Reisverhaal «Dhofar»
Oman, nog een land in het Midden-Oosten
|
Oman
|
12 Reacties
24 Oktober 2018
-
Laatste Aanpassing 28 Oktober 2018
3. Dhofar
We rijden langs de zuidelijke route Dhofar binnen. De weg gaat niet langs de kust, er zijn immers kliffen tot in de zee. Het plateau waarop we uiteindelijk rijden ligt meer dan 250m boven de zeespiegel.
Gans het zuidelijk gebied van Oman bevat zoutkoepels. Onder de zoutkoepels vindt men aardolie, het zwarte goud dat de rijkdom en de ontwikkeling van Oman heeft bewerkstelligd.
hier een plaats waar men aardolie zal opgraven. De meeste aardoliebronnen liggen in de woestijn, deze is gemakkelijk te bereiken
Dhofar is de groene provincie in Oman.
nog niet zo ver over de provinciegrens is alles al groener en zien we grote plassen. Het heeft hier enkele dagen geleden nog geregend
Hierna begint de afdaling van het plateau, richting kust
de witte kliffen
We kamperen op het strand op enkele km voor het eerste, en lang eenzame, dorpje
Hier lopen kamelen rond, ze eten echter niet van wat ons op malsgroene planten lijkt. Als we beter kijken zien we dat dit vetplanten zijn, blaasjes op stengeltjes
waarschijnlijk of niet lekker of giftig voor de kamelen
2000 tot 2500 jaar geleden kende het Arabische schiereiland een sterke klimaatsverandering. Voordien kende het schiereiland regenrijke moessons, waar door het gans Arabische schiereiland groen was, volkeren hadden al huisdieren, er was voldoende voedsel. Het zuiden van Oman stond onder invloed van Jemen, cultuur en levenswijzen waren helemaal verschillend van deze van het noordelijk deel van het schiereiland.
Door de klimaatsverandering beperkte de invloed van de moesson zich tot het gebied van het huidige Dhofar, tot waar het Qaragebergte de regen tegenhoudt. Arabië werd woestijn, veeteelt verdween, kamelen (dromedaris) waren de enige dieren welke hier overleefden, mensen gingen daar wonen waar nog wat grondwater was, in de oasen.
Enkel Dhofar kent zijn jaarlijkse zomermoesson (mei tot september) waardoor deze streek groen is, aan land- en tuinbouw kan doen en veeteelt mogelijk is.
Het gebied kent een dichte vegetatie op de hellingen van het Qaragebergte, riviertjes en beken dragen het ganse jaar water. Kuddes trekken in dit gebergte waar steeds water en wierookbomen te vinden zijn.
De culturele geschiedenis vn Dhofar gaat een heel andere richting uit dan deze van de rest van het schiereiland. Er ontstaat in de naburige bergen van Jemen de Hadramaut cultuur, een Minaïsch koninkrijk, het Sabaïsche rijk, Qataban en Ausan. Dit is het begin van een nieuwe tijd.
De meeste bewoners van Dhofar leven in het gebied bij de kust, maar enkele Bedu- stammen trekken de bergen en de woestijn in van bron tot bron.
Een van de belangrijkste bronnen was Shishur. Hier werd in 900 v.C. de laatste oase voor de grote zandduinen van de grootste zandwoestijn ter wereld, gesticht. De oasestad Ubar lag direct aan de nieuwe handelsroute die Dhofar met het noorden van Arabië verbindt. Omdat alle karavanen hier moesten halt houden om water in te slaan en om uit te rusten, voor zij de dodelijke woestijn moesten doortrekken, werd Ubar erg belangrijk en machtig. Volgens de overleveringen zou deze “Atlantis van de Woestijn” een belangrijke handelsmetropool worden, waarover Griekse wijsgeren, zoals Herodotes, in hun geschriften vermelden. Later werden in dat gebied scherven van Perzisch, Indisch, Grieks en Romeins aardewerk terug gevonden.
Dhofar produceerde (en produceert nog steeds) het erg begeerde luxeproduct Wierook. De Dhofar wierookbomen leverden en leveren het zuiverste hars ter wereld. Vanaf 1000 v.C; was er al een belangrijke handel in wierookhars, het hoogtepunt ervan was tussen 400 v.C. en 500 n.C.
Uit die tijd zijn er vele legenden bewaard gebleven. Zo zou de koningin van Saba met grote hoeveelheden wierookhars en haar buitengewoon grote kamelenkaravaan van Jemen naar koning Salomon in Palestina gereisd zijn. In Rome zou Nero 6 ton van dit hars verbrand hebben ter ere van zijn vrouw bij haar begrafenis.
Net zoals er een zijderoute was, bestond er ook een wierookroute. Deze ging van Jemen en Dhofar over Mekka (Saudi Arabië) en Petra (Jordanië) naar de Middellandse Zee of naar Syrië of naar Egypte.
Dhofar bleef in die tijd een aanhangsel van het machtige rijk Jemen. Later kwam het onder Perzische invloed. De Arabische of Oman-invloeden reikten niet tot Dhofar.
In 1804 werd Dhofar bij het grote Omanrijk ingelijfd. Lange tijd hebben de Britten dit rijk beschermd, gesteund en allerlei hulp geboden.
Dhofar echter was helemaal geïsoleerd van de rest van Oman. Rebellen probeerden het land af te scheiden, de vorige sultan had er geen macht of invloed. Bijna was Dhofar in 1970 afgescheiden van de rest van het land. Tot Sultan Qaboos in 1970 in een staatsgreep de macht van zijn vader overnam.
Omdat de moeder van Sultan Qaboos een Dhofar prinses was, kreeg hij aanzien en medewerking van de bevolking van Dhofar. Enkele jaren later was de oorlog in Dhofar achter de rug.
Sutan Qaboos heeft in zijn vele regeringsjaren Oman van een van de armste staten tot een moderne staat gebracht, waar alle mensen gelijk zijn, goede scholing en gezondheidszorg is, …
Dhofar ligt nog ver van de hoofdstad Muscat verwijderd (1000km) maar is nu verbonden met de rest van het land op alle vlakken.
In Dhofar is er wel wat te zien, goed voor meer dan één verhaal.
Het dorpje waar we overnacht hebben is lang erg geïsoleerd gebleven. Gisteren kwamen we langs een weg via het binnenland omdat langs de kust een gebergte tot in de zee loopt.
Tot 2014 was er geen verbinding met de rest van Dhofar via de kust. Nu volgen we deze nieuwe weg
de weg welke we vandaag volgen
Dank zij 2 zeer goede reisgidsen (een Engelstalige van Bradt en een Duitstalige van Ilona Hupe) hebben we onze reisroute hier uitgestippeld.
Eerst volgt de weg nog even de kust. Waar wadi’s in de zee komen zijn er nu lagunes
vooral reigers en meeuwen wachten hier op vis
het is hier werkelijk veel groener, er staan zelfs planten in bloei.
richting binnenland naderen de rotsen, erg verweerde kalksteen
wadis hebben de kalkrotsen uitgeschuurd
hier is het nog vrij vlak, hoewel we langzaam stijgen. De weg loopt voor gedeeltes kaarsrecht
Daarna zien we hoge rotsen verschijnen. Ingenieurs hebben een route door dit gebergte bepaald, het zal veel arbeidskracht gekost hebben om deze weg te realiseren. Een erg mooie route
een immens kap- en boorwerk
op vele plaatsen zijn de sporen te zien waar zware staven in de rots geklopt werden om de rots op die manier te breken
de rotsen zijn erg gelaagd. Door het uithakken van die rotsen om de weg te maken, zien we deze lagen op zijn mooist
het gebergte staat in de zee, geen mogelijkheid om een baan langs de kust te maken
om een beeld van de hoogte te geven …
een wadi
zeer poreus gesteente dat erg gemakkelijk afbrokkelt
hier en daar zijn er holen en overhangen, soms al helemaal afgebrokkeld
hier ligt een beetje brokstukken van de rotsen, op sommige plaatsen ligt er veel meer, soms is de weg half versperd
Boven zijn er hier en daar uitzichtpunten. Het eerste ligt op 500m hoogte, maar het uitzicht is erg mistig
Het plateau boven is niet zo vlak, er zijn hoogteverschillen van enkele honderden meter
Alle uitzichtpunten richting kust (op verre afstand) tonen ons valleien
Bij de uitzichtpunten zijn er parkings voorzien, toeristen komen echter zelden langs hier
Dikwijls zijn er stevige netten geplaatst om vallen stenen tegen te houden, soms is de rots bedekt met beton
Bij de afdaling kruist de weg een wadi, er is een brug gebouwd
de wadi is waterdragend, een heel ander zicht dan de droge wadi’s
achter de bocht zien we een oase met erg groene palmen, wat een verschil ...
op de achtergrond een echt meer
Er is een parking gemaakt rond een reuzen rotsblok
ook bij de afdaling bevinden we ons nog in het gebied van de kalkrotsen, ooit (geologische tijden) was hier zeebodem
het groene karakter van Dhofar kunnen we nog goed zien, hier bloeiende planten
Normaal is eind oktober al voorbij het groene seizoen, nu blijkbaar dus nog niet
Na bijna 100 km zijn we terug op zeeniveau
Een eind verder zien we zelfs watervallen, een unicum in Oman. Het water valt hier al lang , getuigen daarvan zijn de stalactieten
de kalkrotsen waar de watervallen te zien zijn
hier leeft de Rotsduif (Columba livia), holtes genoeg om te nesten
reuzegrote stalactieten
sommige zoals deze stalactieten zijn al afgevallen, andere hangen nog vast aan de rots
immens groen (voor Oman)
rond de rotsen vliegen zwarte vogels met een oranje bruine streep in de vlucht. Ze maken nogel wat kabaal, en zetten zich dan achter het spetterende water op de rots, Tristrams Spreeuw (Onychognathus tristramii)
en maar foto’s maken van deze watervallen, alsof we nog nooit een waterval hebben gezien.
400 km noordelijker moet men zeewater ontzilten om drinkwater te produceren. Hier loopt zoet water zo maar in de zee …
6 km verder ligt het vissersdorp Hasik. Op sommige momenten van het jaar vangt men hier langoesten, op andere momenten (korte periode) duikt men naar abalones (oorschelp -delicatesse vooral uitgevoerd naar China en Japan). Nu vist men op tonijn. We komen net toe wanneer de vissersboten gelost worden, de tonijn gewogen en verkocht wordt
de vis wordt op de vissersboten in ijs bewaard
eens aan land wordt de tonijn in bakken vanaf de boot naar de verkoop gebracht
zo een bak tonijn weegt 50 à 60 kg
de verkopers en kopers noteren het gewicht. De kopers zijn in het wit gekleed
deze koper keurt de vis, aan de helderheid van de ogen kan de versheid bepaald worden
daarna wordt de vis weer in ijs gelegd. De koelwagens produceren zelf ook ijs
Verder zuidelijk langs de kust verandert het gesteente naar zwart, vulkaangesteente
we kruisen heel wat wadi’s telkens zien we water. Langs de zeezijde is er een lagune met heel wat watervogels
een wadi, landinwaarts met water
Reuzenreiger (Ardea goliath) houdt de wacht
evenals de Westelijke Rifreiger (Egretta gularis) die luid kan roepen
regelmatig zien we kamelen op of naast de weg, of verder in de wadi’s
het gesteente wordt weer lichter van kleur
graniet of misschien kwarts-dioriet-porfieriet
Wanneer de weg weer in het binnenland gaat, slaan we na een tijdje af in Wadi Shaat. De piste ligt vrij goed, regelmatig rijden we door water. Enkele beelden langs de weg
We zoeken een plekje waar we kunnen kamperen
Meer westelijk komen we in het stadje Mirbat, ooit nog hoofdplaats van het gebied hier. In 1897, bij de start van de huidige dynastie, werd de hoofdplaats van Dhofar Salalah.
In 1169 schreef een historicus dat Mirbat het centrum was van scheepsbouw waarbij de planken aan elkaar gebonden werden met kokosvezels.
In die tijd werd Mirbat ook vermeld als het gebied waar Arabische volbloedpaarden werden gekweekt en uitgevoerd naar India. In India werden de dieren gebruikt bij de cavalerie. Getuigen van dit verleden zien we bij de ingang van het stadje.
aan beide zijden van de toegangsweg zien we koersende paarden
Nog buiten het stadje bevindt zich de graftombe van Mohamed bin Ali, een rechtstreekse afstammeling van de profeet Mohamed. Deze man stierf in het gebied van het huidige Jemen in 1161.
Het gebouw is vrij klein. Normaal mogen niet-moslims niet bij de tombe komen. Er is echter geen bewaker aanwezig, dus we kunnen toch binnen. Vrouwen moeten conservatief gekleed zijn, dus sjaaltje en lange mouwen.
we zijn er weer helemaal klaar voor …
het gebouw waarbinnen zich de tombe van de ‘heilige’ bevindt
de tombe
Rond de graftombe is er een begraafplaats met oude graven.
een graf met 2 stenen zou van een vrouw zijn (3 stenen voor een man)
graf of graven aan de achterzijde van het gebouw
Dan rijden we naar het stadje. Hier bevindt zich het gerestaureerde kasteel(tje), ooit residentie van de gouverneur.
de achterzijde
een raam, typisch voor de jemenitische bouwstijl
de voorzijde, richting zee
de toegang tot het kasteel
Het kasteel staat vrij dicht bij de zee, aan de zeezijde is er een klein verhoog met 3 kanonnen.
dit gebied van boven uit het kasteel gezien
Rond het kasteel stonden (en staan nog) enkele andere forten, samen sterk ….
Het kasteel zelf is binnenin mooi ingericht deels als museum. Normaal is er in elke kamer een videovoorstelling over een of ander onderwerp uit het Dhofargebied, slechts in enkele kamers werkt de film. We hebben de indruk dat men het kasteel nog aan het inrichten is.
uitzicht van op het terras
de ontvangstkamer van de gouverneur
zilver was een belangrijk metaal voor de rijkere klasse (nu is dat goud)
de binnendeuren zijn vrij smal, ze bestaan uit 2 luiken. Om binnen te gaan moeten beide luiken geopend zijn
in een van de kamers wordt een film vertoont over het wild dat in Dhofar leeft. De beelden zijn genomen met een camera welke in de natuur is opgesteld. Hier het Arabische Luipaard
de Arabische zee bij Dhofar bereikt dieptes tot 1000m, walvissen leven hier
reeds 5000 jaar drijft het gebied Oman, toen Magan genoemd, handel met gebieden rond de Middellandse Zee en India. De rode lijn stelt de wierookroute voor, de witte, de scheepvaartroutes
potten gebruikt om voedsel te bewaren
deze toren was de ‘koele ruimte’ om voedsel te bewaren, lang voordat er koelkasten bestonden
gevlochten manden, matten, … is een specialiteit van Mirbat
binnen in het kasteel
Mirbat heeft nog een oud, vervallen stadgedeelte waar resten van de Jemenitische bouwstijl te zien zijn. Wanneer we door de straten wandelen en rijden lijkt het alsof hier een oorlog is geweest. In 1972 werd hier de ‘Slag om Mirbat’ gestreden, de laatste oorlog (ter wereld) waar men om een burcht heeft gevochten. 3 jaar later was er vrede in Dhofar, sultan Qaboos verleende amnestie aan al de rebellen.
en klein deeltje van de oude stad, gezien vanop het kasteel
hier en daar zien we nog de houten ramen
het gemeentehuis van weleer
Bij de toegang tot de oude stad is er enkele jaren geleden een stadspoort opgericht.
Net zoals op andere plaatsen worden de huizen niet gerestaureerd, en evenmin afgebroken. Een spookachtig zicht
Volgende 2 dagen bezoeken we vanuit onze standplaats Salalah. Daar huren we een appartementje.
Om een beeld te krijgen van de topografie van het gebied, en de invloed van de zomermoesson, is het volgende kaartje bijgevoegd
enkel het Qara gebergte laat een smalle kustvlakte toe. Deze kustvlakte en de zuidelijke hellingen van het Qara gebergte genieten van het vocht en de regen van de zomermoesson
We starten 14 km ten westen van Mirbat en volgen een route richting Qara gebergte.
aanduiding van het gebiedje dat we vandaag bezoeken
Na 1 km zien we enkele Boscia arabica staan, behorend tot de Kappertjesfamilie. Deze plantensoort heeft verwanten in Namibië en andere Afrikaanse landen. Boscia arabica komt enkel in Oost-Jemen en op de zuidelijke helling van het Qara gebergte voor.
de onderzijde van de kruin wat nader bekeken
Enkele kilometer verder staat er weer iets speciaals, nl. de Baobab (Adansonia digitata), van de familie van de Malvaceae. We zagen deze bomen in Zuid-Afrika en Namibia. Op een of andere manier is de baobab Afrikaanse (Apenbroodboom) ook hier verzeild geraakt. De boom heeft een stam welke water kan opslaan en zo lange droogteperiodes kan overleven. Tot op heden zagen we de baobab steeds zonder bladeren. Dan lijkt het alsof de kruin een wortelstelsel is. Hier is momenteel het klimaat nog vochtig genoeg (tussen 10 en 15 oktober was hier hevige regenval door de tropische storm Luban)
We zien in het gebied van het Qara-gebergte ook grote hoeveelheden van de Woestijnroos (Adenium obesum), behorend tot de familie van de Maagdenpalm. Het melksap van de plant is giftig (gebruikt als pijlgif in Afrika). Adenium komt van Aden, de hoofdstad van Jemen.
deze woestijnroos telt de meeste bloemen
een gladde, grijze stam welke het licht weerkaatst en zo uitdroging voorkomt
Wanneer de bloemen verschijnen zijn er nog geen bladeren aan de takken. De bloemen hebben een verlengde buis
Ook hier slaat de stam al het water op om in droge periodes te overleven. De stam blijft laag, maximaal 3m hoog.
Wat verder, op een hoogte van meer dan 600m is er een afslag naar het Tawi Attir zink- of verdwijngat. Ooit bevonden zich hier in het karstgebergte (kalksteen) een reeks boven elkaar liggende grotten, druipsteengrotten. Omdat in de loop van de (zeer lange) tijden het plafond van de grotten beetje bij beetje oplost door het insijpelende water, worden de plafonds steeds dunner. Op een bepaald moment storten die plafonds één voor één in (te beginnen met het onderste plafond), waardoor er een zeer groot gat ontstaat, een beetje te vergelijken met een reuzentrechter. De diepte is 211m, te diep om de bodem te zien vanaf het uitzichtpunt.
een klein stukje van de wand van het verdwijngat
In 1980 vond men hier een vissoort welke nergens anders voorkwam, zijn naaste familie leefde meer dan 600km verder.
Bij het vervolg van de weg, nemen we de afslag naar Jebel Samhan, het gebergte ten oosten van Mirbat (zie ook kaartje hierboven). De weg klimt, eerst nog door groene weiden met zeer grote hoeveelheden jongvee, later wordt de begroeiing schaarser en zien we grote kuddes dromedarissen, de lokale kamelen.
zowel de koeien als de kamelen verplaatsen zich graag via de asfaltweg, enkel als ze zich al etend verplaatsen doen ze dat tussen stenen en groen door
deze plant wordt wel gelust door kamelen
De geasfalteerde weg gaat tot een uitzichtpunt , aan de klif van het gebergte. Wij staan boven de klif, er is een abrupte steilte richting zee, die we echter door de vochtige lucht, niet zien.
ook hierboven kalkrotsen met grotten waarvan gedeeltes zijn ingestort
uitzicht naar de voet van het gebergte, vele, vele honderden meter diep
zicht op de zeer steile helling richting zuiden
Hierboven zien we ook enkele exemplaren van de Arabisch Drakenboom (Dracaena serrulata), behorend tot de Aspergefamilie. De plant moet beschermd worden wegens met uitsterven bedreigd.
mooi silhouet
de bladeren zijn zo hard en vezelig dat ze lange tijd gebruikt werden als touw
Op de terugweg gaan we richting Taiq verdwijngat. De weg gaat over de bedding van een wadi, soms moet de kracht van het water hier wel erg groot zijn, zo te zien aan de voormalige brug
Het Taiq zinkgat is ongeveer 1 km lang en 750m breed, en zou ooit slechts 1 grotkamer geweest zijn. De diepte is enkel honderden meter. Men zou een pad naar de bodem kunnen volgen, dit zou soms wel door koeien gevolgd worden
(probeer de volgende 3 foto’s in gedachten aan elkaar te kleven om een beeld van het zinkgat te krijgen)
het rechter gedeelte
het centrale gedeelte
het linker gedeelte
In dit verdwijngat dalen 2 wadi’s af, welke de bodem op sommige momenten voor een deel in een waterpoel laten veranderen
dit is de grootste wadi welke in het zinkgat afdaalt
Een andere mooie boomsoort welke hier op de zuidelijke helling van het Sara gebergte voorkomt is de Ficus sycomorus of Moerbeivijgenboom. De stam lijkt opgebouwd te zijn uit meerdere smalle stammen, de bladeren zijn vrij groot, de kroon geeft heel veel schaduw
We rijden door de bergen richting westen en we nemen de afslag in Wadi Darbat. Hier zou, volgens de reisgidsen, 2 tot 3 weken per jaar voldoende water zijn voor enkele kleinere watervallen.
We zien al gauw dat we hier nu in een gunstige periode zijn.
vanaf de parking richting stroomafwaarts
en richting stoomopwaarts
over een grote breedte zijn er verschillende watervallen te zien, niet erg hoog
een foto van ons beide, genomen door een Omani
boven de watervalletjes is er een erg waterrijk gebied
Omdat het vandaag (vrijdag) weekend is, zijn er vele Omani met hun familie. Verder hebben we al de ganse dag toeristengroepen Duitsers en Russen zien opduiken, opgepikt van het strand (in dito kledij) voor een peperdure uitstap (met jeeps). Er is immers elk weekend een rechtstreekse vlucht van de luchthaven van Köln-Düsseldorf en van ergens in Rusland, naar Salalah.
ook hier zien we weer speciale rotsformaties, uitgehold door het water in de loop van erg lange tijden
We rijden nog verder langs de rivier (eerder dan we dit een wadi zouden noemen)
nog meer opvallende rotspartijen
overal horen we vogeltjes zingen, maar te klein om hen op een tak van een (verre) boom te fotograferen. Plots komt dit Zevenstrepengors (Emberiza tahapisi) zomaar voor mij op de grond zijn liedje zingen …
hier zijn we aan het eindpunt. Verder wandelen wordt verhinderd door een gesloten hek. De rivier echter gaat nog verder stroomopwaarts, water enkel afkomstig van neerslag
In dit gebied is er een zeer grote kamelenboerderij met , volgens onze schattingen, honderden kamelen. Ze worden met jeeps naar de kraal terug gebracht tijdens de late namiddag
ook op de terugweg richting kust, zien we hele kuddes kamelen terug keren
Beneden, bij de baan, slaan we af om de grote waterval te gaan zien. Hier komt al het water dat door Wadi Darbat stroomt, naar beneden gevallen. Alleen, om de waterval goed te zien, moeten we wat aardewegen inslaan, en dat zien dat we beter een ander pad zouden nemen.
de rots, welke ook wel tufsteendam wordt genoemd (omdat ze het water boven tegen houdt) is 1,3 km breed. Wanneer het waterpeil lager is, is er geen waterval en wordt de nog resterende waterhoeveelheid door deze kalkrots geblokkeerd
de waterval welke momenteel het grootste debiet heeft
2een andere rots zorgt ervoor dat de benedenloop van de rivier een bocht moet maken
26-52
overal langs de rivier zijn er waarschuwingsborden om niet in het water te gaan omwille van bilharziose-gevaar en gevaren eigen aan snelstromend water(vallen). Mensen lijken er zich niets van aan te trekken, hoewel hier in Wadi Darbat, jaarlijks verschillende (verdrinkings)doden vallen
Waar Wadi Darbat de doorgaande weg kruis, vormt ze een brede lagune, Khor Rori. Hier bevindt zich Unesco Werelderfgoedsite Samharam. Met dit bezoek starten we de volgende dag.
Sumhuran (4de eeuw v.C. – 5de eeuw n.C.) ligt nu in het gebied van de grootste lagune in Dhofar, met een oppervlakte van ongeveer 60 ha. De lagune is nu afgesneden van de zee door een zandbank, die de opening opvult tussen 2 tafelbergen.
één tafelberg op de foto te zien, de zandbank welke de toegang nu afsluit is aangeduid
Hier ligt op een heuvel (25m hoog) de ruïnes van de indrukwekkende vesting van de oude stad Sumhuran (Samharam, of nog anders geschreven).
In de 4de eeuw v.C. koos de machtige koning van Hadramaut (een rijk dat sinds de 8ste eeuw v.C. gesticht was in het gebied van het huidige Zuid-Jemen) deze plek uit als havenstad om wierookhars te vervoeren. De ligging in een zee-inham bood meer veiligheid dan een plaats aan de open zee.
de zee-arm (nu lagune)
Wierook was een duur handelsproduct, de opslag ervan moest erg beveiligd zijn.
Daarom werd op een heuvel, meer dan 25m boven de zee-inham, met een erg steile helling, een superversterkte vesting gebouwd. Bij het water was de haven.
een tekening welke een voorstelling is van de stad, boven op de heuvel, en de haven waar de wierook geladen en verscheept werd
tegelijkertijd met de archeologische opgravingen wordt er ook restauratie uitgevoerd, dat geeft ons een beter beeld
tussen de cijfers 1 en 3 ligt de stad, tussen 1 en 4 lag de haven. Goed beschut voor aanvallen en stormen komende uit de zee
Tot dan toe werd de wierook door karavanen vervoerd door de woestijn. Vanaf het wierookgebied duurde het meer dan 100 dagen voor de karavaan Damascus bereikte. Van daaruit kon wierook verscheept worden in het Middellands Zeegebied.
Omdat de route door de woestijn erg gevaarlijk was, koos de Hadramaut heerser de zeeweg.
de wierookroutes
een Griekse kaart van het Arabische schiereiland (Arabia Felix) uit de 2de eeuw n.C.
Om zich te verdedigen tegen inwoners uit het gebied en tegen aanvallen vanop zee, werden in Sumhuran zeer veel soldaten gelegerd. Daarnaast woonden ook handelaars in de versterkte stad.
De handel in wierook bracht zeer veel rijkdom met zich mee, gedurende vele eeuwen werd de transportweg via Sumhuran gebruikt.
In de 4de eeuw n.C. echter verzande enerzijds de toegang van de zee-arm tot de zee, anderzijds waren de Perzen in het gebied binnen gevallen en eindigde de invloed van het Hadramaut koninkrijk.
Sumharan werd verlaten.
In de jaren 1950 gelukte het 2 Amerikaanse archeologen om in het gebied van de lagune opgravingen te mogen doen (Oman was tijdens de vorige sultan een gesloten land …). Geschriften in de taal welke in Hadramaut gebruikt werd, waren ontcijferd, de C-14 methode voor datering was in gebruikt. Zij vonden de eerste overblijfselen van de oude stad. Er werd een dubbele ommuring bloot gelegd, waarbij de muren 2 tot 3m dik waren, resten van kaaimuren van de antieke haven, resten van wachttorens.
rest van een wachttoren (landzijde)
de buitenmuren waren inspringend en weer uitspringend, helemaal niet saai (om naar te kijken), en moeilijker voor overvallers
de toegang tot de vesting was gesitueerd aan de landzijde. Het was een complexe structuur van muren, smalle gangen, kamertjes en 3 zware poorten
na restauratie
De opgravingen echter zijn vooral te danken aan de samenwerking van Oman met de universiteit van Pisa (Italië) die hier sinds 1996 enkele maanden tijdens de winter komen verder werken.
schaalmodel van het reeds opgegraven gedeelte
Op het domein spreken we met 2 (erg saai kijkende) Italianen, een jonge vrouw en een jonge man. Zij slenteren en hangen wat rond, daar waar gewerkt wordt. Zij hebben een lokale verbindingsman, waarmee zij Engels spreken. Die verbindingsman vertelt aan de Aziatische werklui wat ze moeten doen
wat grond wegscheppen in een kruiwagen
wanneer de schop op een harde ondergrond terecht komt, komt de Italiaanse (student) archeologe met haar klein truweeltje scheppen … tot ze ontdekt dat het niets is, dan gaan de mannen verder
is er een beetje zand en kleine brokstukken in de kruiwagen, dan vertrekt de kruiwagenploeg, bestaande uit 2 mannen. De ene trekt de kruiwagen, de andere duwt (let op, er ligt bijna niet in de kruiwagen). Daarmee rijden zij tot een plaats waar ze de afval over de buitenmuur van de vesting gieten. Op het domein werken zo verschillende ploegen schoppers en kruiwagenteams …
Bij de toegang van de vesting vond met 2 stenen waarin (in de Hadramaut taal) gegevens over dit gebied te lezen waren, zoals de naam, wie de stichter was, reden van bestaan, … .
foto van de stenen waarop de gegevens vermeld zijn. De originelen zijn beschermd met een dik plexi, zeer moeilijk om te fotograferen
Men vond ook munten welke meer dan 2000 jaar geleden in het Middellands Zeegebied gebruikt werden. Verder vond men potscherven afkomstig uit India.
een Griekse amfoor
De opgravingen toonden muren, wachttorens, 2 tempels (waarvan één voor de Hadramaut-god Sin (Maangod), winkels, bewoningen met verschillende verdiepingen, opslagplaats voor wierook, privé en openbare gebouwen, … . Een deel van het gebied is echter nog niet opgegraven, nog niet alles is gekend … . Uit wat men al gevonden heeft kan men afleiden dat de stad welvarend was
naast de grote toegang waren er ook kleine sluipwegen voor de schildwachten en soldaten
ook hier was een waterput, …
… waar nog steeds water in staat
de waterput was door zeer dikke en hoge muren beschermd
in het residentieel gedeelte hadden de gebouwen meerdere verdiepingen. Meestal was er op de gelijkvloerse verdieping een winkel, boven woonden mensen
dat kan men afleiden uit enerzijds enkel voorwerpen op de begane grond, anderzijds de trappen in vele gebouwen
overal zijn er trappen te zien, volgens de foto’s waren vele nog voor een belangrijk deel intact bij de start van de opgravingen
links bovenaan is er een gedeelte van de tempel voor de maangod Sin te zien, enkele zuilen zijn heropgebouwd
een schaalmodel van de tweede tempel, buiten de muren. Het geeft een beeld hoe een tempel er in die tijd moet hebben uitgezien
in de tempel binnen de muren, bevindt zich een bad. Tempelbezoekers of priesters, moesten zich eerst wassen voor de binnen mochten (zoiets zoals wij vroeger: zondagse kledij om naar de mis te gaan …)
hier en daar blijft een (minder goed bewaard) gebruiksvoorwerp staan.
De betere worden verzameld,
de beste in musea bewaard
losliggende stenen worden binnen de muren verzameld , ze worden tijdens de restauratie gebruikt
Daar waar het gebied tussen stad en haven was, zien we nog enkele resten. Hier is nog niets opgegraven
de tweede toegang tot de stad was een klein poortje om de haven te bereiken
Buiten de opgraving is er een klein museum. Ook in het museum van Salalah vinden we enkele voorwerpen afkomstig van deze opgraving
hier zien we o.a. een foto van voor de start van de opgraving door de universiteit van Pisa, en hetzelfde beeld 13 jaar later
een volledig bronzen hangertje met een leeuwenmotief, gevonden bij een klein altaar, gedateerd 1ste eeuw v.C.
er werden hier voorwerpen, zoals deze juwelen, uit het Ijzer-tijdperk gevonden
In het kleine museum van Salalah zien we de volgende voorwerpen, enkele jaren geleden hier in Sumhuram, gevonden
een versierd vat om wierook in te verbranden
een nog mooier versierd wierookvat, hier staat een leeuw en 2 ibexen op afgebeeld
kalkstenen hoofd, heeft te maken met begrafenis en dood
We rijden verder richting westen
in het gebied dicht bij Salalah bezoeken we vandaag nog enkele plekken
het fort van Taqa, in het gelijknamig stadje komt eerst aan de beurt
de man die toezicht houdt, geeft me wat uitleg over het fort
de toegangspoort tot de verblijfplaats van de wali (gouverneur)
niet alleen is met versierd houtwerk, ook de ramen zijn in typisch Jemenitische stijl
de man hield er blijkbaar een grote collectie porselein op na, dit is er maar een deeltje van
het bed van de man, kleurrijk
de broodoven
en de waterput
op de nabijgelegen heuvel staat een echt fort, waar de soldatenaanwezig waren en waar de wali met zijn familie in nood naartoe kon vluchten
Ook Taqa heeft zijn zeer grote lagune. Blijkbaar heeft men ooit gedacht om de lagune en het land er rond al park in te richten. Men is begonnen met afsluitingen, nu helemaal opgeroest, stenen paden, maar geen beplantingen tussenin, verlichting langs de paden, maar nooit elektriciteit getrokken, …
de flamingo's echter genieten van de bescherming van riet langs de oevers
In het Qara gebergte ontspringen heel wat bronnen. Het regenwater komt in de bergbodem terecht, op een bepaalde plaats komt het water aan de oppervlakte, hier is dan de bron. Een aantal bronnen zijn bewegwijzerd.
Ain Tabrook is de eerste.
hoewel het water en zuiver uitziet en de mensen ervan drinken, lezen we dat de bron zelfs al besmet is met de slakjes welke bilharziose overbrengen
hier is een demonstratie van het falaj-systeem, de manier om (normaal ondergronds) het bronwater naar de velden en oases te brengen. Hier loopt het water gewoon de helling af, drinkwater voor het vee, water voor de planten
De volgende is Ain Athom (Ain betekent ‘bron’). Deze bron geeft nog weinig water
de rots waar de bron ontspringt is heel grillig gevormd
in de boom hangen hier verschillende en mooie nestjes van een vogel, Wever genaamd. Enkele dagen geleden zagen we een filmpje waarin de mannetjes, net voor het broedseizoen, ijverig mooie nestjes bouwen, onder veel lawaai. Het wijfje komt de verschillende nestjes controleren, het mooiste kiest ze uit, en dat mannetje zorgt dan voor haar nakomelingen
Ain Hamran is de derde bron. Hier bevindt zich het bronwater in een bekken dat helemaal omheind is (en de koeien en kamelen er dus niet bijkunnen) en goed wordt onderhouden. In dit brongebied bevinden zich enkele Ficusbomen (met als vrucht vijg)
ook hier loopt het water weg in een beek, bruikbaar voor flora en fauna
de vijgen, niet voor menselijke consumptie, trekken heel wat dieren aan, inclusief vogels -overal ter wereld zijn de Ficusvijgen een lekkernij voor de fauna
heel erg mooie vogel, zeker in de vlucht, maar aartsmoeilijk om te fotograferen. De vogeltjes zijn zeer beweeglijk en springen tussen de bladeren van de bomen door, de Afrikaanse Paradijsmonarch (Terpsiphone viridis harterti). We zien enkel het wijfje, het mannetje heeft een lange staart
de Palmtortel (Spilopelia senegalensis)
Tristrams Spreeuw (Onychognathus tristramii)
Arabische Buulbuul (Pycnonotus xanthopygos)
Grauwe Vliegenvanger (Muscicapa striata)
in het gebied rond de bron wordt het gras geel, voor kamelen echter nog steeds lekker
De laatste bron, Ain Razat, is in feite een reeks van meer dan 20 kleine bronnetjes. Het water van deze bronnen worden via een falaj o.a. naar de tuinen van het sultanpaleis geleid. Ook hier is het water, net zoals bij alle bronnen in Dhofar, besmet met het slakje dat bilharziose veroorzaakt
elk van de bronnen produceert een kleinere hoeveelheid water
We zien 4 Omani wandelen langs het kanaal waarin de bronnen uitmonden
één van de mannen steekt heel vlot het water over, klimt tot een van de bronnetjes, wast zijn gezicht en drinkt van het water
de drie anderen kijken toe
wat later geraakt ik aan de praat met de jongste van deze mannen. Hij is gisteren per auto, 10u rijden, van Muscat tot hier gekomen. De andere mannen zijn zijn nonkels. Overmorgen rijdt hij terug via de kustweg (welke wij volgden) om terug te keren
Wat verder zit een familie aan het water. De man en kinderen springen in het water, de vrouwen beperken zich tot pootje baden
Via treden is een overhangend gedeelte van de rots te bereiken. We klimmen de trap op
een familie Omani geniet hier ook van het uitzicht
beneden is er een mooi park, slechts open tijdens het weekend (dus donderdag en vrijdag). Vandaag zaterdag is het gesloten
De laatste bron ligt buiten Salalah, ongeveer 25 km van het centrum.
nog een rotsformatie
De laatste bron ligt bij Salalah, zo een 25 à 30 km van het centrum
Uiteindelijk komt de route aan in Salalah, de hoofdstad van Dhofar.
de Uurwerktoren, te midden van een rotonde met druk verkeer
de verlichtingspalen, blinkende goudkleur en zwart, in het centrum van de stad
Salalah ligt in de kustvlakte welke de jaarlijkse zomermoesson kent. De stad ligt aan de voet van het Qara gebergte.
In het gebied worden geen dadels gekweekt, wel kokosnoten, bananen, vele andere fruitsoorten en groenten.
Salalah is de op één na grootste stad van Oman met meer dan 270.000 inwoners.
Pas in de 19de eeuw werd Salalah en Dhofar ingelijfd bij Oman. Tussen 1931 en 1970 leefde de (vorige) sultan in Salalah. Sultan Qaboos, de huidige sultan leeft in Muscat, de hoofdstad van het land.
Aan de zee ligt het reusachtige gebied met het sultanpaleis. Het strand voor het paleis is niet toegankelijk. Meer naar het oosten noemt men het strand en aangrenzende straat de ‘Corniche’. Overdag is hier niemand te zien, het is té warm. Maar na 16u komen mensen toe.
Aziaten komen meestal per fiets.
met een nylon koord en een aas proberen ze vis te vangen.
Omani (de mannen) komen toe met hun auto. Ze hebben een plooistoeltje mee en zetten zich in de schaduw van hun auto, soms alleen, soms met meerdere.2
Wanneer we voorbij komen houden ze een praatje met ons. Soms krijgen we een flesje koud water aangeboden.
Op het strand leven krabben. Momenteel zien we ze niet, maar heel eigenaardig, bij het graven van hun hol in het zand maken ze ernaast een torentje zand.
Ook hier zijn er weer vogels
zoals de Huiskraai (Corvus splendens)
en de Waaierstaartraaf (Corvus rhipidurus)
Dichtbij het sultanpaleis bevindt zich de oude wierooksoek.
dichtbij wordt de oude wijk helemaal afgebroken. Hier zal over een grote oppervlakte een nieuw project ontstaan
In de wierooksoek verkoopt men vooral wierook, parfums en andere souvenirs.
Verkopers vertellen ons dat de wierookhars kan verbrand worden (de geur in de kerk toen er met een wierookvat werd gezwaaid), dat men het hars kan kauwen (zou goed zijn tegen verkoudheden) en dat men het kan oplossen in water en drinken (zelfde remedie).
hier en daar zit een man leder te stikken
een wierookbrander
we lezen, hoe witter de kleur, hoe beter de kwaliteit. De wierookgeur doet ons echter te veel aan de kerk denken …
Verder worden de typische hoofddeksels als souvenir verkocht
deze hier “made in China”
Verkopers proberen sjaals als Cashmire te verkopen
Daarnaast probeert men ‘parfum’ en andere vloeibare spullen in miniflesjes aan de vrouw te brengen.
tientallen malen hetzelfde …
2 straten verder in het binnenland, evenwijdig aan de kust liggen de fruit- en groentetuinen van Salalah en Dhofar. Grof geschat is dit gebied 8 tot 10 vierkante km groot. De hoogste bomen zijn kokospalmen, daaronder groeien bananenstruiken. Verder zijn er papaya- en mangobomen. Sommige delen worden voor groenteteelt gebruikt, hier en daar is er een gebied waar sierplanten geproduceerd worden.
de kokospalm
bananen
en papaya
Pakistani, mensen uit Bangladesh en uit het arme Kerala in India werken hier. Ze zijn blij om hier een job te hebben, hun levenssituatie is beter dan in hun thuisland. Daarbij vertellen ze ons, is Oman een veilig en rustig land, helemaal verschillend van hun gevaarlijk corruptie-thuisland. Alles is relatief ...
heerlijk groen voor de koeien
een sierplantenkwekerij. We spreken met de eigenaar, een Syrische landbouwingenieur welke hier een nieuw leven begonnen is. Hij verkoopt vooral aan Saudi-Arabië en Koeweit. Ook hij is tevreden om hier te zijn en te werken
momenteel is het nog te koud in België voor Bougainvillea’s, wie weet voor hoe lang nog?
werknemers komen uit Pakistan, Bangladesh of Kerala in India. Ze wonen in koterijen in de tuinen, maar hebben een job en verdienen dus geld
overal staan watersproeiers
en we denken aan Boomkwekerij De Bock in Nederename …
We zien ook koeien, absoluut niet mager. Er wordt groenvoer geteeld voor het vee. Salalalah heeft een eigen melkfabriek.
Langs de wegen welke de tuinen omzomen staan groenden- en fruitstalletjes. Ook hier zijn het Aziaten welke verkopen
sommigen verkopen ook ijskoude kokosnoten voor het kokoswater
de meeste fruit- en groentesoorten komen uit Salalah
de aardappelen komen uit Pakistan, de appels uit Italië, de sinaasappels uit Egypte, de look en ajuin zijn ook niet inheems …
de komkommers hebben een dikke, schil, heel oneffen
In het centrum van Salalah staat de Sultan Qaboosmoskee. De huidige sultan heeft de moskee geschonken aan zijn volk. In 2009 in ze ingewijd.
De total oppervlakte, tuinen inclusief is 40.000m2, de grote gebedshaal is 2.500m2 en biedt plaats aan 3.400 mensen.
Ook niet moslims mogen de moskee bezoeken, zij het wat meer conservatief gekleed en met de haren bedekt. Na ons bezoek aan Iran, hebben we nog kledij in die zin …
eens we binnen de grote toegangspoort zijn zien we aan beide zijden een wasruimte waar (mannelijke) moslims zich traditioneel moeten ‘reinigen’ voor ze binnen gaan in de moskee
dan komen we op een binnenplein met aan de zijden een zuilengalerij. De vloer is in marmer, dus koel aan de voeten (schoenen moeten buiten blijven voor we door de voorpoort naar binnen gaan)
hier hebben we zicht op een van de twee minaretten
kijken we door een boog van de zuilengalerij, dan zien we telkens een lamp en een versierde muur
één van de lampen
andere soort lamp
bij de islam bestaat de versiering uit motieven, nooit afbeeldingen van mensen of dieren
tegenover de ingangspoort zijn er 3 houten deuren. Niet-moslims moeten de linker of rechter deur nemen, moslims mogen ook door de centrale deur als deze geopend is
versiering boven de deur langs de binnenzijde
de deuren geven toegang tot de gebedsruimte, uitgevoerd in zandkleurig materiaal. De groene matten zijn er voor de moslims, bezoekers lopen op de blauwe matten
in de centrale koepel hangt een grote luster
in de opstaande zijde van de koepel zijn er gekleurde ramen
lager zijn er openingen in de muur welke zorgen voor koelte in de ruimte
de koepel aan de buitenzijde
de nis is gericht naar Mekka. Moslims moeten zich naar Mekka richten als ze bidden (in hotels duidt in elke kamer op het plafond een pijl de richting van Mekka aan). Rechts daarvan is de preekstoel
in de muur zijn er smalle, hoge ramen, ook versierd met de geometrische motieven
Ten oosten van Salalah lag ooit de oude stad Baleed, de havenstad voor de handel met het Indische subcontinent, Afrika en andere streken.
de kreek, nu mooi aangelegd
Verschillende universiteiten hebben hier archeologen heen gestuurd om opgravingen te doen.
Baleed is nu werelderfgoed. De toegang bedraagt 1 rial (2,3€, waarbij je tusssen 9u en 21u (niet op donderdag en vrijdag) naar believen in en uit kan.
Het archeologische complex ligt binnen een vroegere zee-arm, nu lagune. We bezoeken de archeologische site tijdens de voormiddag. Het is dan nog maar 35°, later op de dag wordt het warmer.
schema van de opgraving, de rode lijnen geven de wandelpaden weer
Baleed was ommuurd met verschillende wachttorens. Marco Polo was hier en beschreef de stad als cultureel en mooi.
resten van de noordelijke wachttoren daterend 750-950 n.C.
De ruïnes dateren van de periode 10de – 15de eeuw, toen Al Baleed een belangrijke haven was voor de export van wierook en Arabische volbloedpaarden. De ruïnes zijn echter gebouwd op deze uiteen nog vroegere periode, begin van de islamitische tijd (600 n.C.), en zelfs nog vroeger.
Al Baleed verloor zijn belang toen de Portugezen in de 16de eeuw de zeehandel naar India domineerden.
Wanneer we in het gebied zijn, zien we een kleine aanplanting van wierookbomen (Boswellia sacra) -er zijn andere Boswelia welke wierookhars van mindere kwaliteit zouden produceren
Binnen de muren lagen woonhuizen, 30 moskeeën, een begraafplaats en een fort. Na de opgravingen door buitenlandse archeologen is het geheel in handen van Oman. Hier en daar doet men aan restauratie
grondvesten van bewoning daterend 750 tot 950 n.C.
een omgevallen zuil
ruïne van een moskee
met een begraafplaats er rond
deels gerestaureerde kleine moskee. In de stad waren er meer dan 50!
een mooi versierde zuil zien we in het museum later op de dag. Deze moskee werd gebouwd op de ruïnes van 2 huizen uit het Ijzertijdperk
de versiering is hier duidelijker te zien
‘onkruid’ op de site, 1732 m2 groot, deels gebouwd op ruïnes uit het Ijzer- en Bronstijdperk
de 1000 zuilen moskee , in feite 144 octogonale zuilen
een nog originele zuil
de citadel, waar men nu met veel man bezig is aan een restauratie, was 5000 m2 groot
de Aziatische werkers in de volle zon
en de Omani, welke aan het hoofd van het project (staat) in de schaduw zit
In hetzelfde gebied, inbegrepen in het toegangsticket, liggen 2 moderne musea.
Het ene deel van het museum handelt over de geschiedenis van de scheepvaart
hier zijn een aantal modellen van schepen voorgesteld, schepen welke in de loop van de geschiedenis gebruikt werden in de handel met het verre Oosten, oost-Afrika, het Middellands Zeegebied, later Engeland, en zoals dit schip, Amerika (diplomatieke missie 1840, schip gebouwd in Mumbay, India)
Het andere museum gaat over enkele aspecten uit de geschiedenis van Oman. Heel interessant
Een deel gaat over de Oman-Renaissance, welke vanaf 1970 plaats vond. Toen werd de huidige sultan staatshoofd.
de basis van de huidige grondwet zegt dat iedereen gelijk is voor de wet, zonder enige vorm van discriminatie
de inauguratiespeech van Sultan Qaboos, bij zijn aantreden op 23 juli 1970
Wat een verschil met (vele) andere moslimlanden ...
Daarnaast zijn ook verschillende archeologische sites beschreven en opgegraven voorwerpen worden tentoon gesteld
Vermits er een lagune door het gebied loopt, zijn er vogels te zien
de Scharrelaar (Coracias garrulus)
Koereiger (Bubulcus ibis)
Blauwe Reiger (Ardea cinerea)
Kuifleeuwerik (Gallerida cristata)
Turkse tortel (Streptopelia decaoto)
Drieteenstranloper (Calidris alba)
Waterhoen (Gallinula chloropus)
In de late namiddag keren we terug om in de botanische tuin te wandelen. Het onderhoud ervan laat de wensen over, sommige bordjes staan bij verkeerde planten, …
een lokale vetplant van de Aloë familie (Aloe dhufarensis)
Bruinnekraaf (Corvus ruficollis)
Rossige Woudaap (Ixobrychus cinnamomeus)
Kolgans (Anser albifrons)
Treurmaina (Acridotheres tristis)
Kaapse Griel (Burhinus capensis dodsoni)
Op het juiste moment op de juiste plaats
Halsbandparkiet (Psittacula krameri)
Het is pas bij zonsondergang (voor 18u dus) dat we hier vertrekken
Van maandag tot donderdag is de soek, waar vis, groenten en fruit en vlees verkocht wordt, het meest bedrijvig, en dat tijdens de voormiddag.
De soek is een mannenaangelegenheid, er zijn heel weinig vrouwen te zien. De eigenaars van de zaken, zijn Omani, de werkers Aziaten.
Ook de kopers zijn voor meer dan 99% mannen, velen hebben een drager mee, soms zelfs met een kruiwagen, om al het gekochte naar de auto te brengen.
Het aanbod is groot, zeer groot zelfs. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het weekend, vandaag moet alles ingekocht worden voor de volgende dagen.
dieren worden niet op de markt geslacht maar de karkassen komen toe per vrachtwagen en worden hier versneden. Alles wordt verkocht, ook koppen (van koeien, schapen en geiten) en poten
dit is slechts één verkoper van koppen en poten, …
de karkasversnijders en de vleesverwerkers zijn Indiërs en blijkbaar allemaal van hetzelfde bedrijf of kantoor, te herkennen aan de taal op hun hemd
kamelenvlees wordt of in kleine stukjes, of in lange repen versneden
alle vlees is heel vers, maar het geheel is helemaal niet aantrekkelijk (vind ik)
enkel tonijn wordt versneden, de meeste andere vis wordt in zijn geheel verkocht
wanneer iemand een vis gekocht heeft kan hij die bij visversnijders laten verwerken
sommige groentesoorten wordt meestal per grote volumes verhandeld, zoals aardappels (afkomstig van Pakistan), ajuin (afkomstig van India), look (afkomstig van China), …
rond en op de markt zijn er winkeltjes. Hoewel Dhofar geen dadelstreek is, is er een ruim aanbod aan dadels. De beste, zo zegt een verkoper, komen uit Saudi-Arabië, het grote buurland van Oman
Foto’s nemen is taboe op de markt. Ik heb mijn telelens opzitten, zo kan ik op afstand toch mensen fotograferen (foei toch!)
een Indische verkoper vraagt om een foto van hem te nemen
een Jebali, man uit de bergen van Dhofar
aan het hoofddeksel te zien is ook deze man een Jebali
een van de weinige dames op de markt
vele hoofddeksels van Jebali hebben achteraan enkele kleine pomponnetjes
Na de soek rijden we naar de graftombe van Nabi Imran. De tombe werd bij toeval in de jaren 50 van vorige eeuw ontdekt. Wegens de lengte van de tombe, 30m, wist men dat hier een belangrijk persoon begaven lag. Historici, rechtsgeleerden en filosofen hebben hier al vele discussies over gevoerd. Sommige stellen dat dit de vader van de maagd Maria zou zijn, anderen de vader van Mozes, … . Het zou zeker een zeer godsvruchtig man geweest zijn.
in dit kleine gebied bevindt zich een kleine moskee met deze minaret
er is een mooi onderhouden tuin waar (links) een gebouw, opgericht in 1960, de tombe overdekt
in dit gebouw bevindt zich de 30m lange tombe. Dagelijks worden de doeken verlegd
Naast de lagune bij Al Baleed, zijn er, op het grondgebied van Salalah, nog 4 ander lagunes. We rijden tot de lagune van Salalah, de middelste van de 5. In de reisgids lees ik dat het gebied hier beschermd is als vogelbroedplaats. De palen van de omheining en het hek zijn er nog, de omheining is er niet meer. Dus gemakkelijk om te gaan kijken welke vogels hier te vinden zijn
al van ver zien we flamingo’s. Komen we dichter dan stappen zij heel rustig en statig, weg van ons
een jong van de Flamingo (Phoenicopterus roseus)
de twee grootste flamingo’s hebben extra belangstelling voor elkaar
wie zal de sterkste zijn?
op het strand loopt de Grutto (Limosa limosa), als we dichterbij komen vliegen de vogels weg
ook de Wulp is hier van de partij
Dichtbij ligt een mooi gebouw, functie onbekend
Bij valavond rijden we nog naar een andere lagune, de meest oostelijke. Ook hier zijn we bij het strand, dus op dit moment van de dag komt de ene na de andere auto aangereden, mannen alleen of mannen met kinderen. Ze zijden wat rond, stoppen, of stappen uit.
de oostelijke lagune met een Blauwe Reiger op de voorgrond
Meerkoet (Fulica atra)
Grote Zilverreiger (Ardea alba)
Mangrovereiger (Butorides striata)
De hoeveelheid mangrove is hier eerder beperkt, toch zien we enkele planten
Wanneer we hier een tijdje rondlopen zien we dat mensen hier komen om te sporten: bermuda, T-shirt, metalen goalen, 2 palen en een volleynet, of helemaal niets. Sommigen komen hier toe te paard, mooie dieren. Ook de politie komt aangereden, rijdt en kijkt rond. Een ander publiek en tafereel dan bij de Corniche.
Als laatste in Salalah bezoeken we de goudsoek.
In dat straatje is de ene na de andere goudwinkel gevestigd. Auto’s, veelal met donkere ruiten komen aangereden, van de ene zijde en van de andere zijde, waar plaats is parkeren ze, de volgende auto’s blokkeren het straatje.
er worden kleine, fijne armbandjes verkocht, maar ook grote, opzichtige sieraden
Meestal stapt enkel de vrouw uit, man en eventuele kinderen blijven in de gekoelde auto wachten, toeteren af en toe, en hebben geduld. Bij jongere koppels stapt ook de man uit.
Verkopers zijn mensen uit India, kopers zijn Omani.
Ik probeer met de telelens hier en daar een foto te nemen, weer stiekem, altijd is de winkelruit tussen mij en de koopsters, de kwaliteit is niet zo best, de sfeer wordt weergegeven
de auto tot net voor de winkel
Wanneer het gouden juweel gekocht is, stapt de dame vliegensvlug in de auto, en weg zijn ze.
Een soort tafereel dat we ook in andere situaties zien in Oman. Wanneer mensen dorst hebben, rijden ze met hun auto tot aan een café (letterlijk, geen alcohol), of een winkel. Ze toeteren, een verkoper komt buiten, het raam gaat even naar beneden voor de bestelling en het geld, even wachten, de verkoper komt terug met het gevraagde en wisselgeld, de auto rijdt weer verder.
Heel wat restaurants werken op dezelfde manier. Meestal bellen mensen hun bestelling door, soms komen ze aangereden en bestellen dan. Eén kelner voor binnen, de rest staat buiten. Is er niet direct een kelner, dan wordt er getoeterd.
In elk restaurant (behalve in de erg dure) zijn er binnen kleine kamertjes, afgesloten met een gordijn. Er zijn ook steeds tafels zonder gordijn. Een aantal van die kamertjes is voor ‘families’. Is het gezin eenmaal binnen, dan gaat het gordijn toe. De kelner mag niet binnen, de man komt buiten het kamertje om de bestelling door te geven. De schotels met voedsel worden langs de zijkant doorgegeven.
Allemaal omdat heel wat vrouwen een sluier dragen. Om te eten moet de sluier verwijderd worden, dus achter gesloten gordijnen ….. . Ik zal nog wel eens met dames praten over het hoe en waarom van de gezichtssluier. Wordt vervolgd …..