Reisverhaal «Kyoto, Nara, Koyasan, Ise-Shima»
Japan
|
Japan
|
5 Reacties
06 April 2015
-
Laatste Aanpassing 11 April 2015
8. Kansai of Kinki, Kyoto prefectuur
Kyoto was gedurende meer dan 1000 jaar de keizerlijke hoofdstad van Japan. In 1869 verhuisde de toenmalige keizer, Meiji, de hoofdstad naar Tokyo.
Kaart met aanduiding van Kyoto
In Kyoto zijn er bijgevolg keizerlijke paleizen en tuinen, schrijnen en tempels. Wij bezoeken de belangrijkste ervan.
Om de keizerlijke paleizen en tuinen te bezoeken moet men een plaats reserveren voor een geleid bezoek. Het keizerlijk paleis echter is van 3 tot 7 april open voor het publiek en dat zonder reservatie. Twee andere paleizen, annex tuinen, reserveren we.
Centraal in Kyoto bezoeken we het (voormalig) keizerlijk paleis, een bedrijf waar stoffen geweven worden voor kimono’s, en een straatmarkt.
Het huidige keizerlijk paleis in Kyoto bestond al in 1331 toen keizer Kogen daar gekroond werd. Een reeks branden met telkens een heropbouw kenmerken de geschiedenis van het keizerlijk paleis in Kyoto. De laatste bouw dateert van 1855. De huidige gebouwen zijn de heropbouw van toen. Het gebied van het keizerlijk paleis heeft een oppervlakte van 110.000 m2 of 11 ha. Wegens de opendeurdagen komen er een reeks kraampjes voor op een van de parkings, dicht bij het keizerlijk paleis. Hier worden vooral voorverpakte dozen verkocht die Japanners als geschenk geven. In die dozen zitten heel dikwijls koekjes. Japanners zijn dol op kopen, eten en geschenken geven of krijgen. Dus de handel floreert ook hier goed.
Er is een uitgestippelde wandeling langs de voornaamste gebouwen en tuinen van het keizerlijk paleis. Daar zijn veel bezoekers, maar er is veel ruimte zodat iedereen rustig kan kijken en foto’s nemen.
er zijn verschillende toegangspoorten tot het omheinde gebied van het eigenlijk paleis. De poorten en poortgebouwen zijn in donker hout en zwaar
een ander poortgebouw
deze toegang tot een belangrijk gebouw werd pas in 1915 toegevoegd voor de kroning van een keizer. Die kwam hier per koets toe.
de muren van de voornaamste kamers zijn bekleed met zijden doeken die op een houten kader gespannen zijn
Ikebana of bloemenschikkunst is een kunstvorm in Japan. In het keizerlijk paleis heeft men voor de opendeurdagen 3 grote en mooie stukken opgesteld
op het plein voor het eigenlijke paleis staat een Japanse kerselaar
en een soort mandarijnboom
in het gebouw zelf staat de troon van de keizer
enkele kamers van het paleis geven uit op de tuin, in Japanse stijl
Bij elk van de bezoeken krijgen we een folder volledig in het Engels of Japans en Engels
Japanners zijn dol op geldspelen. In elke wijk van elke stad is er een grote zaak met slotmachines. Omdat we in Kyoto rondwandelen, stoppen we even om een foto te nemen van deze machines. Er heerst binnen een lawaaierige en rokerige sfeer en we zien mensen steeds maar geld in de machines steken.
Niet zo ver van het keizerlijk paleis is er het Nishjin Textile Centre, een bedrijf dat vroeger vooral zijden kimono’s maakte en de stof ervoor weefde.
er staan verschillende weefgetouwen opgespannen. Slechts enkele zijn in actie
Kimono’s echter worden nu (meestal) enkel nog voor ceremonieën gebruikt. Het bedrijf heeft zich nu omgevormd tot de productie van allerlei voorwerpen uit zijde zoals geldbeugels, handtassen en tasjes, dassen en sjaaltjes. Ook zijden taferelen op doek worden geweven. Men kan ze als muurversiering gebruiken en ze inkaderen.
een muurpaneel, voor de prijs van ongeveer 700€
om het uur vindt er een modeshow plaats van kimono’s
Iets meer zuidelijk is er een straat waar vooral vis en fruit verkocht wordt. Er zijn ook enkele restaurantjes en winkels die allerlei verkopen. Deze overdekte straat sluit aan op een overdekt gebied met winkelstraten. Hier hebben de kopers geen last van de regen of de zon.
dit lijken opgelegde groenten of gekookte groenten in een soort saus
sushi is hier een dure delicatesse
een zaak waar thee en bijhorende attributen verkocht wordt
we stoppen bij een eenvoudig restaurantje
Oostelijk van het centrum, van noord naar zuid, zijn er verschillende plaatsen die een bezoek waard zijn. Ik vernoem ze hier van noord naar zuid.
Shugakuin Imperial Villa is enkel te bezoeken via een reservatie bij het Imperial Palace. Deze villa werd gebouwd door keizer Gomizuno. Hij werd keizer toen hij 15 jaar was en trad op zijn 33ste af. Toen hij op rust was heeft hij deze villa laten bouwen, ten noordoosten van Kyoto op de helling van de heuvels. De bouw startte in 1655 en was 4 jaar later al klaar. Er werd een bovenste paleis en een beneden paleis gebouwd met een hoogteverschil van 34m.
ook de toegangspoort is vrij eenvoudig
de kamer van de keizer op rust. De drie dikke tatami matten waren bestemd voor de keizer. Die matten worden gebruikt zowel voor zitten als voor het slapen. Dan is de mat een bed (vrij hard om op te slapen!)
het enige meubel is een kastje met enkele planken om iets op te leggen of iets op te zetten
een deel van de onderste tuin. Hier groeit geen gras, enkel frisgroen mos
hier en daar is de muur bedekt met panelen, geschilderd door beroemde kunstenaars
Stel een paleis niet voor zoals we dat in Europa kennen. De gebouwen zijn zeer eenvoudig. Meubels komen er niet voor. De mensen zitten op tatami matten, ook de keizer zat op zo een mat, alleen was ze een heel stuk dikker. De wanden van het paleis die uitgeven op de tuin, kunnen open geschoven worden zodat de keizer op rust kon genieten van het landschap.
tuin en vijver van de bovenste villa
hier zat de keizer op rust urenlang te genieten of te mediteren met zicht op de tuin en de vijver
Bij het bovenste paleis was er ook een grote vijver waar de keizer op rust graag in een bootje rondvoer.
het boothuis en het bootje waarmee de keizer op rust op de vijver rondvoer
10 jaar na de bouw van de keizerlijke villa, werd tussen beide paleizen een derde paleis gebouwd, dit voor de achtste dochter van de keizer op rust. Hier zijn de versieringen het mooist. Als de keizer op rust stierf, is de achtste dochter ingetreden in een boeddhisten-nonnen-klooster. Haar villa werd een nonnenklooster.
een kamer uit de villa van de achtste dochter van de keizer op rust (wij krijgen de uitleg in het Engels via een audio. En telkens wordt de hele benaming van de keizer en zijn dochter vermeld)
hier is dé versiering het meubel dat bestaat uit een rek met een kastje en legplanken, die gebogen en versierd zijn
werk van een bekende kunstenaar (uit die tijd) op 2 panelen in cederhout
de tuin die bij deze villa hoort
In 1885 heeft het Imperial Household Agency het beheer van de drie villa’s overgenomen. Het agentschap kocht in 1965 nog grote oppervlakten landbouwgrond rond en tussen de villa’s zodat het keizerlijk domein in het totaal 545.000 m2 omvat of 54,5 ha. De aankoop van de landbouwgrond had tot doel om de omgeving van het paleis landelijk te houden. Lokale landbouwers kweken er vooral rijst.
enkele rijstveldjes op terrassen. Op de achtergrond zijn andere teelten te zien
de rijstvelden moeten voorzien zijn van een hoge omheining om apen, herten en everzwijnen buiten te houden
De Ginkakuji tempel is wat zuidelijker. Het Silver Paviljoen is het mooiste gebouw in het tempelgebied en in Unesco Werelderfgoed. Het gebouw kan bijna nooit bezichtigd worden.
het Silver Paviljoen
een overzicht van de gebouwen in het tempelgebied
De tempel is een Zen tempel en werd in 1482 gesticht.
bij Zen tempels hoort een perfecte zandtuin. In feite bestaat het zand uit kleine kiezelsteentjes. Om het strakke effect te krijgen wordt het zand dagelijks nat gemaakt en in rechte of gebogen lijnen gerijfd
er is ook een perfecte heuvel in deze steentjes gemaakt. Elke onregelmatigheid in het patroon zou de geest verstoren bij de Zenmeditatie
een ander gebouw is de Buddhist Hall
ook hier geen gras, enkel mos als groenbedekking
Camelia’s brengen kleur in deze tuin
Naast de Shinto schrijnen zijn er in Japan Boeddhistische tempels.
Kyoto heeft een vijftal wandelingen beschreven die de voornaamste bezienswaardigheden per gebied met elkaar verbinden.
De eerste van de wandelingen gaat gedurende ongeveer 2 km langs een kanaal(tje). Aan minstens één van beide oevers staan Japanse kerselaars. Omdat ze nu nog in bloei staan zijn er heel veel mensen en is het mooi wandelen. Die wandeling loopt langs het Philosophers Path.
het kanaaltje met de Japanse kerselaars
door de regen van gisteren hebben de bloesems van de kerselaar al veel kroonblaadjes verloren
ook de wind van vandaag zorgt er voor dat de periode van de kersenbloesem weldra voorbij zal zijn
een later bloeiende variëteit
appelbomen staan nu ook in bloei, de keur van de bloemen is spierwit, terwijl er bij de kerselaars een licht roze tint te zien is
ook andere planten geven al bloemen waardoor het geheel kleurrijk is
een enkele muzikant probeert wat bij te verdienen
wij zijn niet de enigen die de wandeling maken!
regelmatig zien we meisjes, vrouwen en ook mannen gekleed in een kimono
Wat verder zuidelijk zijn er het Heian Shrine en het Maruyama park, twee plaatsen waar de Japanse kerselaar in bloei kan bewonderd worden. Wegens de onophoudelijke regen gaan we hier niet langs.
De Kiyomizu-dera tempel ligt tegen de bergen ten oosten van Kyoto. Net zoals alle belangrijke tempels en schrijnen is het ook hier immens druk, en nog meer omdat het zondag is. De tempel heeft een zeer groot houten platform dat boven de vallei hangt.
op weg naar het platform zien we enkele meisjes in kimono poseren
de tempel heeft een mooie pagode
het grote platform wordt door heel veel boomstammen ondersteund
De tempel-hall zelf is nu niet te bezoeken wegens renovatiewerken. De eerste tempel was hier al in 778, maar de huidige gebouwen dateren van 1633.
voordat men een schrijn bezoekt moet men de handen wassen of zoals hier water opvangen en het drinken
Het gebied telt ook enkele Shinto schrijnen.
bij een van de schrijnen staan enkele beelden. Over dit beeld is er al heel wat gewreven, het koper blijft daardoor mooi van kleur
Sanjusangendo is de volgende boeddhistische tempel. Het belangrijkste gebouw is een Boeddha hall. Hier staan 1000 nogal op elkaar gelijkende Boeddhabeelden mooi in rijen gerangschikt. Centraal is er een zeer grote zittende Boeddha. Voor de reeksen Boeddha’s staan een aantal figuren die er verschrikkelijk uitzien. De bedoeling daarvan is dat ze de boze geesten buiten houden.
In de grote hall is het absoluut verboden om foto’s te maken.de korte zijde van de grote hall
en een deeltje van de lange zijde, met enkele regendruppels op de lens van het fototoestel
dan maar een foto van internet met enkele van de 1000 boeddha’s
idem voor de grote Boeddha
•Het meest zuidoostelijk gelegen belangrijk monument van Kyoto – het geheel van de belangrijke monumenten is Unesco Werelderfgoed- is het Fushimi-Inari Taisha, een heel speciaal schrijn.
Dit schrijn is gewijd aan de god van de rijst en de sake (rijstwijn).
bij een van de gebouwen staat een groot aantal volle sake-flessen en zakken rijst
In 711 werd er een schrijn op de top van de Inari-berg gebouwd. Maar in de negende eeuw werd er een nieuw schrijn gebouwd een heel eind lager op de berg, het huidige schrijn. Heel speciaal is een 4 km lang pad van het schrijn naar de top van de berg. Een groot deel van het pad verloopt onder torii, een reeks toegangspoorten. Er zijn meer dan 10.000 van dergelijke poorten. Ze staan dikwijls zo dicht bij elkaar dat ze een soort haag vormen en veel licht ontnemen aan het pad (en aan de vele fototoestellen die hier gebruikt worden).
een kleine reeks torii
af en toe is er een bord waar de nog af te leggen weg is uitgetekend
Om de 10 jaar worden die torii vernieuwd. Elk wordt geschonken door een lokaal of nationaal bedrijf. Hiermee hopen zij geluk te hebben in hun zaken. Op elke poort staat de naam van het bedrijf dat de schenking deed.
de naam van het bedrijf dat de torii schonk staat vermeld
eerst denken we dat die teksten misschien wel gebeden zijn, maar raar ze staan op de achterzijde van de palen
naarmate we hoger komen, vermindert het aantal bezoekers. Ook wij zijn niet tot de top van de berg gewandeld
Langs de weg zijn er hier en daar schrijnen waar de mensen blijven staan om te buigen en te klappen.
een stopplaats in de klim waar de mensen geld gooien een kist, buigen en in de handen klappen
Het geheel is erg fotogeniek, de verschillende gebouwen en constructies zijn bijna allemaal in vermiljoen kleur.
de toegang tot het Fushimi-Inari schrijn
ook de lantarenpalen zijn aangepast
bij elke toegang, en dat zijn er veel, staat aan beide zijden een groter of kleiner beeld van een vos met iets in zijn muil
Het geheel doet ons sterk denken aan de bedevaarten die we 50 jaar geleden als kind kenden!
ook de brandende kaarsen ontbreken hier niet
Heel belangrijk bij als die tempels en schrijnen is de weg er naartoe. Die is afgeboord met winkels en eetgelegenheden. De vele bezoekers kunnen hier een ganse dag doorbrengen.
Ook aan de westelijke zijde van Kyoto zijn enkele plaatsen het bezoeken waard. Ook hier worden ze vermeld van noord naar zuid.
Daitokuji bestaat uit een aantal tempels met tuintjes. Hier wonen nog boeddhistische monniken. Slechts 5 tempels of tuinen kunnen bezocht worden. De 2 mooiste Zen-tuinen hebben een verbod op fototoestellen en mobilofoons. We zijn daar dan maar niet binnen geweest omdat we verder vandaag nog de mooiste Zen-tuin zien.
de Bell-tower van het tempelcomplex
in het boeddhisme komen dikwijls figuren voor die de boze geesten moeten verjagen. Hier zijn ze te zien op het uiteinde van de nokken van een van de tempels
een van de mooiere tempels
met een mooi mostuintje
Kinkakuji of het Gouden Paviljoen is ook een boeddhistische tempel. Het paviljoen zelf kan binnen niet bezocht worden, maar wel de tuin met een aantal goede uitzichtplaatsen op het Gouden Paviljoen. Net zoals enkele andere tempels, schrijnen en paleizen hoort het Gouden Paviljoen ook tot de reeks gebouwen in Kyoto die Unesco Werelderfgoed zijn.
het gouden Paviljoen met zijn 3 verdiepingen. De gelijkvloerse verdieping is in de stijl van de keizerlijke aristocratie uit de 11de eeuw, de eerste verdieping in de stijl van de krijger-aristocratie en de bovenste verdieping is gebouwd in de stijl van het Chinese Zenboeddhisme. Op de nok staat de gouden feniks te blinken in het zon- en maanlicht
In de tuinen zijn enkele rotsen geplaatst. Die werden geschonken door enkele Heren (feodale landeigenaars) uit het verleden
Ryoanji is een tempel met de mooiste (en eenvoudigste) Zen tuin in Japan. De Zen tuin bestaat uit enkele rotsen en de fijne gerijfde kiezel en heeft een oppervlakte van 25m op 10m. Verder is er ook nog een landschapstuin.
de Zen tuin
opgebouwd uit witte fijne gerijfde kiezel en eilandjes met mos en een of enkele rotsen. Het doel daarvan was (is) deze meditatieplaats vrij te houden van elk storend voorwerp
het grootste deel van het domein wordt ingenomen door een landschapstuin waar mos de bodembedekking vormt
een watersteen, geplaatst voor het theehuis
in de gebouwen zijn de muurpanelen van tekeningen voorzien
het voornaamste tempelgebouw van Ryoanji
in de landschapstuin liggen grote rotsblokken, minutieus geplaatst in het kader van de Zen filosofie
hier en daar is er kleur in de tuin door bloeiende planten. Tijdens de herfst wordt de kleur gegeven door de verkleurde blaadjes van de bomen
een mooie Camelia-soort zorgt voor een rode tint tijdens de lente
we hebben foto’s gezien van de tuin met sneeuw, maar hier wordt de witte kleur gegeven door de afgevallen kroonblaadjes van de uitgebloeide Japanse kerselaar
hier komen enkele later bloeiende variëteiten van de Japanse kerselaar voor
wat een mooie voorgrond geeft tegen de met groen bedekte heuvels op de achtergrond
Katsura Imperial Villa werd gebouwd door de broer van een keizer in het begin van de 17de eeuw. Zowel de prins als zijn zoon-erfgenaam van de villa, waren kunst- en poëzieliefhebbers, wat zich weerspiegelt in de versieringen op de wanden van de kamers. Deze villa is met eenvoudige middelen gebouwd: bamboe, ceder en papier, het beste papier dat in Japan te vinden is.
de schuifdeuren bestaan uit een houten kader en een witte achtergrond. Die witte achtergrond is het meest kwaliteitsvolle papier dat in Japan te vinden is
heel eenvoudige bamboestokjes vormen dit rasterwerk aan een raam
dakgoten en regenpijpen zijn uit bamboe gemaakt
De dynastie die door de prins-stichter van de villa was gesticht eindigde in 1881, doordat de 12de generatie geen opvolger had. Het Keizerlijk Agentschap heeft de villa nadien overgenomen en nadien nog landbouwgrond rond de villa opgekocht, om het domein in goede staat te kunnen bewaren. Ook hier wordt de grond bewerkt en gebruikt door lokale boeren.
In het midden van de tuin is er een kunstmatig meer gemaakt met vijf eilanden. De tuin is door de prins zo ingericht dat door planten en bomen hoekjes en kantjes gecreëerd worden en andere plaatsen verstopt worden. Men heeft nooit een uitzicht op de tuin in zijn geheel, achter elk hoekje krijgt men weer iets anders te zien.
als bezoekers binnen kwamen in de villa, stonden ze op de plaats van waaruit deze foto genomen is. Door de boom wordt het uitzicht op de tuinen helemaal verstopt.
Bij elk van de gebouwen in de tuin is er een waterbak en een lantaren in steen uitgehouwen. Het water diende als reinigingsmiddel voordat men het gebouw binnen ging
zicht op de villa en de vijver
het belangrijkste theehuis van het domein
de eilandjes zijn met bruggen verbonden
in dit gebouw werden de waardevolle documenten van de dynastie bewaard. Nu staat het leeg
Ook hier is de rondleiding in het Japans, maar met een audio krijgen we de tekst in het Engels (of Frans of Chinees) te horen.
In de winkel zien we een boekje voor Engelssprekenden om zich in Japan verstaanbaar te kunnen maken.
9. Kansai of Kinki, Nara prefectuur
Bij onze verplaatsingen komen we wel meer langs ingewikkelde stelsels op- en afritten van snelwegen
Nadat in 672 het keizerrijk gesticht is, werd in 694 Nara als eerste hoofdstad gekozen. Nara is slechts 100 jaar hoofdstad van Japan geweest, maar die eeuw was wel erg belangrijk. Het land werd voor het eerst georganiseerd, er werden een soort wetten opgesteld, gebaseerd op godsdienstige principes (die beïnvloed werden door China) en het Boeddhisme werd in Japan ingevoerd door de edelen aan het keizerlijk hof. Zij betaalden kunstenaars en richtten tempels op, waarvan er nog een aantal bewaard zijn. Dat bewaard mag niet letterlijk genomen worden. De houten bouwsels immers werden verschillende malen verwoest door vuur en door oorlogen en telkens opnieuw gebouwd of verbouwd. Vier tempels en een schrijn zijn Unesco werelderfgoed.
In diezelfde eeuw werd ook het Chinees geschrift ingevoerd, naast technologieën uit China en Korea, twee landen waarmee Japan nauw contact had.
Kaart Nara prefectuur
Maar de boeddhistische monniken werden te machtig en vormden een bedreiging voor het keizerrijk. Daarom werd in 794 de hoofdstad verhuisd naar Kyoto.
De meeste van de tempels liggen in het oostelijk deel van Nara, in een bos, het Nara park. In dit gebied leven zo een 1200 herten en ook everzwijnen. De herten werden vroeger aanzien als boodschappers van Shinto goden, ze mochten dus niet gedood worden.
dit mannetjeshert poseert, maar hoopt waarschijnlijk op een koekje
een deeltje van het Nara park, een bos met de Todaiji tempel
Er zijn verscheidene kraampjes die hertenkoeken verkopen. De dieren worden wat agressief als iemand een verpakking koekjes opent.
De dieren komen ook naar papier en textiel. Ze snuffelen in zakken en tassen van mensen en, soms uit schrik, laten mensen hun papier vallen om van de dieren af te geraken.
waarschuwingen voor de benadering van de herten
ook in het gebied van de tempels en zelfs hier en daar in een winkel, zien we de hertjes
de wandelwegen moeten vrij van hertenkeutels gehouden worden...
De belangrijkste tempel in het Nara park is Todaiji. De eerste tempel hier werd gebouwd door Keizer Shomu in 1745. De oprichting van de tempel was om de vele epidemieën die het land teisterden, te bezweren. Maar de belangrijkste reden was de keizerlijke macht te tonen, het bankroet van de jonge staat was hiervan een gevolg. Spoedig echter ontstonden op vele plaatsen in het land kleinere tempels. Ze dienden om de administratie van het land in goede banen te leiden.
Het gebouw was (en is) het grootste houten bouwwerk ter wereld. De huidige tempel, gebouwd in 1709, heeft slechts 2/3 van de oorspronkelijke oppervlakte.
de Great Hall, lengte 57,01m, diepte 50,48m, hoogte 48,74m. Massa’s hout zijn hier verwerkt
De tempel wordt overspoeld door busladingen vol toeristen, maar het geheel wordt toch in goede banen geleid zodat iedereen rustig alles kan bewonderen.
de toegangsweg is zeer breed zodat komende en gaande groepen alle ruimte hebben
een bronzen, achthoekige lantaarn van 4,62m hoog staat op het plein, voor de Grote Hall
In het voornaamste gebouw bevindt zich het grootste bronzen standbeeld van Japan, een Boeddha van 14,98m hoog met een hoofd van 5,33m waarvan de ogen 1,02 m breed zijn en de oren 2,54m lang. Het beeld is gemaakt in de 8ste eeuw.
het grote Boeddhabeeld. De grootte is het best in te schatten als men het vergelijkt met de hoofden van enkele bloemschiksters op de voorgrond
In de Todaiji tempel mag er overal gefotografeerd worden.
aan beide zijden van het grote boeddhabeeld is er nog een ander groot beeld te zien
in een van de gebouwen is er een model van 7-verdiepingen tellende pagode, die echter afgebrand is en niet meer herbouwd
naast de verse bloemen staan er ook enkele grote vazen met lotusbloemen. Deze zijn waarschijnlijk in metaal gemaakt, we kunnen het niet voelen omdat er een soort hek staat om de mensen op afstand te houden. Op een vaan de vazen zijn er ook 2 vlinders in metaal
ook bij de inkom van de Grote Hall zijn 2 grote bloemstukken neergezet
Wat verder in het park bevindt zich het Kasuga Taisha schrijn. De weg naar het schrijn is omzoomd door zowat 2000 grote en grotere stenen lantaarns. Het schrijn werd in 768 gesticht. We maken een wandeling maar we bezoeken het schrijn niet.
enkele van de lantaarns. Er staat hier en daar een bordje bij om niet aan de lantaarns te komen. Waarschijnlijk is dit om de mosbedekking niet te beschadigen
de hertjes lopen ook hier rond
Bij het westelijk deel van het park, aansluitend op de stad, bevinden zich nog enkele gebouwen van de Kohfukuji tempel. Gesticht in de 8ste eeuw, was het complex het grootste van Nara. In zijn hoogtij dagen telde de tempel 175 gebouwen, waarvan zowat alles verwoest is door branden. Enkele gebouwen en een 5-verdiepingen tellende pagode zijn nog te zien.
de pagode met zijn 5 verdiepingen. Hoe hoger hoe meer macht de bouwheer tentoon stelde
In één van de gebouwen worden de schatten tentoon gesteld.
Voor open deuren hangt in Japan dikwijls een of enkele lappen stof, meestal boven de hoofden van de mensen die binnen gaan. Hier in de tempel is die stof versierd met herten
Het Centrale Gouden gebouw werd door de laatste brand van 1717 zwaar beschadigd. Pas een eeuw later werd er een tijdelijk gebouw op dezelfde plaats opgericht. Door vocht en ouderdom echter geraakte dit gebouw zo in verval dat het in 2000 is ingestort. In 1991 was echter een groep architecten al begonnen met een studie om het Grote Gouden Gebouw helemaal opnieuw te bouwen. Uiteindelijk heeft men pas in 2008 de fundamenten gegoten in beton en is de houten constructie in 2010 gestart. Het einde van de bouwwerken worden voorzien voor 2018.
model van het nieuwe Centrale Gouden Gebouw
in zo een tempel worden een zeer grote hoeveelheid bomen gebruikt. Aan de diameter van de palen te zien zijn de gebruikte bomen erg oud.
de dakconstructie moet zeer stevig zijn omdat er bovenop de houten dakpannetjes, nog enorm zware dakpannen en daktegels komen
de dakpannen liggen met de holle opening naar boven en dienen voor de waterafvoer. Ze worden samen gehouden met halfronde pannen die op de uiteinden een sierdakpan hebben. Op de nok en op de hoeken komen tegels die moeten zorgen voor een sierlijk gegolfde lijn. Op de uiteinden komt er dan een grote siertegel, een namaak van de originele. Daar waar pannen moeten samen gebonden worden, wordt er koper gebruikt
hier zijn de houten dakpannetjes goed te zien evenals de holle, omgekeerde dakpannen. Er ligt een kleine rol koperdraad klaar, we zien op andere plaatsen grote rollen liggen.
de houten constructie zorgt niet alleen voor de stevigheid, maar moet het gebouw ook versieren
het gebruikte hout is van de Chamaecyparis obtusa, de Japanse cypres of Hinoki cypres, een zeer traag groeiende boom die inheems is in Japan. De kwaliteit van het hout is zeer hoog en het rot niet (of zeer, zeer traag). Het hout heeft een citroengele kleur. Het hout wordt niet elektrisch geschaafd, maar manueel met een heel scherp soort mes
Nu zijn er (voor ons toevallig) 14 opendeurdagen waarbij de bouw kan bekeken worden. Het is voor ons een unieke gelegenheid om de constructie van zo een immense tempel te kunnen bekijken, vanaf de grond tot het dak.
In hetzelfde gebied is er ook nog het Nara National Museum, een museum van boeddhistische kunstwerken. Wij bezoeken slechts een klein gedeelte, maar fotograferen is verboden.
Voor zijn 1300-jarig bestaan in 2010 heeft Nara een mascotte ingevoerd. Het wezen is half monnik-half hert en wordt Shento-kun genoemd. Zowel uit religieus oogpunt als door de bewoners wordt dit wezen bekritiseerd, maar het is wel een leuke verschijning.
een van de Shento-kun figuren
In Japan kan men op elke parking een elektrische auto opladen. We hebben echter nog nooit gezien dat er een auto-accu opgeladen wordt
Ook buiten de stad zijn nog enkele tempels te vinden die de moeite waard zijn.
De Yakushiji en de Toshodaiji tempel behoren ook tot de groep van oude gebouwen in Nara die Werelderfgoed geworden zijn in 1998. De eerste van deze twee tempels is bijna helemaal gerestaureerd, op een van de twee pagodes na. Deze zit momenteel in de verpakking waarbinnen de herstellingswerkzaamheden plaats vinden.
De oorspronkelijke tempel was klaar in het jaar 698. De keizer die de tempel stichtte deed dt omdat zijn vrouw ernstig ziek was. Maar voordat de tempel klaar was, stierf de keizer zelf. Zijn vrouw nam dan de troon over. Opeenvolgende tempels werden vernield door branden en natuurraampen of werden verwoest tijdens oorlogen.
een van de twee afschrikwekkende bewakers van de tempel
het voornaamste gebouw, helemaal rolstoeltoegankelijk gemaakt tijdens de verbouwingen
de ene pagode is al gerestaureerd. Pagodes kunnen binnenin niet bezocht worden
voordat we erop attent gemaakt worden dat we geen foto’s mogen maken, hebben we toch al de centrale figuren in de voornaamste tempel vastgelegd
klokken hebben hier geen klepel, maar worden aangetikt met een boomstam. Het geluid klinkt veel doffer
op een tweede plein staat er een achthoekige tempel
In het Yakushiji klooster wonen nog boeddhistische monniken en nonnen.
we zien de monniken en de nonnen wegijlen om op tijd in de voornaamste tempel te zijn om hun gezangen te starten
Toshodaiji is nog oud en wat onderkomen. Deze tempel werd in het jaar 759 gesticht en heeft net zoals al de andere tempels branden en verwoestingen gekend.
de voornaamste tempel in Toshodaiji
het klokkenhuis
en de tuin
In het Horyuji gebied liggen ook nog een aantal tempels. Dit gebied ligt buiten de stad Nara. Een aantal van de gebouwen daar zijn ook geklasseerd tot Werelderfgoed. De oudste tempel werd hier in 747 gesticht.
hele bussen met leerlingen komen hier toe. Per klas wordt er op de trappen van de toegangspoort een foto gemaakt. De leerlingen zijn allemaal mooi in uniform, voor de schoenen echter is er blijkbaar geen voorschrift
ook hier staat er een pagode
de voornaamste tempel
een stukje tuin tussen de wandelpaden en de tempelmuren
een klein poortje maar met een hele versiering op het dak
hier en daar staat er een lantaarn waarbij er naast de steen en het papier ook een houten kader voorkomt
Hiermee hebben we de voornaamste tempels en gebouwen in en rond Nara bezocht. Voor tempelfanaten staan er in het gebied nog honderden tempels .
10. Kansai of Kinki, Wakayama prefectuur
Wakayama en Mie, die samen het grootste gedeelte van het Kii schiereiland vormen, zijn bekend voor de pelgrimswegen, zowel voor de Shinto als de boeddhisten. Unesco Werelderfgoed heeft twee pelgrimsroutes herkend: deze naar Santiago de Compostella in Spanje en deze van de Kii Mountains.
Deze Japanse routes zijn moeilijk te bewandelen wegens de erg steile bergen en diepe valleien.
de hellingen zijn zo steil dat de grond en het gesteente moeten vastgemaakt worden om niet naar beneden te glijden en zo een wegversperring zouden veroorzaken
Op een van die pelgrimswegen ligt Koyasan, op zichzelf ook al erkend als werelderfgoed.
deze 2 mensen zijn in pelgrimuitrusting: wit hemd met belletjes, een lange stok, stevige wandelschoenen en een rugzak
Koyasan is in de 9de eeuw gesticht door een boeddhistische monnik. Over de uitgekozen plaats zien we twee verhaaltjes. In een van de tempels wordt er gesproken over een zwarte en witte hond, beiden helpers van boeddha. Zij zijn uiteindelijk, na vele omzwervingen, op deze plaats gestopt.
Een ander verhaal is dat van de monnik die vanuit China een symbolisch voorwerp, varja, gooide over de zee. Dat voorwerp kwam terecht op de plaats waar nu Koyasan ligt. Hat laatste verhaal blijkt meer ingang gevonden te hebben. Immers, in 2015, dit jaar dus, bestaat Koyasan 1200 jaar. Voor die gelegenheid heeft men een mascotte gemaakt en die houdt dat symbolische voorwerp, varja ook in zijn handen. In het verhaal in onze reisgids worden beide verhalen aan elkaar gekoppeld. De honden immers leidden de monnik naar de boom waar zijn gegooide Varja in hing.
Koyasan is voor de boeddhisten een van de heiligste bergen in Japan, op meer dan 800m hoogte (de temperatuur is hier ’s avonds en ’s nachts bij het vriespunt!) .
Hier bevindt zich de voornaamste tempel van de Shingon school, een boeddhistische sekte. Daar rond zijn er in het stadje meer dan 100 tempels waarvan er 52 onderdak voorzien voor pelgrims en toeristen, tegen een niet zo democratische prijs. Wie in de tempels overnacht moet zich houden aan de tempelregels.
Kongobuji is de voornaamste tempel (en werelderfgoed). Deze tempel is pas in 1592 gesticht en pas later als hoofdtempel voor de Shingon boeddhisten omgevormd.
de grote hall waar ook de monniken wonen en werken
De tempel is een mooi gebouw en binnenin rijk versierd. Er zijn een groot aantal muurschermen beschilderd met kraanvogels.
deze foto is van internet gehaald. Hier zijn op 2 panelen geschilderde kraanvogels te zien
ook van internet gehaald. De zaal waar de meeste panelen met kraanvogels te zien zijn
Die mogen niet gefotografeerd worden. De rest van het complex en de tuinen wel.
ook hier is de inkom met een bloemstuk versierd
een doorsnede door de stam van een oude Cryptomeria japonica
een van de Zen-tuinen die bij de tempel horen
en een tweede Zentuin, de grootste van Japan
met grote rotsblokken die niet uit de omgeving komen, maar van een verre plaats aangevoerd zijn, een plaats die belangrijk was op de tocht van de monnik naar Koyasan
de zaal in het klooster waar de bezoekers een thee krijgen met een koekje erbij. Japanse toeristen worden door de monniken aangesproken (waarschijnlijk voor een geldelijke bijdrage- of misschien om zich tot de sekte te bekeren?)
een binnentuintje in het klooster
Garan is het spirituele centrum. Hier wandelen we rond, het geheel is indrukwekkend. Garan is ook een van de monumenten van Koyasan op de werelderfgoedlijst. Hier was de varja geland en bijgevolg het eerste klooster gesticht.
een combinatie van stupa en pagode
grote lantaarn met op de achtergrond een monnik die met zijn houten schoeisel niet zo gemakkelijk de trap op kan stappen
hier staan mooie oude houten gebouwen waarvan de versiering beeldhouwwerk is
een van de versieringen van dichterbij gezien
het klokhuis (letterlijk!)
een vermiljoenkleurige stupa
en het voornaamste gebouw
bij het poortgebouw staan de onvermijdelijk afschrikbeelden
Net buiten het dorp (er wonen hier ongeveer 6000 mensen) is er de grote en oude begraafplaats, Okunoin. Er is meer dan 3 km wandelweg door Okunoin, ook al werelderfgoed.
een bos van bomen en van graven
waar een of meer kinderen op een grafmonument staan afgebeeld, worden deze aangekleed door mensen die zelf een gestorven kind hebben of een kind hebben dat zwaar ziek is
nog een beeld van een moeder met 2 kinderen
dit soort hoed is blijkbaar een kenmerk voor de Shingon
want op de mascotte van 1200 jaar Koyasan staat een monnik met zo een hoed afgebeeld
Het gebied staat vol grote, hoge en statige bomen waarvan een groot deel Cryptomeria japonica, ook wel de Japanse ceder genoemd alhoewel de boom helemaal geen ceder is.
een van de statige bomen
een tak van deze speciale fossiel boom waarvan geen andere familieleden op dit moment bestaan
naast de oude en dikke bomen zijn er ook dunnere en jongere exemplaren. Allemaal echter groeien ze kaarsrecht naar boven, om hun bladeren te laten genieten van de zon
de voet van zo een oude boom
Op deze begraafplaats is het mausoleum van de stichter.
bij het mausoleum, dat we niet mogen fotograferen, staat een oud gebouw waarin de documenten van de Shingon bewaard worden
Volgens de boeddhistische traditie leeft de stichter nog en zal hij ooit weerkeren als toekomstige boeddha. Hierbij zal hij de doden, die het dichts bij het mausoleum liggen, weer tot leven roepen. Daarom willen heel wat Japanners dat hun as hier wordt bewaard.
oude graven
hier is het mos beetje bij beetje het graf aan het overmeesteren
wat leidt tot een mooie samenwerking tussen de stenen en de natuur
er zijn leuke beelden
en andere die voor ons, buitenstaanders, ludiek bewerkt zijn
er is een bron die nog steeds water geeft
Dit verhaal van mensen die ergens dichtbij willen begraven worden, doet ons aan de begraafplaats in Jeruzalem denken. Dicht bij de poort is er een joodse begraafplaats. Voor hen zal op de dag van de verrijzenis de doden die het dichtst bij de poort begraven liggen, mee verrijzen. In de verschillende godsdiensten zien we dezelfde verhalen en gewoontes!
monniken die net een begrafenisritueel achter de rug hebben
hun schoeisel is niet het meest praktische om op te lopen: een houten zool op 2 houten dwarsliggers en vooraan wat afgerond
Naast de oude begraafplaats zijn er ook hedendaagse graven.
op een van de graven staat er een raket. Vermits er enkel in het Japans teksten te lezen zijn, weten we niet waarom
Waar bij de oude graven de grond toebehoorde aan een familieclan, behoort de grond nu toe aan bedrijven, de nieuwe clanvorm in Japan.
op een groot grafmonument staan wellicht de pater en mater familias afgebeeld
hier een graf voor Nissan medewerkers (werknemers zijn in Japan a.h.w. getrouwd met hun werk. Om die trouw te belonen en de werknemers aan het bedrijf te binden, worden mensen die langdurig blijven beloond met extra vakantiedagen – in Japan start men met 1 week vakantie per jaar!
Bij de toeristische dienst staat de stenen mascotte van 1200 jaar Koyasan met een varja in zijn hand
ter gelegenheid van het 1200 jarig bestaan van Koyasan zijn er op vele plaatsen zitbanken geplaatst
11. Kansai of Kinki, Mie prefectuur
Het oostelijk deel van het Kii schiereiland ligt in Mie prefectuur.
Kaart Mie prefectuur
Kaart Ise-shima
Het noordoostelijk deel vaan het Kii schiereiland vormt op zich ook een schiereiland: Ise-Shima schiereiland. Dit stukje land is voor 2 redenen een bezoek waard. Enerzijds bevinden zich in Ise de belangrijkste Shinto schrijnen, anderzijds is er het Ise-Shima Nationaal Park met de kweek van cultuurparels in de baaien rond Shima.
Het regent pijpenstelen als we de Ise-schrijnen bezoeken. In Ise-Naiku werd het eerste schrijn bijna tweeduizend jaar geleden gebouwd, terwijl in Ise-Geku het eerste schrijn ongeveer 1500 jaar geleden werd opgericht.
In Ise-Naiku was het schrijn gewijd aan de voorvaderen (als godheid beschouwd) van de keizerlijke familie. Het schrijn van Ise-Geku was de plaats waar voor goede oogsten werd gebeden en voor een goed leven dat bestaat uit voldoende voedsel, kleding en een woonst.
De architectuur van de schrijnen is nog steeds de benadering van de oorspronkelijke eenvoudige stijl.
Om de 20 jaar worden alle gebouwen herbouwd – een massa houtverspilling.
de eenvoudige stijl, zonder beeldhouwwerk, zonder kleur, is al te zien bij de torii, de toegang tot het Ise-Geku schrijn.
bij de Ise-schrijnen is er heel weinig te zien. Overal zijn er houten muren gebouwd om de boze geesten tegen te houden. Enkel de palen bevatten een tak met enkele bladeren als versiering
vlakbij het voornaamste heiligdom (waarvan we enkel de muren kunnen zien en een witte doek waar de mensen munten in gooien) is er een gebouw waar een man zit in witte kledij met een muts op. Hij kijkt soms stoïcijns op van een boek met filterdunne blaadjes waar hijzelf nog tekens bijschrijft aan een traag tempo. Bij beide schrijnen is dit hetzelfde gebeuren. Bij Ise-Naiku zien we een pictogram dat we niet mogen fotograferen, bij Ise-Geku zien we dat niet en maken we een foto op afstand. De man is immers schijnbaar niet geïnteresseerd in het leven rond hem
bij Ise-Geku is er een modern museum waar info gegeven wordt over het Shintoïsme. Voor ons heeft een bezoek geen zin want er is geen letter Engels te lezen, enkel Japans
beide schrijnen liggen aan de overzijde van een rivier. De rivier moet het aardse leven van het hogere leven scheiden…
bruggen vormen de verbinding tussen beide werelden. Ook de bruggen worden om de 20 jaar herbouwd en afgebroken
in een stukje aangelegde tuin in Ise-Naiku staan mooie Japanse parasoldennen, Sciadopitys verticullata. Ze worden al eeuwen gesnoeid in een vorm
de naalden van de den zijn heel lang en staan per 2 ingeplant
enkele bloeiende azalea’s
verder zien we in het bos vele Cryptomeria japonica, ook wel Japanse ceder genoemd (deze boom heeft echter helemaal niets met de ceder te maken)
in Ise-Naiku zijn enkele gebouwen die mooier versierd zijn. Ook hier is niets te zien. Shinto heeft immers geen goden die op een of andere manier worden afgebeeld
de meeste andere gebouwen hebben allemaal dezelfde vorm met dik rieten dak. Is het gebouw belangrijk dan is er een gouden versiering op enkele plaatsen rond het dak
meestal ligt het hout op het dak zonder afdekking. In dit vochtige klimaat zal het hout waarschijnlijk na 20 jaar voor een belangrijk deel rot of verweerd zijn
in de bergen op de achtergrond hangen de wolken laag tot zeer laag, op dit moment is dit zo in het ganse land
De baaien rond het schiereiland vormen een goede kweekplaats voor oesters. In tegenstelling tot de Zeeuwse of Franse oesters, mogen de Japanse oesters blijkbaar niet rauw gegeten worden – en dat in een land waar alle zee-organismen rauw worden gegeten.
Toba is het grootste dorp op het Ise-Shima schiereiland. Het is bekend geworden doordat hier voor het eerst een parel gekweekt werd, een cultuurparel. Mikimoto was de zoon van een Japanse noedelmaker. Reeds in zijn jeugd wou hij rijk worden door hard te werken.
een standbeeld van Mikimoto
Op een bepaald moment werd zijn aandacht gevestigd door parels. Tot 1870 werden af en toe, maar zelden, in sommige soorten mossels of oesters of zelfs abalones kleine parels gevonden, onregelmatig van vorm.
natuurparels, klein en onregelmatig van vorm
De oesters en abalones werden o.a. door de Japanse parelduiksters naar boven gehaald.
Mensen die kruiswoordraadsel oplossen hebben misschien wel al eens de omschrijving “Japanse parelduikster” tegen gekomen. Het Japanse woord dat dan moet ingevuld worden is “ama”. Reeds zeer vele eeuwen duiken deze vrouwen zonder enige hulp van duikpakken of zuurstofflessen tot een diepte van maximaal 15m om zee-organismen die op rotsen of dieper in de zee leven, op te vissen.
Parels werden tot dan vooral vermalen en in de Japanse geneeskunde toegepast als geneesmiddel.
Door toevalligheden kwam Mikimoto te weten dat een kleine onregelmatigheid ervoor kon zorgen dat een oester een parel produceerde. De eerste parel die hij op die manier kon bekomen was in Toba in 1893.
Op de plaatsen in de wereld waar parels werden gevonden zocht men een techniek om mooie ronde parels te maken. Men slaagde er echter niet in om de oesters tot parelvorming aan te zetten en nog minder om ronde parels te krijgen.
Mikimoto had al een bedrijf opgestart, zonder succes echter. In 1903 brak er een epidemie uit waarbij al zijn 850.000 oesters omkwamen. De man echter opende elke oester en vond 5 mooie, ronde parels. Hieruit leerde hij waar de oesters in hun lichaam de parels hadden gevormd. Nu wist hij de plaats waar hij de kleine onregelmatigheid, de kern of nucleus genaamd, in de oester moest inbrengen. Maar dat was nog niet voldoende.
Tot uiteindelijk een schoonzoon van hem (Mikimoto had 5 kinderen) de idee had om naast de nucleus ook een stukje weefsel, afkomstig van de mantel vaan een oester, in te planten. En dat was blijkbaar de sleutel tot succes. Naderhand zou blijken dat enkel het weefsel van de mantellob parelmoer produceert.
op dit model, van rechts naar links gezien –want Japanners lezen van rechts naar links en van boven naar onder- is de witte nucleus voorgesteld en het stukje weefsel. Na korte tijd, enkele weken, heeft dat stukje weefsel een soort zak in parelmoer rond de nucleus gemaakt. Die parelmoerlaag groeit beetje bij beetje verder aan, gedurende 2 jaar. Dan is de parel klaar om te oogsten? De oogst gebeurt tussen november en februari
De parelduiksters hadden nu een verzekerd inkomen. Ze moesten oesters naar boven brengen die een parel zouden kunnen vormen.
Nu, in 2015, duiken zij niet meer om pareloesters te zoeken. De dieren worden immers gekweekt. Zowel zaadcellen als eicellen van dieren die goede eigenschappen bezitten voor de parelvorming, kleur, … worden verzameld en de bevruchting gebeurt kunstmaatig
De vrouwen duiken nog wel op zoek naar abalones, naar zeewieren voor de productie van agar-agar en als voedsel (denk even aan de groene blaadjes rond sushi).
vroeger werden parelmoerschelpen gebruikt om bvb. knoppen te maken
Het schiereiland Ise-Shima is langs de Pacifische Oceaan natuurpark. Het schiereiland heeft langs de zeezijde heel veel inhammen, baaien, die een eind het binnenland ingaan met daar nog kleinere en grotere eilanden.
baaien langs de oostelijke zijde van het schiereiland
met hier en daar bruggen om een lange omweg rond een baai te verkorten
de weg langs de kust heeft de heel toepasselijke naam “pearl road” gekregen
overal zien we boeren met hun kleine tractoren op een perceel dat onder water staat, kleine rijstplantjes machinaal in de grond te brengen
Het mooiste deel van het natuurpark op het schiereiland is het zuidelijk deel.
baaien, zijbaaien en bossen met hier en daar bewoning
Daar worden momenteel de meeste pareloesters gekweekt. We maken een trip met een boot, type Spaans galjoen, in de baai waarbij we een pareloesterfarm bezoeken.
er zijn 2 manieren om de pareloesters te laten groeien-en een parel te laten kweken. Hier hangen de smalle kooien aan een touw
hierbij hangt een grotere kooi aan een touw
pareloesterfarm
Hier zien we hoe in de oester de nucleus en het stukje weefsel worden ingebracht.
het weefsel van de mantel van 1 oester wordt gereinigd en in stukjes gesneden. Elk stukje kan gebruikt worden om een andere oester tot parelvorming aan te zetten
links, achter de schelp is een verzameling nuclei te zien
om de nuclei te maken gebruikt men de (zachtere) schelp van een soort mossel die oorspronkelijk in de Mississippi voorkwam (maar nu ook in China).
deze schelp wordt in repen gesneden
daarna in een kubusachtige vorm
omdat dit materiaal wat zachter is kan het met behulp van een machine gerold worden om uiteindelijk bolletjes te vormen
om uiteindelijk mooie ronde en gladde bolletjes te bekomen worden ze gepolijst met zand
in deze oester is het stukje weefsel en de nucleus ingebracht in het voorplantingsweefsel van de oester (gonaden)
De nucleus is gemaakt van de schelp van een zoetwatermossel die zelf ook parelmoer maakt, zij het van mindere kwaliteit
Wat later gaan we langs in het dorpje Osatsu. Traditioneel komen uit dit dorp de meeste parelduiksters. Er is een klein museum aan hen gewijd.
als er in Japan meerdere talen gebruikt worden zien we (van boven naar onder) Japans, Engels, Chinees, Koreaans
een pop in het museum in de kledij en de houding van een parelduikster. De kledij is wit om haaien af te storen. De vrouwen doken in gewone kledij
om te vermijden dat de ama’s te kleine abalones zouden lossnijden, krijgen ze een maatlat mee
een kleurrijke bloem
En dan is er bij Toba het eiland Mikimoto, genoemd naar de “ontdekker” van de cultuurparel. Het eiland behoort tot het Mikimoto imperium. Hier is een museum over de cultuurparel waarbij de info ook helemaal in het Engels op de displays te vinden is.
Pinctada fucata, de Akoya Pareloester, is de Japanse pareloester
er is een soort pareloester die zwarte parels produceert
Van de 1000 oesters die men behandelt om een parel te vormen, sterven er 500 af voor ze 2 jaar verder zijn. Van de overgebleven 500 zijn er 25 die geen parelmoer afgescheiden hebben, 85 waarbij de parel van slechte kwaliteit is en niet kan verkocht worden, 140 waarvan de parel kan verkocht worden en 25 met een goede parel (wat er met de andere parels gebeurt is kunnen we niet vragen, wegens een taalprobleem…) Af en toe is er eens 1 parel van schitterende kwaliteit .
doorsnede door een cultuurparel. Binnenin zit de nucleus en daar rond is er parelmoer afgezet. De dikte van 1 parelmoer laag is 0,4 micron of 1mm parelmoer bestaat uit 2500 laagjes kristallen
en een beetje chemie: parelmoer bestaat voor het grootste deel uit gekristalliseerd calciumcarbonaat met een hardheid rond 3,5. Deze kristallen worden aan elkaar gekit door een eiwit. Er is een heel kleine hoeveelheid water aanwezig en nog enkele andere stoffen die niet gespecifieerd zijn
Daarnaast is er om het uur een demonstratie van de ama’s.
de ama’s komen toe met het bootje. Hun houten korven, waarin ze hun vangst zullen opbergen en waarmee ze via een touw verbonden zijn, zijn op de voorzijde van het bootje te zien
de eerste ama gaat duiken, blootsvoets, in het water van 13°C. De parelduiksters aan het werk, zijn op een dag zo een 4 tot 5u effectief in het water
en oeps, ze duikt
om hun ademhaling optimaal te laten verlopen fluiten ze als ze met hun hoofd boven water zijn
Verder is er natuurlijk een winkel en nog een kleiner museum over het leven en het werk van Mikimoto (1859-1954) .
op de achtergrond recht Mikimoto Pearl Island
Hiermee wordt ons bezoek aan de landstreek Kansai of Kinki afgesloten, een streek met een verscheidenheid aan interessante bezoeken.