Reisverhaal «de hoofdstad San Jose»
Costa Rica
|
Costa Rica
|
2 Reacties
16 April 2013
-
Laatste Aanpassing 17 Juni 2013
In San Jose
zetten we eerst onze valiezen af bij een Costaricaanse familie. Daarna brengen we de huurauto terug, de
afhandeling verloopt zeer vlot en correct.
Het autoverhuurbedrijf Wild Rider ligt dicht bij het westelijk gelegen Sabana park. 70 jaar geleden was hier geen park, wel een
vliegveld. Het zeer mooie
luchthavengebouw van toen is nu het Museum van de Costaricaanse Kunst (Museo de
Arte Costaricense). Het gebouw binnenin is niet zo erg groot. Beneden is er een tentoonstelling van werken
van vier beeldhouwers, voornamelijk beelden in hout en in steen.
Er is een zaaltje in het gebouw waar de muren bekleed zijn met koperen taferelen die de geschiedenis van het land weergeven.
Het
Sabanapark ligt op het westelijk uiteinde van de centrale
oost-westboulevard. Na ons bezoek aan
het museum wandelen we via deze drukke weg
richting oosten. Het eerste deel
van de weg is bestemd voor auto’s.
Daarna komt het voetgangersgedeelte.
Hier is het op vrijdagnamiddag erg druk.
Er zijn heel wat grote winkels met kledij of schoenen. Mooie winkels en kwaliteitsproducten zijn dit
echter niet. Op straat staan om de
haverklap mensen te roepen om loten of
iets anders te kopen.
Na meer dan een halve kilometer winkelstraat
komen we bij het Kultuurplein.
Daar is het Museum van het Precolumbiaanse Goud (Museo de Oro
Precolumbiano) . Het museum zit in een
betonnen bunker (dat zware aardbevingen kan weerstaan) onder de grond. Het Museum is eigendom van een bank.
Er wordt duidelijk info verschaft over
de verschillende precolumbiaanse
periodes en wat hun kenmerken
zijn. Men heeft hier en daar in het land,
vooral in graven, beelden, gebruiksvoorwerpen en gouden beeldjes terug gevonden. We blijven in het museum tot sluitingstijd.
Reeds in de periode vanaf 10.000 v.C. was hier bewoning. Tot ongeveer 2.000 v.C. leefde de bevolking van de jacht op dieren en
het verzamelen van planten Er leefde
hier nog de mammoet en de reuzenvoorouder (die rondliep) van de huidige
luiaards.
Van 2.000 tot 500 v.C. ontstonden er nederzettingen en begon men met
landbouw. Later werd dit meer
georganiseerd en werden de teelten meer
verscheiden.
Tussen 500 v.C.
en 500 n.C. ontstonden er echte landbouwgemeenschappen. Dit betekent dat er mensen uit de gemeenschap
aan landbouw deden en dat anderen zich bezig hielden met kunst. Er werden voorwerpen in steen vervaardigd. Meestal was het gesteente van vulkanische
afkomst.
Vanaf 500
n.C. tot 1.500 n.C. waren de leefgemeenschappen goed georganiseerd in dorpen,
er waren kunstenaars, mensen die de architectuur verzorgden, dorpshoofden,
mensen die zich bezig hielden met de
goden, en sjamanen. Er was contact
tussen de verschillende gemeenschappen waardoor er ook politiek ontstond. De precolumbiaanse tijd nam abrupt een einde
met de komst van de Spanjaarden in 1502.
In Costa
Rica zelf is nergens een goudvoorraad aangetroffen. Het goud dat gebruikt werd, kwam uit andere
streken in Amerika. In het land is wel een beperkte kopervoorraad, centraal
in het gebergte, aanwezig.
In de
precolumbiaanse tijd werd kopen en goud gemengd voor de productie van de
voorwerpen en sieraden. De techniek om
voorwerpen in deze legering te maken was deze
genaamd ‘verloren was techniek’
Om deze te
vervaardigen, tekende men de figuur eerst.
In de natuur vond men bijenwas.
Die werd gefilterd en gezuiverd.
Daarna werd de was gemengd met harsen, afkomstig van bomen. Hierdoor verkreeg men een pasta. Met deze pasta vormde de kunstenaar de kikker
met alle details die erbij hoorden.
Deze pasta-figuur moest zo perfect mogelijk zijn. Hierdoor moest het gegoten figuur zo weinig
mogelijk nog nabewerkt worden.
Rond de
wassen figuur werd dan de vorm gemaakt in klei die nadien kon gebakken
worden. Ook deze klei werd gezuiverd om
het wassen figuur perfect te omsluiten.
De klei werd met water gemengd om een vloeibare massa te bekomen. Deze vloeibare klei werd zorgvuldig rond het
wassen beeld gegoten zodat er geen luchtbellen of andere onregelmatigheden
voorkwamen. Dan moest dit geheel
gedurende vele dagen gedroogd worden tot het water uit de klei verdwenen was.
Hierna werd
het geheel zorgvuldig warm gemaakt waardoor de was kon smelten en door de
kleine openingen kon wegvloeien. Nu is
er binnen in de kleivorm een holte die de vorm heeft van het beeldje.
Ondertussen werden de metalen gesmolten en ook de vorm werd verhit. Beiden moeten een voldoende hoge temperatuur
hebben, want bij het gieten koelt het metaalmengsel enkele graden stolt
het. Hierdoor zal het beeldje onvolledig
gevormd worden.
Men liet het geheel afkoelen en eens het
metaal helemaal afgekoeld was, moest het enkel nog bevrijd worden van de
kleimantel. Hiertoe gebruikte men
stenen hamers om de kleivorm kapot te slaan.
Daarna moest het beeldje nog gezuiverd worden van kleiresten. Met zand en stenen werd elke
metaalonzuiverheid verwijderd
Jade
beeldjes zijn vroeger gedateerd dan gouden beeldjes. Eerst was er keramiek.
We maken verschillende wandelingen om van de ene bezienswaardigheid naar de andere te gaan.In de stad
staan enkele interessante gebouwen
Dan is er
ook het Nationaal Museum. Het bevindt
zich in een vroeger gebruikt fort. Voor
de ingang is er een stenen bol (die we ook in Sierpe gezien hebben) die in een glas- en stalenmantel
geplaatst is. Het museum zelf is zowel
voor de bouw, als het vroeger gebruik, als de tentoonstellingen interessant.
De
vlindertuin is een grote en aangename tuin binnenin het fort
In het
gedeelte waar de voormalige functies van het fort voorgesteld zijn zien we voor
de gevaangen soldaten de latrines.
De
tentoonstelling gaat ook hier over de precolumbiaanse tijd
voorstelling op een kaart waarbij de oerbevolking in Amerika, afkomstig
is van Azië. Zij zouden de Berinstraat
overgestoken zijn, in de periode dat er een overlandverbinding was tussen beide
continenten. Dit wordt aangetoond door
de datering van archeologische vondsten.
Deze zijn van een oudere periode in het noorden van het continent
Amerika en steeds jonger als men naar het zuiden gaat. (In het zuiden van Argentinië echter heeft
men bewijzen van menselijke aanwezigheid
die van een oudere periode stammen – daar dacht men dat de Polynesische
volkeren overgestoken zijn)
We zien hier
ook dat cacao al in gebruik was bij de indiaanse volkeren tussen 8.000 en 2.000
v.C.Er is ook
nog een zeer mooie natuurfoto-tentoonstelling.
We hebben een aantal van de foto’s gefotografeerd, maar we kunnen ze
hier moeilijk weergeven (eigendomsrechten)
Bij het
Parque España is er het Museum van de Jade (Museo de Jade). Dit museum bevindt zich in de gebouwen van
een groot veiligheidsbedrijf. Hier bevinden zich ook keramieken voorwerpen
evenals enkele gouden beeldjes.
Jade is, net
zoals goud, een product dat niet voorkomt in Costa Rica. Bij een aantal beeldjes weet men dat de
gebuikte jade dezelfde is als deze die ergens in het huidige Guatemala
voorkomt. Maar sommige soorten zijn van
onbekende oorsprong. Men heeft op
wel enkele plaatsen in Costa Rica
soortgelijke mineralen gevonden. Men
weet dat de Olmeken en de Maya’s bedreven waren in het bewerken van jade. Waarschijnlijk hebben de indianen die in
Costa Rica woonden, de technieken van hen geleerd.
Jadeblokken werden versneden met koorden gemaakt van plantaardige vezels of met
behulp van deze vezels en zandkorrels.
Het
Nationaal Theater (Teatro Nacional) bevindt zich in het centrum van de stad, op
hetzelfde plein van het Museum van het Goud.
Rond de
jaren 1880 maakte een Italiaanse diva
een rondtour in Amerika en zong in heel wat theaters verspreid over de
verschillende landen. Maar Costa Rica
deed ze niet aan omdat het land geen theater van haar standing had. Dit deed de koffiebaronnen de handen in
elkaar slaan. Er zou een theater komen
en het geld daarvoor werd verzameld door eerst een extra taks te heffen op elk
pakje koffie, later werden er op alle ingevoerde producten taksen geheven.
Hierdoor kan tussen 1891 en 1897 het theater gebouwd worden. Vele materialen waren uit Europa afkomstig,
buitenlandse kunstenaar (vooral Italiaanse)
kregen de opdracht kunstwerken te vervaardigen. Ook Belgisch staal werd gebruikt.
In België werden ook de stoelen
vervaardigd en verscheept. Het
schip echter brandde helemaal uit en op het moment van de feestelijke opening
zouden er geen stoelen staan. Een
naburig theater heeft (vrijwillig?) zijn stoelen afgestaan. Pas in 1914 werden de huidige stoelen
geleverd.
In het theater worden alle mogelijke (muzikale) opvoeringen gebracht.(het is vrij
donker in het gebouw en fotograferen met flits is verboden, dus de kwaliteit
van de fotoos is niet zo best)
inkomhall met marmer op de vloer
en de zuilen, afkomstig uit Italië. De
deuren bevatten geslepen glas uit Frankrijk
op
het einde van de balkons, dicht bij het podium had men geheime plaatsen. Deze zijn zowel links als rechts en op twee
boven elkaar gelegen verdiepingen. Deze
loges waren bestemd enerzijds voor de weduwen, en anderzijds voor mannen met
een maîtresse. Weduwenaars mochten in
het openbaar verschijnen, zij mochten concerten bijwonen. Weduwen echter , met hun zwarte kanten sluier
voor hun gezicht hadden dit voorrecht niet.
Voor hen waren deze geheime plaatsen.
Vanuit hun plaats was het mogelijk om alles in de zaal te volgen, maar
niemand in de zaal kon hen zeggen.
Mannen met hun maîtresses konden moeilijk op zo een openbare plaats
verschijnen. Daarom was er ook voor hen
een speciale zitplaats
Soms werd de zaal als balzaal gebruikt. Om dit te realiseren worden alle rijen
stoelen verwijderd. De vloer van de
grote concertzaal is zwevend. De
verdieping onder de vloer bevat een groot tandrad dat door 12 mannen
rondgedraaid wordt gedurende 50 minuten.
Hierdoor stijgt de vloer tot vooraan op podiumhoogte, achteraan stijgt
ze niet. Zo is de zaal en het podium één
geheel. In de hedendaagse tijd
Met de
hoofdstad San Jose eindigt ons bezoek aan Costa Rica. Dit land is een aangenaam land geweest om te
bezoeken met vooral veel natuur, heel diverse streken.
In de krant van vandaag lezen we dat men bezig is met onderzoeken naar de
invloed van de klimaatsverandering, hier uit dat zich door meer droogte. Hierdoor verandert de natuur en zal de
soortenrijkdom in eerste instantie dalen.
We hebben ook heel veel vriendelijke mensen tegen gekomen. Mensen hebben tijd om goedendag te zeggen, te
vragen hoe het gaat en met geduld beleefd te antwoorden.
Ondanks de
armoede bij vele mensen, ondanks klimaatsveranderingen, toch zeggen de inwoners
heel dikwijls –als je vraagt hoe het met hen gaat- “pura vida” wat zoveel wil
zeggen als ‘ik geniet van het leven’.
Een mooie zin om te onthouden.