Reisverhaal «Op weg naar en aankomst in Andalucia»
Andalucia
|
Spanje
|
3 Reacties
09 Oktober 2021
-
Laatste Aanpassing 10 Oktober 2021
Andalusië is aan autonome regio in het zuiden van Spanje. Spanje is verdeeld in 17 autonome regio’s of zelfstandige gewesten. Elk gewest heeft een éénkamer-regering en een president.
De grote regio’s zijn onderverdeeld in provincies, zo ook Andalusia
kaart van Spanje met de autonome regio’s. Andalusië is de meest zuidelijke
de provincies van Andalusië
In het zuidoosten grenst Andalusië aan de Middellandse Zee, in het zuidwesten aan de Atlantische Oceaan.
De hoofdstad van Andalusië is Sevilla. Het gewest heeft een oppervlakte van 87.590 km2, dus bijna 3 maal zo groot als België. Andalusië is de op één na grootste regio, wat betreft oppervlakte, na Castilië-La Mancha), maar telt wel het hoogste aantal inwoners, nl ongeveer 8,5 miljoen mensen.
Wat maakt Andalusië zo aantrekkelijk om er naartoe te reizen?
Enerzijds is er het Middellandse Zeeklimaat met zijn droge en warme zomers, en zijn milde winters. De gemiddelde jaartemperatuur is 16°C, met natuurlijk uitersten. In de provincie Sevilla bevindt zich een dorp dat ‘de braadpan van Europa’ genoemd wordt met zomerse temperaturen gedurende vele dagen boven 40°C.
Anderzijds is Andalusia een gebied met een zeer grote variatie aan natuur en landschappen, planten en dieren; De kusten zijn bekend, de Sierra Nevada is een hoog gebergte waar tijdens de winter geskied wordt, met als hoogste top de Mulhacen, bijna 3500m hoog.
Naast de Sierra Nevada zijn er nog verschillende andere gebergten in Andalusië
topografische kaart van Andalusië
De enige 2 Spaanse nationale parken bevinden zich op het grondgebied van Andalusië, het Nationaal Park Sierra Nevada en het Nationaal Park Doñana
in het rood zijn de nationale parken aangeduid, in het groen de natuurparken
Dé rivier van Andalusië is de Guadalquivir, 660 km lang. Ze ontspringt in de Sierra de Cazorla, komt door Cordoba en Sevilla en mondt uit in de Atlantische Oceaan bij Cadiz en het Nationaal Park Doñana
kaart van Spanje waarop de loop van de Guadalquivir is getekend
En daarnaast zijn er nog de 3 grote steden, allemaal met een sterk Moors verleden. Arabieren waren heersers in Andalusië van 711 tot uiteindelijk 2 januari 1492, dag waarop de katholieke koningen Granada binnen vielen. Granada bleef het langste onder invloed van de Moren, maar ook Sevilla en zeker Cordoba hebben nog heel wat Moorse (en Joodse) herinneringen.
Verder zijn er ook nog de ‘Witte Dorpen’, of ‘Pueblos Blancos’. De meeste van deze dorpjes liggen op een rots, veiliger bij invallen.
Om alles in Andalusië te bezoeken zouden we veel tijd nodig hebben, meer dan wat we nu hebben. We bezochten in het verleden al heel wat, benieuwd hoe het één en het ander veranderd is.
Wanneer we op de routeplanner kijken is er een min of meer rechte lijn tussen België en de grens Frankrijk-Spanje. Om de rit niet te hectisch te maken rijden we in 3 dagen naar Andalusië (en we keren ook in 3 dagen terug)
Bij het vertrek uit België regent het pijpenstelen. Het verkeer gaat traag. Hopelijk regent het niet zo de ganse dag. België en het drukke Noord-Frankrijk kende regen, daarna wordt het wat rustiger op de baan en houdt de regen op.
Wat later komt zelfs de blauwe lucht achter de wolken piepen. Hier en daar wat file, vooral wegens wegwerkzaamheden. Maar de regen heeft opgehouden.
Na de péage van St-Arnould vinden we een rustige parking met picknickbanken. We zitten in de zon voor onze lunch
tijd om enkele Taichi-oefeningen te doen
in rood, onze route door Frankrijk. We overnachten in Saintes
Saintes ligt in het departement Charente-Maritime. Het dorp, gelegen aan de Charente, is zo ongeveer 2000 jaar oud en gesticht door de Romeinen. De Romeinse benaming was Mediolanum Santonum , het laatste woord duid op de Gallische stam die in dit gebied leefde, de Santonen.
Na ongeveer 750 km houden we halt in Saintes. Simpel hotel met een kleine kamer (zoals in Tokyo en in Bangkok). We rijden naar het centrum voor een 5km lange wandeling.
het bezoek aan de oude stad start in het voetgangersgebied
een doorkijkje
de voormalige kapel van de Jacobijnen
met verrassend, een groot atelier voor beeldhouwers in natuursteen, Saintogne-steen
rustige straatjes met gebouwen uit dezelfde Saintogne steen, de plaatselijke kalksteen
wat verder zien we de massieve toren van de kathedraal boven de gebouwen . De steen kleurt goud in het licht van het laatste uurtje zon
voorgevel van de kathedraal. De kerk is vooral toren
wat verder zien we dat het stadje blijkbaar niet zo vlak is, boven de huizen torent een kerk
het park voor het stadhuis staat nog in bloei, het geeft ons een zuidelijk gevoel
een stadszaal
met aan de overzijde de toegang tot het jongenscollege
Saintes ligt aan de Yser
wat verder nog een kerk, de basiliek, welke goud kleurt in de avondzon
Wegwijzers leiden ons al even richting amfitheater, daterend van ongeveer 40 n.C.
het amfitheater is, volgens foto’s, een tijdje geleden gerestaureerd. Hier vinden nu allerlei optredens plaats, het cultureel centrum van de stad, sinds meer dan 1500 jaar…
het gebied van het amfitheater is nu gesloten, we kunnen er wel rondwandelen
de toegang, nu gezien van de overzijde
We wandelen terug naar de parking. Bij het theater vinden we een nog een gezellige eetgelegenheid
we bestellen als dessert profiterolles met een bolletje ijs. Nooit verwacht dat de ganse zaak zo groot zou uitvallen
Langs het Franse Baskenland rijden we Spaans Baskenland binnen
in blauw, onze route door Spanje. We overnachten eerst in Valladolid.
Valladolid is de hoofdstad van de Autonome Region Castillia y Leon. Hier huwden in 1469 Ferdinand II van Aragon en Isabella I van Castillië, de katholieke koningen. Door dit huwelijk werden voormalige koninkrijken samen gevoegd tot een groot Spanje.
We parkeren de auto aan de overzijde van de Pisuerga rivier, een zijrivier van de Duero (welke in Porto uitmondt in de Atlantische Oceaan). De Pisuerga is ongeveer 270 km lang.
eens over de rivier komen we bij een park . Mensen zoeken hier de schaduw op. Momenteel, 18u30, is het hier 23°C
kinderen spelen in de speeltuin, oudere mensen zitten op een bank
de achterzijde van het stadhuis
2 koperen mannen houden een waterbekken bij het stadhuis , op zijn plaats
zullen we hen even helpen?
huizen met balkons en loggia’s
de kathedraal waarvan de bouw startte tijdens de 15de eeuw. In 1841 kreeg de kathedraal een nieuwe toren nadat de oorspronkelijke toren ingestort was
de stad telt nog tientallen andere kerken
De Plaza Major is het voornaamste plein van de stad
hier zien we de voorzijde van het stadhuis
al de andere gebouwen rond de Plaza Major vertonen een grote uniformiteit
wat verder komen we voorbij de Passage de Guttierez, misschien wel het bekendste bouwwerk in de stad
over enkele minuten sluiten de winkels (20u)
Op de Plaza San Salvator vinden we een restaurantje, en het smaakt…. We laten ons vandaag niet meer verleiden met een dessert ….
3.Het westen van Andalusië: provincie Huelva
Onze eerste verblijfplaats is El Rocio, gelegen bij het Nationaal Park Doñana, in de provincie Huelva
deelkaart van de meest westelijke provincie Huelva. In het zuidoosten is El Rocio, de Guadalquivir en het Nationaal Park Doñana aangeduid
El Rocio is het beroemdste bedevaartsoord in Spanje. Een Mariabeeld wordt door zigeuners vereerd. Elk jaar komen Roma-zigeuners, niet alleen uit Spanje, te voet, gemotoriseerd, met openbaar vervoer of te paard naar El Rocio. Volgens sommige bronnen komen er dan vele honderdduizenden , misschien wel een miljoen, zigeuners naar dit dorp, tijdens het weekend van Pinksteren. Naast processies en missen, wordt hier gezongen, gedanst, gedronken en geconsumeerd.
We waren hier ongeveer 30 jaar geleden, in de tussentijd is het dorp sterk aangegroeid. Nu zijn er heel wat overnachtingsplaatsen
de patio van ons verblijf. Zelfs nu, in oktober, lopen de temperaturen nog op tot 30° of meer. De patio is daarom overdekt
al de huizen zijn wit, met een zichtbare hoogte van 2 verdiepingen boven het gelijkvloers
in keramiek, geschilderd, als poster of foto, overal is er wel een afbeelding te zien van het Mariabeeld.
Momenteel is het beeld niet in El Rocio te zien. Op het moment van de start van de lockdown, bevond het beeld zich in het hoofddorp Almonte, en het is nog niet terug gekeerd
Omdat heel wat mensen, niet alleen zigeuners, hier te paard toekomen, of hun paard meebrengen, is er voor elk gebouw de mogelijkheid om het paard vast te binden aan (meestal) houten palen
geen enkele straat heeft een verhard oppervlak, de bodem is bedekt met zeezand
wie zelf geen paard berijdt, kan zich per koets laten meevoeren
het dorp grenst aan een moerasgebied. Nu staan de moerassen droog. Na de winter, regentijd, echter is dit grote gebied drassig en zijn er heel wat vogels te zien
het wandelpad langs het moerasgebied is mooi aangelegd, bomen en struiken zorgen voor wat schaduw
een oude wilde olijfboom
wat verder komen we bij een kapel, waar enkel een Mariabeeld voorkomt en voor de rest grote rekken om kaarsen te branden
de toegang van de kapel is naar de kerk gericht
een van de zijtoegangen tot de kerk
normaal staat het Mariabeeld in deze met goud versierde nis
de voorgevel van de kerk
in het dorp komen we bij de Plaza Major. Centraal op het grote plein is er gras, zijn er bomen. Kleinere huizen staan langs de kant
We logeren in een klein hotel met een overdekte patio
verschillende bars en restaurants voeden en laven de bezoekers
El Rocio grenst aan het Nationaal Park Doñana.
Men kan aan de buitenzijden van het gebied wandelen, of een bustour maken in het park, niet echt ecologisch. Dus wij wandelen vanaf het infocentrum El Acebuche
El Acebuche betekent ‘Wilde Olijfboom’, genoemd naar een meer dan 400 jaar oude wilde olijfboom bij het gebied
de vruchten van de Wilde Olijfboom
Wandelingen gaan over plankpaden. In dit gebied zijn er brakwatermeren, tenminste als het voldoende geregend heeft tijdens de maanden december/januari. En dat gebeurt niet elk jaar
hier zou een meer moeten zijn
met watervogels ….
hier en daar zijn er nog bloeiende planten
de meest voorkomende boom is de Parasol-den, een boom die voor schaduw zorgt
het duurt 3 jaar voor de kegels rijp zijn
een jonge parasol-den
tijdens het natte seizoen verbinden beken de verschillende meertjes en waterplassen
Halimium halimifolium, een plant zonder Nederlandse benaming. Ze bloeit in de lente en zomer, maar ook nu, begin oktober, zien we hier een daar nog een bloem
In dit gebied leeft ook de Iberische lynx of Pardellynx. Hier in het Doñana park is er een broedprogramma voor deze uiterst zeldzame dieren
wij hebben deze dieren niet gezien (foto Aantal Iberische Lynxen in Spanje toegenomen in 2019 (spanjevandaag.com)
op de plankenvloer zien we af en toe een hagedis, en deze zwarte kever, Tentyria subcostata. Geen Nederlandse benaming van deze typische Doñana-kever
Naast de parasol-den en de wilde olijfboom komen nog een aantal andere droogte resistente planten voor
een soort Jeneverbes, Juniperus phoenicea die tot de cypresachtigen behoort
de vrouwelijke kegels
de Verfbrem
en een soort tijm
Het Doñana park is ook bekend voor zijn Stuifduinen, duinen welke zich door de wind verplaatsen.
We rijden tot bij de oceaan bij Matalascañas. Het kustmatige dorp is zeker niet moeders mooiste. Bovendien onttrekken de hotels heel veel water it het natuurgebied. Ten westen ervan echter kunnen we in de Stuifduinen wandelen. Gelukkig zijn er enkele paden via gekleurde paaltjes aangeduid, in het andere geval zouden we waarschijnlijk wel verloren gelopen zijn
op het strand bij de zee, ligt er een rest van de Torre El Higuera
de wandeling start op een plankenvloer waardoor ook mensen in een rolwagen in het gebied kunnen komen
wat verder westelijk bevindt er zich een vuurtoren
hier verlaten we het vlonderpad om de blauwe wandeling te volgen
paaltjes duiden de blauwe wandeling aan
We keren voor alle zekerheid terug langs dezelfde weg.
Nadien rijden we naar Sevilla
onder het appartement dat we huren , is er een bekende restaurant