Reisverhaal «Van het zuiden naar het noorden van Fuerteventura»

Fuerteventura, het oudste Canarische eiland | Spanje | 7 Reacties 09 Maart 2024 - Laatste Aanpassing 09 Maart 2024

nog even in het zuiden van Fuerteventura

Zondag verkiest Stephan een langere strandwandeling met zijn voeten in zee. Hij vertrekt noordelijk van Jandia in Butihonda en stapt tot Morro Jable, 10 km.

het is tot Jandia soms over rotsen klauteren omdat er geen zandstrand aanwezig is

de vuurtoren bij Jandia, nu gezien vanop het strand

Morro Jable met links achteraan de haven

Lou maakt een botanische wandeling, startend in Morro Jable, tot het einde van het natuurgebied in Jandia, en terug, 13 km

Het strand Playa del Matorral is hier erg breed en wordt aan de zijde van het binnenland begrensd dooreen vochtiger gebied waar het grondwater zout is.

de ene dag is de bodem nat of zijn er plassen te zien, de volgende dag is het water weggetrokken

daarbij blijven zoutkristallen achter op de bodem

Dit gebied is de Saladar de Jandia, de zoutwoestijn van Jandia (Jandia is de naam van het zuidelijk schiereiland). Dit (relatief) vochtige gebied strekt zich over een lengte van bijna 3 km uit en is over het algemeen vrij breed.

algemene zichten

er zijn plekken waar geen begroeiing is, de kleur van de begroeiing varieert van grijs over groen tot rood-paars

meestal vormen de zoutminnende planten matten of kussens, waartussen nog grond te zien is

Dit gebied is wetenschappelijk erg interessant en werd in 1994 natuurgebied. Het is verboden er in te komen.

Dit ecosysteem staat bekend als thermo-Atlantisch halofiel struikgewas,  Halofiel betekent zoutminnend.

Tijdens (zeer) hoge tij komt het zoute water in het gebied, blijft daar aanwezig en verdampt door de warmte van de zon, waarbij het zout achterblijft op de bodem. De planten nemen dit zout op, maar om zich te beschermen tegen uitdroging door de hoge zoutconcentraties, stapelen ze ook veel vocht op in hun bladeren. Bijgevolg hebben deze planten verdikte bladeren en stengels.

Zeevogels komen in dit gebied nesten, ze zijn beschut door de struiken.

In 2011 is het gebied door houten balken omheind.

Er staan meerdere borden waarop wat info te lezen is (Spaaans, Duits en Engels)

De 5 soorten planten die hier het meest voorkomen en kenmerkend voor het gebied zijn de volgende (ze hebben geen Nederlandse namen).

* Traganum moquinii, een soort uit de Amarantenfamilie

* Arthrocnemum macrostachyum, behoort tot dezelfde familie

* Policarpaea nivea, familie van de Caryophyllaceeën

* Suaeda vera, familie van de Chenopodiaceeën

* Salsola vermiculata

Deze planten komen ook op de Kaapverdische eilanden en soms ook op het Afrikaanse vasteland zoals Marokko

op dit bord zien we de plaatsen waar elk van de typische planten voorkomt

Daarnaast zijn er bij de omheining nog heel wat andere soorten te zien, niet echt typisch voor het gebied

Launeae nudicaulis waarbij de vruchtjes met de wind verspreid worden

een soort ooievaarsbek, Erodium Chium

waarschijnlijk een Artemisia

speciale plant, naam waar de witte bloemetjes pas open gaan bij zeer sterke zonnestralen, Mesembryathemum nodiflorum…

hier zijn de bloemetjes een uur later…

Heliotropium bacciferum

het zand heeft de blaadjes mooi omrand…

Patellifolia patellaris

Suaeada mollis

Artiplex glauca zal wat later deze maand beginnen bloeien

Lycium intricatum bloeit van januari tot juli

In het gebied komt ook heel wat fauna voor, maar de dieren kunnen zich in het grote gebied goed verstoppen.

de Koereiger is de meest opvallende witte vogel

Na de middag doen we zoals vele Spanjaarden op zondag, in een restaurant gaan eten rond 14u. Restaurant Laja serveert verse vis, we kiezen voor lokale vis (Saba, zou waarschijnlijk een soort makreel zijn)

redelijk vast vlees, weinig graten, en lekker…

maar eerst een vissoep…

We maken een wandeling naar de haven, eerst een heel eind omhoog langs trappen, daarna weer afdalen, ook weer vele trappen, of de rijweg volgen, steeds klimmend en dan via hoge trappen afdalen.

we zien hier 2 Kleine Rietgans (Anser brachyrhynchus, Engels Pink-footed-goose), komt hier zeldzaam voor. Deze gans wordt als dwaalgast gezien

Volgens recente (??) informatie zou het opvangcentrum voor zeeschildpadden geopend zijn van maandag tot vrijdag, tijdens de voormiddag. Maar door gebrek aan personeel gaat het centrum niet meer open. De zeeschildpadden die nog aanwezig zijn worden nog wel verzorgd. Er is nog welgeteld 1 medewerker.

Enkele lokale mensen vertellen ons dat de ene grote zeeschildpad in december weer vrijgelaten is in zee

Er komen in het gebied van de Canarische eilanden 4 (van de 7) soorten zeeschildpadden voor, dat zien we ook op de borden die nog goed leesbaar zijn

dit is enerzijds (links) de ernstig bedreigde Karetschildpad (Eretmochelys imbricata),
anderzijds (rechts) de kwetsbare Lederschildpad (Dermochelys coriacea)

Karetschildpadden zijn genoemd naar hun smalle, puntige snavel. Ze hebben ook een kenmerkend patroon van overlappende schubben op hun schelpen die een gekarteld uiterlijk aan de randen vormen. Deze gekleurde en gedessineerde schelpen maken ze zeer waardevol en worden vaak verkocht als "schildpad" op markten.
Karetschildpadden komen voornamelijk voor in de tropische oceanen van de wereld, voornamelijk in koraalriffen. Ze voeden zich voornamelijk met sponzen door ze met hun smalle puntige snavels uit spleten op het rif te halen, maar eten ook zeeanemonen en kwallen. Zeeschildpadden zijn de levende vertegenwoordigers van een groep reptielen die de afgelopen 100 miljoen jaar op aarde heeft bestaan en onze zeeën heeft bereisd. Ze zijn een fundamentele schakel in mariene ecosystemen en helpen de gezondheid van koraalriffen en zeegrasvelden te behouden. (https://www.worldwildlife.org/species/hawksbill-turtle)
Hun gewicht varieert tussen 45 en 75 kg

Lederschildpadden zijn genoemd naar hun schild, dat leerachtig is in plaats van hard, zoals andere schildpadden.
Het zijn de grootste soorten zeeschildpadden en ook een van de meest migrerende, die zowel de Atlantische als de Stille Oceaan oversteken. Pacifische lederschildpadden migreren van broedstranden in de Koraaldriehoek helemaal naar de kust van Californië om zich elke zomer en herfst te voeden met de overvloedige kwallen.
Hoewel hun verspreiding groot is, is het aantal lederschildpadden de afgelopen eeuw ernstig afgenomen als gevolg van het intensief verzamelen van eieren en bijvangst van de visserij. Wereldwijd wordt de lederschildpadstatus volgens de IUCN vermeld als kwetsbaar, maar veel subpopulaties (zoals in de Stille Oceaan en het zuidwesten van de Atlantische Oceaan) zijn ernstig bedreigd. (https://www.worldwildlife.org/species/leatherback-turtle)

enerzijds (links) de bedreigde Soepschildpad (Chelonia mydas) en anderzijds (rechts) en de algemeen voorkomende Onechte Karetschildpad (Caretta caretta)

De groene schildpad is een van de grootste zeeschildpadden en de enige herbivoor onder de verschillende soorten. Groene schildpadden zijn in feite genoemd naar de groenachtige kleur van hun kraakbeen en vet, niet naar hun schild. In de oostelijke Stille Oceaan wordt een groep groene schildpadden met een donkerder schild door de lokale gemeenschap zwarte schildpadden genoemd. Groene schildpadden komen vooral voor in tropische en subtropische wateren. Net als andere zeeschildpadden migreren ze over lange afstanden tussen voedselgebieden en de stranden waar ze uit het ei zijn gekomen. Groene schildpadden zijn geclassificeerd als bedreigd en worden bedreigd door overbevissing van hun eieren, jacht op volwassenen, verstrikt raken in vistuig en verlies van nestplaatsen op het strand. (https://www.worldwildlife.org/species/green-turtle)
Hun gewicht varieert tussen 75 en 200 kg)

Onechte karetschildpadden zijn genoemd naar hun grote koppen die krachtige kaakspieren ondersteunen, waardoor ze prooien met een harde schaal, zoals kokkels en zee-egels, kunnen verpletteren. Er wordt minder snel op ze gejaagd voor hun vlees of schild in vergelijking met andere zeeschildpadden. Bijvangst, het per ongeluk vangen van zeedieren in vistuig, is een ernstig probleem voor onechte karetschildpadden omdat ze vaak in contact komen met de visserij.

Onechte karetschildpadden zijn de meest voorkomende schildpad in de Middellandse Zee en nestelen op stranden van Griekenland en Turkije tot Israël en Libië. Veel van hun broedstranden worden bedreigd door de ontwikkeling van het toerisme. Zeeschildpadden zijn de levende vertegenwoordigers van een groep reptielen die de afgelopen 100 miljoen jaar op aarde heeft bestaan en onze zeeën heeft bereisd. Ze zijn een fundamentele schakel in mariene ecosystemen en helpen de gezondheid van koraalriffen en zeegrasvelden te behouden. (https://www.worldwildlife.org/species/loggerhead-turtle)

Hun gewicht varieert tussen 85 en 200 kg

een foto van een strand op Fuerteventura met een zeeschildpad die haar eieren komt afleggen en dan weer in de zee verdwijnt

We wandelen even rond in de weinig actieve haven

vissen bij de vleet in het heldere water

en dieper een zeeschildpad

er liggen pleziervaartuigen

vaartuigen om tochtjes te maken met toeristen

een ferry komend van Gran Canaria en/of Tenerife. Deze catamaran staat volgestapeld met vrachtwagens en auto’s, alle voertuigen rijden er uit op Fuerteventura

en enkele vissersboten

Hiermee eindigt ons verblijf op Zuid-Fuerteventura. We wandelden hier tijdens de afgelopen 7 dagen meer dan 80km, met een uitschieter van 18 km op donderdag, en ongeveer 6 km tijdens ons bezoek met de bus aan het natuurpark Jandia en tijdens de dag van aankomst.

Morgen rijden we naar het noorden.

3. Het noorden, standplaats Corralejo

105 km en ongeveer 2 uur rijden naar het noordelijke einde van Fuerteventura, om in een totaal andere wereld terecht te komen. Onze rit gaat door het centrum van het eiland.

Kaart waarop Corralejo in het noorden is aangeduid

De rit door het binnenland brengt ons, voor zover we in de dalen rijden, door een groen landschap met tuinbouw en serres. De serres hebben geen plastiek omhulsel maar wel jute, een veel milieuvriendelijkere oplossing.

Pas in de 17de eeuw kwamen de eerste mensen hier toe, de afstand tussen Lanzarote en Fuerteventura is kort, de zee is hier maar 40m diep (in tegenstelling tussen deze beide eilanden en Tenerife of Gran Canaria met een zeediepte tot 4000m!)

Het waren vissers en later ook boeren die het noorden rond Corralejo bevolkten. Geiten werden meegebracht en er werd ook aan landbouw gedaan.

In de 60-ger jaren van de vorige eeuw was Corralejo nog een vissersdorp. In 1967 werd hier het eerste hotel gebouwd. Ondertussen zijn hier meer dan 20.000 bedden voor bezoekers.

Niet alleen de stranden, ook de passaatwinden voor surfers, de rijkdom aan zee-organismen voor duikers, de levendige haven, de oude stad, de nabijheid van een groot duinengebied (nu natuurgebied) en de aanwezigheid van het nabijgelegen eiland Lobos, trekken zeer veel toeristen aan.

Waar we in het zuiden in het Duits werden aangesproken, denkt men hier in het noorden dat alle toeristen Engels spreken, net zoals we dat ook in Amsterdam hebben ondervonden…..

Rond 12u kunnen we onze bagage in het appartement achterlaten, daarna wandelen we door de oude stad, de haven, en de andere wijken. Vooral Engels, maar ook Frans en Italiaans (hoorden we ook in het zuiden) zijn de talen van de mensen die op het strand liggen, in bars en café’s zitten, langs de winkels slenteren, of van een ijsje zitten te genieten. De oude stad bij de haven en het noordelijk gedeelte van de winkelstraat zijn autovrij. Parkings zijn hier niet, dus het is wel even rondrijden om een parkeerplekje te vinden.

de brede winkelstraat overdag, kalm omdat de meeste mensen op het strand liggen, op hun surfplank staan of ergens zitten te eten

bij de haven zijn er enkele bronzen beelden te zien, ze zijn een eerbetoon aan de vissers en hun families die hier geen gemakkelijk leven hadden, maar de basis vormden voor de ontwikkeling van Corralejo

Langs de haven sieren veelkleurige vissen de promenade

Op het zuiden van Fuerteventura komen de ferries van Tenerife en Gran Canaria toe. De vrachtwagens en auto’s rijden van het zuiden van Fuertevantura naar het noorden, en hier schepen ze weer in naar Lanzarote. Daar rijden ze dan weer over land naar de hoofdstad van Lanzarote, waar ze de ferry naar Spanje nemen. Campers van langverblijvers uit Europa volgen de omgekeerde weg

Bij de zee zijn er enkele vogels te zien

Geelpootmeeuw (Larus michahellis michahellis)

Steenloper (Arenaria interpres interpres)

Corralejo is uitgebreid maar hoogbouw zien we hier niet, maximaal tot een derde verdieping. De wijken zijn mooi onderhouden, de meeste bewoning heeft het kenteken Vv, bewoning voor gasten.

Wat verder is er weer een monument, Mamandyou van de kunstenaar Lixber Reguera, in 1964 geboren in de Spaanse-Sahara kolonie, uit Canarische ouders. Op zijn 6 jaar is de familie terug gekeerd naar de Canarische eilanden. Dit werk is in 2015 gemaakt, is 3,15m hoog en bijna even breed

Mamandyou

Op hetzelfde grasplein is er een houten windmolen te zien. Vroeger waren er veel windmolens, ze werden gebruikt om graan, mais of ander voedsel tot meel te malen. Veel van deze molens werden gerestaureerd

deze molen heeft 4 houten wieken

Terug bij de zee, zien we heel wat mensen op een surfplank. Ten zuiden van de haven is er een natuurlijke baai waar zwemmers op veilige wijze in de zee kunnen. Er is echter geen bewaking

op de achtergrond is het eiland Lobos te zien met zijn 127m hoge vulkaankegel

*

Om Lobos te bezoeken is er een (gratis) vergunning nodig. We hebben ze online aangevraagd via de ferry-maatschappij . Sinds 1980 is het eilandje een natuurpark en het aantal bezoekers per dag is beperkt. Overnachten kan niet.

De naam Lobos komt van Lobos marineros, robben die hier vroeger voor kwamen maar door de Noormannen om hun pels gejaagd weren en daardoor ook werden uitgeroeid (volgens de ene bron), maar zeken 1 eeuw geleden door de Fransen om dezelfde reden verdwenen. We lezen op een infobord op het eiland dat er af en toe nog een monniksrob gespot wordt, deze diersoort is bijna volledig uitgestorven.

meeuwen en meeuwen, overal meeuwen….

Lobos ligt slechts 2 km verwijderd van Corralejo, de vaart duurt 20 minuten. Eens de haven uit wiebelt de catamaran bij elke golf.

de ene grote vulkaan is van ver te zien, maar op het eilandje komen er nog veel meer resten van vroegere vulkanen voor

Bij het eiland Lobos is er een pier, maar het aanleggen van de boten is geen sinecure, ze worden immers niet of slechts met 1 touw vast gelegd.

de catamaran zit zowel ’s morgens als ’s avonds volledig vol

er is vrij veel wind, het duurt tot bijna middag voor we een trui kunnen uittrekken…

We bezoeken het eiland door er te wandelen. De heenweg in tegenwijzerzin langs de oostkust, de terugweg via de GR131 die centraal door het eilandje loopt. Die wandeling is ongeveer 8,5 km, men kan ook nog de 127m hoge vulkaan beklimmen (en weer afdalen), waardoor de route 11 km bedraagt.

het pad naar het noorden is rechts in een witte kleur, de GR 131 in het midden in het rood

Al van bij de aankomst valt het ons op hoe groen Lobos is.

een wormvormig zoutkruid Salsola vermiculata heeft van juni tot november heel kleine bloemetjes. De plant is aangepast aan de zoute bodem en de zoute vochtige lucht

een andere plant aangepast aan dit zoute milieu is Suaeda mollis, die bloeit vanaf einde maart tot oktober

en tussenin grillige rotsen en rotsblokken van vulkaangesteente

de bodem is hier en daar nat. Voor ons is Puerito, een vroegere kleine nederzetting. De zeer eenvoudige huisjes worden tijdens de zomermaanden nog gebruikt door vissers

die stenen hebben heel puntige en scherpe uitsteeksels. Een lichaamsdeel dat daar tegen schuurt houdt er een bloedende wonde aan over

een heel typische en endemische plant is de Limonium papillatum, een soort zee-lavendel (die echter helemaal niets met lavendel te maken heeft). Overal zien we de paarse bloeiwijzen

de lavarotsen zijn op vele plaatsen bedekt met korstmossen, pionierplanten die enkel voorkomen waar er weinig of geen luchtverontreiniging is. Hier zijn er witte en okergele korstmossen

hier en daar komt het pad (dat we niet mogen verlaten om de natuur te beschermen) dichtbij de grillige kust

Geelpootmeeuwen nesten hier, vooral op de toppen van de lavabergen

een andere, zeer typische soort plant voor kustgebieden is de Tetraena fontanesii, ook wel Zeedruif genaamd. Deze plant is inheems, endemisch op de Canarische eilanden

de Steenloper loopt ook hier langs zoute waterpartijen

het biotoop van de Steenloper en andere waadvogels

boven de zee steken ook nog resten van vulkanen

Het eiland Lobos is tijdens het Pleistoceen (maximaal 2,5 miljoen jaar geleden) ontstaan uit een scheur in de lava van een vulkaan op Fuerteventura, die nieuwe vulkanen vormden. Zo een verschijnsel treedt ook nu op in Ijsland

een typisch beeld van het kustgebied aan de oostelijke zijde van Lobos

overal waar wegen elkaar kruisen of waar er een wegsplitsing is, wijzen wegwijzers de juiste richting. De tijd die vermeld word tis voor mensen die niet naar al het moois kijken, maar gewoon rechtdoor stappen.

Soms zijn er zijwegen waar bezoeker niet mogen lopen, dat staat dan ook duidelijk vermeld en er liggen rotsblokken op de afslag

het pad gaat over een begroeid gebied. Hier heeft men een planken pad voorzien zodat de planten niet vertrappeld worden

zeer opvallend groen, zien we hier een plant die endemisch is op Lobos, ze komt enkel hier op aarde voor, de Limonium bollei, een beschermde plantensoort

hier komen veel soorten planten voor, ze zijn allemaal aangepast aan het zoute milieu

Traganum moquinii , een zoutminnende plant met heel kleine blaadjes die zonder stengel direct vastzitten aan de tak

Ongeveer in het midden aan de oostzijde komen we de resten van een kalkoven tegen. In deze kalkoven werd hoogwaardige kalk van koralen verbrand om een soort cement te maken. Deze gebrande kalk werd hier voornamelijk gebruikt om lokaal opvangbakken voor neerslag te bekleden

resten van de kalkoven

we komen een schuilhut tegen om vogels te observeren, maar behalve de ene soort meeuw, is er niets anders te zien….

soms is de bodem erg zanderig, heel fijn zand dat gemakkelijk in sokken en schoenen terecht komt

heel snel en heel schichtig, maar toch eindelijk op de foto, een kleine hagedis, Gallotia atlantica

Aan de zeezijde hebben ze nauwelijks blaadjes, in het binnenland verschijnt er al een bloemetje bij de Balsem-Wolfsmelk (Euphorbia balsamifera)

in tegenstelling tot vele andere wolfsmelkachtigen is het sap van deze niet giftig. Vroegere bewoners gebruikten het zelfs als tandpasta…..

Zonder blaadjes ziet de plant er uit als een boompje dat nauwelijks in de hoogte schiet, maar hier in het midden van het eiland is elke plant groot tot zeer groot in diameter en tot ongeveer 2m hoog

eindelijk zien we de (niet meer in gebruik zijnde) vuurtoren, nog iets minder dan een kwartiertje en we zijn er…

aan de voet van de vulkaanresten waarop de vuurtoren gebouwd is, is er een klein, ondiep mooi meertje

in het midden zit er een reiger (misschien te broeden)

een Lepelaar (Platalea leucorodia) zoekt in het zoute water zijn voedsel

op de rand van het voormalige waterspaarbekken, vinden we, iets uit de wind, een plekje om een boterhammetje te eten. Op Lobos is er geen voedsel, noch drank te koop

we keren terug nu via de GR 131. Het pad komt even dichtbij de westkust van Lobos

de vulkaankegel die kan beklommen worden. Het pad gaat in zigzag naar boven

een kleiner vogeltje, Berthelots Pieper (Anthus berthelotii) zoekt restjes brood en komt dichtbij mensen

ondertussen zijn we weer bij de Pier aangekomen. Bootjes en boten van verschillende maatschappijen halen mensen op om terug te keren naar Corralejo.

*

El Cotillo ligt in het noorden aan de oostkust van Fuerteventura.

kaart van het noorden van Fuerteventura waarop El Cotillo is aangeduid

Volgens de (recente ?) reisgids heeft het toerisme El Cotillo nog niet ontdekt. Maar dat is verleden tijd! Vissersboten zijn er niet meer te zijn, maar wel een groot aantal campers langs het ongeveer 4 km lange strand richting noorden. Door de sterk geaccidenteerde kust zijn er veel beschermde baaitjes ontstaan waar surfers er kunnen genieten van hun sport. Verder veel zonnekloppers.
Het aantal souvenirwinkeltjes is beperkt, er zijn wel al enkele hotels en wat vakantie-appartement-complexen. Verder zijn er een tiental restaurants….

El Cotillo bestaat al sinds de 16de eeuw. Het was dan vooral een overslagplaats voor graangewassen en gebrande kalk voor de verschillende Canarische eilanden.

Voor de film Exodus, die zich hoofdzakelijk op Fuerteventura afspeelde (in plaats van het Nabije Oosten) werden er ook hier opnames gemaakt.

4 km ten noorden van het voormalige vissersdorp, bij het meest noordelijke punt staat een vuurtoren. Bij de vuurtoren hoort het Visserijmuseum, maar zowel de vuurtoren als het museum zijn gesloten, er worden werken uitgevoerd, te zien aan het materiaal dat zich binnen een omheining rond het complex bevindt. Mensen aan het werk zijn hier niet te zien….. .

men houdt hier van om alle wegwijzers en openingsuren te blijven aanduiden, en nergens te vermelden dat een museum, een gebouw tijdelijk of blijvend gesloten is….

In feite staan hier nog 3 vuurtorens, de eerste werd in 1897 gebouwd, de tweede in de jaren 1960 en de grootste in rood-wit, 37m hoog, werd in 1985 opgericht.

de 3 vuurtorens op het noordoostelijke uiteinde van Fuerteventura

de kleine, oudste vuurtoren

de vuurtoren in de jaren 1960 gebouwd

de rood-wit gestreepte vuurtoren is de jongste. In het gebouw woonde de vuurtorenwachter met zijn familie

de ondergrond is vulkaangesteente, de er boven liggende lagen zijn al weg geërodeerd

en toch is er hier een daar een (zeer fijn) zandstrandje, zelfs op dit noordelijke punt

Vanaf de vuurtoren is er een leerpad, die min of meer de kustlijn volgt, met 5 info tafels. Er is een pad die langs de 5 borden voorbij gaat. Bord 3 bestaat niet meer en de andere zijn maar deels leesbaar …..

niet bijster goed onderhouden tafels langs het ‘leerpad’

Op basis van paleontologische vondsten besluit men dat Fuerteventura (het centrum) het oudste eiland is van al de Canarische eilanden, met vondsten tussen 1,6 miloen jaar en 10.000 jaar oud (Pleistoceen)

de paarse kleur van deze zoutminnende plant valt op….

Het ‘zand’ bestaat uit resten van organisch materiaal, uit als maar kleiner wordende resten van (mossel)schelpen en uit resten van kalkalgen. Door de wind worden deze ‘zand’vlakken vervoerd en verplaatst. Planten zorgen ervoor dat hier en daar het ‘zand’ wordt vast gehouden.

Maar de zee spoelde en spoelt veel meer aan dan ‘zand’. Vooral vroeger, toen hier weinig en zeer arme mensen woonden, werd alles wat de zee aanspoelde gebruikt. Zo was het merendeel van het hout dat gebruikt werd voor de bouw van hutten en zelfs van boten, aangevoerd door de zee. Zelfs zeilen en ander materiaal van vergane schepen spoelde aan en werd gebruikt door bewoners. Deze ‘geschenken’ uit de zee werden door de vroegere bewoners ‘Jallos’ genoemd

wanneer de zee aftrekt blijven er kleine meertjes achter waar soms voedsel achter blijft voor vogels

op andere plaatsen worden massa’s wieren en ander organisch materiaal op het strand geworpen tijdens hoog tij

hier en daar een surfer en een visser die op een uitstekende rots in zee zijn geluk beproeft

Vissers, vooral vroeger, zochten bij eb naar zeevruchten, slakken en mossels komen dan immers droog te liggen en zijn gemakkelijk te rapen. Hier is een van de zeevruchten-rijkste plakken op de Canarische eilanden. Kleine krabben worden onder stenen gevonden.

Een van de grootste problemen voor zee-organismen (en de vissers) is pek en teer, afvalstoffen die in zee geloosd worden bij het kuisen van de scheepsmotoren

begroeiing en een (redelijk) rustige baai, niets doet vermoeden dat de zee hier dikwijls meters hoge golven op het land smijt…

het vulkanisch gesteente hier is licht in gewicht, een soort puimsteen. De vele gaatjes in he gesteente waren bij afkoeling van het magma gevuld met gas

In het zuiden van El Cotillo bevindt zich een vestigingstoren, rond en 2 verdiepingen hoog, gebouwd in 1741 op een steile klip. In die toren was er plaats voor 12 soldaten. Zij moesten de haven met de aangelegde schepen en het dorp beschermen tegen piraten.

Op het platform bovenop de toren stonden 3 ijzeren kanonnen.

Een ophaalbrug en een zware poort gaven toegang tot de toren.

De toren zou te bezoeken zijn en er zouden tentoonstellingen gehouden worden, maar ook hier ‘gesloten’. We vragen aan iemand die binnen gaat of we de toren kunnen bezoeken, maar nee, nu wordt hij gerestaureerd en daarna gaat hij nooit meer open….

Bij de toren is er weer een skelet te zien, nu van een Dolfijn van Cuvier, een spitsneusdolfijn

De dolfijn van Cuvier komt wereldwijd voor, waar hij vooral in de diepzee leeft. Hij jaagt op pijlinktvissen en op diepzeevissen. Hij duikt kaarsrecht naar beneden. Bij waarnemingen van dieren met een zender werd een duikdiepte van 2992 meter gemeten en een duiktijd van 2 uur 17 minuten. In 2020 werd bekend dat een exemplaar drie uur en 42 minuten onder water was gebleven.[5] Daarmee is de dolfijn van Cuvier, voor zover bekend, het diepst duikende en langst onder water blijvende zoogdier.

De dieren brengen een groot deel van de dag door met duiken. Gemiddeld zevenmaal per dag duiken ze 1 à 2 kilometer diep. Tussendoor duiken ze nog een aantal keer 50 à 800 meter diep, met telkens 2 à 3 minuten rusttijd aan het oppervlak. 's Nachts rusten ze regelmatig een half uur aan de oppervlakte.
Doordat hij vooral ver van de kust, diep in de zee leeft, is er over de soort weinig bekend.
(https://nl.wikipedia.org/wiki/Dolfijn_van_Cuvier)

een tekening van de Cuvier dolfijn op het infobord

Dit wijfje strandde in 2004 hier de buurt. 3 andere Cuvier-dolfijnen kwamen op hetzelfde moment aan hun einde, oorzaak waren militaire oefeningen die gebruik maakten van radars, waardoor de dieren helemaal ontregeld geraakten. Om verdere ongevallen met dolfijnen en andere walvisachtigen te vermijden is het verboden om nog militaire manoevers in het Canarische gebied te houden.

Het dorpje El Cotillo heeft een oude vissershaven, die nu verlaten is. Iets zuidelijker ligt nu een nieuwe vissershaven, allemaal erg klein

de nieuwe haven

en de oude haven

en ook hier staat de vissersvrouw op uitkijk of haar man terug komt….

 … en wanneer de vissers terug zijn, wordt (werd) de boot op land getrokken…

Rond de oude vissershaven is het centrum van het oude dorpje met veel restaurants.

 … en wat is hier lekker ….

Bij de nieuwe vissershaven, die hoger gelegen is, is er veel nieuwbouw, verblijven voor gasten met restaurants, bars, …

… en ondertussen blijven golven inbeuken en opspatten op de rotsen …

Hier zijn ook resten te zien van oude kalkovens. In tegenstelling tot Lobos, werd de gebrande kalk wel geëxporteerd naar de naburige eilanden.

resten van 2 kalkovens

*

Het noorden van Fuerteventura telt 1 gemeente, La Oliva. Vandaag bezoeken we het dorpscentrum La Oliva zelf.

Veel belovend volgens de reisgids, met verscheidene bezoeken ….. we hebben al een pak zout mee om ook hier alles met een korrel zout te nemen ….

kaart waar La Oliva en Villaverde zijn aangeduid

Net zoals er in Corralejo en El Cotillo, gekleurde vissen zijn te zien, zouden in La Oliva gekleurde geiten te zien zijn. Maar die zijn er ofwel nooit gekomen, ofwel … ergens anders gaan grazen …

In dit dorp staat een van de grootste kerken van het eiland, bestaande uit 3 schepen, Nuestra Señora de la Candelaria. Men vermoedt dat de kerkbouw op het einde van de 16de eeuw gestart is. De klokkentoren diende ook als wacht- en uitzichttoren

Vandaag is het internationale vrouwendag. Voor de kerk is er een optreden van een … zanger….

het landschap is hier open, er zijn meerdere vulkanen te zien (al lang niet meer actief)

We zijn meer in het binnenland, dus enkele andere plantjes te zien

Anagallis arvensis, guichelheil, een plant uit de sleutelbloemfamilie

Rumex vesicarius, is van origine uit Azië, Afrika en Australië

Senecio massaicus, endemisch op de centrale en oostelijke Canarische eilanden

Reichardia tingitana, is misschien endemisch, volgens sommige bronnen

Argyranthemum frutescens, de Canarische margriet, afkomstig van de westelijke Canarische eilanden. De bloemen hebben een diameter van 3 cm

Launaea nudicaulis heeft een bladrozet bij de grond, maar geen blaadjes aan de naakte stengels

Verder zijn er in La Oliva enkele interessante gebouwen en musea te zien en te bezoeken.

Het eerste is de Casa de los Coroneles (huis van de kolonels). Het is voor Fuerteventura een van de belangrijkste historische gebouwen. Het diende meer dan 100 jaar (vanaf ongeveer midden 1700 tot 1870) als zetel van de militaire regering. Voordien regeerde een feodale heerser vanuit de toenmalige hoofdplaats Betancuria (hier komen we later nog), maar rond 1700 verkoos deze te verhuizen naar Tenerife. Daarom namen de kolonels de macht over op Fuerteventura

Casa de los Coroneles, helaas gesloten …..

Wat verder is Casa Mané, centrum van de Canarische kunst, waar beelden van Canarische kunstenaars worden tentoon gesteld, volgens de gids is er geen tweede zo belangrijk museum . Er zijn ook wisseltentoonstellingen van andere Europese kunstenaars

Casa Mané, helaas (ook) gesloten ….

Het volgende gebouw is de Mercado de las Tradiciones. Hier wordt op dinsdag en vrijdag een lokale markt gehouden met lokale producten. En … het is open…


Die lokale producten bestaat uit 1 winkeltje waar geitenkaas en geitenvlees verkocht worden, 2 winkeltjes waar boeren hun groenten verkopen, 3 winkeltjes waren hoofdbandages en tasjes verkocht worden, 1 winkeltje waar allerlei zalven en zeepjes o.a. met Aloe vera te koop worden aangeboden. En dat is het …

de patio, binnentuin van het gebouw …

en in de andere richting …

Het volgende belangrijke gebouw is het Museo de la Cilla, museum dat vroeger (1819) gebruikt werd op graan in te bewaren.

De boeren moesten aan de kerk 10% van hun opbrengst schenken als ‘huur’. Het was de gewoonte dat alle ‘gelovigen’ sinds de 6de eeuw eenmaal per jaar een tiende moesten schenken. Pas in de 19de eeuw werd deze verplichting afgeschaft.

Daarom werd dit gebouw in 1840 verkocht en kwam het in privé bezit, het werd verder gebruikt om graan te bewaren.
Lange tijd werd het gebouw niet meer gebruikt, het werd in 1997 in erg vervallen toestand door de overheid van het eiland gekocht, helemaal opgeknapt en ingericht als museum van het graan

Museo de la Cilla, met op de volledig deur een handgeschreven briefje ‘ben over 15 minuten terug’ ….

Dan is er nog het Museo de las Tradiciones, het museum van de traditie. Daar kan men aan de hand van oude meubels en inrichting een beeld krijgen hoe de (meer begoede) mensen vroeger leefden

… en niet te geloven …. Gesloten

een telefoonnummer , hebben we maar niet geprobeerd …

Dan is er nog het Casa del Ingles, het huis van de Engelsman. Dat zien we langs de straat staan, helemaal vervallen …. Zal zeker niet te bezoeken zijn ….

Gelukkig zien we kleurrijke bloemen

een bloeiende cactus

af en toe al eens gezien, een veld(je) met agaves (Agave sisalana), de sisal-agave

Deze planten werden in het verleden, en worden nog gekweekt voor hun vezels. Vroeger maakte men er zeilen van

een ‘onkruid’ met immens kleine, maar mooie bloemetjes. Nergens een naam te vinden …

een ooievaarsbek, Pelargonium capitatum, komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika. Op La Réunion werd deze plant gekweekt om er geurstof uit te extraheren voor de parfumerieën in Grasse, Frankrijk

*

Villaverde ligt even ten noorden van La Oliva. Het is een langgerekt dorp langs de weg.

Er is een klein gesloten kerkje, la Ermita de San Vicente Ferrer

Het dorp telt 2 windmolens die op eenzelfde heuvelkam staan. Het zijn ‘mannelijke’ windmolens, ‘el molino’. Mannelijk windmolens zijn bovenaan iets smaller en hebben een houten dak en houten wieken. Deze windmolens zijn ouder dan de ‘vrouwelijke’, zijn technisch nog minder ontwikkeld en malen minder fijn.


Villaverde is ook bekend om zijn Cueva del Llano, een tunnel die ongeveer 800.000 jaar geleden ontstaan bij de uitbarsting van een nabijgelegen vulkaan. Deze tunnel is 600m lang, we vergelijken hem met de tunnel die we op Lanzarote gezien hebben.

In de tunnel de Llanos zijn heel wat fossiele resten gevonden van uitgestorven dieren.

In de laatste 200m van de tunnel komt er nu nog een levend fossiel voor Maiorerus randoi, een soort hooiwagen die enkel hier voorkomt en geen ogen heeft omdat het dier in de volledige duisternis leeft.

de blinde hooiwagen (www.fuerteventurazeitung.de/2017/05/maiorerus-randoi-fuerteventuras-seltenste-spinne/)

De tunnel zelf is niet te bezoeken om de spin niet te storen. Bovendien bestaat er instortingsgevaar … Er is een museum, maar dat zou maar op bepaalde momenten open zijn (?)

We rijden nog even verder naar het zuiden, naar La Matilla.

We zouden hier een wandeling maken langs bronnen, maar het gebied ziet er zeer droog en dor uit.

toch nog even een foto van deze prachtige bebloemde acacia (Acacia saligna), afkomstig uit Australië en hier als cultuurplant aanwezig

Het dorpje zelf is piepklein, we keren dus terug naar Corralejo

*

Dicht bij Corralejo ligt het dorpje Lajares

Lajares is op de kaart omcirkeld

Rond Lajares zijn er vooral lavavelden te zien. Ze zijn ongeveer 10.000 jaar geleden ontstaan. Daarnaast zijn er verschillende vulkaankegels

Het dorpje zelf is vandaag, zaterdag, erg toeristisch in trek. Op zaterdag wordt er immers een kunstenaarsmarkt gehouden. Net voor de markt om 10u start regent het heftig, dit is maximaal 10 minuten!

In Lajares is er een kleine bakkerij met veel lekkers, we gaan er dus maar in de file staan. Mensen komen hier ook ontbijten, er wordt vers sap gemaakt van groenten en fruit, naar keuze. Er is maar één medewerker, dus alles duurt wel even ….

Naast de winkel is de grote zaal voor de Canarische sport, Lucha.

Bij deze sport zijn er 2 groepen, elk van 12 spelers. Op Fuerteventura bestaan er zo 5 clubs. De kamp vindt plaats in een ring waarbij de bodem bedekt is met fijn zand.

De jongens/mannen dragen een korte broek, een T-shirt en ze zijn blootvoets. Per 2 staan ze tegenover elkaar voor een kamp die precies 1minuut en 30 seconden duurt. Via grepen (zoals bij judo) proberen tegenstanders elkaar aan het wankelen te brengen. Wie in deze tijd met een ander lichaamsdeel dan de onderzijde van de voeten, het zand raakt, is verloren.

Verder is er een klein kerkje in Los Lajares, de Ermita San Antonio. De gemeenschap kreeg in 1792 de toelating om het kerkje te bouwen, men vermoedt dat het kerkje dus begin 1800 klaar was

de dorpjes waren in die tijd erg weinig bewoond, een kapelletje was voldoende om de ganse gemeenschap in onder te brengen

Bij het kerkje zijn er 2 molens te zien, aan de ne zijde van de weg ‘el molino’, de mannelijke molen

en aan de overzijde ‘la molina’, de vrouwelijke molen, recenter, technisch beter en maalt veel fijner

In Los Lajares zien we hier en daar de Blauwgroene Tabak (Nicotiana glauca) staan. Van oorsprong komt deze plant uit Zuid-Amerika (niet te verwarren met de echte tabaksplant met zijn grote bladeren).

Wat later maken we een wandeling in de ‘mal pais’, slechte grond, dit is door het lavaveld en tussen vulkanen.

Een man met dromedarissen probeert ritjes te verkopen. Het gebied hier, de mal pais, was vroeger het domein van geiten en dromedarissen, en er werd hier en daar, waar het mogelijk was, aan landbouw gedaan.

Het pad dat we volgen is duidelijk aangeduid met een wit/groene streep en we lopen hier helemaal niet alleen.

De wandeling die wij maken is een stuk van de wandeling van Los Lajares naar Corralejo. Het vervolg (waar wij rechtsomkeer maken) is de GR 131

de weg is breed, het centrum is geplaveid met rotsblokken die stevig vast liggen. De vulkaan op de achtergrond is de Montaña Colorada, de gekleurde berg

Het pad splits in het verplichte pad naar rechts en het verboden pad links van de Montaña Colorada

ondanks de hoge boetes (tot 3000 euro) zijn er (vooral lokale) mensen die zich niet storen aan de verboden wegen ….

Op de flank van de Montaña Colorada zien we twee openingen, we dachten aan zijkraters. Hier echter werd de vulkaan een stuk afgegraven om vulkaansteentjes te krijgen die bvb gebruikt werden voor opritten of als bodembedekking waar nodig

Ondertussen gaat de weg verder door de malpais, het pad stijgt geleidelijk en langzaam

richting vallei zien we omheinde stukken grond, uit de tijd dat hier aan landbouw en veeteelt werd gedaan. De omheiningen, overal op Fuerteventura, bestaan hoofdzakelijk uit op elkaar gestapelde lavastenen, soms zijn de stenen aan elkaar gekit, en soms is er bovenaan een laagje witte cement en kalk op aangebracht

hier was de draaicirkel voor de vrachtwagen geladen met lavagranuulaat

vanaf de draaicirkel wordt het pad veel smaller, steiler en vooral moeilijker begaanbaar. Naast het pad liggen grote stenen zodat we verplicht zijn om op het pad te lopen. De punten van onze wandelstokken blijven regelmatig tussen 2 stenen steken, ….

naast de vulkaan Montaña Colorada, staat de vulkaan Calderon Hondo.

De beide vulkanen Montaña Colorada-Calderon Hondo, behoren tot een groter vulkaanrij waartoe de vulkaan Bayuyu ook hoort. Ongeveer 50.000 jaar geleden is door uitbarstingen van de Bayuyo het eiland Fuerteventura met 110 km2 vergroot richting noorden (zoals enkele jaren geleden het Canarische eiland La Palma ook vergroot is door lava.

Het eiland Lobos is ook gevormd door uitbarstingen van dezelfde Bayuyo

een afsplitsing van het pad leidt naar de krater van de Calderon Hondo

we volgen het moeilijk geplaveide pad dat nu steiler klimt

Voor ons zien we een complex van andere vulkanen waartoe de Bayuyo hoort

Iemand start met de beklimming van de Bayuyo, er is geen duidelijk pad, steenmannetjes wijzen de weg (lezen we, we zijn er zelf niet geweest)

het is verboden om langs de steile helling van de Hondo vulkaan naar boven te klimmen… wat later zien we 2 mensen langs deze weg naar beneden schuiven ….

wat verder is er weer een wegsplitsing, een pad vol keien en stenen klimt naar de krater van de Hondo, we zien mensen sukkelend naar beneden komen. Wij klimmen dus niet verder

Het geplaveide pad gaat verder klimmend tot bij ruïnes van voormalige boerderijen

We keren terug naar de ‘hoofdweg’ die verder richting noorden, richting Bayuyo loopt

dit pad is niet geplaveid, maar doordat het vrij horizontaal op deze ‘hoogvlakte’ (170m hoog) loopt, is het gemakkelijk begaanbaar

Daarna komt ook dit pad weer op het slecht geplaveide hoofdpad

dat hoofdpad eindigt op …. een parkeerplaats (te bereiken via een niet geasfalteerde weg).
Een grote steen verspert de weg voor voertuigen om richting Hondo vulkaan te rijden

hier komt het pad dat wij volgden bij de GR 131, men kan hier verschillende richtingen uit, al wandelend

we zien dat de wandelaar/klimmer op de top van de Bayuyo vulkaan (271m) staat Hij/zij heeft een uitzicht over het noorden van Fuerteventura en op Lobos. Deze persoon heeft ook een mooi uitzicht op het zuiden van Lanzarote. Gelukkig zijn de regenwolken verdwenen, deze ochtend waren er geen toppen te zien

hier hebben we een klein beetje zicht op de kraterrand van de Hondo vulkaan

*

We keren terug naar Corralejo waar sinds een week, en ook nog de volgende week, carnaval gevierd wordt. Vandaag lopen sommige mensen verkleed rond, er is veel lawaai en er wordt heel veel drank geschonken

er is één groepje dat door de straten loopt, met een fanfare en dansmariekes…

Specialiteit hier: geitenkaas, geitenvlees en vis

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Katrien Hey jullie beiden Bedankt voor het uitvoerig verslag . Het lekker eten deed me watertanden.. er valt daar ook weer zoveel te beleven!Ik las het op de luchthaven van Madrid, na een heerlijke trip met mijn 3 zussen. Nu weer op weg naar huis. Geniet verder van jullie trip. Geplaatst op 13 Maart 2024
Jozef en Anita Toch wel veel mooie bloemen en struiken. Vooral te ontdekken op de lange wandelingen die jullie maken. En het eten ziet er heel lekker uit. Geniet nog verder van de aangename temperaturen want hier blijven we nog steeds hangen in het regenweer!! Geplaatst op 12 Maart 2024
[email protected] de laatste week Fuerteventura is ingezet. Het is er droger dan hier maar vergis ik me als ik de indruk heb dat het niet echt zonnig is? grappig dat alle museos dicht zijn ...nochthans is de casa de los coroneles mooi, maar we hebben het ook maar één keer kunnen bezoeken, het stond steeds in de steigers ( nu ook precies). We konden er zelfs villa Winter bezoeken, maar dat was een echte toevalstreffer. Geniet vande papas, mojo's, verse vis, schaaldieren en geitenkaas. Ik ben benieuwd of in Betancuria het restaurant ( casa Maria denk ik maar ben niet zeker) nog bestaat, daar was het aangenaam vertoeven, ook in de namiddag na een wandeling met een lekkere koffie of thee en zéér lekkere patisserie, in het restaurant was de cabrito lechal een echt culinair gerechtje. Geniet verder van het droge weer wnt hier kennen de hemelsluizen geen sluitingsuur. Geplaatst op 11 Maart 2024
Wivine Lekkere vis, kleurrijke carnaval, mooie wandelingen…….het leven kan goed zijn! Geniet van de zon want hier is het weer wisselvallig! Groetjes Wivine Geplaatst op 10 Maart 2024
Lieve Goeie zondag Lou en Stephan. Dank voor het ferm verslag alweer.Aangenaam Leesvoer op zondag. Goed dat jullie.benen in orde blijven en de plantjes blijven groeien , itt de gesloten museumkes... Geniet van het vervolg!! Geplaatst op 10 Maart 2024
Cecile Goede zondagmorgen daar Gisteren hier lentedagje,we gingen naar zee… Nu begint de ramadan….. Het valt me op welke mooie beeldengroepen er daar opgesteld staan, ook in je eerste verslag ……ook heel speciale halofieten, naar vorm en kleur heel divers Ook zie ik even slechte kasseipaden als in Gent centrum…..struikel niet….. Waai verder mee waar de wind jullie naartoe voert,veel plezier Gr Cecile Geplaatst op 10 Maart 2024
Nonkelke hey Molino en Molina, jullie hebben er duidelijk zin in met alweer een rijkelijk gestoffeerd verslag van jullie wandelescapades (goe bezig!), en vele foto's van alles wat vliegt of zwemt of groeit (en niet te vergeten wat er aan lekkers te eten is). Nog veel (wandel)plezier, al dan niet gejaagd door de wind! Geplaatst op 09 Maart 2024

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking