Reisverhaal «terug richting Teheran»
Iran, misschien wel de oudste beschaving, het land tussen oost en west
|
Iran
|
9 Reacties
31 Oktober 2016
-
Laatste Aanpassing 04 November 2016
6. terugweg richting Teheran, provincies Oost-Azerbeidjan, West-Azerbeidjan, Zanjan en Qazvin
het noordelijk deel van onze terugweg
De landschappen in het noorden van West-Azerbeidjan, op onze terugweg richting zuiden zijn vrij dor op de hellingen, en groen in de rivierdalen (hoewel er nu meestal geen druppel water te zien is). Waar er landbouw of fruitteelt wordt gedaan, wordt er geïrrigeerd.
hier staan wat koeien te grazen. Meestal zien we kuddes schapen en geiten en eenmaal ook een grote kudde dromedarissen
We zien regelmatig grote Turkse vrachtwagens die goederen leveren in Iran. Iraanse vrachtwagens welke Turkije binnen rijden moeten een speciale nummerplaat dragen die bestaat uit letters en cijfers welke in Turkije en Europa kunnen gelezen worden.
We overnachten in Tabriz.
Voorbij Tabriz komen we in Kandovan. Net zoals in Göreme in Turkije, bestaan de rotsen in Kandovan uit tufsteen. Ook hier vinden we de speciale architectuur van rotswoningen. De woningen liggen in verschillende verdiepingen boven elkaar. Reeds in de voorislamitische tijd werden de holen bewoond, ze dienden ook als asiel voor vluchtelingen. Er waren en zijn houten trappen en zelfs houten bruggen aanwezig.
eerste blik op Kandovan
overzijde van de vallei
bij de rivier zijn er bomen en is de overheersende kleur groen
In de rotsen is er een kleine moskee en zelfs een badhuis. De vrouwen dragen hier geen zwarte chador (hoofddoek) maar wel één met bloemen versierd.
Nu is er mogelijkheid om in de rotsen te overnachten en er zijn nog steeds badkuren, alles tegen een hoge prijs.
woningen zijn gemaakt in de rots. Vooraan is er dikwijls nog een gedeelte dat in baksteen opgetrokken is
kamers in de rots worden verbonden via een brug
in een rots zijn kamers op verschillende verdiepingen gemaakt
Tijdens het weekend is het hier erg druk, nu zondag zijn we alleen als bezoekers. Het dorp leeft nog zoals in vroegere tijden, er zijn wel souvenirwinkels maar die zijn vandaag gesloten. Het oude dorp ligt steil op de helling, het nieuwe ligt beneden aan de rivier. Het laatste is met de auto bereikbaar, het eerste helemaal niet. Er zijn heel steile betegelde paden, als het nog steiler moet zijn er traptreden.
Tussen de huizen op de helling zijn er nog ommuurde ruimtes waar de ezeltjes staan. De meeste mensen hebben hier immers nog één of meer ezeltjes. Die dieren zorgen voor het vervoer van mensen, maar vooral voor het vervoer van lasten.
rechts een ommuurde ruimte voor de ezeltjes
beneden in het dorp zitten mensen op hun ezeltje
op de steile hellingen dragen de dieren enkel vracht, wat al zwaar genoeg is
in de andere richting stappen ze vrij, met enkel een groot zadel op de rug
Net zoals overal in West- en Oost-Azerbeidjan, is de moedertaal van de meeste mensen hier Turks. Op school leren ze wel Farsi.
De mensen zijn vriendelijk, soms zijn de vrouwen schuw en vluchten ze hun huis in. Waarschijnlijk houden ze er helemaal niet van om op de foto te moeten.
toch een foto kunnen nemen van een vrouw. Vrouwen dragen allemaal dit soort kledij, geen zwarte doek, maar een met bloemetjes
we zien dit kleine kindje lopen langs afgronden, maar van een kleine trede valt hij. Gelukkig is zijn opa dichtbij om hem te troosten
We zijn al bijna boven in het dorp als een oudere man ons aanspreekt. We verstaan niets van zijn woorden, maar we begrijpen dat hij ons zijn huizen wil tonen. Waarschijnlijk is dit zijn enig inkomen.
Eerst toont hij ons het oude huis, of beter gezegd een klein kamertje. Hier is nog geen elektriciteit, de verlichting gebeurt met een petroleumlamp.
toegang tot de oudere woning
de kamer is minuscuul klein
links is er nog een raampje waardoor we op het “terras” komen
het al even minuscuul terrasje zonder enige vorm van afsluiting, met een bankje om uit te kijken op de overzijde van de vallei. Alles is hier kabouterformaat
Daarna nodigt hij ons uit mee te gaan naar zijn huidige woning. De kamer is wat groter, er staat een petroleumkachel en er is elektriciteit voor licht en een kleine TV.
het grotere huis, de huidige woning
de man vraagt een foto van hem te nemen. Als ik hem de afbeelding toon op het schermpje van het fototoestel vraagt hij om dat te krijgen. Moeilijk uit te leggen dat dit wat pixels zijn op een scherm
Hij wil thee maken voor ons (gelukkig in chai een universeel woord voor thee). Dus moeten we ons zetten op de grond naast de kachel. Op de grond betekent dat we op tapijten zitten. Ik krijg een kussen achter de rug.
gelukkig wordt thee gezet met kokend water …
het mannetje komt graag bij mij zitten voor de foto
Na twee tassen thee weigeren we nog een derde en we stappen op.
nog een laatste blik op Kardovan
We rijden verder richting zuidoosten. Na een tijdje komen we in een gebied waar de heuvels bestaan uit travertijn, een vorm van kalksteen, meer poreus dan marmer. Grote blokken worden uitgezaagd. Hier komen de kleuren oker, rood en bruin voor, meestal is travertijn vrij bleek.
rode travertijn
reuzen blokken welke nadien verzaagd worden
In de dorpen verder zien we toepassingen van dit travertijn. De gevels van gebouwen worden aan de buitenzijde bekleed met travertijnplaten die gepolierd zijn en dus mooi glanzen.
In België zou dit gesteente snel groen worden door wieren omdat het vocht in het poreuze materiaal dringt. Hier is het klimaat echter droog, zeer droog, dus ideaal voor het gebruik van travertijn
vervolg van de terugweg: kaart waarop de verschillende plaatsen zijn onderlijnd
Maragheh ligt 130km van Tabriz op een hoogte van 1450m. In de omgeving zijn er vooral fruitkwekerijen. De stad, welke nu 150.000 inwoners telt is gesticht ten tijde van de Parten/Sassaniden (rond het einde van de derde eeuw n.C.) . In de tijd van de Ilkaniden-13de eeuw, als deel van het Mongoolse Rijk, kende Maragheh een sterke bloei. Het was toen de lokale hoofdstad. Op een heuvel dichtbij de stad bevond zich toen de beroemdste sterrenwacht.
Er heerste toen ook een religieuze tolerantie zodat andere godsdiensten, vooral het christendom, prominent aanwezig was. Getuigen hiervan zijn kerken en kloosters. In 1295 was er een ommekeer en werden vele kerken verwoest. De patriarch van Bagdad, welke toen in Maragheh woonde kon nog tot 1317 in zijn klooster blijven. Na 1295 werd de hoofdstad verhuisd naar Tabriz en Maragheh werd veel minder belangrijk.
De voornaamste bouwwerken zijn de vier Graftorens.
De oudste is de Gonbad-e Sorkh, de Rode Toren, gebouwd in 1147. Deze graftoren heeft een vierkant als grondvlak.
deze toren ligt in een mooi parkje
Borj-e Modavar, de Ronde Toren, dateert van 1167.
Gonbad-e Kabud, de Blauwe Toren, is achthoekig en werd in 1197 gebouwd. Versieringen in geometrische vormen hebben wiskundigen voor verstomming geslagen. Eén van die versieringen werd door Penrose, een Engelse wiskundige pas in 1974 beschreven, maar werd ongeveer 8 eeuwen voordien al toegepast!
De vierkante Gonbad-e Ghafariyeh (geen vertaling) werd in 1328 gebouwd voor de Mamelukken-emir. Mamelukken waren in feite Turkse slaven in die tijd. In gezinnen waar te veel zonen geboren werden, verkochten de ouders hun zonen. Op die wijze kon de heerser een gans leger van dergelijke slavenkinderen op de been brengen. Velen waren verstandig en geraakten hogerop, sommigen zelfs tot sultan of emir.
toegang, nu steeds gesloten
In de grote omgeving zijn er bijna geen hotels te vinden. Dus we stoppen wat verder richting zuiden in Malekan, waar we langs de weg een hotel zien. Hier is geen toerisme, de receptionist€ spreekt noch verstaat Engels. De voertaal is hier Turks, maar ook die taal zijn we niet machtig.
Een viertal km verder is het centrum van Malekan, ook hier zijn toeristen een zeldzaamheid. Toch probeert iedereen ons te helpen om de enige eetgelegenheid die hier is, te vinden.
Naast de bakkerij, heeft de bakker zijn zoon geïnstalleerd in een lokale pizzeria. De pizza’s worden gebakken tussen de broden in.
De route welke we nu volgen gaat grotendeels van west naar oost, langs valleien, dikwijls met een rivier waar water in stoomt of een plasje in staat, over valleien en door bergen.
Waar er water is wordt dat gebruikt voor akkerbouw en fruitteelt.
Op vele velden wordt er graan geteeld. De oogst is al een tijdje geleden gebeurd. Het stro is al op de huizen gestapeld. Veelal wordt de stoppel verbrand en ingewerkt in de grond. Meer oostelijk staat de stoppel nog op het veld.
het land wordt momenteel bewerkt
overal waar het mogelijk is wordt de grond bewerkt en gebruikt, ondanks de vele stenen die op de akker liggen
een gevarieerd landbouw-landschap
Takht-e Soleiman ligt in West-Azerbeidjan. Hier bevindt zich een Zoroastrische Vuurtempelcomplex. Het is één van de meest facinerende bezienswaardigheden in Iran. De naam betekent “troon van Salomon”. De site dateert uit de Sassaniden periode (224-642, dus voordat de islam bestond). Er zijn in het gebied ook overblijfselen gevonden uit veel oudere tijden, tot het vroege Ijzertijdperk.
Sommige gebouwen dateren van de islamitische tijd.
een deeltje van de omwalling is gerestaureerd. Het geeft een beeld hoe het ooit was
een van de toegangen tot het complex
De tempel ligt op een plateau van 2200m hoogte en is omgeven door bergen die tot 3300m hoog zijn.
Het complex dateert vooral uit de 6de eeuw en bestaat uit 2 ongeveer even grote delen. In het noorden ligt het met muren omsloten tempelcomplex, in het zuiden bevindt zich een bronmeer van 21°C. Het meer is tot 112m diep.
het meer heeft turkooiskleurig water
er is één uitloop die permanent water laat wegstromen
de bron levert 45l per seconde, dat is ook de hoeveelheid water dat in het beekje stroomt
Het tempelcomplex zelf bestaat ook uit 2 gedeelten, enerzijds een groter oostelijk geheel voor de pelgrims, anderzijds een westelijke tempel voor de koninklijke familie.
enkele beelden
de grootste vuurtempel
In 2004 is Takht-e Soleiman ingeschreven in de lijst van Unesco Werelderfgoed.
We zijn hier de enige bezoekers, niet te verwonderen want het tempel- en paleizencomplex ligt meer dan 100km verwijderd van een stad van enig belang.
Voorbij Takht-e Soleiman zien we dat de bergen ontgonnen worden. Op vele plaatsen worden grote blokken steen ontgonnen, soms kalksteen, soms iets granietachtig.
dé plaats waar de gelaagdheid van het gesteente een speciaal beeld geeft
Daarnaast zijn er ook mijnen, vooral zink- en looderts wordt hier ontgonnen en via een transport-kabelbaan over een afstand van 20km vervoerd ( naar het bedrijf waar het erts verwerkt wordt). Hier wordt vooral cerussiet( PbCO3) en smithsoniet (zinkspaat, ZnCO3). Per uur wordt er 140 ton aan erts geproduceerd.
Iran is een land met een grote reserve aan allerlei ertsen en mineralen.
Omdat ook het oppervlakgesteente mineralen bevat, zie we heuvels die erg kleurrijk zijn.
Enkele beelden van dorpjes langs de weg
huizen die helemaal met een kleimengsel bestreken zijn, koel in de zomer, warm in de winter
het hooi wordt niet op een zolder bewaard, maar bovenop het huis of de schuur
Intermezzo Zoroaster en Vuurtempel (een poging om wat ik gelezen heb samen te vatten)
De oudste godsdienst is het Mazdaïsme, die vermoedelijk tussen de 11de en de 9de eeuw v.C. ontstond in Oost-Iran of West-Afghanistan, het gebied waar de Ariërs, een Indo-Europees volk waren aangekomen.
De god Ahura Mazda staat voor het goede. In tegenstelling is er ook de “Boze Geest”, Angra Mainyu. Zoroaster of Zarathustra zou de stichter geweest zijn. Het Mazdaïsme wordt aanzien als de oudste godsdienst, de basis is goed denken, goed redeneren en goed doen. Dat houdt in altijd de waarheid te spreken. Vuur, Water, Lucht en Aarde gelden als heilig, waarbij Vuur het voornaamste element is.
Er is een Verlosser, welke uit een maagd geboren is. Er is een bijbel, die is echter meer dan 1000 jaar later geschreven, wat er voor zorgt dat er niets origineels meer te vinden is over deze godsdienst.
Na de dood wordt elke ziel beoordeeld op het goed denken, goed redeneren en goed doen. De ziel die slaagt mag naar het paradijs, de andere valt in de hel.
Volgens een aantal denkers gaan alle godsdiensten (jodendom, christendom en islam) terug naar het Mazdaïsme. Latere denkers, wijzen, heersers en andere mensen hebben deze godsdiensten met hun opvattingen en regels, aangepast aan hun ideeën.
Het voornaamste element in de Zoroastrische cultus is het Vuur, het staat in het middelpunt van de godsdienst. Het Eeuwige Vuur bevindt zich in de Vuurtempel in Yazd (hier komen we later), de andere Vuren zijn van daar afkomstig.
Ook de Aarde wordt vereerd. Dat heeft als gevolg dat doden de aarde niet mogen verontreinigen. Doden werden boven op een Stiltetoren gelegd zodat de gieren er zich tegoed aan deden. Nu is dit ritueel verboden omwille van hygiënische maatregelen.
Bij de oudere koninkrijken in Perzië was het Zoroastrisme staatsgodsdienst. Het Sassanidenrijk (224-642 n.C.)is in deze het best bekende.
In Takht-e Soleiman bouwden de Sassanidenkoningen de grote en de kleine Vuurtempel, naast hun paleizen en ruimtes voor het volk.
De islam heeft het Zoroastrisme vervangen, de godsdienst is bij de islamisering, meer naar het oosten uitgeweken, vooral naar Indië. Nu zijn er minder dan 100.000 volgelingen van Zoroaster over in Iran.
Zanjan is de hoofdstad van de gelijknamige provincie. De meeste inwoners zijn Azeri. De gemiddelde hoogte over de ganse provincie is 1700-1800m. In de winter valt hier zeer veel sneeuw, het duurt tot ver in het voorjaar voor deze gesmolten is.
hier wordt nog versgeperst fruitsap verkocht
granaatappelsap is erg lekker
De stad Zanjan is in de 3de eeuw door de eerste Sassanidenkoning gesticht. Ze ligt op 1900m hoogte.
De stad is lange tijd een erg belangrijke nederzetting karavaan- en handelsstad geweest op een doortrekroute in Iran.
Zanjan is beroemd om zijn vele bedrijven waar kwaliteitsvolle messen worden gemaakt, het Solingen van Iran, zeggen Duitsers.
in Zanjan worden messen gemaakt en verkocht
in de bazaar zien we een messenmaker aan he werk
De bazaar is de meest bezienswaardige plaats in Zanjan. De huidige bouw dateert uit de 19de eeuw. In het gebied bevinden zich nog resten van oudere tempels, badhuizen en karavansera’s. Deze bazaar is veel kleiner dan in Tabriz.
hier is citroen, in al zijn vormen, een specialiteit. Er wordt citroensap verkocht, welke gebruikt wordt als toevoegsel aan elk gerecht, als er geen verse citroen in huis is
een moskee, net bij een ingang van de bazaar
een detail
winkels welke specerijen en kruiden verkopen, zijn niet alleen een plezier voor het oog, maar ook voor de reukzin (spijtig dat we dit niet kunnen meesturen met de blog)
de toegang tot de Vrijdagsmoskee vinden we niet, die moet ergens tussen de wirwar van straatjes verstopt liggen
door een zijweg in te slaan in de bazaar, komen we op een buitenpleintje terecht waar de gebouwen uniform van dit type zijn
In het gebouw van een vroegere openbare wasserij bevindt zich nu een klein etnografisch museum . De wasserij is gesticht door de burgemeester in 1924. Dit opzet is uniek in Iran.
toegang tot het washuis
ommuurde binnentuin
poppen stellen verschillende was-activiteiten voor.
In een deel van de gebouwen is nu een handwerk atelier, waar stukken kunnen gekocht worden
de toegang, nu nog gesloten, over een korte tijd weer open
versieringen bij de toegangen
mensen aan het werk
In een Kadjarenpaleis bevindt zich nu het archeologisch museum met stukken welke in de provincie werden gevonden.
het gebouw
werktuigen uit de prehistorie
een kruik uit het Ijzeren Tijdperk
de plafonds op de bovenverdieping zijn versierd, de hoofdkleur is dit geelgroene
de kroonstukken in dit museum zijn enkele mummies welke werden gevonden in een zoutmijn in de provincie. Ze stammen uit verschillende tijden
deze jongen was slechts 16 jaar toen hij bij een katastrofe omkwam. De gang waar hij was stortte in. Zijn kledij en hijzelf zijn door alle mogelijke wetenschappen onderzocht (medisch, textiel van kledij, …)
Soltaniyeh ligt 3km zuidoostelijk van Zanjan. De belangrijkste tijd was deze van de Mongolenbezetting. Vele steden in Iran werden door de Mongolen met de grond gelijk gemaakt maar Tabriz, Maragheh en Solaniyeh bloeiden in die tijd op.
potscherf uit die tijd
We bezoeken de stad omwille van het Oljeitu Mausoleum, een pronkstuk op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het mausoleum bevond zich in de citadel van 400x400m. In de citadel bevonden zich ook paleizen, een moskee, een medrese, een badhuis, verblijfplaatsen voor gasten en een ziekenhuis.
buitenmuur aan de zuidzijde van de citadel. Het mausoleum ligt in de tegenoverliggende hoek
de buitenzijde en de koepel zijn al gerestaureerd
Net zoals alle Ilkhanidische heersers, begon ook Oljeitu aan zijn mausoleum nog tijdens zijn leven. Volgens allerlei overleveringen heeft de man zich tot het sjiitisme bekeerd en wou hij ook over Mekka en Medina regeren, wat hem niet gelukt is. Een jaar na de inwijding van het mausoleum stierf Oljeitu. Tijdens zij leven was hij achtereenvolgens christen, buddhist, soeniet en sjiiet geweest. Door dit laatste kon hij in het mausoleum bijgezet worden.
De koepel van het mausoleum is de grootste in Iran voor een middeleeuws gebouw. Doordat de muren 7m dik zijn, kunnen zij de koepel zonder bijkomende steunen dragen. Het was de eerste en grootste gemetste koepel. De koepel stond model voor Santa Maria del Fiore in Firenze en het centrale gebouw van de Taj Mahal.
binnenin is de restauratie volop aan de gang, hier en daar is al iets afgewerkt
toegang tot het zijgebouw waar zich de mirhab bevindt, de nis welke gericht is naar Mekka
enkele beelden in het mausoleum
plafond op de omgang van de eerste verdieping
stukje muur bij de omgang
een houten balustrade langs de omgang is nieuw, naar oud model
muur waar nog tegels bewaard gebleven zijn
stukje als voorbeeld met originele, maar gerestaureerde tegels
uiteindelijk is deze zijde nog het meest versierd met tegels
1
zicht op de omgeving vanuit het mausoleum
Om Qasvin te bereiken rijden we eerst een stuk door de bergen, we nemen niet de directe snelweg. We houden halt in Zakir. De herfst is het beste moment om dit dorpje te bezoeken. Er zijn torenhoge mest- en strobergen op de huizen gebouwd. Dit is geen unicum voor Iran, hier echter, vanaf de weg hebben we een mooi zicht op het lager gelegen dorp. We stappen het dorp niet in, de mensen zijn immers geen dieren in een zoo.
Dichtbij zien we een oud huis waar de zink van het dak is verdwenen. De dakconstructie bestaat uit boomstammen die vrij dicht tegen elkaar liggen. Daartussen zit adobe en daarop een zinken plaat. Het dak moet stevig zijn om de grote massa’s stro te kunnen dragen.
We maken een omweg omdat de route Zakir-Gilvan als zeer mooi aangeduid staat in de reisgidsen. Dat is zeker niet overdreven. Eerst klimmen we een vallei omhoog, met nog een enkel dorpje voorbij Zakir. Hogerop is er geen landbouw meer.
waar er wat water is, groeien planten en bomen
We rijden over enkele passen en hebben hier en daar zicht op een wijds landschap.
Uiteindelijk dalen we af naar de vallei van de Rud, de grootste rivier in noord-Iran.
de Rud, op dit moment steken we de brug over de rivier over
Wanneer we het dal bijna genaderd zijn, zien we overal plantages van olijven. Het stadje Rudbar en de grote omgeving is dé olijfgaard van Iran.
bord waar de naam van een dorp op vermeld staat. Dat kunnen we niet lezen, maar de figuur erbij is duidelijk
de kleur van de olijfbomen is groener dan in Zuid-Europa, meestal staan de bomen dicht bij elkaar, wat duidt op meer water ter beschikking per plant, de bomen worden niet gesnoeid waardoor de olijven kleiner zijn
meer water uit zich ook in meer onkruid. Ik las onlangs dat er veel water naar de landbouw gaat, maar dat 85% van dat water niet ten goede komt aan de doelplant. Dat is hier een duidelijk voorbeeld, niet elke boom afzonderlijk wordt geïrrigeerd, wel het ganse veld. Water wordt een schaarser goed in Iran, men zal de irrigatie sterk moeten verbeteren
Aan de overzijde van de rivier zijn de heuvels weer mooi gekleurd, ook hier zullen weer verschillende ertsen en mineralen in de grond zitten.
Wat verder is er een stuwdam gebouwd (mogen we niet fotograferen). Hierdoor is er voldoende water beschikbaar voor de olijventeelt.
een deeltje van het stuwmeer. Het deel van het meer, dichts bij de stuwdam gelegen, is zeer windrijk. We zien dat aan het wateroppervlak met zijn golven, en aan het groot aantal windmolens dat hier gebouwd is
In 1997 werd de provincie Qasvin samengesteld uit delen van de provincie Zanjan en van de provincie Teheran. De hoofdstad Qasvin ligt op 1300m hoogte op de zuidelijke uitlopers van het Elboers gebergte. De stad die op 145 km van Teheran ligt, is bekend voor zijn textiel en de teelten van graan, wijndruiven en fruit.
Qasvin is ongeveer in 250 n.C. gesticht door een Sassanidenkoning. De volgende eeuwen volgden er oorlogen en vrede. In het midden van de 16de eeuw, onder de Safawiden, werd Qasvin hoofdstad. Enkele gebouwen uit die tijd staan nog overeind. In 1598 echter verloor het reeds zijn statuut als hoofdstad omdat de toenmalige Safawide sjah Abbas, de hoofdstad naar Isfahan overbracht.
Qasvin was en is een verkeersknooppunt tussen de route Teheran-Tabriz en de route naar de Kaspische Zee. Veelal is tijdens de winter deze laatste route als enige sneeuwvrij.
Er zijn enkele goede restaurants in Qasvin, dat in tegenstelling tot vele steden in het noorden van Iran.
de dames dragen hier kleurrijker kledij. Deze jonge vrouw, zit steeds maar naar ons te kijken en te giechelen, totdat haar man komt vragen of ze met ons op de foto mag
Op onze wandeling door de stad komen we langs een zaak die tapijten verkoopt. Hier hangen zeer grote exemplaren, mooie tapijten. Aan de klandizie te zien, is dit eerder voor de begoeden
Het Paviljoen Chehel Sotun is een tuinpaleis dat 2 verdiepingen telt. Het is een overblijfsel van de tijd toen Qasvin hoofdstad was, halfweg de 16de eeuw. Toen maakte het paviljoen deel uit van het koninklijk paleis. Al de andere gebouwen zijn in de loop van de jaren verdwenen.
een van de gevels van het tuinpaviljoen
een nog origineel stukje muur in het paleis, dat slechts een klein beetje gerestaureerd is
het mooiste hier zijn de gekleurde glasramen
iemand van het personeel vertelt ons dat de mensen in het huis de ganse omgeving kunnen zien, maar dat men van buiten niet naar binnen kan kijken
enkele ramen kunnen open geschoven worden zodat de tuin als het ware naar binnen kwam
met twee paneen naar boven, is er zelfs een deuropening
Sjah Abbas I werd in dit paviljoen in 1588 gekroond. In de gebouwen is het museum van de kalligrafie ingericht. We bezoeken vooral het mooie gebouw.
één van de vele kalligrafieën
In de tuin van het paviljoen zien we voor de eerste keer in Iran tamarisken, een struik die goed tegen droogte kan.
Hier in de buurt is een poortgebouw te zien (Ali Qapu), 17m hoog, uit het midden van de 16de eeuw, die de hoofdingang vormde van het gebied waar het paleis en de regeringsgebouwen zich bevonden.
dichterbij
In de bazaar zijn nog steeds vele opslagplaatsen te zien, opslagplaatsen welke gebruikt werden toen Qasvin een belangrijke handelsstad was op de kruising van 2 grote wegen. Er zijn ook nog karavansera’s en markthallen uit die tijd.
Tijdens onze wandeling door de bazaar, zien we dat de glorietijd al lang voorbij is. Bazaar betekent hier letterlijk een hoop rommel.
Ten noorden ligt de bazaarmoskee, Al Nab moskee. Vroeger was de naam Sultan- of Sjahmoskee.
Al Nab betekent profeten, dit is dus de Moskee van de Profeten. Deze moskee is een van de grootste vier-iwanen moskeeën. Dat betekent dat deze moskee een centraal plein heeft, waarrond 4 gebouwen.
deze foto geeft een beeld van de grootte van het centrale plein
Drie van deze gebouwen zijn toegangspoorten, het vierde is de eigenlijke moskee.
de oostelijke en de westelijke iwan zijn gelijkaardig
de zuidelijke iwan, de eigenlijke moskee met de koepel
de gevel meer in detail
even door het raam naar binnen gekeken, dit is de mirhab -de nis welke richting Mekka georiënteerd is
De noordelijke toegang is de voornaamste. Op deze poort is een soort houten kiosk gebouwd waar vroeger op feestdagen muziek gemaakt werd, uitgevoerd met trompetten en trommels.
noordelijke iwan met de muziekkiosk bovenaan
De westelijke toegang geeft uit op de bazaar, de oostelijke op een karavanserai.
Deze moskee is iets meer dan 200 jaar geleden gebouwd.
Oostelijk van de moskee en aangesloten aan de bazaar bevindt zich de Sa’d al-Saltaneh Karavanserai. 10 jaar geleden is men gestart om het verkrotte complex helemaal te restaureren. Het resultaat is erg geslaagd. Voor het grootste gedeelte zijn hier hippe winkels en kwaliteitsvolle souvenirwinkels. Slechts een klein deeltje van de kamers moet nog afgewerkt worden. De karavanserai was zeer uitgebreid met binnentuinen en kamers.
een kruispunt van gangen, die elk ook toegang geven tot een binnentuin, vroeger de plaats voor de kamelen
door openingen in het dak is er steeds verluchting
een van de vele gangen waarlangs kamers gelegen zijn, nu ingericht als trendy winkel
de dames welke bij de ingang in een winkel werken, moeten dit uniform dragen
originele poort om een bepaald deel van de karavanserai af te sluiten. De poort is gemaakt uit dikke houten planken, zeker 10cm dik. Op de buitenzijde is het hout bekleed met metaal. Om het metaal vast te hechten aan het hout, zijn er honderden spijkers gebruikt, spijkers die meer dan 20cm lang zijn
De oude Jame moskee, of Vrijdagsmoskee heeft een turquoise koepel met een spiraalvormige versiering. De moskee zelf zit in de stellingen. Ook deze is een vier-iwanen moskee.
de koepel van de moskee, gezien vanuit een parkje aan de achterzijde. Om de moskee te bereiken moeten we nog wat straatje in-straatje uit
de voornaamste toegagnspoort
de toegang tot de eigenlijke moskee staat volledig in de stellingen, net toegankelijk
er is een klein museumpje in één van de bijgebouwen. We mogen er even doorlopen zonder ticket
er liggen wat potscherven uit de Kadjarentijd
de klerk-archeoloog houdt een praatje met ons
In het zuiden van de stad is de belangrijkste pelgrimsplaats van Qasvin te vinden, Imamzadeh Hosseyn. Daar is Hosseyn, de in 820 gestorven zoon van de achtste imam, bijgezet. Het mausoleum is in de loop van de eeuwen uitgebreid en versierd.
Op de binnentuin zien we een huisje waar zich de drinkwaterbron in bevindt.
koepel van Imamzadeh
toegangsgebouw
met een mooie houten poort
drinkwaterbron
ik moet een chador aantrekken. De dame welke me daarbij helpt haalt uit de kast één met mouwen en een voorgevormde kap. Dat is wel duidelijk veel gemakkelijker om aan te houden
Op dit moment komt een begrafenis op het plein aan. De gestorvene ligt gewikkeld in een doek in een plastieken open kist, gedragen door 8 mannen. Daarachter stappen de mannen, dan de vrouwen. De stoet blijft voor het gebouw staan, er wordt wat gezegd, dan gaan de mannen tot bij de gestorvene, gevolgd door de vrouwen. Zij weeklagen luidop. Dan wordt de kist weer opgenomen, de dragers ijlen het mausoleum binnen en komen even later weer buiten. Zij reppen zich om de hoek, de mannen er snel achter, daarna weer de vrouwen. Wat er verder gebeurt, zien we nietmeer.
Nu kunnen we foto’s nemen van het gebouw en naar binnen gaan, Stephan aan de ene zijde, ik aan de andere, de vrouwenafdeling.
de noordzijde, waar de mannen binnen gaan
de zuidzijde waar vrouwen binnen gaan
Binnen is de afwerking met spiegelmozaïek, alles schittert
de binnenzijde van de koepel
Het gebied dat omgeven is met een zilverkleurig traliewerk en waar de mensen aan prevelen, fotografeer ik niet.
Ook Medresa Salar is de moeite om te bekijken. Het gebouw zelf is gesloten, maar de toegangspoort is een omweggetje waard. De Medresa is tussen 1813 en 1817 gebouwd.
van dichterbij
Het Mausoleum van de Vier Profeten, Peighambariye, werd in de 17de eeuw ter ere van 4 joden opgericht, mensen die, volgens de legende, kort na de geboorte van Jezus in deze streek zouden gereisd hebben, om over de geboorte van Jezus te spreken.
veel eenvoudiger dan de vorige Imamzadeh, toch ook versierd
Hoseyniye Aminha was oorspronkelijk een privaat gebouwencomplex dat in 1858 werd gebouwd. Later voerde men hier passiespelen op over de dood van Imam Hoseyns, vandaar de naam.
Het huis geeft een goed beeld hoe een welstellende familie in de 19de eeuw hier leefde.
Het gebouw kan bezocht worden, we moeten echter aanbellen omdat het niet vij toegankelijk is.
de panelen kunnen naar boven geschoven worden
detail
hout, spiegelmozaïek, gekleurd glas, tapijten, de ingrediënten van een luxe leefruimte
de kamer die uitgeeft op de tuin
één van de plafonds
een raam, gezien vanuit de tuin
in de kelderverdieping is nog een originele houten poort te zien
het kleine waterbekken in de kelderruimte
detail
De Sardar Watertoren is in 1812 gebouwd. Hij geldt als de hoogste met een tegeldak overspannen koepel, watertoren in Iran. De hoogte van de koepel is 28,5m.
De man aan de kassa gaat met ons mee en vertelt over het vroegere systeem van watervoorziening
de koepel van het waterreservoir, 19m diameter
de toegang tot het waterreservoir
we moeten 50 reuzentrappen afdalen om helemaal tot beneden te komen
de koepel aan de binnenzijde. Er zijn verluchtingsopeningen
toen de watertoren in gebruik was, was de vloer taps, in het midden een stuk dieper, zodat het vuil zich daarin kon verzamelen. Op de foto is de invoeropening te zien op 12m hoogte. Hier kwam het water binnen, water dat via leidingen uit de bergen naar de stad werd gevoerd
Het reservoir was volledig gesloten met 7m dikke muren. Er waren uitlopen verbonden met kraantjes. Eens er water in de tank was, kwamen de vrouwen uit de wijk met amforen. Ze moesten de grote trappen af om beneden hun kruiken te vullen met water. Nadien zetten zij hun kruik op de eerste trede, hun voeten werden bijgezet. Dan werd de kruik opgeheven en op de tweede trede gezet, weer voeten bijgezet. Zo kwamen de vrouwen 3 tot 4 maal daags enkele kruiken vullen.
Als laatste zijn de stadstorens een bezoekje waard. Van de oorspronkelijk 9 stadstorens uit de Kadjarentijd, zijn er nog slechts 2 over gebleven.
de noordelijke toegangspoort, Darb-e Kushk
de zuidelijke toegangspoort
Op de grote rotonde waar de weg uit Teheran aankomt in Qazvin is een moderne stadspoort te zien. Hier wordt de link gemaakt met het verleden, toen karavanen met goederen aankwamen in de stad om te verkopen en te kopen.
Het vervolg van dit karavaanverhaal hebben we in de karavanserai bij de bazaar gezien
Vandaag, vrijdag,is het weer helder, dus een goed moment om naar de bergen te trekken. Qazvin ligt aan de voet van het Elboersgebergte. Maar noordelijk, over de eerste gebergteketen ligt de Alamut vallei.
Uiteindelijk gaan we over 4 gebergteketens en evenveel rivierdalen, voor we de Alamutvallei bereiken.
wanneer we bovenaan een bergketen rijden, hebben we een wijds zicht op de vallei
beneden (op 2000m hoogte !) herfst, boven winter
In de vier valleien en op de hellingen wordt er graan geteeld. De oogst is al een tijdje binnen, maar aan de stoppels en de grondbewerkingen zien we de totale oppervlakte die bestemd is voor graanteelt.
momenteel worden vele velden bewerkt, vrijdag of weekdag, dat maakt geen verschil
een groot gebied is er voor de graanteelt, echter steeds op hellingen, steiler of zwakker
De beken en rivieren dragen nog water, in de valleien en laag op de hellingen worden kersen en walnoten gekweekt. De bomen zijn te herkennen aan hun herfsttooi, de bladeren van de kersenbomen zijn fel rood-bruin, deze van de walnoten goud-geel.
de onwerkelijke rode kleur van de herfstbladeren van de kerselaars
Bij de parking zitten 2 oude vrouwen welke zongedroogde kersen verkopen. Het klimaat is hier immers warm en droog, ideaal om fruit in de open lucht te drogen.
een keuze aan zongedroogd fruit, naast dadels, vijgen, druiven, noten, één of ander soort licht zure bessen, nu ook gedroogde kersen
Wanneer we na ongeveer 100km in de buurt van Alamut komen zien we meer rotsen en komen we dichterbij de toppen van het Elboersgebergte.
de Alamut-rotsen
de dorpjes liggen midden tussen kersen- en walnotenbomen
In de buurt van het dorpje Ghazor Khan houden e halt. Hier boven zijn resten van een vesting te zien waar Perzen leefden die noch door de Seldsjuken (1038-1194) , noch door de Mongolen (vanaf 1187) werden overwonnen.
De weg naar de ruïnes gaat over een vrij steil bergpad, een lokale bewoner verhuurt er zijn ezeltje.
We komen een prijs overeen en ik ga op de rug van het ezeltje de berg op. Stephan stapt het pad omhoog.
even wennen, het zadel zit goed
de man moet de ganse weg allerlei geluiden produceren om het ezeltje aan te manen om de berg op te stappen
Waar de ultieme klim naar de vesting begint stopt het ezeltje. Van hier is het zicht op de vallei en op de iets oostelijker gelegen Takht-e Soleyman (4850m) met zijn besneeuwde bergtop, de moeite waard.
Alamut rotsen met op de achtergrond de Takht-e Soleyman
kiekje laten nemen door een Hollandse dame die hier met een lokale gids is
Stephan klimt nog hoger tot bij de ruïnes. Het uitzicht is gelijkaardig.
Alamut rotsen
zicht op het dorp van bovenaf
overblijfselen van de vesting
nog enkele binnenmuren
Omdat het vandaag vrijdag is (zondag in Europa) komen hier mensen uit de grote omgeving. Ik hou een babbel met 4 meisjes uit Tehran. Net zoals zovele jonge mensen studeren zij, maar is hun uitzicht op een goede job bijna nihil.
De terugweg gaat langs dezelfde weg, de enige toegang tot het Alamut-dal.
Morgen gaat de route meer in de zuidelijke richting, goed voor een volgend verhaal.