Reisverhaal «toeristisch Lao»

Zuidoost Azië | Laos | 5 Reacties 31 Oktober 2013 - Laatste Aanpassing 05 Februari 2014

Toeristisch Lao bestaat vnl. uit de 2 steden Luang Prabang en de hoofdstad Vientiane. In beide steden kan men via een internationale vlucht aankomen en weer vertrekken.

Luang Prabang is de meest toeristische stad van het land. Het was ooit een koningsstad en werd in 1995 tot Unesco Werelderfgoed verklaard. Het zijn vooral de kloosters, historische gebouwen en de omgeving die hierin een rol speelden .

Luang Prabang ligt een 380 km ten noorden van de hoofdstad Vientiane én aan de Mekong. De oude stad vormt een schiereiland door de samenvloeiing van de Nam Khan en de Mekong.

Op dit smalle schiereiland zijn er verschillende tempels en kloosters gebouwd.
De plek werd al in de 5de eeuw vC vermeld, evenals in de 8ste eeuw nC. Maar er was pas sprake van het koninkrijk Luang Prabang in de tweede helft van de veertiende eeuw. Een goede 2 eeuwen later werd de hoofdstad naar Vientiane verplaatst, wegens invallen allerlei. Kort na het ontstaan was er een bloeiperiode voor de stad. Vele gebouwen zijn toen opgericht.

Door de vele tempels en kloosters zijn er ook heel wat monniken in de stad. Elke ochtend vroeg, gaan monniken op bedeltocht voor hun voedsel. Boeddhisten geven dan voedsel. Hier in Luang Prabang is die aalmoezengang bijna folklore. Als toerist moet je er voor 6u ’s morgens zijn, want dan komen de eerste monniken al langs. Vele mensen, ook toeristen, zitten met een mand kleefrijst, bananen of wat snoep.

Monniken hebben een grote eetdoos mee, waar de vele beetjes in worden gedeponeerd.

Tussen de voedselschenkers zitten ook kindjes van de overkant van de Mekong. Daar zijn de dorpen erg arm en worden de kinderen overgezet om aan voedsel te geraken, ze bedelen bij de monniken.

Op een kwartiertje tijd is de aalmoezengang voorbij.

Hierna gaan we naar de ochtendmarkt, die al volop aan de gang is. Hier is er geen verschil tussen zondag en weekdag, elke dag is er markt. Mensen moeten dagelijks hun voedsel inkopen, koelkasten zijn immers een zeer grote zeldzaamheid.

Wat later keren we terug naar de stad en wandelen we langs de Mekong, waarbij de oever steil is en voorzien van een aantal dikke bomen.

Op de top van het schiereiland is Vat Xieng Tong gebouwd, het oudste en mooiste klooster van de stad. Het is in de 16de eeuw als koninklijk klooster gesticht en nadien nooit verwoest geworden.

We keren langs de hoofdstraat terug en stoppen bij de Khilli tempel, dat in 1773 werd gebouwd.

Het is vrij rustig in de stad, je ziet dat het nog geen hoogseizoen is. Dat start op 1 november.

Het Traditional Arts and Etnology Center (TAEC) is gewijd aan de etnische groepen. We lezen dat er in Laos meer dan 100 verschillende etnische groepen voorkomen, die terug te brengen zijn tot 4 taalgroepen. Als de etnische groepen zijn vroeg of laat uit China afkomstig, maar hebben soms grotere, soms kleinere omzwervingen gemaakt voor ze in Laos terecht gekomen zijn. Sommige groepen zijn nauwer aan elkaar verwand dan andere.

een overzichtskaart met de 4 taalgroepen die bij de minderheden in Lao te onderscheiden zijn

Natuurlijk leven de etnische groepen niet meer in het verleden. In de meeste dorpen is er wel minstens 1 TV, de importkledij uit China is erg goedkoop en snel gekocht. Traditionele kledij maken kost vele maanden werk en enkel oude mensen dragen soms nog iets traditioneel. Men moet deze mensen dus niet als levend museumstuk gaan bekijken (de foto's zijn genomen van foto's in het museum)

Het Yao Cultural Center ligt wat verder en is vooral een shop met wat tentoonstelling. De Yao is in Laos een vrij kleine groep.

Als laatste vandaag gaan we in Vat Vixounarat langs. Hier wonen geen monniken meer. Het klooster werd in 1513 gebouwd, maar tussenin is het wel eens vernield geworden. In 1942 werd het door de toenmalige koning als museum verklaard. Er staan daar een groot aantal houten boeddha’s met uitleg.

Buiten deze tempel zit een man een rijstmand te vlechtenElke avond wordt er in het centrum van Luang Prabang avondmarkt gehouden tussen 17u en 22u. Vele verkopers hebben eenzelfde assortiment.

In een zijstraatje is er ook een eetmarkt. Daar kan je bij de meeste stalletjes voor 10.000 Kip (1 €) kiezen uit vele gerechten en een bord eenmaal vol opscheppen. Er zijn ook tafels en zitplaatsen. Een aantal verkopers hebben ook BBQ, meestal vis of erg vet varkensvlees, BBQ kost meer

Het vroegere koninklijk paleis is nu een museum: het Paleismuseum.

Het gebouw heeft enkel een gelijkvloerse verdieping. Het werd in 1904 door de Fransen gebouwd ter vervanging van een, in 1895 gebouwde, houten paleis. De Fransen vonden dat het houten paleis de koning niet waardig was. Dit nieuwe, noemden ze het “gouden paleis” en bevat zowel Franse als Laotische karakteristieken.

De driekoppige olifant was het symbool van het koninkrijk en was ook terug te vinden op de vlag. Het koninklijk bed bvb is versierd met zo een driekoppige olifant. Koning Sisavangvong is in 1905 gekroond (en regeerde tot 1959). Voor hem was een troonzaal met een relatief klein troontje.

Maar zijn zoon, de laatste koning van Laos, Savang Vatthana, heeft het paleis verbouwd met een grotere troonzaal en een duidelijk grotere troon. Hij werd in 1959 koning en bleef dat tot de machtsovername van de communisten, de Pathet Lao, in 1975. Omdat hij koning werd in een al woelige politieke periode, zijn er vermoedens dat hij nooit gekroond werd. Niemand weet het, net zomin als de geschiedenis over het einde van het koningshuis. Vast staat wel dat de koning, zijn vrouw en zijn zoon, gestorven zijn in 1975. Sommige bronnen spreken over dood door ondervoeding, andere door moord. Officieel echter is de koninklijke familie gestorven en heeft ze het koninklijk paleis aan de staat geschonken.
In het museum zijn geschenken te zien van bevriende naties, zoals een koffieservies in Sevres porselein, geschonken door Charles De Gaulle, een stuk maansteen samen met de Laovlag die mee naar de maan was gereisd, geschonken door Nixon. De geschenken van China en vooral van de Sovjet Unie waren beduidend kleiner en minder. Er mogen in het museum geen foto’s genomen worden, strikt verbod zelfs om een tas mee naar binnen te nemen.

Op het domein van het koninklijk paleis bevindt zich ook een tempel waar de boeddha van de stad, Pra Bang, bewaard wordt.

Verder is er nog het grote standbeeld van koning Sisavangvong.

Dan steken we de straat over en beginnen we aan de klim van een heuvel die bij het begin van het schiereiland ligt.

Er zijn 329 treden tot boven, een kleine plateau waar een tempeltje staat. Vanuit ons guesthouse zien we uit op deze tempel, boven op de heuvel.

Daarna is Vat Mai, als voorlaatste tempel aan de beurt. Het is er al enkele dagen een drukte van belang, waarom kunnen we niet lezen, Lao is sierlijk, maar voor ons onleesbaar.

Als we toekomen horen we de monniken in de tempel hun gebeden opzeggen. Heel de tempel zit vol, de gallerijen er rond ook.
Na onze terugkeer is het gezang gedaan en zien we de monniken aan een feestmaal. De novicen moeten buiten blijven, boeddhistische nonnen en een aantal mannen en vrouwen zitten onder de gallerijen te eten.

We vragen aan een monnik, die wat Enels kent, wat er aan de hand is. Blijkt dat een oude monnik gestorven is en dat er nu een aantal dagen (zijn overgang naar een ander leven) gevierd wordt. Er heerst een vrolijke sfeer. Na het eten vertrekken vele monniken met gehuurde auto’s terug naar hun klooster.

Misschien was de gestorven monnik wel belangrijk, dit klooster is immers het voornaamste klooster in Luang Prabang.
Vandaag is er eten in overvloed, waarschijnlijk is er vanmorgen niet veel gebedeld.

Het zal waarschijnlijk nog een hele tijd duren voor de monnik gecremeerd wordt. In de kist droogt hij uit zodat de verbranding vlotter verloopt.

De laatste tempel die een bezoek waard is is Vat That Luang

’s Morgens rijden we voorbij een school waarbij de leerlingen in perfecte, lange rijen staan. ’s Middags trekt iedereen buiten de school om thuis of aan een kraampje iets te eten

’s Avonds nemen we een bootje over de Mekong.

Onze chauffeur gaat mee omdat er meestal erg hoge prijzen gevraagd worden. Voor 6€ gaan we in een grote boot over, de boot blijft maximaal een uur wachten en we keren terug. We worden overgezet naar de voet van Vat Chom Phet, een oude tempel op een heuvel.

Als het mooi weer is kan men hier een mooie zonsondergang zien. Vandaag is dit niet het geval, dus we keren wat vroeger terug. De tempel, waar nog 3 monniken wonen, werd gerestaureerd gedurende 11 jaar, maar ziet er nog echt onderkomen uit. Wel werd de buitengevel wit geschilderd.

Van boven heeft men een mooi zicht op de oude stad. De achterliggende bergen verdwijnen bijna helemaal in de mist.

Rond Luang Prabang zijn er ook enkele leuke plaatsen te bezoeken. ’s Morgens rijden we richting zuidwesten naar Tad Kuang Xi. Om de stad uit te rijden is het erg druk. Maar eens buiten het bebouwde gebied komen we in de jungle terecht, afgewisseld met hier en daar een dorpje met bijhorende rijstvelden en landbouwgebiedjes.

Het gebied rond de waterval is een NPA, national protected area. Hier moet wat toegangsgeld betaald worden. Net zoals overal in Luang Prabang, zijn er hier ook al een heel pak toeristen, de meesten in een georganiseerde excursie met gids. Sommigen zijn met een tuctuc naar hier gekomen.
Het pad naar de waterval is licht stijgend en de ondergrond is wat gehardemodder, die toch nog een beetje glibberig is. Na enkele minuten komen we eerst bij het Bear Rescue Center. Het is een opvanggebied voor de Aziatische Zwarte Beer, een Australisch initiatief. De Australische dame die het project gestart is, is niet alleen in Laos actief, maar in meerdere zuid-oost Aziatische landen. Net zoals zovele zoogdieren, is ook de Aziatische Zwarte Beer met de ondergang bedreigd. De rede waarom kan je waarschijnlijk al raden… door de Chinese geneeskunde. Niet alleen de haren en klauwen interesseert hen, ook de gal van deze dieren. Dus Aziatische Zwarte Beren worden gevangen en galvloeistof wordt er regelmatig uitgehaald, hetgeen de beren in voortdurende hevige pijn doet leven.. Ofwel worden ze gedood en dan wordt ook het vlees op de zwarte markt verkocht.

In Lao komen in het wild 2 soorten beren voor nl. de Aziatische Zwarte Beer en de kleinere Maleisische Beer, ook Sun Bear genoemd. In tegenstelling tot deze laatste noemt men de Aziatische Zwarte Beer ook wel de Moon Bear. Als men alle, op aarde voorkomende beren op een rijtje zou zetten van klein naar groot, dan staan deze beren op de eerste en tweede plaats, de ijsbeer staat op de laatste plaats.

De dieren die hier zijn komen meestal uit gevangenschap, soms worden ze aangemeld omdat ze ergens voedsel van het veld stelen (en dus zouden doodgeschoten worden). Enkel de jonge dieren zijn te zien. De volwassenen zijn in grotere kooien en in een gebied dat niet toegankelijk is voor bezoekers. Alle kosten moeten gedekt worden door giften.

Wat verder komen we bij de Nam Xi, de rivier die in stappen over een hoogte van 80 m valt. De rivier zelf is slechts 10 km lang, dan mondt ze uit in de Mekong

Overal waar we kijken en lopen, zien we jungle en water. De bekkens hebben een turkoois blauwe kleur, mooi om te zien.

Op 2 plaatsen mag er gezwommen worden. Het zijn (echt) bejaarde Europese toeristen die in het water gaan of zelfs duiken, maar ze komen er vrij vlug weer uit. Hier zijn geen Lao mensen, dus geen probleem om in een zwembroek of badpak in het water te gaan. In de buurt van de Lao is dit verboden, er mag niet zoveel bloot getoond worden.
We blijven bijna 2u in dit gebied, met beren en watervallen, echt mooi en aangenaam.

Als de school middagpauze heeft, of ’s avonds, moet men extra voorzichtig zijn. De scholieren kennen geen verkeersregelsOp de terugweg stoppen we bij een bedrijf dat noedels maakt. Ook hier zijn dat rijstnoedels. Het geheel ziet er wel veel grootser uit dan in het noedeldorp in het noorden van Lao. Maar nog steeds is alles handenarbeid.

Wat verder is er een Hmong dorp. Dit dorp wordt gesteund door de provincie om handwerk te maken. En toeristen komen hier, sommigen om te kopen. De Hmong vrouwen en kinderen klagen op een bedelende toon om toch iets te kopen. Vele vrouwen zitten te naaien, maar alles komt in het veelvoud voor.

Na de middag steken we de Nam Khan rivier over, er zijn enkele bruggen. Aan de overzijde zouden er enkele handwerkdorpen zijn. Enkel Bang Xang Kong is een dorp waar aan handwerk en kunst wordt gedaan. De andere 2 dorpen stellen op dat vlak niets voor.

Als laatste bezoeken we nog de Santi Chedi, een klooster dat bestaat uit zeer veel gebouwen, op een vrij grote oppervlakte, helemaal nieuw en dat enkel door sponsorgelden. De gouden stupa op de top van een heuveltje, is van ver te zien. Hier wonen zowel monniken, in oranje kledij, als nonnen, in witte kledij.

De weg naar Vientiane vanuit Luang Prabang loopt deels door de bergen, deels door een karstgebied en deels door vlakten. De totale afstand is 382 km, maar de rijtijd (zonder pauzes) bedraagt 9u. Dit komt door de vele bochten, door af en toe wel wat chaotisch verkeer (fietsers, motorijders, tuctucs, vrachtwagens, bussen alles rijdt zowat overal op de weg, maar vooral niet zo rechts mogelijk. Verder is de wegbedekking soms wel een s verdwenen voornamelijk wegens de aardverschuivingen in het regenseizoen. Maar in vergelijking met andere wegen in Lao, valt deze weg, de hoofdweg door het land, nogal mee.

Het eerste gedeelte van de weg hebben we zaterdag reeds in de andere richting gereden. Vandaag komen we terug op het kruispunt van weg 7 en weg 13. Nu is er een veel grotere markt. En wegens het einde van de maand hebben mensen met een job hun loon gekregen, dus is er weer ruimte om geld uit te geven.

Wat verder richting zuiden komen we in een karstlandschap. Wegens de mist in de bergen, zijn de omtrekken van de bergen, verder op de achtergrond, erg vaag. Maar naarmate we afdalen en dichterbij komen vermindert en uiteindelijk verdwijnt de mist en komt er een blauwe lucht te voorschijn.

Nu hebben we mooi uitzichten op het karstlandschap. Naar ons gevoel, tot op heden het mooiste karstlandschap van het land.

De voornaamste toeristische plaats is Vang Vieng, niet zoals Luang Prabang en Vientiane, aan de Mekong gelegen, maar wel aan de Nam Song, een zijrivier van een zijrivier van de Mekong. Vang Vieng is hét centrum voor de backpackers. De attractie hier is raften en vooral tubing op de rivier. Bij tubing zit de persoon in een binnenband van een auto en vaart op die manier de rivier af.

Tot vorig jaar was tubing een middel om bars aan te doen en vooral veel alcohol te drinken. Langs de rivier waren vele bars op eilandjes of langs de kant, waar luide muziek klonk en waar nogal wat gedronken werd. Dit gaf heel wat problemen voor de lokale bevolking, maar leidde daarbij af en toe tot erge ongevallen met wel regelmatig dodelijke afloop. Vorig jaar is een minister polshoogte komen nemen, niet vanop afstand, maar ook op zo een band. Hij verbleef ook enkele uren in de Nam Song, en zag de ernst van de zaak. De bars moesten sluiten en er mocht langs het water geen alcohol meer verkocht, noch geconsumeerd worden.
Een bijkomend probleem waar men minder kan bij ingrijpen is de consumptie van drugs. Hier wordt voedsel en drank verkocht waar soms het tussenwoord “happy” bij vermeld staat. Dit komt steevast overeen met een toevoeging van drugs. Ook dat leidt wel tot problemen, want sommige mensen worden op die manier gedrogeerd en soms ook wel beroofd nadien. De meeste echter kiezen er zelf voor om “happy” te zijn.

Nog verder zuidelijk komen we in de buurt van een groot stuwmeer, het oudste van het land. Stuwmeren zijn er om hydro-elektriciteit te leveren. Er zit veel vis op het meer, die wordt gevangen en verkocht in een serie kraampjes
Net voordat het donker is komen we aan in Vientiane.

Als we afdalen van Luang Prabang naar Vang Vieng voelen we de temperatuur al gevoelig stijgen. In Vientiane is ze nog een heel pak hoger. Het is een vochtige warmte met een temperatuur een eind boven de 30°C overdag en ’s nachts ook nog warm genoeg.

Vientiane is de hoofdstad van Lao. Iets meer dan 460.000 mensen wonen hier. De stad ligt aan de Mekong tegen de Thaïse grens. Enkele tientallen km ten zuiden van de stad is de eerste Vriendschapsbrug gebouwd over de Mekong. Hierdoor werden Thailand en Laos met elkaar verbonden. Ondertussen zijn er op andere plaatsen meerder bruggen gebouwd, de vierde gaat volgende maand open en de vijfde is in de maak. De eerste werd bekostigd door Australië. Net zoals alle werken in het land, wordt (heel) veel hulp uit het buitenland aanvaard.
Hoogbouw was hier tot enkele jaren geleden niet te vinden. Er zijn wel wat Franse koloniale villa’s te zien in de stad, en heel wat Franse restaurants!

Maar nu bouwen andere landen shopping malls en bureaubedrijven. Het is alsof ze de erg langzaam opkomende economie een handje willen toesteken, vooral om zoveel mogelijk rijstkorrels mee te pikken.

Vientiane is een plaats waar al een tijdje vC volkeren zouden gewoond hebben. In de 16de eeuw zijn er vele boeddhistische gebouwen gezet in de stad. Maar er is echter maar beperkt iets van overgebleven. In het begin van de 19de eeuw werd de stad bijna helemaal verwoest in een oorlog met Thailand. Nadien zijn er nog Chinese bendes langs gekomen die allerlei schatten geroofd hebben.
Fransen hebben dan op het einde van de 19de eeuw de stad heropgebouwd voor het Laotische koninkrijk. Als Frankrijk in 1954 moest verdwijnen, kwamen al snel de Amerikanen op de proppen om het land in hun macht te krijgen. Vele machtstijden zijn er op gevolgd, de financiële crisis, de overgang van streng communisme naar een veel meer vrije markteconomie, …. . Nu is de stad het middelpunt van allerlei landen en NGO’s die allemaal hun steentje willen bijdragen, de ene al wat meer uit eigenbelang dan de andere.

Voor toeristen is er niet zo bijster veel te zien. Donderdag wandelen we rond in het kleine centrum en bezoeken Ho Phra Keo, de plaats waar ooit de smaragd boeddha verbleef. De vroegere tempelhall heeft deels te lijden gehad, maar heeft nog een originele poort uit 1565. Binnenin zijn wat schatten verzameld die men nog gevonden heeft op plaatsen waar andere kloosters hebben gestaan. Binnenin is er een absoluut verbod om te fotograferen.

We komen langs het presidentieel paleis dat vlak naast de Ho Phra Keo ligt.

Aan de overzijde van de straat is een nog actieve tempel, Vat Sisaket. Ook hier een absoluut verbod om in de tempel te fotograferen. In de galerijen rond de tempel staan, volgens de bronnen, meer dan 1000 boeddhabeeldjes en –beelden, ook overal terug gevonden.

Daarna stappen we naar AVR Lao, het enige autoverhuurbedrijf in Laos, waar we de auto met chauffeur huurden. Andere autoverhuurbedrijven in Thailand laten niet toe om de auto over de grens mee te nemen.
Na bijna 1 maand hadden we immers nog steeds geen contract getekend of iets betaald. Vandaag regelen we dat allemaal.

Na de middag is het Nationaal Museum aan de beurt.

Hier staan prehistorische voorwerpen, wordt de geschiedenis van de 20ste eeuw weergegeven aan de hand van foto’s en worden de hedendaagse verwezenlijkingen ook aan de hand van foto’s weergegeven. Er mogen geen foto’s genomen worden.

Een oude bedoening, gelukkig wordt de gevel geschilderd en komt het museum, althans aan de buitenkant, minder troosteloos over. Er zijn natuurlijk zowel voor het land als voor de schenkers veel belangrijkere zaken te ondersteunen dan een museum. Toch interessant om te zien.

Helemaal in het begin van het bezoek zien we een oude kaart hangen, helemaal in het Lao. Omdat chemische symbolen nu eenmaal in ons schrift zijn opgesteld, begrijpen we dat het hier gaat over ertsen en mineralen in de bodem. Blijkt dat Lao toch wal wat natuurlijke rijkdom heeft want er zit o.a. goud, koper, zilver, ijzer, lood, tin, mangaan, antimoon, jodium, kalium, zwavel en koolstof. Die mineralen zitten zowat over het ganse land verspreid. Bij wat opzoekwerk vind ik dat er één Lao bedrijf is, gecontroleerd door de staat dat tin, koper, lood en antimoon exploiteert. Verder vind ik nog een combinatie VS-Lao met hoofdkwartier in de VS en een Australisch bedrijf dat aan mining doet. Chinese websites zijn niet te vinden en nog minder te lezen. Waarschijnlijk heeft men nog niet alles onderzocht om te weten of het loont om de ertsen op te graven. Als de concentratie te klein is bvb. is de opbrengst te klein, of onbestaand t.o.v. de kostprijs om het erts op te delven.
Ik lees wel dat Lao door zijn ertsen en zijn waterkracht een potentieel heeft om als ontwikkelingsland te groeien. Hopelijk komt dit ten goede aan de hele bevolking uit Lao, en niet aan vooral buitenlandse kapitaalkrachtige investeerders.

’s Avonds om 17u wandelen we naar de Mekong. De zon gaat immers onder aan de overzijde van de rivier en vermits het vandaag een heldere dag is, is de kans groot om de zon als rode bol te zien onder gaan boven Thailand. De overzijde van de rivier is immers Thailand.

Aan de Mekong staan, is zo een beetje als aan de kade staan in Antwerpen ter hoogte van het MAS en kijken naar Sint Anneke. Groot verschil echter is de afmeting van de bootjes die je hier zit, heel kleine, lange vissersbootjes. Verder zien we links ook een eiland, dat als maar groter zal worden als het droogseizoen vordert.

Het leuke ’s avonds is dat de weg, naast de promenade (betaald door het buitenland) verkeersvrij is. Mensen wandelen, joggen, verkopen allerlei, lopen wat te wandelen, te genieten van de vrije tijd en de relatieve koelte (beter gezegd, de beter draaglijke warmte). In het park naast de autovrije wag is er avondmarkt, die tot 22u duurt. Alle dagen opnieuw worden de kraampjes opgebouwd, wordt alle koopwaar uitgestald, en 7u later is weer alles ingepakt. Iemand probeert ons manicure aan te praten, maar bedoelt pedicure ….. En voor wie honger heeft, eetkraampjes in overvloed.
We wandelen nog wat verder terug de stad in, en bij de fontein speelt er muziek, geen Lao muziek, maar wel Halloween … . Dit is natuurlijk onder invloed van al de buitenlanders die hier als expat verblijven. Weinig interesse, bemerken we.

’s Avonds zijn er nog veel mensen op straat, te voet of met de motofiets. Ook auto’s rijden voorbij. Sommige winkels zijn nog open tot 21u en er zijn heel wat eet- en drinkgelegenheden. Wat vooral opvalt is het enorme contrast met de rest van het land. Hier zou je nog wel af en toe een westers gevoel krijgen, alleen de gejaagdheid en stress zijn onbekende begrippen in Lao.

In Vientiane is alle mogelijk westers voedsel te vinden. Er blijkt een supermarkt te zijn, bevoorraad vanuit het buitenland. Vooral Franse producten zouden uitgebreid aanwezig zijn.

Er zijn ook een aantal bezoeken iets verder van het centrum verwijderd. Onze huurauto heeft op donderdag zijn onderhoud gehad, en op vrijdag starten we het tweede deel van de reis met een bezoek rond Vientiane.

Het boeddhapark met zijn betonnen boeddha’s, folklorefiguren en hindoegoden ligt het verst van de stad aan de Mekong, dus dat bezoeken we eerst.
We komen voorbij de eerste Friendship Bridge.

Tot aan de brug, de eerste vaste oeververbinding met Thailand, is de weg goed. Langs de weg zijn er veel bedrijven, waaronder heel wat buitenlandse.

Verderop wordt de weg kapot gemaakt door allerlei zware machines en vrachtwagens van bedrijven die zand en kleine en grote keitjes oppompen uit de Mekong. Ze zijn overladen en maken bijgevolg de weg kapot. Omdat er geen wegbedekking meer is, is er continu stof. De winkeliers langs de weg gieten dikwijls emmers water op de weg om het stof te verminderen. Gevolg: modder.
Het Boeddhapark is in 1958 door een kunstenaar op een oppervlakte van 1 ha opgericht. Dank zij de financiële steun van mensen, kon hij zijn fantasie wat laten werken. Op elk beeld staat er vermeld wie het geschonken heeft.

Wat dichter bij de stad is de enige vestiging van Beerlao, hét biermerk van Laos. Meer dan 90% van het verkochte bier in Laos is Beerlao.

Dit bedrijf is voor de helft eigendom van de Lao-regering en voor de helft van Carlsberg Asia. Het bedrijf is groot, modern en erg netjes. Een echte rondleiding is er niet te versieren.

Een groot verschil met het bier bij ons is dat Laobier geen tarwebier is, maar wel rijstbier.

Mout en hop worden hier ook toegevoegd. De ingrediënten komen van het buitenland.

Vanaf deze vestigingsplaats wordt het bier over het ganse land vervoerd, soms zijn de vrachtwagens, in het droge seizoen, tot meer dan 4 dagen onderweg, enkele richting!

Nog iets dichter bij de stad is er Mai Savanh Lao, een ander zijdebedrijf. Het is gesticht door een koppel uit de Elzas dat dus Duits spreekt. In het bedrijf zijn heel wat Zwitserse machines. De coccons komen uit Zuid-Laos, waar moerbeiboeren ze kweken. In het bedrijf bij Vientiane wordt de zijde gekleurd met Öko kleurstoffen, ecologisch vriendelijke en gezondheidsonschadelijke kleurstoffen, afkomstig van Duitsland.
De zijde wordt hier ook op draad getrokken, de draden op grote wielen en dan op kleinere klossen en vandaar op de spoelen. Al dat werk gebeurt voor een groot deel machinaal, maar vrouwen moeten de zaak nog wel in handen houden.

Ook het weven gebeurt hier, manueel. Soms echter, bij het simpele patroon, is het weefgetouw iets meer gesofisticeerd waardoor het weven zelf iets rapper gaat.

Men vertelt ons hier ook dat er in de beurshallen van Vientiane momenteel een vijfdaagse beurs loopt over artisanaal handwerk. We gaan er langs, en net zoals op vele beurzen bij ons, is de helft van de standen wat anders (Chinese import). Er zijn een aantal standen met houten meubels en voorwerpen, al dan niet artisanaal vervaardigd. Maar de meeste standen zijn er die zijde (al dan niet import) verkopen. Het is echt een beurs voor de Lao mensen (maar voor hen is dikwijls de stof te duur).

Na het middagmaal bezoeken we That luang, met een stupa (pagode) die de belangrijkste van Laos is. Als we binnenkomen in het gebied zien we hele groepen mensen en Thaïse monniken, rond de stupa lopen mompelen. Dus om de stupa te zien, gewoon mee rond stappen.

Enkele jonge Thaï monniken zijn erg geïnteresseerd in foto’s. iedere niet Lao of Thaï wordt verzocht met hen op de foto te staan, niet één foto, maar welk elk van de drie die om beurt een foto maakt waarbij de 2 anderen met de toeristen samen op één kiekje komen.
Rond de stupa zijn er nog een aantal kloosters en gebouwen.

Over 14 dagen vinden hier de grootste feesten van het land plaats. Nu al staan er al heel wat kraampjes op het domein, veel en veel meer dan op eender welke Belgische markt.

Als laatste voor vandaag is er het tekstielmuseum. Met de geldelijke steun van o.a. Japan is hier 20 jaar geleden begonnen met de bouw van traditionele houten gebouwen. Daarin worden allerlei oude voorwerpen en ook oud tekstiel tentoongesteld.

Veel uitleg kregen we niet, de gidse kon met moeite wat Engels. Maar onze chauffeur kent nog wel veel van die gebruiksvoorwerpen en vertelt ons waarvoor ze gebruikt werden. Omdat het tekstielmuseum een privé museum is en gesloten is, kan hij dat doen. Op andere plaatsen in Lao mag hij met ons niets bezoeken, want hij heeft geen gidsdiploma..

Dit is het laatste bezoek in het centraal, toeristische deel van Lao. Elders zijn er ook wel toeristen, maar veel en veel minder.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Lieve Hallo, ik had nog geen tijd om het hele verslag te lezen, maar ben vooral content dat jullie het wind-geweld uit de Filipijnen niet ondergaan hebben, en ook de rest was reeds uitgeraasd tegen dat het Vietnam bereikte. Dus nog een heel eind van jullie vandaan. Intussen hebben jullie weer veel beleefd en gezien! Voor ons was Wenen ook groots, mooi en aangenaam. Tot later. Geplaatst op 12 November 2013
Claudine en Guido Hallookes beste vrienden, Het stof is van onze stapschoenen geklopt,onze brollekes zijn aan de kant en de achterstand van onze mailtjes ingehaald en nu volgen we jullie weer met veel interesse.Het is een mooi en boeiend verhaal dat bij ons veel herinneringen oproept zoals bv. Vang Vien en Luang Praban waar we enkele jaren geleden ook konden genieten van de mooie natuur en de vriendelijke mensen. Nog veel reisplezier. Claudine en Guido Geplaatst op 03 November 2013
marguerite Weer reuze interessant . Veel bijgeleerd .Dit vraagt toch allemaal een lange voorbereiding en ..... dat wij daar allemaal kunnen van genieten!!!!!! Opnieuw prachtige foto's. Elk weekend is het een beetje verlangen naar jullie verslag Groetjes Geplaatst op 03 November 2013
katrien dag Lou en Stephan fijn dat jullie ook een foto van jullie beiden meestuurden want die zijn eerder zeldzaam in jullie verslagen op allerheiligen hebben we vandaag ook onze heiligen gevierd zoals jullie daar zagen bij de monniken :) dus toch niet zo ongebruikelijk wij hebben een rustpauze in deze herfstvakantie met een beetje bijklussen maar ook evenveel genieten van onze nieuwe stek zondagse herfstgroeten uit Gent! Katrien Geplaatst op 01 November 2013
Cecile Hallo Lou en Stéphan Boeiend reisverslag,ik heb al wat zitten googlen over Laos,over de slechte wegen,over récent frans verleden We zitten in flayosc,overdag in de zon met lees boek over katholiek ierse geschiedenis,thuis is bouw verlof op de chantier van Dolf Groeten Cecile Geplaatst op 01 November 2013

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking