Reisverhaal «La Réunion, het oosten en het noorden»
de Mascarenen
|
Reunion
|
3 Reacties
19 November 2022
-
Laatste Aanpassing 23 November 2022
IV.e. Van Saint-Joseph naar Saint-Denis en de laatste cirque
We maken op vrijdag een lange rit, naar de normen van La Réunion, waarbij we van het zuidelijke deel al schreven in ons vorige verhaal.
de rit die we vrijdag maken
Aan de oostkust is er de Grand Brulé, het gebied waar bij bijna alle uitbarstingen van de Piton de la Fournaise, de lava naar beneden stroomt
.
kaart waarop het gebied van de Grand Brulé is aangeduid
Langs de weg is er via een bordje aangeduid van welk jaartal de desbetreffende lava dateert, allemaal van de jaren uit het eerste decennium van de 21ste eeuw. In dit gebied staan er natuurlijk geen woningen, die zijn allemaal verwoest
de N2 werd dan ook al verschillende malen bedolven onder de lava, telkens werd de nieuwe weg hoger gelegd
zicht richting zee, op de lava zijn al enkele pionierplanten te zien, planten die als eerste er in slagen om zich vast te hechten en te kiemen. Dat begint pas hier na 10 jaar
zicht richting vulkaan. Blijkbaar hangt hier bijna altijd een lage bewolking over de bergen en is de vulkaan zelf heel weinig zichtbaar. De oostzijde van het eiland is het meest regenrijk
af en toe kunnen we wat verder zien op de helling. Op de oudere lagen is er begroeiing, de lava van de laatste 15 jaar is nog (vrij) plantenloos
bizarre zichten
de lava van 2002, er is een kleine tunnel te zien. Op sommige plaatsen zijn de tunnels groter en kan men met een (speleologie)gids gedurende enkele uren door de tunnels kruipen
jongere lava, nog zwart
ietwat oudere lava, grijzer van kleur en meer begroeid
bij nader toezien, wat verder langs de route, is de grijze kleur afkomstig van verdroogde korstmossen
eerst, na 6 tot 8 jaar, komen er heliofiele varens (varens die in direct zonlicht groeien). Ze sterven gemakkelijk af en voegen zo wat organisch materiaal toe aan de bodem, voedsel voor andere planten, Nephrolepis abrupta is een veel voorkomende pionierplant op lava
daarnaast komt er ook al een struik voor, Boehmeria penduliflora, ingevoerd in La Réunion in de jaren 1970, maar nu al algemeen voorkomend. Eén van de eerste planten op verse lava
wanneer de zeer hete lava (temperaturen van meer dan 1000°C) naar beneden vloeit, ontstaat er brand, die zich snel uitbreidt
soms heeft de lava niet of maar beperkt de zee bereikt
lava van 2004
Het volgende stadje is Saint Rose, een stadje dat ook nog de invloed van de vulkaan ondergaat, maar ook leeft van heet suikerriet dat hier verwerkt wordt tot rietsuiker (er zijn maar 2 suikerfabrieken meer op La Réunion).
onze eerste stop is bij de vanille coöperatie
We rijden met een gids en een kleine groep mensen naar een gebied van een vanille-planter
een aantal zaken weten we al. Hier zien we een bevruchte peul met onderaan de verdroogde rest van de orchidee
De planter vertelt ons het een en het ander. Guave bomen zijn zeer goed als steun voor de vanille-liaan. De plant haalt niets uit de boom, de boom wordt enkel als steun gebruikt.
Guave bomen bieden niet alleen steun, ze zorgen ook voor schaduw, maar laten toch nog wat zonnestralen door.
om de plant te dwingen om vele bloemen te vormen, wordt een maand voor de bloei, begin augustus, het bovenste deel van de plant weggesneden. Hierdoor komt de liaan in een stresstoestand en moet er gezorgd worden voor nakomelingen, dus veel bloemen, die nadien vruchten en zaden vormen
de liaan groeit meters per jaar, tegen de boomstammen op. Om echter de bloemen te bevruchten, moet alles op mensenhoogte blijven. De gids heeft een stok bij zich met op het bovenste uiteinde een Y-vertakking. Hiermee wordt de liaan naar beneden gehaald. Dat gebeurt in de maanden juni tot augustus. De liaan wordt dan of vastgemaakt op lagere hoogte, of aan een lagere zijtak gehangen
het vermeerderen van de vanilleplant gebeurt heel eenvoudig. Het bovenste deel van de plant wordt over een lengte van minimum een halve meter afgesneden en de onderste bladeren worden verwijderd
de tak wordt dan met het kale deel in de grond gestoken, bij een boom, de grond wordt bedekt met wat afgevallen bladeren en over 3 weken begint de plant te groeien
Het duurt wel 3 tot 4 jaar voor de nieuwe plant bloemen vormt. Wanneer de planten met voldoende zorg omringd worden geven ze 10 tot15 jaar bloemen.
goede zorg betekent dat niet alle bloemen mogen bevrucht worden, dit put de plant teveel uit. Een goed evenwicht tussen voldoende opbrengst en goede zorg is nodig
De planter bewerkt tijdens het bloeiseizoen (september -december) zo een 1500 tot 2000 bloemen per dag. Wat er verder mee gebeurt wordt enkel en alleen bepaald door het weer, temperatuur, neerslag, …. . Vorig jaar was blijkbaar een te koud jaar waardoor een belangrijk deel van de peulen verloren gegaan zijn, en er dit jaar met 3 à 4 weken vertraging bloemen worden gevormd
het is vooral in het oosten van La Réunion dat er vanille geteeld wordt omdat het hier veel meer regent. Het westen van het land is te droog. Daarnaast is de lavagrond ideaal omdat het water gemakkelijk doorsijpelt in de grond waardoor de voet van de plant droog blijft
De rijpe peulen, te herkennen aan een lichter gekleurde streep worden na 9 maanden geoogst, dat betekent vanaf juni volgens jaar.
De coöperatieve koopt de peulen op en verwerkt ze verder. Straks gaan we nog langs bij die coöperatie in Bras Panon. Die verwerking duurt meer dan 1 jaar.
Op de markten worden vele vanillestokjes verkocht waarbij de verwerking te kort of zeer onzorgvuldig gebeurt.
Na de rondleiding rijden we verder naar Anse les Cascades, aan de oostkust. De inham van de zee bevindt zich hier veel lager dan de omliggende lavarotsen. Hier storten meerdere watervallen in de diepte. Er zijn parkings en vele picknickplekken vooral voor zondagse uitstappen
enkele mooie bomen met grote bladeren, de Indiase amandel (Terminalia capatta)
de boom
en oude zaden die we op de grond zien, de zaden zijn eetbaar en zouden een amandelsmaak hebben
hier leven heel wat Grote Textorwever (Ploceus cucullatus), dit is een mannetje
en het wijfje
de meeste watervalletjes hebben op dit moment weinig debiet. Deze valt het meeste op
ze storten allemaal van dezelfde helling
het water verzamelt zich in een kanaal, een deel wordt opgeslagen en verbruikt, de rest loopt naar de oceaan
een kleine baai
waar vissersbootjes in de zee kunnen
hier zijn ze weer, de Keerkringstaartvogel
het hele gebied is perfect voor mensen in een rolwagen
We wandelen hier rond, veel opvallende bloemen te zien
Brillantaisia (Brillantaisia owariensis) Acanthusfamilie, erg opvallend
Indisch Bloemriet (Canna indica), afkomstig uit Centraal Amerika
en de vruchten, met 15 zaden
een speciale bloem, naam ?
en de Bosmuis, (Apodemus sylvaticus), gaat helemaal niet in woningen
Iets noordelijker, een trekking van een half uur verder, bevindt zich de Pointe les Cascades, het meest oostelijke punt van Europa op 55°50’11” oosterlengte, en 21°10’58,5” zuiderbreedte
Wat verder zien we langs de weg een beeld van Saint-Expedit, de heilige die door alle godsdiensten hier als heilig aanzien wordt. Saint-Expedit is wel verbannen uit de katholieke kerken, maar dat deert hier niemand
Notre Dame des Laves, een kerk die gespaard is door een lavastroom, voor zover men het gespaard kan noemen, want de lava stroomde er gewoon binnen
de lavablokken zijn, na de opruim- en herstelwerkzaamheden, hier gebracht om een beeld te geven van de uitbarsting (van 1977)
een foto van kort na 13 april 1977
De lavalaag was hier 10m dik en 500m breed, de eerste en (tot nu toe) enige maal dat de lava tot in Saint Rose vloeide. Het hout-gedeelte van de kerk was al door de hitte verbrand nog voor de lava er was
de kerk binnenin is onderkomen
Een eind verder ligt Sainte-Anne
‘schoon van ver, maar ver van schoon’ is hier wel van toepassing. Dichtbij gezien heeft deze barokke kerk wel een opknapbeurt nodig
En dan gaan we nog langs in Bras-Panon, de locatie waar de coöperatieve van de vanilletelers, de peulen verwerkt tot een verkoopbaar product
na de oogst, 3 minuten onderdompelen bij 65° om de rijping te stoppen
de kookpotten staan klaar voor volgende pluk juni 2023
daarna drogen, af en toe in de zon, maar meestal in de schaduw
op dit moment liggen de peulen niet in de zon, er is zelfs geen zon. De peulen liggen op netten in een houten kader, nu binnen. De tijdsduur die nodig is voor droging is niet vastgelegd
en dan gaan de peulen in kisten om de smaak verder te ontwikkelen. Om de maand moeten de peulen eens goed verlucht worden, om geen schimmelvorming te krijgen. Dit proces duurt zeker 9 maanden
daarna wordt peul per pul gemeten en in het juiste hokje van een bak gelegd. De grootste krijgen de benaming premium, de andere standaard. De kleinste worden tot vanillepoeder verwerkt, te gebruiken in bvb gebak
en dan is er nog een beeld gemaakt van Edmond Albius (gegeven achternaam betekent superblank, om toch maar niet te erkennen dat het procedé van bevruchting door een zwarte slaaf is uitgevonden), de man die in bittere armoede is gestorven, maar er we voor gezorgd heeft dat er zeer veel geld wordt verdiend met de vanillepeulen.
We rijden nu het binnenland in, voor 2 overnachtingen in Salazie op 475 hoogte.
Het laatste keteldal Cirque de Salazie, is het gemakkelijkst te bereiken
Cirque de Salazie is omcirkeld
De toegang tot het keteldal Salazie, is via het smalle dal van de Mat-rivier, de langste rivier van La Réunion, ongeveer 35km. De weg ligt hoger dan de rivier en regelmatig zijn er watervallen.
De eerste waterval die we zien is de Cascade Blanche, de Witte Waterval
men kan er naartoe wandelen, in het onderste gedeelte zijn er enkele bekkens waar kleine watervallen in storten. Ondanks het verbod, zwemmen mensen hier. Een kleine zijrivier, Bras de Caverne, vangt het water op en voert het af naar de Rivière du Mat
Eén waterval stort haar water uit over alle voorbijgangers, in het geval van een auto is er dan wat vuil afgespoeld.
dit watervalletjes dat op de weg stort wordt ‘pisse-à-l’air’ genoemd ….
zicht richting stroomopwaarts, Salazie
zicht richting stroomafwaarts
De route is mooi, de toegang tot Salazie is smal, af en toe is ook de weg smal.
gewone auto’s kunnen elkaar kruisen, hogere, zoals bvb de bus, moeten op de rijbaan die verwijderd is van de laaghangende rotsen rijden
misschien nest de Keerkringstaartvogel daar ergens hoog in de rotsen, we zien er hier 2 vliegen
Het ganse keteldal is de gemeente Salazie, wij verblijven op korte afstand van het centrum in La Petit Sable. Ons verblijf is genoemd naar de grootste waterval die iets verder van Salazie stroomopwaarts ligt ‘Sur la Route du Voile’. We hebben een huisje, met een tuintje er aan. Het is een huisje zoals zoveel mensen hier bewonen, een kleine living en keuken, een (of meerdere) slaapkamer en een badkamer, en dat is het. Mensen leven hier het ganse jaar buiten, een overdekt terras is een must, om te beschermen tegen de zon en tegen de regen
eet- en keukenruimte
het terras
in ons tuintje, met een groots decor
Salazie zelf is niet erg groot
de kerk, Notre Dame de l’Assomption’, Onze Lieve Vrouw Hemelvaart, is pas in 1950 gebouwd.
enkele dames zijn bezig om de kerk op te poetsen. Morgen is het immers zondag en dan wordt er weer veel volk verwacht
op hetzelfde plein ligt het gemeentehuis. De grotere deelgemeentes hebben een annex, een eenvoudig gebouwtje
We rijden het keteldal verder in, de weg blijft eerst de rivier volgen, een weg met heel wat kort op elkaar volgende steile haarspeldbochten, al bij al zeer goed te berijden.
Eerste stop is de bekendste waterval, Cascade du Voile de la Mariée, Bruidsluierwaterval. De sluier zelf is natuurlijk het best waar te nemen tijdens het hoofdregenseizoen (december-maart-april). Vermits dit gebied de regenzijde van het eiland is, stort de waterval (len) dan ook continu
dit deel van de waterval is het meest opvallend en vormt bij hevige regenval een sluier
maar ook hogerop zijn delen van de waterval te zien, verstopt in het bos
en dit deel valt nog dieper, in de vallei. We kunnen echter nergens zien waar het water in de rivier of in een bekken terecht komt. Ik lees dat je dat enkel tijdens een helikoptervlucht kan zien
dit is het maximum wat we kunnen zien
Wat verder houden we weer halt.
voor ons komt de Piton de la Neige uit de wolken, de hoogste berg die vanaf elke hoger gelegen plek op het eiland te zien is
een heel eind dieper is de bedding van de Mat en daarboven rijst de huisberg Piton d’Anchain
en een totaal ander beeld wanneer we ons 180° draaien
Ondertussen horen we een heel vogelconcert, we kijken omhoog
een massa Grote Textorwever vliegen aan en af naar hun nesten. Waarschijnlijk hebben ze allemaal jongen en moet er voedsel voorzien worden
een nieuw groen nest met een wever half binnen, daarnaast een ouder gedroogd nest, geen bezetting
De vrouwtjes bouwen aan het nest. Mannetjes hebben in de broedperiode een opvallende kleur (geel, zwarte kop), buiten de broedperiode zijn ze bruinachtig
de opening van het nest, langs waar de jongen bereikbaar zijn, is bij alle wevers onderaan
de Grote Textorwever is een van de grootste soorten wevers. Als je echter naar de fijne takjes kijkt en de stukjes gras of hooi waarmee een nest vasthangt, dan moeten vogels en hun eitjes wel een pluimgewicht hebben
Wat verder langs de weg is er een afsplitsing naar ‘Mare à Poule d’eau’, (waterhooenvijver) we slaan af. Enkele honderden meter verder staat een pijl om verder te wandelen, er staat slechts één auto geparkeerd
net over een grote steen gestapt ….
Morgen zal het hier drukker zijn, mannen gaan vissen, vrouwen bereiden voedsel, de ganse familie is mee
in plaats van een wateroppervlakte te zien, zien we een vlakte vol met Watersla (Pistia stratiotes). Watersla vermeerdert zich hoofdzakelijk vegetatief via uitlopers. Een plant kan zo al snel een groot wateroppervlak kan bedekken. Hierdoor kunnen waterwegen volledig geblokkeerd worden, met schadelijke gevolgen voor scheepvaart, onderwatervegetatie en vissen (vissen kunnen sterven door zuurstofgebrek). Watersla komt voor aan het oppervlak van stilstaande en traagstromende wateren.
Gedurende 3 jaar heeft men dit meer verwaarloosd, nu zit het dus vol met planten. In augustus is men gestart met de enorme massa te verwijderen, maar blijkbaar heeft dat niet geholpen. Men schat de massa op 300 ton. Wanneer de watersla geoogst wordt, wordt hij gebruikt als meststof voor de boeren. Eens buiten het water droogt de Watersla wel deels op
op een bord wordt er vertelt welke watervogels te zien zijn, maar die zitten verstopt
ook voor vissers is het niet de beste tijd. Er zou veel vis in het meer zitten, maar weggestopt onder de bladeren.
wat kleine vis kan er gevangen worden ….
het zou een mooie spiegelende vijver moeten zijn …
De deelgemeente Hell-Bourg ligt nog wat verder. Voordien is er een ruime parking met een mooi uitzicht, Point du Jour. Wat lager gelegen is er een bord waarop de bergen een naam krijgen, maar het grootste deel van dat bord is zwart
op de voorgrond de Piton d’Anchain, 1356m hoog. Daarachter links Le Cimendef, 2226m op de grens tussen keteldal Mafate en Salazie. Rechts achter La Roche Ecrite , 2276m op dezelfde grens
Er is een verhaal verbonden aan deze berg. Het gaat over 2 slaven, Anchain, gevlucht van zijn meester, was verliefd op Héva, ook slavin. Ze vluchtten en gingen boven op de berg wonen, ver buiten het bereik van hun meesters. Ze leefden van de visvangst, de jacht en de teelt van planten. Ze kregen veel kinderen. Dan zijn er verschillende verhalen, geen enkel rozengeur en maneschijn, over wat er verder met hun gebeurde ….
Het is wel zo dat er in de 17de en 18de eeuw geen mensen woonden in dit gebied, en dat slaven hier hun toevlucht zochten, weg van de wreedheden van hun meesters. Pas in 1830 werd het gebied bewoond, en dat voor de teelt van de koffiebonen
We rijden door naar Hell-Bourg. Deze nederzetting werd pas gesticht toen boeren hier een warmwaterbron ontdekten. In 1948 was hier een grote aardverschuiving wegens een cycloon, de warmwaterbron hield op te bestaan. In 1980 pas kwam het gebied weer in de aandacht omdat de regering hier potentieel zag voor de ontwikkeling van wandel- en bergtoerisme.
Het dorp is erg druk wanneer we er door rijden. Overal staan auto’s geparkeerd. Pas op het uiteinde vinden we plaats, op een groot braakliggend terrein.
Hell-Bourg wordt ook wel gerekend tot de mooiste dorpen van Frankrijk, omwille van zijn vele Creoolse huizen en bijhorende tuinen. Hele busladingen (letterlijk) toeristen worden hier afgezet. Het dorp is er op ingericht, de ene souvenirwinkel naast de volgende brolwinkel. Of de waren nu uit China of een ander goedkoop land komen, dat stoort de koopzieke bustoeristen niet. Als er maar een bordje boven staat dat het lokaal handwerk is
hoog boven Hell-Bourg is nu de Piton de la Neige helemaal zichtbaar geworden. Deze 3070m hoogste berg van het eiland vormt de grens tussen het keteldal Cilaos en Salazie
De Creoolse huizen en hun bebloemde tuinen vormen een mooi en kleurrijk zicht
na de middag dalen de wolken snel
Af en toe zijn er bloemen die we nog niet kennen
de natuur net buiten Hell-Bourg
Maison Folio is een typisch huis hier, de eigenaars halen hun inkomsten van de hele reeksen bezoekers die hier per dag door hun huis en tuin lopen. Ik sprak even met de eigenares, beiden zijn al erg oud, voor hen is dit hun inkomen … In principe mogen er geen foto’s genomen worden, maar daar is niemand die er zich iets van aantrekt, ook de eigenaars niet.
Sinds 1989 is het huis en de tuinen Historisch Monument, het gebouw dateert uit de 19de eeuw, toen hier gekuurd werd in de warmwaterbron. Het huis heeft een tijd andere eigenaars gehad, waarna het verlaten en helemaal onderkomen was. De familie Folio heeft het domein opnieuw gekocht en helemaal gerenoveerd.
Tijdens de 19de eeuw kwam de happy few hier kuren en genieten van de frisse lucht, 950m hoogte, toen het dichterbij de kust te warm werd. Ze waren gecharmeerd oor de mooie kleine huisjes, hier heerste een typisch koloniaal luxe leven.
Binnenin is de inrichting ook in diezelfde stijl, met de houten meubels gemaakt van dure inheemse houtsoorten.
Achter het woonhuis zijn nog steeds de vroegere bijgebouwen te zien, ook in dezelfde stijl opgericht. Het ene was de keuken/ opslag van water, het tweede was de huisvesting van de bewaker en het derde was een logie wanneer er vrienden op bezoek kwamen
Ook de tuin is in de stijl van de vroegere Creoolse tuinen ingericht met een kiosk en een fontein, er zijn geurende planten, medicinale, planten enkel om te versieren, een orchideeënserre ….
We bezoeken dit kleinood ook.
een piepkleine salon (aan de overzijde even groot is het kamertje ingericht als kantoortje)
de inkomhall (het kantoortje is op de achtergrond te zien)
slaapkamer, de eigenaars slapen hier dagelijks
en een hoekje van de eetkamer
hier woonde de bewaker, nu is dit een kot
de vroegere keuken met terras
een bad en waterverwarmer staan hier in een stal waar vroeger een passant kon logeren
de voormalige ‘wasserij’
zoals we nog wel hebben gezien, aan 3 gevels is er een deur naar de tuin
fel roodgekleurde bessen, al dan niet eetbaar
boomvarens en bamboe zorgen voor schaduwplekken, waar dan andere planten kunnen groeien
en orchideeën
een kiosk, ook helemaal in de stijl
en de fontein van de Drie Gratiën
wilde ananas
en de bloemetjes van de Pelargonium (waaruit de essentiële olie wordt gehaald voor de parfumindustrie)
met de Piton des Neiges op de achtergrond
allerlei geuren en kleuren in de Creoolse tuin …
We wandelen nadien nog even rond. Salazie is bekend voor de groente chouchou (in het lokaal Creools), chayote in het Frans en in het Nederlands (Sechium edule)
chayote is een klimplant uit de komkommerfamilie. In deze vrucht zit een groot zaad (zoals in een mango). De onrijpe vrucht wordt geschild, de pit wordt verwijderd en dan gekookt, gestoofd of gebakken. Het is een subtropische vrucht
’s Middags probeer ik een stuk quiche met chouchou, het smaakt lekker.
Ter hoogte van de Cascade Voile de la Mariée, is er een afslag naar rechts. Hier zijn er nog veel meer haarspeldbochten , meestal naar boven, soms ook weer afdalend om een beek over te rijden. Waar de vallei wat breder is, is er een dorp, een school, zelfs een collège (hoger middelbaar). De gemeente Salazie telt meer dan 6000 inwoners, dus er moeten alle nodige voorzieningen zijn.
De grootste deelgemeente is Grand Îlet, na ongeveer 18 km op deze zijweg.
voor ons links Le Cimendef, 2226m, en rechts La Roche Ecrite , 2276m. Tussenin, de pas, wordt La Fenêtre genoemd, het venster. Wie tot daar stapt heeft een zicht op een klein deeltje van het keteldal Mafate en het volledige keteldal Salazie. De 2 mogelijke routes om er te geraken zijn blijkbaar enkel voor zeer geoefende stappers die heel wat technieken onder de knie hebben en zich zeer goed kunnen oriënteren. Daarom wordt het uitzichtpunt op die pas weinig bezocht
Daar kan men nog 2 richtingen uit, beiden zijn bestemmingen voor serieuze stappers. Wij rijden door richting ‘Mafate’, het voor alle wegverkeer onbereikbare keteldal. Een heel eind voor het einde van de weg staan er al auto’s geparkeerd, het is vandaag zondag en schitterend weer. De stappers zijn al een tijd onderweg. De laatste 2 km van de weg is een parking , enkel en alleen voor mensen die overnachten in het Mafate keteldal. En zo zijn er heel wat tijdens het weekend. Daar kan men dan verder wandelen naar de Col des Boeufs en dan vele honderden meter afdalen tot het dichtbij gelegen gehucht van Mafate, La Nouvelle.
Wanneer men in Mafate afdaalt kan men een rondwandeling maken van 4 dagen, 120 km. Ik las dat er tot een jaar of 7 geleden een postbode was die elke week de route afstapte om post, medicamenten, pakjes, … te brengen. Toen de man in pensioen ging werd hij door 2 andere en een helikopter vervangen. Hij is nog steeds stapgids ….
bij de draaiplaats van de bus, net voor de lange parking begint, stappen we even uit om foto’s te nemen. We horen de bus toeterend naar boven komen, we hebben nog even tijd
de Piton des Neiges
we kijken hier in het keteldal van Mafate
We keren dus terug vanaf dit hoogste punt, op iets meer dan 1800m hoogte. Onderweg houden we hier en daar halt, waar er nog een plekje is om even de auto naast de weg te parkeren.
een stadje beneden aan de westkust, misschien Saint-Paul?
ook hier groeien heel wat boomvarens…
er zijn hier boven heel wat picknickmogelijkheden, er zit nog niemand ..
heel steile hellingen … af en toe zien we een plek waar ooit stenen naar beneden geschoven zijn
hier kijken we richting keteldal Mafate, de tafelberg is Bronchard Roche Plate, we zagen die ook vanop het Maïdo uitzichtpunt, onze eerste dag hier op La Réunion
en richting Salazie, een brede bovenvallei met verschillende gehuchten
wat verder vertrekken enkele moeilijke wandelingen in Mafate, waarschuwing om geen rommel achter te laten
Europa helpt de natuur in stand te houden ….
… zeer steile hellingen, klimmen op ladders en door beken …
ook Mafate is bewoond, dichts bij is La Nouvelle, de gemakkelijkst bereikbare plaats in Mafate, 600 m dalen vanaf Col de Boeuf, we laten het over aan anderen …
bergen en bergpassen vormen de overgang tussen de 3 keteldalen, afdalingen en klimmen langs veelal steile hellingen …
Na ons laatste verblijf in de bergen, dalen we weer af, naar Saint-André, aan de oostkust
Saint-André is aangeduid op de kaart
We stoppen hier kort bij een Hindu tempel, helemaal gesloten
Saint-André geldt als de hoofdstad van het gebied waar mensen uit Zuid-Indië toekwamen, na de afschaffing van de slavernij. Zij kwamen hier onder contract werken vanaf 1848, dikwijls waren de arbeids- en leefomstandigheden niet beter dan deze van de slaven. Meestal kwamen de Indiërs terecht in de suikerrietplantages.
De volgende gemeente is Sainte Suzanne. Hier bevindt zich één van de twee (grote) suikerfabrieken van La Réunion. We hebben het museum Stella Matutina al bezocht, hier moet men reserveren, dus we gaan niet.
Sainte Suzanne is op de kaart aangeduid
Al de suiker wordt hier geproduceerd door de grote multinational Tereos. Amylum Aalst is er ook een onderdeel van. De start van het bedrijf was suiker uit suikerbieten in Frankrijk, er is ook de productie van alcohol en bio-ethanol bijgekomen. Er zijn verschillende bedrijven uit Europa en Brazilië over genomen. Pas in 2001 zijn de suikerfabrieken van La Réunion opgekocht. Ook zetmeel en de omzetting van zetmeel tot glucose en fructose behoort tot hun wereldwijde activiteiten.
Hier zijn de suikerrietproducenten niet zo gelukkig met de samenwerking tussen hen en Tereos. Probleem: er is geen andere keuze-mogelijkheid voor de boeren ….
de suikerfabriek ligt aan zee, een foto van op afstand
Sainte Suzanne ligt op de Sainte-Suzanne rivier. Eén van de watervallen, op het grondgebied van Sainte-Suzanne, is de Niagara waterval, we lezen, de waterval met het hoogste debiet aan water op La Réunion, ze valt slechts 25m. In de reisgids lezen we dat ze het ganse jaar water levert.
De weg naar de waterval gaat langs de suikerrietvelden, het tweejarig suikerriet is hier al deels geoogst. De campagne duurt tot half december, er zal nog veel suikerriet moeten geoogst worden …
De waterval ligt in een mooie omgeving, aan de voet van de rotsen is er een meertje waar het water in terecht komt …
mooi, echter geen water …..
het rotsmassief loopt nog even verder naar rechts
hier op de rotsen nesten vooral duiven, rotsduiven
als we goed kijken zien we beneden aan de rotsen dat er druppels water vallen, meer niet. De rots is nog deels nat, dus toch niet helemaal droog ….
een foto van de waterval van internet ….
Hier in de buurt zijn nog enkele vanillebedrijven, we gaan nog langs bij de coöperatieve Vanillerai, 40 producenten zijn bij hen aangesloten. Hier is het grote landbouwbedrijf, vooral suikerriet wordt hier geteeld, waarvan Vanillerai een klein onderdeel is.
machines voor de oogst van suikerriet
en de sproeimachines
Wat ons verwonderd, een hele plantage waarbij de planten in de volle zon staan, blijkbaar niet zo geslaagd, want weinig bladeren en veel verbrande bladeren …
Slechts een klein gedeelte van de vanillelianen groeien onder een net, daar waar de zon niet direct invloed heeft, zijn de planten groot, veel scheuten en ook veel peulen die groeien
de planten in de volle zon
en deze onder netten, dit is een industriële vanillekwekerij. We zien hier heel weinig bloemen in vergelijking met de culturen in bossen
een veel grotere opbrengst
de bodem is hier bedekt met kokosschelpen, strooisel en afgevallen bladeren
een jonge man geeft heel veel water aan de bodem. We praten wat met hem. De laatste 2 weken regende het hier geen druppel, in dit doorgaans zeer regenrijke gebied. Dus er moet veel water gegeven worden. Hij werkt ook voor de kunstmatige bevruchting. We vragen hem wat hij denkt over de planten in de volle zon: geen positieve reactie
Uitleg hoeven we niet meer, die kunnen we zelf al geven …
hier wordt dagelijks water verwarmd, 65°C
in deze mand worden ge vers geplukte peulen gebracht, de mand wordt in de kookketel gehangen en na 3 minuten weer naar boven gehaald. Nu zijn alle biologische reacties stil gelegd, de peulen blijven dicht en zijn bruin geworden
momenteel ligt er bovenop de kookketel een houten plank, wanneer er gestookt wordt, verdwijnt die plank, maar tijdens de 3 minuten blancheren wordt ze op de mand gelegd om de temperatuur te behouden
de peulen die vandaag geblancheerd zijn, hebben veel vocht opgenomen, ze zijn (echt niet lekker)
daarna worden de peulen op draadnet gelegd en dagelijks gelucht, in de zon, in de schaduw, of zoals hier blijkbaar binnen
in de zaal staan er zo torens met draadnetten in een kader. Niet overal liggen er peulen
na een aantal weken worden de peulen dan in gesloten houten kisten gelegd en minstens maandelijks geschud en door elkaar gehaald. De controle is belangrijk zodat er geen deel van de oogst verloren gaat door bijvoorbeeld beschimmeling. De bewaring in houten kisten duurt minstens 9 maanden
wanneer uiteindelijk een kist is goedgekeurd worden de peulen gemeten en in deze kast verzameld. Daarna worden ze per grootte verpakt. Hier gebeurt de verpakking in luchtdichte plastiek zakjes. Zo kunnen de peulen vele maanden bewaard worden
de verschillende producten en hun bewaartechniek wordt uitgelegd. Glazen buisjes zijn belangrijk, maar ze moeten goed gesloten zijn en in het donker bewaard worden
Zoals bij elk bedrijf worden er verschillende bereidingen met vanille verkocht, waaronder vanillesuiker en vanillezout
en voor de mensen die massa’s vanilepeulen zouden willen kopen … maximaal 30g
Nadien rijden we richting oceaan. In Sainte-Suzanne staat de enige vuurtoren van La Réunion, niet meer in gebruik. Er wordt hier in de buurt niet gevaren, net zoals in Mauritius, zien we geen enkel schip. Af en toe zal er wel eens een schip goederen leveren. Op La Réunion wonen minder mensen dan in Brussel, één schip kan dus voor lange tijd goederen voorzien.
De vuurtoren werd gebouwd in 1844, toen er nog schepen aan- en afvoeren. Zijn lichtsignaal is meer dan 45m boven de zeespiegel. Het is een vuurtoren van de 2de rang, dus geen superbelangrijk signaal. Het licht kon, in heldere periodes 18 zeemijl ver gezien worden (1 zeemijl = 1,852 km). De vuurtoren werd tot 1984 bewoond. Na 5 jaar onderbreking werd de vuurtoren in 1989 weer in gebruik genomen, nu met een automatisch systeem. Sinds 2012 werd de vuurtoren geklasseerd als historisch monument.
Momenteel staat de vuurtoren in de stellingen, of hij nog werkt weten we niet
Langs de noordkust, vanaf de vuurtoren tot in de hoofdstad Saint-Denis loopt een wandel- en fietspad. Het grootste gedeelte hiervan volgt de oude spoorlijn van Saint-Denis naar de oostelijke steden. Alleen ter hoogte van de luchthaven is er een omweg in het binnenland gemaakt.
iemand heeft hier zijn kudde geiten te grazen gezet, elk aan een boom of een paal gebonden
een prachtige boom, Indische Amandel
In feite liep het spoor langs de kust vanaf Saint-Benoit naar Saint-Pierre. Daar hebben we het oude station bezocht. De lijn bestond van 1878 tot 1976 en diende vooral om suikerriet en vooral suiker te vervoeren van de suikerfabrieken naar de haven bij Saint-Denis. Het spoor kende veel moeilijkheden, was zeer duur in onderhoud en vanaf 1955 waren grote delen niet meer in gebruik.
We volgen een klein stukje van het pad, in totaal 22km lang.
Onder de vuurtoren is er een tunnel, waar het spoor door ging
Voorbij de tunnel gaat het pad, en dus ook het vroegere spoor, tussen hoge bermen
Nadien komen we in een meer open gebied. Aan de zeezijde is het gebied door omheining afgesloten, meestal privé eigendom. Het pad ligt op een afstand van de zee, en bovendien een heel eind hoger
op de voorgrond suikerriet dat pas volgend jaar zal geoogst worden, op de achtergrond het gebergte van het keteldal Salazie.
voorbij de bewoning is er zelfs een dubbel pad, vooral belangrijk voor de fietsers
af en toe hebben we een zicht op de oceaan
waarschijnlijk moet dit suikerriet nog geoogst worden
regelmatig zien we gekko’s, hier een op een stam, maar meestal op de grond
In sommige bomen is er een hoog gehalte aan vogelgekwetter, de meeste vogels kennen we
de Roodbekwever (Quelea quelea) zagen we echter nog niet
Terug in Sainte-Suzanne kunnen we iets beter de oceaan zien. Er is een strandje, zwart met grote keien. Helemaal geen plek om bij de zee te gaan, er is geen enkele vorm van bescherming tegen de branding, haaien, …
en nog even een beeld dat aan de vroegere spoorweg herinnert
Dichterbij het centrum van Saint-Denis, op het grondgebied van de stad, is er enkele maanden geleden een kabelbaan geopend. Ook hier zit het verkeer hopeloos verstopt op de spitsuren. Met de kabelbaan, een deel van het openbaar vervoer, hoopt men dat de mensen die hier op de helling wonen, hun auto thuis laten, met de kabelbaan afdalen en met de bus verder tot in het centrum gaan. Twee uur openbaar vervoer kost hier 1€, bussen hebben een eigen bedding. België kan er een voorbeeld aan nemen
achter ons de uitlopers van de stad
de kabelbaan is bestand tegen windsnelheden tot 240 km/u voor de cyclonen. Op dat moment koppelt men de cabines af
Nog een heel eind hoger dan het eindstation, doemt de Pic Adam op, 1222m hoog. Men kan de berg beklimmen, minimum 4u enkel en een hoogteverschil van ongeveer 650m. De meeste stappers beklimmen dan verder nog hogere bergen, met overnachting in een berghut. Nadien kan er afgedaald worden in het Salazie keteldal
Ons laatste verblijf op La Réunion, voor 4 nachten is in Sainte Clotilde, niet ver van de luchthaven, en vrij dicht bij de hoofdstad Saint-Denis. We hebben hier een studio in een groot complex, met een afsluitbaar balkonnetje. Het is mooi en functioneel ingericht
de studio die we huren ligt aan de achterzijde van dit gebouw
klein terras, groot genoeg voor een ontbijt of avondmaal
De eigenares van de studio vertelt ons dat de zomer hier begonnen is en dat het dan zeer warm is. We zien dat de temperatuur hier tussen 31 en 34° is, en 's nachts nog 23°. Spijtig dat we de warmte niet kunnen opslagen voor over enkele dagen terug in België
Als laatste bezoeken we de hoofdstad Saint-Denis. Daar zijn we na de landing voorbijgereden.
Saint-Denis is op de kaart aangeduid
De stad telt iets minder dan 150.000 inwoners, het is de meest bevolkte stad in overzeese Franse gebieden.
De ontwikkeling van de stad begon in 1735 toen gouverneur Mahé de Labourdonnais hier zijn hoofdplaats van de Mascarenen maakte. De man is vooral in Mauritius bekend, daar staat zijn officieel standbeeld, hier is er een kopie te zijn
zoals op de sokkel vermeld was Mahé de Labourdonnais commandant van de (Franse) koninklijke vloot in de Indische Oceaan en gouverneur-generaal van Île de France (Mauritius) en Île Bourbon (La Réunion). Hij is geboren in Saint Malo in 1694
Tijdens de volgende jaren werd de stad verder ontwikkeld, de straten in schaakbordvoorstelling (allemaal rechte hoeken en rechthoekige blokken
de straten van Saint-Denis zijn in schaakbordpatroon
Tijdens het midden van de 19de eeuw bouwden suikerbaronnen hier hun pronkvilla’s (tijdens de het zomer woonden ze hoger in de bergen). De rijkdom werd tentoon gesteld door als maar grootstere gebouwen en tuinen. Ze bouwden hier ook extravagante feesten, het aantal inwoners echter was en bleef beperkt. Pas toen La Réunion een Frans departement werd, samen met de andere overzeese gebiedsdelen in 1946, kwamen hier allerlei officiële instanties, banken, vertegenwoordiging van grote instellingen en bedrijven, … en ook vele metro’s (inwoners van het Franse vasteland) naar hier. De levensstandaard steeg, er kwamen nieuwe gebouwen naast de bestaande Creoolse en de stad kreeg een moderne aanblik. Het inwoneraantal steeg.
De eerste wandeling die we maken in Saint)Denis is vanaf de zee over de pronkboulevard naar het park. Parkeren kunnen we op een plein dichtbij de zee, we kunnen hier veel uren staan voor 1,4€
Het eerste monument is dat van Roland Garros. Deze naam verwijst voor ons allen naar het tennisterrein in Frankrijk.
Roland Garros was een vliegenier, geboren hier in Saint-Denis in 1888. Tijdens de eerste wereldoorlog was hij luitenant-piloot en hij kwam om tijdens een luchtgevecht in 1918. In 1913 stak hij als eerste de Middellandse zee over in een vliegtuig.
standbeeld van Roland Garros, in zijn geboorteplaats Saint-Denis. De luchthaven van La Réunion is ook naar hem vernoemd.
langs de zee staan Franse kanonnen opgesteld. Op de achtergrond de steile helling richting Saint-Paul, waar men een stuk zwevende autosnelweg boven de zee heeft gemaakt. Er is immers door die rotsen geen andere mogelijkheid
De belangrijkste straat start als Avenue de la Victoire, en gaat dan over in de Avenue Paris
de historisch waardevolle gebouwen dragen allemaal een bord met de naam en wat uitleg
de kathedraal staat in de stellingen. Op het plein er rond staan waarschuwingsborden voor omvallende bomen …
Kathedraal Sainte-Marie werd gebouwd tussen 1829-1832 in Toscaanse stijl. Het perystilium met zijn 3 ronde bogen werd er pas in 1880 aan toegevoegd
zo moet het zijn na de werkzaamheden
en binnenin
op het pleintje voor de kathedraal is er een bron uit 1854
vier allegorische figuren stellen de handel, zeevaart, industrie en landbouw voor
aan de overzijde van de straat bevinden zich de universiteitsgebouwen. Het hoofdgebouw staat hier al van 1759. Het gebouw heeft al dienst gedaan voor verschillende zaken zoals een kazerne en een bejaardentehuis. In 1944 is het afgebrand en dan zijn de meeste faculteiten naar de stadsrand verhuisd, we passeerden er gisteren met de kabelbaan. Enkel de managementopleiding is nog hier
de achtergebouwen
hier staat een muggenstofzuiger, alles wordt hier ingezet tegen het dengue-virus dat verspreid wordt door muggen. Er bestaat immers geen vaccin tegen dit virus
en bewustmaking van ongewenst gedrag wordt ook sterk benadrukt
naast de universiteit is het voormalige militaire hospitaal, gebouwd in 1829. Nu zit de prefectuur hier gehuisvest. De arts die bovenaan op de zuil te zien is, staat onderaan bij een bed waar iemand verpleegd wordt
hier is een groot U-vormig gebouw te zien van 3 verdiepingen hoog
Daarnaast bevindt zich het oude stadhuis
de zijgevel
en de voorgevel
Creools gebouw, maar geen pronkvilla.
en zoals in Parijs, een triomfzuil
de eerste van de pronkvilla’s met een grote tuin
De meeste van deze villa’s zijn gebouwd tijdens de eerste helft van de 19de eeuw. Tijdens de jaren 1958 tot 1981 heerste hier een sfeer om de oude huizen af te breken en moderne gebouwen neer te zetten. 19 villa’s zijn zo helemaal verdwenen. Tijdens de jaren 1980 kwam er een gevoel om de oude gebouwen te restaureren en in eer te herstellen
Maison Carrère, een ietwat smallere gevel, wel diep naar achter
de bouwheer en zijn echtgenote en hun 5 dochters. Eerst werd enkel de gelijkvloerse verdieping gebouwd, maar dat was te klein met de dochters. Dan werd er een bovenverdieping opgezet, voor elke dochter een slaapkamer, er is een badkamer en een salon
De gevel heeft een aantal stijlelementen, de voorkeur ging naar het neoklassieke
een foto uit de oude doos
In de voortuin stonden heel veel planten, om de glorie te accentueren.
De verandas hadden verschillende doeleinden, hier speelde het huiselijke leven zich af, hier werden gasten onthaald, het moest rijkdom uitstralen, en het was de plaats waar foto’s werden genomen
heel dikwijls staat er op de foto ook de nany, de (zwarte) vrouw die moest zorgen voor de kinderen
nénène werd de kinderoppas genoemd
Tussen de tuin en de straat bevond er zich altijd een muur van een zekere hoogte. Enerzijds moest men vanuit de straat een glimp opvangen van het gebouw, anderzijds moest de intimiteit van de familie beschermd worden. Natuurlijk was er één of meer toegangen tot de eigendom, afgesloten door een poort. Ook het al dan niet open zijn van die poort had een betekenis
Iets anders was de inrichting van het huis, veel minder luxueus dan de architectuur. De meubels kwamen dikwijls van Europa, soms werden ze lokaal vervaardigd, soms kwamen ze van Indië. In vergelijking met soortgelijke interieurs in Europa, was er hier steeds een exotische toets aan gegeven
de slaapkamer van de ouders (Raphael Carrère en Amélie de Roland) was (bijna) steeds op de gelijkvloerse verdieping, hier gemaakt in een lokale houtsoort, stijl einde 19de, begin 10ste eeuw
trap naar de verdieping van de 5 dochters. Uiteindelijk is er maar één gehuwd, Blanche, de jongste. Zij had 2 zonen, die zelf geen nakomelingen hadden. Eén van de 2 zonen heeft in dit huis geleefd tot zijn dood in 1988.
huwelijksfoto van Blanche
de eetkamer, vrij klein, maar de mensen leefden eerder op hun terras
Na de dood van de laatste bewoner werd er geen koper gevonden. Het huis verloederde. In 1998 is het huis met alles er op en er aan ingeschreven als historisch monument. In 2001 werd het door een officiële instantie gekocht. In 2005 is het gerestaureerd. De bovenverdieping is ingericht als bureau’s, beneden is publiek toegankelijk. Ook de toeristische dienst heeft een lokaal beneden
In de eetkamer waren er 2 deuren met art-deco ramen. Ze stelden de 4 seizoenen voor, maar de herfst en de winter waren niet meer te herstellen
Andere gebouwen
met een ijzeren kiosk in de tuin, Villa du Departement
Deze villa is gebouwd tussen 1793 en 1804, gerestaureerd in de jaren 1960, en grondig aangepast tijdens de jaren 1990. Het is gebouwd voor de burgemeester van Saint-Denis tijdens de Franse Revolutie. Oorspronkelijk was de voorzijde in een zijstraat. De grote veranda stond model voor deze van vele villa’s die nadien werden gebouwd. Tijdens de renovatie in de jaren 1960 werd de gevel aan de hoofdstaat de voornaamste en werd er een portiek aangebouwd
de originele villa, nog zonder portiek in de Rue de Paris
en met portiek
we kunnen hier binnen, bovenverdieping is nog niet gerestaureerd
de kamers zijn hier veel groter van oppervlakte; waarschijnlijk is er hier een tijdelijke tentoonstelling want er hangen verschillende schilderijtjes
Maison Vincon, gebouwd door de architect die ook de kathedraal van Saint-Denis heeft getekend. De veranda is zeer groot en beslaat bijna het gehele gelijkvloers
vanop de straat slechts een glimp
Villa Angelique, nu een hotel, is een van de laats gebouwde villa’s in de Rue de Paris, tussen 1894 en 1906. Herbouwd en veranderd in 2008-2009. Deze villa bevat zowel elementen uit het neoclassi isme als de eclectische stijl. Dit alles is gerespecteerd aan de buitenzijde tijdens de restauratie. Binnenin is alles aangepast als hotel
deze villa is een museum sinds 1912. In 1960 is ze volledig verwoest en vooral achteraan helemaal anders heropgebouwd
en dan zien we af en toe nog gebouw dat ooit een mooie villa was, maar nu bijna een bouwval. Deze villa, Maison Timol, staat te koop, gebouwd in de 18de eeuw, deels veranderd in de 19de eeuw in 1930 zijn de hekken en de poort naar de straat veranderd, in 1970 zijn de laatste veranderingen gebeurd
het decor van gesculpteerd hout is typisch voor de jaren 1920
Na nog wat villa’s komen we bij het park ‘jardin de l’état’
Deze tuin is een mooi park, achteraan bevindt zich het natuurhistorisch museum. Volgens de uitleg in de reisgids lijkt het hier wat op het Natuurhistorisch Museum in Mauritius
een vijver met bloemen
en ’s middags zeer veel jonge mensen die hun lunch hier komen verorberen op een bank in de schaduw. Een kraam voor de tuin heeft allerlei snacks en brood in de aanbieding
Bij een tweede stadswandeling starten we weer bij de zee, Le Barachois. Hier kunnen we weer parkeren. Le Baranchois was ooit de kleine haven van Saint-Denis. Het is het meest uitstekende punt van de stad in de oceaan. In dit gebied is een speeltuin, staan er kramen met voedsel en drank en wordt er éénmaal er maand een markt georganiseerd.
We hebben hier een mooi zicht op de snelweg N1 die boven de zee is aangelegd.
de rotsen staan hier loodrecht in de zee, heel vroeger kon het verdere vervolg van de westkust enkel per bootje bereikt worden, later was er een smalle route over de bergen, met heel veel haarspeldbochten.
Iets verder staat het oudste gebouw van de stad, hotel de la Préfecture, eerste bouwwerken in 1669, later verbouwd en uitgebreide in 1738. In 1970 is het tot historisch monument uitgeroepen. Het eerste gebouw diende voor magazijnen van de Companie des Indes, om goederen in op te slagen. In 1764 werd het gebouw hotel van de gouverneur. In de loop van de eeuwen hebben meerdere architecten verbeteringen, renovaties en uitbreidingen uitgevoerd. Het gebouw zou open zijn voor een bezoek maar dat is zeker vandaag niet het geval
wegens de hogere ligging en de afsluitingen kunnen er maar kleine deeltjes van het gebouw gefotografeerd worden. Hier de centrale toegang in de voorgevel
de achtergevel van dit erg grote gebouw
Daarnaast het Hotel Joinville. In 1780 werd hier een houten gebouw opgetrokken om reizigers een onderdak te geven (dichtbij de haven). In 1832 kreeg het de naam Hotel Joinville, ter ere van de prins de Joinville, zoon van Louis Philippe. Na een brand in 1834 kreeg de nieuwbouw zijn huidig uitzicht. Later werd het weer verkocht.
In 1978 werd het verkocht aan het departement. Nu huizen hier diensten va de prefectuur
het Maison Fock-Yee is enkel bovenaan te zien vanaf de overzijde van de straat. Een oude poort belt het zich op het geheel
het Maison Kichenin (naam van de huidige eigenaars) had reeds een voorganger dat in 1796 verkocht werd. Tot 1966 veranderde dit mooie huis 18x van eigenaar
vroeger was de veranda open, maar rond 1930 is ze gesloten
‘Immeuble de negoce’ is ook historisch erfgoed. Op de gevel staat het jaartal 1812. Misschien stort het wel in voor er aan restauratie gedacht wordt ….
de oude magazijnen Aubinais , gebouwd op het einde van de jaren 1830 door een handelaar. De man was ook eigenaar van het toenmalige theater, nu verdwenen. Hij kopieerde de zuilen van het theater voor zijn magazijnen
De grote moskee Noor-e-Islam gaat pas om 11u open, nadat de lessen voor de jongens is beëindigd. Ze werd in 1990 gebouwd
de benedenverdieping langs de straatzijde is ingenomen door mooie (moslim)winkeltjes
ook hier mogen we binnen, schoenen uit en een man doet teken dat we ook in de gebedszaal kunnen
de tijd dat mannen zelf hun matje moesten meebrengen is voorbij. Het tapijt, mooi ingedeeld, is zeer zacht om op te stappen
het is een eenvoudige moskee. In Frankrijk moeten aanhangers van een godsdienst zelf het gebouw en het onderhoud betalen
In Mauritius, en ook hier, zien we af en toe heel donkere vrouwen, dikwijls heel kleurrijk aangekleed en het hoofd steeds bedekt. Soms is hun gelaat geel geschilderd, als bescherming tegen de zon, of omwille van de schoonheid. Zij vormen nog een kleine minderheid, ze zijn afkomstig van Mayotte, één eiland van de Comoren.
situering van de Comoren, ten noordwesten van Madagascar. Hier liggen 4 vulkanische eilanden
De Comoren staan al sinds de jaren 800 onder Arabische invloed. De mensen hangen voor het grootste gedeelte de islam aan. De bevolking heeft naast de Arabische achtergrond ook een stukje Maleisisch en Bantoe (Swahili-taal). In 1843 werd de eilandengroep door Frankrijk geannexeerd, ze werden bestuurd vanuit Madagaskar (ook kolonie van Frankrijk in die tijd). In 1975 verkozen 3 van de 4 eilanden de onafhankelijkheid, enkel Mayotte koos er voor om bij Frankrijk te blijven.
De 3 eilanden die nu nog de Comoren vormen zijn zeer arme eilanden.
Mayotte bestaat uit een hoofdeiland en 3 kleine eilanden. Ze vormen een apart departement in Frankrijk, ze behoren niet tot de groep DOM (departement Outre Mer), de totale oppervlakte is slechts 374 km. Rond Mayotte liggen heel wat koraalriffen
Hier gelden dus de Franse wetten, niet deze van de islam (geen sharia, geen polygamie)
Mayotte kampt met problemen ivm illegale immigratie vanuit de Comoren. Inwoners van Mayotte zijn Franse staatsburgers. Een beperkt deel is geïmmigreerd naar Réunion, maar ze vormen een gesloten groep
deze vrouw is niet geel geverfd, het is niet gemakkelijk om deze mensen te fotograferen
Aan de overzijde van de Saint-Denis-rivier staat een kerk, Notre-Dame-de-la-Délivrance (van de verlossing). We wandelen er niet naartoe, een foto vanaf de weg boven de rivier toont de kerk
We komen langs de ‘Kleine markt’ hier worden groenten, fruit, vlees, … verkocht
In de buurt van de markt is een Chinese pagode, goed afgesloten
En wat verder een tamil-tempel, verboden voor toeristen …
En we eindigen met een kleine demonstratie voor de rechten van het kind, vele groepen mensen zouden zo een demonstratie kunnen geven … (kinderkribben, arbeiders in Qatar, ……)
Enkele juffen met hun kleutertjes houden een ware protestactie voor de rechten van kinderen
ze scanderen een tekstje (wat verstaan we niet)
Hier eindigt ons bezoek aan La Réunion
Ni artrouv Réunion! Adieu in het Creools van hier
V. terug naar België
De vlucht terug op 24 november is met Air France tot op de luchthaven Charles de Gaulle en dan met de TGV naar Brussel Zuid.