nationale bloem van Panama. Elke bloem wordt 5 cm groot, de stengel wordt 2m lang, met heel wat bloeiende bloemen
een boom met toch wel heel speciale bloemen, Amherstia nobilis, inheems in een gebied in Zuid-Myanmar. In het Engels is de naam 'Pride of Burma'. De plant behoort tot de Vlinderbloemigen en is de enige in zijn genus
er is ook een rozentuin. Het klimaat is hier echter niet geschikt o rozen te kweken. De bloemen zijn klein, dit is de enige mooi gevormde bloem die we zien
Hibiscus echter groeit hier veel beter
erg opvallend, deze knalgroene hagedis (Calotes calotes)
al heel veel gezien, nu eindelijk een foto van de Witbuikdrongo (Dicrurus caerulescens), met zijn typische gevorkte staart
het terras van de homestay in Kandy. Voor ons zien we op welk moment van de dag dan ook, eekhoorns springen, roepen, vechten en over de elektriciteitsleidingen kruipen. Eénmaal komt er een kolonie Ceylonese hoelmannen langs, sommige springen op het dak van het huis, anderen lopen vlak voor onze neus op een draad, ...
De route van Kandy naar Colombo is gedurende het eerste uur erg druk (Kandy), daarna gaat het wat beter, maar nog steeds druk, en dan komen we in het gebied van Colombo, waar het weer druk is maar duidelijk beter dan in Kandy.
Dit is onze laatste rit in Sri Lanka. In Colombo leveren we de auto weer in.
8. onze laatste stopplaats Colombo
Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka telt ongeveer 2 miljoen inwoners, zeer veel meer dan andere steden. Er zijn minder bezienswaardigheden dan in andere hoofdsteden, toch voldoende voor 2 dagen.
Voor onze verplaatsen gebruiken we een tuktuktaxi
Colombo, hoofdstad sinds de onafhankelijkheid in 1948, strekt zich over meer dan 30km langs de zee uit. Officieel noemt de stad Sri Jayawardenepura Kotte sinds april 1982, de naam Colombo echter blijft echter meer in gebruik.
Tussen het stadhuis en het Nationaal Museum, bevindt zich het Victoria Park , met zijn 20 ha de grootste groene ruimte in de stad. Het park is een schenking van een rijke industrieel en weldoener in de jaren 1880.
hier zit Queen Victoria dan, zoals op zovele plaatsen ter wereld .....
het stadhuis
en het Nationaal Museum. Vooral de buitenzijde is de moeite ....
Na de onafhankelijkheid kreeg het park de naam van een koningin uit de 2de eeuw v.C., Queen Viharamahadevi.
ook hier zien we weer de Vliegende Hond. Ze hangen in enkele bomen, regelmatig vliegt er een rond
weer enkele grote bomen, nu de Banyan 'boom'. De naam is Ficus benghalis. De 'boom' start zijn leven als epifyt. Vogels welke de Ficus-vijgen eten deponeren met hun uitwerpselen sommige zaden o een andere boom, sommige zaden op de grond. De laatste zaden kiemen niet, ze kunnen maar kiemen op een gastplant, een andere boom. Wanneer de Ficus-plant groeit, omhelst ze de gastboom die, na verloop van tijd, gewurgd wordt.
Aan de zeezijde, in het centrum , is er de Galle Face Green, een gebied dat groen zou moeten zijn, maar door het vele gebruik eerder bruin is. Hier komen de mensen bij valavond rondwandelen. Maar ook nog schoolklassen zijn er op dat uur.
de kinderen staan verlekkerd te kijken naar het water
wat later is er al een groep kinderen met de meesters en juffen beneden bij de zee (Indische Oceaan)
waarschijnlijk is er een hoge golf gekomen want de kledij van al de kinderen beneden aan de zee, is nat
Er wordt straatvoedsel en heel veel brol verkocht.
erg vet voedsel, we houden het bij 'kijken'
strandspeelgoed, er is echter geen strand
aan mogelijkheden om geld uit te geven geen probleem
Het wandelpad is ongeveer 1km lang en werd door de Hollanders ooit aangelegd boven de rotsen (in het Sinhala is Gal= rots)
er is een korte pier, hier met zicht naar het noorden. De buildings zijn nog niet ingericht. Architect is een Amerikaans bureau, aannemers komen uit allerlei Aziatische landen. Eigenaars van deze gebouwen blijken Chinezen te zijn
meer noordelijk is er havenbedrijvigheid. Hier wordt gewerkt aan uitbreiding.
Als containerhaven is Colombo de snelst groeiende ter wereld (eerste helft 2018) met een groei van 15,6%). Ter vergelijking, de haven van Antwerpen was tijdens die periode de op 3 na grootste groeier met 8,3% (Singapore nr 2 met 11,6%, Guanzhou (China) nr 3 met 8,6%)
Aan het zuidelijk uiteinde van het gebied zien we het Galle Face Hotel, het oudste hotel van Colombo, gebouwd in 1864
Sint-Andrews, een Schotse kerk, bevindt zich aan de overzijde van de weg
In de oude stad, ten noorden van Galle Face Green, was er het fort, gebouwd door de Hollanders, maar weer afgebroken door de Britten in 1872. Dikke verdedigingsmuren waren niet meer nodig, de plaats kon bovendien beter gebruikt worden om het steeds groeiend aantal inwoners onderdak te bieden.
Een groot gedeelte van de fort-wijk is niet te bezoeken omdat de ruimte ingenomen wordt door de politie, het leger, het presidentieel paleis en het ministerie van buitenlandse zaken. Het gebied langs de zee is afgesloten en enkel voor verkeer van en naar de haven toegelaten. Het grootste deel van het afgesloten gebied is echter ingenomen door de zeemacht
We starten bij het voormalig parlementsgebouw, opgericht in neo-barokke stijl en gebouwd in een bruine steen in het jaar 1930. Nu bevindt zich hier het presidentieel secretariaat
de weg is hier zo druk dat er steeds voertuigen op de foto te zien zijn
Aan de tegenoverliggende zijde zijn grote borden te zien. Achter de borden wordt er gewerkt. Een reuzenproject staat op stapel
dit zou het moeten worden ....
of dichterbij gezien .....
wie is toch die gulle schenker?
een andere vorm van kolonialisme die overal ter wereld wordt toegepast ....
Als dan de verkoop van de kantoorruimtes, de appartementen, de winkels, ... niet verloopt zoals de investeerder heeft gedacht, dan blijft het land in kwestie, hier Sri Lanka met een financiële kater en een hoop beton, een gebied dat snel zal verloederen, achter .....
Terug naar wat er wel al of nog te zien is ....
de voorste, ronde toren is van de Bank of Ceylon, de beide rechthoekige torens vormen het World Trade Center. Deze beide, identieke torens zijn de hoogste op Sri Lanka, tellen 40 verdiepingen en is 152m hoog. De gebouwen werden ingewijd op 12 oktober 1997. Precies drie dagen later waren ze het doelwit van een aanslag door de Tamil Tijgers (burgeroorlog). De gebouwen bleven staan, 15 mensen werden gedood en honderden gewond
het meest bekende gebouw is de 'Big Ben' van Colombo, een combinatie van vuurtoren en klokkentoren, gebouwd in 1867 nadat het Hollands Fort door de Engelsen tot op de grond was afgebroken. Vanaf 1951 echter is het gebouw nog enkel klokkentoren. Er is toen immers een nieuwe vuurtoren gebouwd, 250m meer westelijk
wat meer noordelijk, richting zee, bevinden zich heel wat oude gebouwen, wellicht ooit indrukwekkend. Velen ervan zijn er nu nog als bouwval, sommigen staan achter borden, anderen worden nog gebruikt in een vervallen toestand en enkele zijn gerestaureerd, zien er nog OK uit, zoals het gebouw op de foto
hier blijft enkel de gevel staan, binnenin wordt alles opnieuw gebouwd in beton
Om de Sint-Peterskerk te vinden moeten we door een sammel gang tussen links een groot hotel en rechts de afsluitingen van de zeemachtbasis. Het kerkje is volledig ingebouwd en langs alle zijden door hoge afsluitingen omgeven
voordien diende dit gebouw als kerk van de Hollands Reformeerde Kerk en zou vermoedelijk al in 1680 in gebruik genomen zijn
al het hout, inclusief dat van het plafond, is tropisch hardhout en heeft de tand des tijds goed doorstaan
het meest opvallende is de verzameling van herdenkingsborden voor mensen gestorven op natuurlijke wijze, meestal besmet door een tropische ziekte (of zoals hier gedood door een olifant),
of gestorven op zee of in 'den vreemde'
Op het nabijgelegen kruispunt staat er een monument 'de riksha' , de voorloper van de huidige tuktuk
het rode gebouw, voor de Bank of China, was (of is nog) de Cargill supermarkt, een keten welke dateert hier van het einde van de 19de eeuw
Direct oostelijk van de Fortwijk ligt een tweede, de Pettah-wijk.Tijdens de Hollandse en Britse periode was Pettah een residentiële wijk, nu is het de volkswijk van Colombo
de wijk vormt een aaneenschakeling van winkels, winkeltjes, markten, et- en koffiegelegenheden, ....
met een monument voor de start van de vaste telefonie
hier bevindt zich het hoofdstation van de Sri Lankaanse spoorwegen, het station 'Colombo Fort', ver van de luchthaven verwijderd
om de straat over te steken moeten we over een voetgangersbrug, een momen om even een beeld te geven van een drukke weg in een volkse wijk
enkele beelden van de straten waar we door wandelen
omdat vrachtwagens niet in deze smalle en drukke straatjes kunnen rijden, worden de goederen aangevoerd door stouwers die een steekkar gebruiken
nog nooit ergens gezien, een winkel-in-de-rij waar je scheikundig materiaal kan kopen
en producten ....
Hier is deze wijk krijg je een typisch beeld van de complexe samenleving, op religieus vlak, van Sri Lanka
Jami-ul-Alfar moskee
soms wordt dit gebouw ook een 'legogebouw' genoemd naar de rode en witte gekleurde legosteentjes
een Hindu kovil
in de goudstraat, de goudhandelaars zijn dikwijls Indiërs, zijn er nog meer kovils
een boeddhatempel(tje)
op de hoek, met de haven vlak achter, een groot Sint-Antoniusbeeld
wat verder een Sint-Antoniuskerk
en uiteindelijk de Wolvendaal-kerk, de oudste Gereformeerde Kerk, gebouwd in een vallei waar ten tijde van de Hollanders, wolven leefden
in dezelfde straat zien we enkele naaiateliers
sommige mensen moeten een centje verdienen door huisvuil te recycleren ....
overal in het land hebben we dat opgemerkt: een trouwpartij moet een zeer dure aangelegenheid zijn ....
en als laatste nog het oude stadhuis, gebouwd in 1873 en in gebruik tot 1923. Daarna diende het gebouw als openbare markt. Nu is het een museum (meestal gesloten), eerder een opstpelplaats voor allerlei oude spullen
Direct zuidelijk van de Fort-wijk bevindt zich de wijk ‘Slave Island’, Slaveneiland, omgeven door het Beira meer met kanalen, en dat langs drie zijden. Ooit werden hier duizenden slaven uit Mozambique verhandeld om te werken en om te dienen in het leger tegen de Portugezen. Wanneer de Hollanders in 1656 Colombo hadden ingenomen werd de slavenhandel verder gezet om goedkope arbeidskrachten te leveren. Op een bepaald moment werd een VOC-leider gedood. Vanaf dan werden de slaven verboden om nog in de Fortwijk te leven, ze werden verbannen naar het zuiden van het Beira meer, waar krokodillen leefden.
Hiermee eindigt ons bezoek aan Sri Lanka. We hebben niet elk nationaal park, niet elk strand, niet elk dorp bezocht, maar we kregen toch een goed beeld van het land. We hebben heel veel vriendelijke mensen ontmoet, tot op het einde.
We stuurden jullie van 97 soorten vogels telkens minstens één foto.
We hopen dat jullie hebben kunnen meegenieten.