Reisverhaal «Panama: van de Caribische naar de Pacifische kust»
2 landen in Centraal Amerika
|
Panama
|
5 Reacties
07 Maart 2020
-
Laatste Aanpassing 08 Maart 2020
We keren terug van de bergen in Volcan naar de stad David aan de Panamerican Highway. Dachten we dat er ’s morgens om 7u nog niet veel mensen onderweg zouden zijn, maar we hebben het verkeerd voor. De bus is van middelmatige grootte, er is nog één plaats vrij, op de achterbank tussen 4 mannen, sommigen slapen, een andere luistert MP3, de vierde kijkt film.Samen met de muziek op de bus, klinkt dat alles niet bijzonder harmonisch.Stephan staat bijna de ganse tijd recht, mensen stappen op en af.
De tweede bus vanuit David heeft een nog veel hoger sardienenblik-gehalte. Het busje met weer zo een 25 à 30 plaatsen heeft een middengang welke geen 30cm breed is.We vinden elk gelukkig nog een zitplaats, en onze valiezen gaan in de beperkte bagageruimte van de bus.De zakken met ajuinen en ander goed moeten op het dak.
Hier in Panama wordt er op zijn Amerikaans gegeten, veel vet en suiker.Dat betekent dat net over het gangpad waar Stephan zit, er 2 dames van volume plaats nemen, waarvan deze naast de middengang , de gangbreedte volledig opvult! Ik zit meer naar achter, mijn gebuur, een jonge man, neemt zowel ¾ van de zitruimte in.Mijn klein valiesje (handbagage) staat naast mij in de gang, maar mijn gebuur aan de andere zijde heeft een kind mee dat tussen zijn benen op het randje van de stoel zit.Mijn valiesje dus maar naar achter schuiven.OK we vertrekken.Enkele km verder, waar het busje de Panamerican verlaat, staat een Hollandse jonge man die ook nog mee wil. Hij dacht tijd en energie te sparen door onderweg op te stappen … maar helaas. De Hollander is erg lang, zijn schouders komen tot aan het plafond van de bus en … er is geen zitplaats meer vrij. Hij moet zoveel mogelijk naar achter in de bus opschuiven en staat dus net voor het been van mijn buurman in de gang.Omdat de Hollander niet recht kan staan wegens zijn lengte, hangt hij beurtelings over de zetel voor mij, en daarna over de zetel aan de overzijde.Dus mijn zicht naar voor is beperkt tot 30cm.Gelukkig laat mijn buurman nog een beetje gordijn en raampje open zodat ik toch iets van flarden lucht of vegetatie zie.
Op deze kaart is de blauwe route deze van het eerste busje, de bruine deze van het sardienenblik-busje
In de reisgidsen las ik dat de route over de bergen landschappelijk mooi is, maar geen van ons beiden kan daar iets van zien.
Deze weg over de bergen kent een tamelijk slechte staat, op een tweetal plaatsen wordt ze hersteld.Omdat er geen enkele andere weg bestaat om van de Pacifische naar de Caribische zijde van het land te gaan, is er dus bij de werken beurtelings verkeer in beide richtingen, met lange wachttijden.
Wanneer de weg erg stijgt moet het busje terug schakelen naar een bijzonder lage vitesse, het kreunt en puft de berg op.Gelukkig een goede chauffeur. Door mijn zijraampje zie ik de wolken steeds meer naderen, en plots is alle zicht weg, enkel nog nevel, mist en vooral veel regen … dus raampjes in de bus toe… .Hierboven is het ronduit koud, gelukkig voor de temperatuur in de bus.
Zowat op de pashoogte is er een groot stuwmeer, Laguna La Fortuna, waar ik een glimp van kan opvangen.Dit meer zorgt voor het grootste gedeelte van de energie geleverd door waterkrachtcentrales in Panama.
De mist en regen verdwijnen niet tijdens de afdaling.Terug beneden houdt het busje plas- en eetpauze, we zittenimmers al meer dan 3,5u op het busje.Hier zijn we in het Caribisch gebied van Panama, helemaal te herkennen aan de houten huizen, vele ervan op poten.Heel wat mensen hebben een zwarte huidskleur, ook typisch voor het Caribisch gebied (ook Antillaans of West-Indisch genoemd).Hier is de armoede veel en veel groter dan in de rest van Panama.
Beetje bij beetje vermindert het aantal mensen in het busje.Uiteindelijk, na bijna 5u onderweg te zijn, komen we aan in Almirante, de havenstad aan de Caribische kust van Panama.
Het enig inkomen van de bevolking vroeger, naast wat vissers en kleine landbouwers, was geleverd door Chiquita en consoorten.Het ganse gebied werd vol met bananenplantages opgevuld.Mensen hadden een job, maar door het regelmatig sproeien van insecticiden over de plantages, stierf een significant deel van de bevolking, er was een groot percentage onvruchtbaarheid en veel meer mensen werden blind of doof, in vergelijking met ergens anders.Dat zelfde probleem zagen we 6 jaar geleden ook in he Caribisch deel van Costa Rica. Daarnaast moesten de arbeiders heel zware lasten dragen, een bananenstruik weegt immers tientallen kilo’s.
Op een bepaald moment is Chiquita verdwenen, er was geen werk meer. Heel grote armoede in het gebied.Mensen konden hun huizen niet meer onderhouden, er was veel verval.
Buitenlanders ontdekten echter het gebied en kochten grond en huizen op.Deze werden dan in Caribische stijl gerestaureerd, de bevolking trok in zelfgebouwde houten en blikken krotten.
Enkele jaren geleden is Chiquita weer opgedoken, er is veel meer automatisatie, dus weinig mensen nodig om nog te werken.De bananentrossen worden bij de pluk (als groene bananen) verkleind.In een fabriek worden ze dan gewassen met pesticiden en stoffen die hun rijping afremmen, waarna de trossen direct terecht komen in de ons allen welbekende kartons ( wie heeft ze nog niet gebruikt bij een verhuis?).Door mechanisatie worden de dozen gestapeld in grote containers, die gekoeld worden.Vrachtwagens brengen de containers naar de haven in Almirante en door een grote kraan worden de containers op het Chiquita-schip geleden
Ondertussen hebben we de bus voor een ritje met een collectieve taxi en daarna een bootje geruild
de overtocht duurt een half uurtje, we varen tussen eilanden en langs bewoning, het ene al wat beter …
… dan het andere
Het regent hier regelmatig, wanneer we op het eiland, Isla Colon, aankomen, zien we grote plassen.
Gelukkig is het weer de volgende dag weer zonnig.
kaart waarop de voornaamste eiland van de Bocas del Toro-archipel zijn aangeduid.Almirante, waar we van de bus stapten, en het dorp Bocas del Toro (hoofdstad van de gelijknamige provincie), waar we verblijven, zijn onderlijnd
De sfeer is hier totaal anders dan op de vorige plaatsen, Caribisch overheerst hier (laisez faire, laisez passer)
We maken een wandeling in het dorp van Bocas (Bocas Town).
naast de kleinere passagiersbootjes komt er dagelijks ook een ferry op het eiland Colon. Grote en zware vrachtwagens voeren brandstof en materiaal aan en af
een stapel kook- en bakbananen ligt hier te wachten op transport
hoewel we hier niet komen omwille van vogels, zien we er toch enkele zoals deze Tropische Koningstiran (Tyrannus melancholicus)
een parkiet, misschien ingevoerd?
de Rosse Duif (Patagioenas cayennensis)
enkele typische huizen
allemaal in hout
De straat dichts bij de zee, is uiterst toeristisch, winkeltjes, café’s, bars, disco (het uitgangsleven voor de backpackers tiert hier welig) en heel veel kantoortjes van bedrijven welke excursies organiseren.
tussen de gebouwen aan de zeezijde liggen vele aanlegsteigers
Wij kiezen voor een lokale organisatie van (vroegere vissers) mensen die eigen kapitein zijn, zonder (buitenlandse) tussenpersonen.Het geld dat we betalen is voor mensen hier ter plaatse.
De tocht welke we zullen maken, gaat eerst naar een plaats waar dolfijnen kunnen gespot worden, daarna naar een koraaleilandje waar Stephan kan snorkelen, en dan naar het grootste eiland, Isla Bastimentos.Daar is een wandeling om het eiland over te steken, naar een strand dat genoemd is naar de rode kikkertjes.
kaart waarop de tocht met een rode lijn is aangeduid
Boteros unidos bocatoreños is een lokale vereniging.Ieder werkt o beurt, 3 per dag.W zijn hier om 8u30 en vragen welke tocht vandaag georganiseerd wordt.De prijs verschilt uiteraard als je aansluit bij anderen, of als je een privé excursie boekt.Wij kiezen voor de collectieve optie, er zijn echter geen andere gasten, we zitten dus met 2 op de boot.
Stipt 9u30 vertrekken we
ook hier zien we weer de vele houten huizen, sommige erg, erg armtierig
één van de ontelbare eilandjes in de baai
de meeste eilanden zijn onbewoond
en ze zijn omgeven door mangrove
en sommige schijnbare eilanden hebben geen vaste grond, enkel mangrove
Ons eerste observatieplek is de Baai van de Dolfijnen
hier komt de Tuimelaar voor, dit is een jonge dolfijn
Wat verder houden we halt in de mangrove van een eiland, hier leeft de drietenige luiaard.Dit dier lust de blaadjes van de mangrove
we zien verschillende van deze dieren, ze zijn echter erg actief, verplaatsen zich in de bomen op een tamelijk snelle manier, maar steeds achter bladeren
we komen bij een koraaleilandje, hier vliegt een pelikaan rond, hij duikt af en toe in de zee om te vissen
op het water is een staketsel gebouwd met een bar-restaurant en enkele terrassen
Hier houden we halt, snorkeltijd voor Stephan
afmeting van de vissen, misschien wel visserslatijn
in de mooie blauwe lucht zien we enkele witte wolken
Onze volgende bestemming is het grootste, en buitenste eiland van het gebied
de aanlegsteiger is nog in de beschermde baai, het strand ligt aan de Caribische Zee, met soms hoge, maar steeds wilde golven en met gevaarlijke onderstromen.Jaarlijks komen hier meerdere mensen om het leven, mensen die de duidelijke waarschuwingen in de wind slaan
Hier gaan we in het bos, langs het pad, op zoek naar de kleine kikkertjes, samen met onze kapitein, die de streek natuurlijk zeer goed kent
het eerste kikkertje is tussen 17 en 18 mm groot, Alobates talamancae, of de Talamanca Vuurpijlkikker
het eiland is echter beroemd voor de kleine Rode Kikker, nergens een wetenschappelijke naam gevonden, kleiner dan de nagel van onze duim
klaar om weg te springen als we nog één stap dichterbij komen
We wandelen minder dan 10 minuten om het eiland over te steken, we komen op het Rode Kikker Strand
we komen op het strand van het buitenste eiland, Isla Bastimentos
het water heeft hier een mooie blauwe kleur
geen palmbomen, wel vele andere planten
En dan nog een laatste snorkelplaats, bij Punta hospital.Hier bouwde Chiquita ooit het eerste hospitaal op de eilanden.Later werd de grond over gekocht door een Costaricaanse wetenschapper
Volgens onze kapitein is hier heel wat grond verkocht aan buitenlanders.Sommigen onder hen nemen het niet zo nauw met de natuur, en dat is vooral het geval voor de Chinezen.Zij bieden enorme bedragen (naar Panamese normen) en kopen grote oppervlaktes op.Ook in het dorp zijn heel wat hotels, zowat alle supermarkten en groothandels in handen van Chinezen.
Dat zagen we echter ook op andere plaatsen in Panama.
Om het noorden van het eiland Colon te bezoeken is er geen boot nodig.Men heeft ooit een weg gemaakt op het eiland, maar het onderhoud laat de wensen over.Gelukkig is er een busje , al lijkt dit nu meer op een hobbelpaard.
De eindhalte is Boca del Drago.Drago betekent bagger, want in het water tussen hier en Almirante is er een kanaal gegraven voor de Chiquita-schepen.
kaart waarop Boca del Drago in Bocas stad (waar we verblijven) is aangeduid
Het eerste strand is het Boca-del-Drago-strand.Hier is de zee nog wat onrustiger.Het is wel een goede snorkelplek
Colombus zou bij zijn vierde en laatste reis naar het westen, in 1502 hier geland zijn – vandaar dat dit eiland Isla Colon genoemd is.Nadien heeft Colombus de Caribische kust verder afgereisd richting Zuid-Amerika.De volgende plek waar hij aan land kon gaan en waar zijn schepen een veilige haven hadden, was bij het smalste deel van Panama.Ook die plaats is Colon genoemd
Het eiland Colon, waar Christofel Colombus op landde, en waar wij nu verblijven voor enkele dagen, heeft een oppervlakte van 67,3 km2, het aantal inwoners ligt tussen 7.000 en 8.000.
nog eens de kaart van de archipel
De archipel telt 9 grotere eilanden, 51 kleine, onbewoonde eilandjes en ongeveer 252 mangrove-eilandjes.Dat alles zorgt voor een heel apart ecosysteem.
Nemen we bvb de kleine kikkertjes, op elke eiland komen kleine kikkertjes voor, maar ze hebben een andere kleur en kunnen zich onderling niet voortplanten
wat verder zit op elk van de paaltjes in zee een vogel: er is één Bruine Pelikaan
al de andere paaltjes zijn bezet door deKoningsstern (Thalasseus maximus).Wanneer we vele uren later terugkeren, zitten de sterns nog steeds op de paaltjes
overal staan hier kokospalmen.De kokosnoten komen veelal in zee terecht en spoelen dan weer ergens aan, ze kiemen en er groeien dan weer nieuwe bomen …..
en door wat hogere golven wordt het boompje weer omver geslagen ….
Ongeveer een kwartiertje stappen langs een pad, en we komen bij een beter strand, Playa de la Estrellas (op de kaart Starfish), het strand van de zeesterren.Hier kan er ook goed gesnorkeld worden
het pad is dichtbij het strand
vandaag is in Panama de zomervakantie voorbij, ruim 2,5 maand vrij.We komen langs het pad 2 kinderen tegen, piekfijn in uniform, lange broek voor de jongens, plooirok voor de meiskes, en mooi gepoetste lederen schoenen. De kinderen komen uit de huisjes van de bar-restauranthouders op het strand waar Stephan gaat snorkelen.Om bij de bus te komen moeten ze eerst 10 à 15 minuten fietsen of stappen
(al bij al valt die tijd nog mee, in vergelijking met de schoolkinderen in het binnenland van Borneo, 12 jaar geleden, die waren 5 dagen tot een week onderweg om bij de school te geraken.Die kinderen waren vanzelfsprekend op internaat voor een gans trimester)
Bij het begin van het volgende strand liggen 2 boten van de Aeronaval, het orgaan dat het land, de inwoners, hun goederen moet beschermen zowel als luchtmacht dan als zeemacht.We zien ze overal in het land, ze zijn complementair aan de nationale politie en het leger.Ze zijn ook opgeleid in de strijd tegen de drughandel die hier, ondanks de nabijheid van Colombia, goed onder controle zou zijn.
op elke strand zijn er bar-restaurants.Die hebben ligzetels, stoelen en tafels.Dat kan vrij gebruikt worden, als men iets consumeert.Ik kies voor een stoel in de schaduw, geen bakplaat op het strand …
in het water zijn bij dit strand zijn zeesterren te zien.Vroeger waren er veel meer, maar ook hier werden de dieren uit het water gehaald, in grote massa’s, waardoor hun aantal sterk verminderd is.Het is absoluut verboden om deze dieren mee te nemen
De wetenschappelijke naam voor deze mooie zeester is Oreaster reticulatus, geen Nederlandse naam.De vertaling van de Engelse naam is ‘Kussen Zeester’.Deze soort kan tot 50 cm diameter worden als er voldoende voedsel voorhanden is.Ze komen voor in de subtropische en tropische waters van de Caraïben, daar waar zeegras voorhanden is.
De jonge dieren zijn groen van kleur, dus beter beschermd tegen roofdieren.Ze voeden zichzelf, soms zijn ze een heel eind verwijderd van hun ouders, die geen broedzorg kennen
De Kussen-Zeester is bovenaan bedekt met een harde schaal.
Een eigenaardig verschijnsel: wanneer er te weinig voedsel voorhanden is verteert deze zeester zichzelf gedeeltelijk en wordt hij kleiner.Het dier is een omnivoor, eet dus zowel dierlijk als plantaardig materiaal, zoals kleine wormen, kleine schaaldiertjes, … ;De zeester heeft geen mond waardoor het voedsel in het spijsverteringskanaal terecht zou komen, nee, een soort maag wordt naar buiten uitgestulpt en omringt de prooi.Spijsverteringsenzymen worden afgescheiden zodat het voedsel verteerd wordt. De voedingstoffen worden dan opgenomen in het lichaam van de zeester
kort na de middag komt er een ‘bananenboot’ langs.Het bootje houdt halt op verschillende plaatsen op het strand, maarniemand koopt deze bananen, die in feite enkel voor de lokale bewoners van dienst zijn.Ze zijn immers rauw niet eetbaar
Net voor het strand ligt in de zee een kooi waar in langoesten leven.Ze zijn moeilijk te zien.Tot enkele mensen in het restaurantje een langoest bestellen …. De kooi wordt op het droge gedeelte van het strand gesleept en een man opent de kooi
een langoest lijkt wat op een kreeft,maar ze heeft geen scharen.Dus enkel het vlees uit het achterlijf wordt gegeten, 20 dollar per stuk, zeer vers klaar gemaakt. Dagelijks komen hier mensen langoest eten
We planden om tijdens de derde dag, vandaag dus, weer een bootexcursie te maken.Maar de zee staat nogal ruw en de bootjes zijn niet erg stabiel.Dus we blijven op het eiland Colon, nog snorkelmogelijkheden genoeg voor Stephan
hoog op een paal zit deze Zwarte Buizerd (Buteogallus anthracinus), een roofvogel
een klein vogeltje, snel springend aan de voet van de kokospalm, de Noordse Waterlijster (Seiurus noveboracensis)
we wandelen, net zoals gisteren, dicht bij de zee.Maar enkele meter verder in het binnenland zien we mangrove, waar momenteel geen water staat.Dus het pad is vrij smal, zeker wanneer de mangrove onderloopt met zeewater bij hoge tij (het tijverschil is her maar ongeveer 70cm, veel minder dan in België)
voorlopig nemen we hier afscheid van de Caribische kust, over iets meer dan een maand komen we er weer, zij het een heel eind noordelijker
De Caribische kust is immers zowel in Panama, als in Costa Rica, als in Nicaragua veel moeilijker toegankelijk dan de Pacifische. Er zijn maar enkele plaatsen , veelal dan nog eilanden, waar we naartoe kunnen.
De Caribische kust is het leefgebied van heel wat nakomelingen van Afrikaanse slaven, dat is niet alleen in Panama, maar in elk ander gebied langs de Pacifische kust.
Hier in Panama is het ontoegankelijke, of veel minder toegankelijk Caribische gebied, ook woonplaats van vele Indianengroepen.Ze wonen op eilanden, of langs de kust op plekken, enkel toegankelijk per boot.Wij bezoeken geen enkel van deze groepen, komt mij zo zoo-achtig over …..
Een gedeelte van de Indianen wonen in bereikbare delen van het land.De vrouwen zijn goed te herkennen door hun kleurrijke kledij.
al deze fotos genomen vanuit de bus
deze kinderen wachten op de bus
We planden om na Bocas del Toro een lange verplaatsing terug te maken om gedurende 2 dagen het grootste eiland van Panama, Isla Coiba, te bezoeken.Maar de weg van Volcan naar Bocas, veel korter en eenvoudiger, duurde al vele uren.Wanneer we aankwamen in Bocas, 4 dagen geleden, beslisten we om Isla Coiba niet aan te doen.
De terugweg van Bocas duurt ‘maar’ 7,5u.
in blauw staat onze terugweg naar de Pacifische zijde aangeduid.De rode bol, wat meer naar rechts en naar beneden, is de plaats van waaruit we hoopten om Isla Coiba te bezoeken.
een bootje zoals datgene waar wij inzitten
Waar we in het heengaan in een sardienenblik zaten, is de terugweg veel meer ontspannen, het busje zit nooit vol, en wij zitten tamelijk vooraan, we zien dus wat.
gelukkig moet er niemand naast mij op het klapbankje komen zitten, want dan is er geen plaats meer voor mijn benen en voeten
de brug over de rivier is al lang weg, de noodbrug doet ook zijn dienst
de houten hutten zoals we er veel zien,de kinderen die hier buiten komen zien er wel piekfijn uit
na 1,5u rijden, stopt de bus, op dezelfde plaats dan in het heengaan.Ook hier wordt de zaak weer gerund door Chinezen.In Azië heeft Carrefour veel in handen, in Panama hebben de Chinezen alle supermarkten, heel veel grotere eetstalletjes en wie weet wat nog allemaal, in handen.In het Bocas gebied zijn Chinezen de grootgrondbezitters, zij kopen alles op, maar onderhouden het niet …
soms is het wegdek goed, veelal is het gravel zoals hier
hier bestaat het wegdek uit nog grotere stenen.Het regent en naarmate we hoger komen rijden we meer en meer in de wolken, de mist
en dan moeten we weer halt houden, tot een reeks voertuigen uit de tegengestelde richting voorbij is
hier is de mist zo hevig, dat enkel nog de koplampen van voertuigen te zien zijn.Gelukkig heeft de zijkant van het asfalt een witte lijn
we moeten over 2 reeksen bergen, eens over de eerste zien we al blauwe lucht. Echter van korte duur, we duiken weer in de wolken
eens over de tweede reeks toppen, is de blauwe lucht volop van de partij, ook de regen is voorbij
Geen nood dat we onze plannen (moeten) wijzigen, er is nog meer te bezoeken in Panama, we rijden naar het zuiden van de stad David, naar Puerto (haven) Pedregal.Hier is enkel een hostel met kamers voor 2 personen, inclusief badkamer.En er zijn 2 restaurants.
4 dagen geleden reserveerde ik hier een kamer
De eigenaar, een Italiaan, werkt samen met een lokale kapitein-natuurgids om het gebied van de mangroves te bezoeken.Helaas echter is de man, de volgende 2 dagen , bezig met een andere tour.
hier stromen rivieren in allerlei richtingen en bochten, overal is er mangrove.Hier is echter maar één of twee mensen die een rondvaart aanbieden
We gaan terug naar de bergen, nu naar Boquete.Dit is een buurdorp van Volcan, waar we een kleine week geleden waren maar door de vulkaan Baru, die tussen beide dorpen in ligt, zijn Volcan en Boquete niet met elkaar verbonden via een baan.Men kan wel via een pad stappen, dat is voor goede wandelaars, een tocht van 7 tot 9 u in één richting, dus niets voor ons.
op deze kaart van West-Panama is Volcan en Boquete onderlijnd
We verblijven niet in Boquete, dat op 1000m hoogte ligt.We komen hier met de bus uit David en we keren ’s avonds terug naar Pedregal, de haven van David.
Tijdens de reisvoorbereiding had ik Boquete al aangeduid, we kozen echter voor Volcan omdat het minder toeristisch en hoger gelegen was, en de wandelingen en bezoeken voor ons interessanter zijn.Omdat echter het bezoek aan de mangroves en de nabijgelegen eilanden niet kan doorgaan, kunnen we alsnog Boquete bezoeken.
Vandaag gaan we vanuit Boquete met een kleiner busje, ook weer volgestouwd zoals een blik sardienen, wij zitten gelukkig vooraan naast de chauffeur, naar Finca Lerida, een erg groot familiaal koffiebedrijf.Boquete is immers dé koffieplantage van Panama, de koffie is erg lekker.
dit 50 ha grote koffiebedrijf heeft natuurlijk een koffieshop, maar het heeft ook een luxe-hotel, met kamers tussen 150 en 200 US-dollar per dag.Nu heeft dit bedrijf nog 5 andere bedrijven in Boquete overgenomen, die allemaal onder de naam Finca Lerida verkocht worden
De huidige eigenares, een dame uit Boquete, heeft het bedrijf in 2008 overgenomen.
hier zijn een vijftal variëteiten van Arabica-koffie aangeplant, waaronder ook de Geisha, waarover ik in ons vorig verhaal schreef.De oogst van de koffiebonen start al in oktober en loopt tot maart, dus nu de laatste maand.We zien echter nog heel veel, vooral rode, koffiebessen hangen
hier staat de soort niet vermeld
dit zijn Geisha koffiebessen
op verschillende plaatsen zien we ook nog de sterk ruikende, kortlevende koffiebloesem.Bij de koffieplant kan op eenzelfde plant elk stadium van bloem tot vrucht gezien worden
dicht bij de receptie is het gebied waar de koffiebessen toekomen en in de zon te drogen gelegd worden
We volgen geen koffietour met uitleg, dat deden we in het verleden al in Costa Rica en Colombia.
De mensen welke hier werken zijn veelal indianen.Zij komen hier om 6 maanden seizoensarbeid te verrichten.Daarna gaan ze terug naar hun dorpen.De volgende dag zien we een nederzetting van heel kleine, betonnen huisjes, dichtbij de koffieboerderij, waar de vrouwen en kinderen verblijven.We lezen echter dat het geld, dat hier verdiend wordt, moet dienen om met de ganse familie gedurende een jaar te leven, tot er weer moet gewerkt worden bij de volgende oogst
de pas geoogste bessen, binnenin zitten de beide koffiebonen
deze bessen zijn al veel meer gedroogd, het vruchtvlees is verschrompeld en donker
een van de ovens waarin de bonen verder gedroogd worden tot een zeker % resterende vochtigheid
ergens in het proces worden de koffiebonen uit de bessen gehaald.Het vruchtvlees van de bessen is al deels vergist en wordt gebruikt als organische meststof voor de koffieplanten
na nog een aantal bewerkingen worden de koffiebonen in zakken verpakt
Finca Lerida biedt de mogelijkheid om op hun grote domein, koffieplantages én woud, te wandelen.We betalen toegangsgeld en we krijgen een mooie en grote kaart, heel gemakkelijk in gebruik, mee.
een van de kaarten welke we meekrijgen
toch eerst een koffietje drinken
het eerste deel van de wandeling gaat langs de koffie-aanplantingen
op het terrein zelf zijn de verschillende wandelingen goed aangeduid
In totaal wandelen we 4,5u op dit domein.We worden steeds begeleid door het gezang, geroep van vogels
Roodstaartamazilia (Amazilia tzacatl) is een berg-kolibri
dit vogeltje houdt ervan om zich in de spiegel van een auto meermaals te gaan spiegelen, we kwamen het al tegen, Grote Cubavink (Tiaris olivaceus)
naast de koffieplanten zien we ook heel wat Boomtomaat of Tamarillo, in België soms wel eens te koop
de Roodkruinspecht (Melanerpes rubricapillus)
Witbandsijs (Carduelis psaltria)
de Barrancapiewie (Contopus lugubris), een klein vogeltje
af en toe hebben we uitzicht op de bergen
en mooie rode bromelia’s hoog op de boomstammen
veel minder dan in Volcan, maar ook hier tuinbouw in serres
Oranjebuiktrogon (Trogon aurantiiventris)
het mannetje van de Bloedtangare (Piranga bidentata) is verlekkerd op elk kruimeltje dat te vinden is
In het berggebied van Boquete zijn er een aantal wandelingen en trektochten te ondernemen.Sommigen zijn zeer zwaar en mogen enkel onder begeleiding van een gids gebeuren, er is 1 wandeling die geklasseerd staat als eenvoudig en gematigd, deze is OK voor ons.
We rijden met een lokaal busje tot op een hoogte van ongeveer 1578m, waar de wandeling start.
Na korte tijd bereiken we het toegangshek, hier moeten we betalen want we komen in het privégebied van de lokale indianen.Het gebied behoort tot het Nationaal Park Volcan Baru.
de verschillende namen van het pad staan hier vermeld
hier mag een foto genomen worden van de dames die het inkomgeld innen
hun woonhuis
De wandeling gaat door 2 ecologische zone’s.Eerst wandelen we in een meer open gebied, waar nog een aantal huizen staan en er zelfs nog een gebouwd wordt.Hier worden op een vlakgemaakt terrein groenten geteeld.Water is er voldoende aanwezig via de pijplijn
naast de pijplijn is er nog de bergbeek waar toch wel wat water doorstroomt
open met velden waar minder bomen staan
een deeltje van het gebied waar groenten geteeld worden.Overal staan sproeiers, water geven is hier immers belangrijk bij de hogere temperaturen
In dit gebied zien we ook een aantal vogels
Mexicaanse Witneklijster (Turdus assimilis)
Meniezanger(Myioborus minimatus), een klein vogeltje met felle kleuren
Zwarte Phoebe (Sayornis nigricans)
en mooi gekleurde bloemen
geen scherpe foto want deze vogels zit steeds tussen de bladeren, de Streepborstboomjagere (Thripadectes rufobrunneus)
net zoals vele vogels uit deze lijst is ook dit vogeltje endemisch in de bergen van West-Panama en oost Costa Rica, de Geelflanzijdevliegenvanger (Phainoptila melanoxantha)
ook al endemisch in dit gebied is de Zwartdijkardinaal (Pheucticus tibialis)
Het wandelpad is erg stenig, we moeten kijken waar we onze voeten zetten.
hier is het pad even OK
een brug uit blik, erg dunne metaalplaat
Na een tijdje komen in een veel bosrijker gebied, hoger gelegen, heel mooie vegetatie en natuur.
Na een hele tijd stappen, wij gaan trager vooruit dan wordt aangegeven, komen we bij oude en heel dikke bomen
de eerste van de dikke, hoge en kaarsrechte bomen
hier de onderzijde van een Mexicaanse Olm (Ulmus mexicana), vermoedelijk tussen 1000 en 1500 jaar oud
een ietwat groter gedeelte van de boom, ik sta er nog steeds bij om een beeld te geven van de grootte van de boom
iets verder staat deze boom
en in de hoogte
Kort daarna begint er een veel smaller en steiler pad, door de snelstromende beek, hier en daar een artisanale brug of gewoon over stenen
één van de artisanale bruggen, bestaande uit 2 metalen buizen, stukken van de pijplijn met aan de zijden lange takken als leuning
het veel smaller pad met een hangbrug die slechts 3 mensen kan dragen
en waar de bodem uit dunne metalen platen met grote gaten, bestaat
het pad wordt goed onderhouden, er ligt geen vuil.Omgevallen bomen echter blijven in de mate van het mogelijk liggen waar ze gevallen zijn
Waar de waterval, aan het einde van de vallei is, zien we nog niet.Het is niet voor niets ‘Verborgen Waterval’-pad.Uiteindelijk krijgen we een zeer hoge en loodrechte muur te zien, waar wat watervan valt
en groot deel van de meer dan 100m hoge natuurlijke muur
de hoeveelheid water is nu niet zo groot, we zien het toch naar beneden vallen, al staan we nog wel even verwijderd van de waterval
hier verorberen we ons luchpakketje
De terugweg gaat over hetzelfde pad, het zicht echter is helemaal anders
Tijd om ons weer te verplaatsen, dus eindigt dit verhaal hier