Reisverhaal «zee en vulkaan»
Costa Rica
|
Costa Rica
|
5 Reacties
23 Maart 2013
-
Laatste Aanpassing 17 Juni 2013
Costa Rica heeft in het noorden
langs de Pacifische kant, nog een tweede schiereiland, Nicoya. Tussen het vaste land en het schiereiland is
er de Golf van Nicoya. In het noorden
mondt een rivier, de Tempisque, uit in de golf.
Het is een brede rivier.
Vanuit Liberia is er één weg naar het zeer bergrijke schiereiland. Die weg loopt van noord naar zuid.
Om ook een meer zuidelijke toegangsweg te hebben is er een veerdienst. Maar die is in feite maar zinvol als men in
het zuiden van het schiereiland moet zijn.
Er is immers geen degelijke verbindingsweg met de rest van het
schiereiland. Dit door het moeilijk
toegankelijk terrein.
In 2003 kwam er een derde verbinding tot
stand. Een brug van meer dan 700m lengte
die de Tempisque rivier overspant , niet zo ver van zijn monding. De brug, Puente de Amistad de Taiwan, of de
brug van de vriendschap van Taiwan, omdat Taiwan de brug heeft
ontworpen en heeft gefinancierd. Dat was natuurlijk niet zomaar
vriendschap! In ruil laat Costa Rica toe
dat Taiwan visrechten heeft in alle waters die door Costa Rica worden
gebruikt! Niet tot vreugde van
milieu-organisaties!
In september 2012 werd de brug goed door elkaar geschud door een aardbeving met
een kracht van 7,6 op de schaal van Richter, maar zonder veel erg.
Er zijn, naast de ene hoofdweg,
nog veel verbindingen vanaf deze weg naar de uiteinden van het schiereiland bij
het water. Dit zijn erg stenige wegen
met putten. Wij rijden naar Nosara aan
de Pacifische Oceaan. Het is ongeveer
30km langs zo een stenige, stoffige weg.
We kunnen ons niet voorstellen dat Costaricanen voor 1 dag naar Nicoya
gaan, als er plaatsen aan de zee zijn welke gemakkelijker bereikbaar zijn. En dit gedacht wordt bevestigd, het is hier
vrij kalm. Het is hier zelfs schrijnend
kalm. Door de financiële crisis komen er
hier blijkbaar weinig bezoekers. Vele
zaken staan leeg “TE KOOP”, en deze die geopend zijn, daar zit de eigenaar
letterlijk op een stoel te wachten.
De eerste plaats waar we stoppen is een winkel, restaurant en verhuurder van
kamers. Het lijkt iets van een duurdere
klasse te zijn, te oordelen aan het zwembad en afzonderlijke huisjes. We vragen de prijs en omdat we voor 4 dagen
komen , doet men al meer dan 40% van de prijs af. Beter iets dan helemaal geen inkomen! In het winkeltje zijn praktisch geen verse
producten meer te vinden, en als we goed kijken zien we ook hier twee bordjes
hangen van immobiliënkantoren.
Verder
staan er ook een aantal villas in de bossen (duinen zijn er niet) van enerzijds
Amerikanen, en anderzijds Europeanen.
Elk continent heeft hier zijn stranden.
Het strand in Nosara is voorzien van
fijn zand, afgewisseld met stenige rotsplaten.
Op zondag komen de lokalen naar
het strand. Vooral het eetstalletje
heeft goed te doen en verder zijn het toestanden zoals in Europa. Op maandag zijn er de nog enkele toeristen,
en dat zijn er bijzonder weinig.
Een hotel dat blijkbaar goede
zaken op zondag doet is dat van een Zwitsers koppel. Hier zitten nogal wat Duitssprekende
bezoekers. Het hotel ligt hoog op rotsen,
net boven het strand en de riviermondingen. De bejaarden uit het dorp (boven 70 jaar) zijn
hier op zondag uitgenodigd voor een brunch.
Geen enkel van deze mensen is ooit op deze plek geweest. Ze zien voor het eerst de riviermonding van “uit
de lucht”
We
komen daar langs omdat naast het hotel een privé biologisch natuurreservaat ligt ,
eigendom van een andere Zwitser –belegging voor zijn kinderen, die echter niet
geïnteresseerd zijn. En dit reservaat is één van de redenen voor ons om naar
Nosara te komen.
Het natuurreservaat bezoeken we de ene dag zonder gids, de andere dag met. Zonder gids krijgt men enkele fotocopies mee
met een goed plan en een beschrijving van een aantal interessante
boomsoorten.
Met de Duitse, vrouwelijk gids
zien en horen we nieuwe dingen. Dat is
evident, zij kent het gebied, weet waar bepaalde dieren dikwijls komen of
zelfs nesten, zij kent de dierengeluiden, een goede gids is zijn geld waard
voor ons.
Met de aardbeving van september
vorig jaar, is de aardbodem hier gemiddeld zo een 70cm gestegen. Dat betekent dat de mangroven hier niet meer
de invloed van de getijden en het rivierwater ondergaan. Daarbij was het vorige regenseizoen korter en
droger dan voordien –voornamelijk onder invloed van de
klimaatsveranderingen. Ook de wind en de
windintensiteit is anders dan voordien.
Vroeger waren er hevige stormwinden vooral in januari en februari. Nu is de hevigheid ervan sterk verminderd,
maar de periode van de winden is langer, ze is nog steeds niet beëindigd.
Het resultaat van dit alles is dat de mangroveplanten uitgedroogd geraken, dat
het gebied minder zout wordt en er dus ook andere planten kunnen kiemen,
waardoor misschien in de toekomst –als de tendens zich voortzet- de
mangrove-vegetatie verdwijnt. Een ander
gevolg is dat planten en bomen minder snel tot bladvorming en tot bloei
komen. Daarbovenj is er minder zoet water
voorradig. Dus vogels en andere dieren
vinden nu minder voedsel en water. Ze
zijn in kleinere aantallen aanwezig, of ze zijn zelfs naar andere plaatsen
getrokken.
Dus we zullen minder dieren zien, en de planten zijn nog volop in hun
droogteperiode.
Naast het
Biologisch Reservaat Nosara monden 2 rivieren samen uit in de oceaan. De ene is de Nosara rivier en komt vanuit het
binnenland, de Montana rivier komt eerder vanuit het noorden.
Beide rivieren bevatten in het gebied van de monding brak water, deels zoet
vanuit het binnenland, deels zout van de oceaan. In dit gebied zijn er dus weer mangrovebossen
te zien, en dan vooral langs de Montana rivier.
In het
gebied net voor de monding, daar waar beide rivieren samen komen, en dichtbij
de zee, is er een groot vogelleven van allerlei types reigers, pelikanen, en
andere typische watervogels.
De
organisator van de boottochten, een Duitser, woont hier al meer dan 7 jaar en
ziet evolutie in de vegetatie en de fauna. De tocht gebeurt met een bootje met
een elektromotor, wat veel minder lawaai oplevert voor de dierenwereld. We kunnen dan ook dichtbij komen.
Na vier nachten aan de zee in Nosara, rijden we terug het binnenland in, richting oosten.
De volgende
bestemming is het gebied rond de vierde vulkaan, de Arenal. De weg er naar toe loopt tussen de derde en
de vierde door.
De Arenal is een erg jonge vulkaan, slechts 3500 jaar oud. Men noemt hem een ‘statovulkaan’ . Dit betekent een steile, conische
vulkaan gevormd door de eruptie van
dikke lavastromen. De vulkaan groeit aan
bij elke uitbarsting, om de paar honderd jaar.
Men vermoedt dat hij ontstaan is uit de uitgedoofde Cerro Chato, die dicht in
de buurt ligt. Deze laatste vulkaan
heeft zijn laatste uitbarsting gekend 10.000
jaar geleden. De Arenal vulkaan was al
een paar honderd jaar inactief, tot hij in 1968 plots hevig uitbarstte. Toen waren er 78 doden en twee dorpen zijn van de kaart
geveegd. Sinds de kolonisatie was er voordien geen
uitbarsting geweest, dus de bewoners in dit gebied noemden hem de
Arenalberg, ze wisten niet eensdatdebergeen vulkaan was.
Geologen vermoeden dat de Arenal erg actief is doordat rechtstreeks onder berg,
op 22km diepte, zich de magmakamer bevindt.
Deze hete massa produceert, als de top afgesloten is, ook gassen. Daardoor verhoogt de druk sterk, metals gevolg een
hevige kracht bij de uitbarsting.
Dee volgende
uitbarsting van 1973 was iets minder hevig omdat sinds 1968 de grote druk weg
was. Nadien volgden er nog vele, zij
het minder grote, uitbarstingen.
Tot 2010 waren er regelmatig, soms dagelijks zelfs, kleinere
uitbarstingen. Maar nu is de frequentie
lager. Momenteel rookt hij alleen, maar
het gebied bovenaan is absoluut onveilig wegens de giftige gassen.
De vulkaan zit minstens de helft van de tijd in de wolken. Het is dus een kwestie van geluk om de top te
kunnen zien. En de kans daartoe is
groter tussen januari en april.
Tijdens de jaren 1970 heeft de V.S een observatorium gebouwd op de
helling. Enkele decennia later zijn die
gebouwen omgevormd tot een hotel, samen met een grote, nabijgelegen
boerderij. Dit geheel is nu het enige
hotel dat zo dicht bij de krater ligt, zij het op een –in het verleden- veilige
plaats. Hier overnachten we.
Aan de voet van de vulkaan is er een
groot stuwmeer. We rijden 30 km
langs de noordoever om bij de vulkaan te komen.
Dikwijls, tijdens deze rit, hebben we uitzicht op de Arenal, meestal
zonder wolk rond de top. Ook als we in
het hotel aankomen, hebben we vanuit onze kamer, een zicht op een vulkaan,
zonder wolken. Wat later op de dag
verdwijnt het zicht en zien we enkel nog wolken.
Na de uitbarsting van 1973 heeft de staat in dit gebied alle boerderijen
onteigend. Niet zozeer voor het gevaar
dat de vulkaan oplevert, dan wel omdat ze het plan had opgevat de vallei op te vullen met water en zodoende een
stuwmeer te realiseren voor de elektriciteitsproductie. De dam is gebouwd met afwisselen een laag
lava en een laag beton.
Het gebied
van de lodge, op de helling van de vulkaan, is mooi wat betreft flora en fauna.
de Montezuma Oropendula (Psarocolius montezuma) komt hier in grotere aantallen voor. Ze zijn 41 cm groot en maken nogal veel
lawaai
Na het
ontbijt wordt er door het hotel een ochtendwandeling georganiseerd voor de gasten. Er is een twintigtal mensen die
meegaan. Het grootste deel is uit de
V.S., dus voertaal Engels. Maar 2
Fransen uit de groep kunnen geen Engels, wel Spaans. Daarom wordt de uitleg in beide talen
gegeven.
De paden zijn goed aangelegd,
de gids geeft wat algemene info over de vulkaan en toont hier en daar
iets. Na 2,5 uur worden we terug gevoerd
met een tractor-kar (kar van het deftige type).
Het dorpje
El Castillo ligt niet zo ver van de lodge, aan dezelfde zijde van de
vulkaan. Ook dit gebied kende ooit
landbouw, en zoals overal hier werd er suikerriet, koffie en bananen
geteeld. Eén van de boerderijen is
omgevormd tot een bos-herstellingsgebied.
We bezoeken dit project. Er
worden vlinders uit verscheidene lokale
biotopen gekweekt. Tijdens de
levenscyclus van ei tot vlinder zijn er verschillende stadia. Het rupsstadium is het eerste. Opdat rupsen zouden ontwikkelen tot
uiteindelijk vlinders, hebben zij bladeren nodig van 1 plantensoort. Dus daar waar de betreffende plant aanwezig
is, kan een bepaald soort vlinder ontstaan.
In dit project doet men wetenschappelijk onderzoek naar de verschillende stadia
en levensvoorwaarden in de levenscyclus van een vlinder.
Naast
vlinders kweekt men hier ook enkele soorten lokale kikkers. Kikkers die overdag actief zijn, zijn erg
kleurrijk, maar giftig. De meeste kikkers echter leven ’s nachts. Kikkers voeden zich dikwijls met bepaalde
soorten insecten, insecten die soms heel wat groter zijn dan zijzelf. Eerst doden ze die insecten een dan peuzelen
ze die op.
Zowel vlinders als kikkers hebben heel wat natuurlijke vijanden. Er is dus maar een klein percentage van de
gelegde eieren die in de natuur uiteindelijk uitgroeit tot een volwassen dier.
Vanuit onze volgende overnachtingsplaats La Fotruna, bezoeken we het Ecocenter
Danaus. Ook dit is een kleinschalig
project voor herbebossing. Hier is ook
een rivier, een meer en een aantal poelen waardoor vogels en andere dieren
aangetrokken worden. Hier is een meer
beperkte vlinderkwekerij en van nature uit komen er kikkers voor. Maar de meeste slapen overdag, dus niet te
zien.
Voor de
volgende dag hebben we om 5u50 ’s morgens een afspraak voor een
ochtend-vogel-wandeling in een groot privé natuurgebied waar er
een aantal bruggen en hangende bruggen
in het wandelpad ingelast zijn.
Hangende bruggen hebben het voordeel dat je een eind hoog boven de grond
wandelt en op die manier dichter bij de boomkruinen vertoeft. Hierdoor is het mogelijk om dieren hoog boven
de grond dichterbij te kunnen observeren.
’s Morgens
maken we de wandeling met een gids. We
zijn twee uur voor het gebied opengaat
voor het grote publiek. Het is dus nog
rustiger en minder warm.
Later op de
dag gaan we nog eens, nu zonder gids.
Met het toegangsticket kunnen we meermaals terug keren.
Morgen verplaatsen we ons, richting zuiden van het Arenal stuwmeer.