Reisverhaal «3. een eerste weekje in Chile»

start in Santiago de Chile | Chili | 1 Reacties 09 Maart 2012 - Laatste Aanpassing 04 Juni 2012

 Santiago de Chili lijkt heel wat armer te zijn dan Buenos Aires, de gebouwen zijn veel meer vervallen. Maar de metro ligt er erg netjes bij, geen vuil en goed georganiseerd.  Op zondag is er weinig beweging tenzij daar waar er winkels open zijn.  Het lijkt daar wel of iedereen zo veel mogelijk moet inkopen.
Het hostal Rio Amazonas Plaza Italia is een aangenaam verblijf, met reizigers uit alle hoeken van de wereld.  
Conaf, de organisatie die de nationale parken beheert, en Sernatur, het nationaal toerismebureau, zijn zeer goed voorzien van informatie.  Daarboven kopen we een pakket met wegenkaarten en allerlei info o.a. een kampeergids, bij Copec, de nationale petroleummaatschappij.  Nu zijn we uitgerust om de rondreis te starten. 
Pablo van Wickedcamper brengt ons de minivan, een erg kleurrijke bedoening. Enkel op de eerste bank kan er gezeten worden , in de laadruimte zijn er ruime kastjes gemaakt waar al onze spullen terecht kunnen en waarop we kunnen slapen.  Dit zullen we maar doen als het regent. 
We starten dinsdag 8 maart richting zuiden.  De eerste halte is het nationaal park Radal Siete Tazas, gelegen aan de Rio Claro.  De weg er naartoe is deels geasfalteerd, deels goede , maar niet geasfalteerde, verharde weg (ripio). Omdat het hoofdseizoen voorbij is, zijn er heel weinig toeristen bij de verschillende watervallen.  En omdat het herfst is blijkt de hoeveelheid water in de watervallen beperkt te zijn.  Het natuurgebied ligt in de Andes aan de voet van een (één van de zeer vele) vulkaan.  Naast de watervallen maken we ook een wandeling met uitzicht op vulkanen. 
 Heerlijk is het om weer te kamperen te midden van de natuur.   

Om vanuit dit gebied de kust te bereiken is het “slechts” een kleine 300 km, deels zelfs op de snelweg.  Maar door wegeniswerken en andere obstakels, doen we er toch heel wat langer over dan verwacht.  Langs de weg houden we halt bij een kraampje.  De vrouw heeft wat kippen en een haan, en dus ook eieren.  Ze maakt en verkoopt roerei met brood, een eenvoudige maaltijd, maar voor haar een bron van inkomsten.  
We beëindigen de dag bij Chanco in de Reserva Nacional Frederico Albert. Het gebied is vrij klein en is ongeveer een eeuw geleden opgezet met de bedoeling het zand van de duinen vast te houden door er snel groeiende, zij het uitheemse, boomsoorten aan te planten.  Nu ligt er hier en daar al een dunne humuslaag. 
Chanco is een dorp met ongeveer 10000 inwoners waar de tijd al lang is blijven stilstaan (alhoewel er wel een internetwinkel is).  De boeren vervoeren hun materiaal nog in reuzengrote biezen manden op een kar, getrokken door 2 ossen met een houten, zelfgemaakt juk tussen de horens van de dieren in.  
In dit kustgebied, daar waar er rotsen in het water liggen,  zijn “lobos marinos”, een soort zeeleeuwen te zien.  De mannetjes zijn zeer groot en zijn heel goed waarneembaar vanaf het strand.  Er komen ook een aantal vogelsoorten voor.   
Ook meer zuidelijk, bij Cobquecura ligt er een zeer grote rots in de zee voor de kust.  Daar verblijven massa’s zeeleeuwen.  Het ruikt (of beter gezegd stinkt) al van even voordien.  Niet alleen het reukorgaan wordt aangesproken, ook het gehoor neemt een zeer groot gebrul waar van de zeer vele zeeleeuwen.  Volgens een reisgids zou die kolonie uit 3000 dieren bestaan. 
Het is vanaf de kust onmogelijk om te tellen.  Ze zijn met het blote oog te zien, veel beter natuurlijk met de verrekijker of de telelens.  De mannetjes zitten bovenop de rots, de wijfjes en de jongen lager en in het water.  
 We rijden verder door naar Chillan, een stad van 160.000 inwoners.  Tijdens de weekdagen is er een zeer kleurrijke markt met vnl. groenten en fruit, maar ook een (naar onze normen) groot aantal vis- en vleesstalletjes.  Verder zijn er ook rieten en lederen voorwerpen en uiteraard kleurrijk geweven kledingstukken.  
Nu is het nog een 60-tal km naar de Saltos de Lajas,  een bredere waterval die een 100-tal meter hoog zou zijn. Ook daar is de hoeveelheid water beperkt omdat er een vrij droog seizoen geweest is.  We kamperen in de buurt op een camping waar de eigenaar een Zwitser blijkt te zijn.                                                              

Morgen rijden we het gebied binnen dat als Patagonië bestempeld wordt.

 

 

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

katrien dag Lou en Stephan, schrijven jullie maar verder door he! we genieten mee ! en als jullie Lota tegenkomen (ligt in de buurt waar jullie nu zijn) dan zijn jullie op de plaats waar Lieselot werd geboren. geniet van het land en de zee waar Pablo Neruda zo fantastisch over schreef. geschreven op een lentezondag in gent lieve groet Geplaatst op 11 Maart 2012

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking