Reisverhaal «België: wandeling 4 Stad Damme»
en nu eens dichtbij: Vlaanderen wandelland
|
België
|
3 Reacties
23 September 2020
-
Laatste Aanpassing 26 September 2020
Wandeling 4: West-Vlaanderen, stad Damme
Vandaag trekken we naar de derde provincie, West-Vlaanderen. Daar bevindt zich vrij noordelijk de stad Damme
op de kaart van West-Vlaanderen is de stad Damme met een rode pijl aangeduid
Het centrum van Damme telt maar ongeveer 700 inwoners en is dus vrij klein, we zien heel wat landbouwbedrijven, het toerisme brengt veel geld in het laadje.
restaurants, brasseries, cafés, tearooms, … in verschillende prijsklasses
Wij wandelen rond Damme zelf en ook in Oostkerke.
kaart van het gebied waarop de wandeling is aangeduid, de totale lengte is 13 km
Er zijn 2 gratis parkings, Damme-Zuid en Damme-Noord, beiden op een paar honderd meter van het stadscentrum. Damme-Zuid is op de kaart aangeduid. De parking is ook bedoeld voor mobilhomes
een bord met een heel korte geschiedenis van Damme maakt ons natuurlijk nieuwsgierig naar meer info.
Onderstaande geschiedenis is een verkorte samenstelling van https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/14641 en https://www.wikiwand.com/nl/Damme_(Belgi��)
Brugge lag ooit aan de Noordzee, die hier erg ondiep was met heel wat zand- en modderplaten. In de jaren 1000 begon de zee nog meer te verzanden, maar door een overstroming in 1134 werd een diepe geul uitgegraven, het Zwin. Hierdoor kreeg Brugge een rechtstreekse, maar kortstondige verbinding met de Noordzee.
Enkele decennia later liet graaf Filip van de Elzas een dam bouwen met haveninfrastructuur, er ontstond ook aan woonkern. In 1180 wordt het dorp Hendam genoemd, de graaf van Vlaanderen verleent er stadsrechten aan. In 1217 krijgt de stad de naam Hondsdam. Hond duidt niet op een dier maar op het woord Honte, wat ‘modderige plaats’ of ‘zee-arm’ betekent.
In deze Zwinhaven legden zeeschepen (12de eeuw, dus beperkt in grootte) aan, de goederen werden dan overgeladen op riviertransport. Hier kwam immers de Reie, een rivier tussen Torhout en Brugge, in zee.
Door de Slag van Damme in 1217 werd het stadje voor de eerste maal verwoest. De slag vond plaats tussen de Franse en de Engelse vloot. De stad wordt heropgebouwd en kende in de 13de eeuw zijn hoogste bloeiperiode. Er worden patriciërshuizen, kerken, hospitaal, opslagplaatsen, … gebouwd.
een gebouw dat in de 13de eeuw behoorde tot het Sint-Janshospitaal
het oudste gedeelte van de Onze-Lieve-Vrouwkerk (te zien op deze foto) werd ook op het einde van de 13de eeuw gebouwd
Maar ook op cultureel en artistiek vlak wordt Damme een centrum. De dichter Jacob Van Maerland vestigt zich in Damme
standbeeld van Jacob Van Maerland in het centrum van Damme
In 1251 start de stad Gent met de aanleg van een kanaal tussen Gent en het Zwin. Hierdoor gebeurde in Damme niet alleen de overslag van goederen voor Brugge, maar ook voor Gent. Damme werd nog belangrijker. Voornamelijk haring en wijn werden hier aangevoerd, opgeslagen en overgeslagen op binnenschepen. De stapelrechten op deze producten brengen hoge welvaart voor Damme.
In 1297 wordt Damme weer ingenomen door de Fransen, maar kort nadien weer bevrijd. De versterking van de stad wordt verder uitgebreid en er komen een aantal stadspoorten.
Brugge lag aan het uiteinde van een zee-arm
In de 14de eeuw werd Sluis, meer richting zee, steeds machtiger, het nam de rol van Damme over, mede door de verzanding van het Zwin. De verzanding kwam er doordat in de 13de en 14de eeuw vele gebieden werden ingepolderd.
In 1385 werd er opnieuw tussen Fransen, Engelsen en Gentenaren gevochten. In dat jaar werd Damme voor de tweede maal helemaal verwoest.
De stad wordt weer heropgebouwd. Maar de economie en de havenactiviteiten zijn op een laag pitje geraakt. Toch wordt tussen 1464 en 1467 nog een nieuw stadhuis gebouwd in laat-gotische stijl.
het stadhuis is in de loop van de eeuwen meerdere malen gerestaureerd, deels herbouwd en aangepast. De houten constructie op het dak dateert uit de 17de eeuw
kaart einde 16de eeuw waarbij het Zwin al sterk verzand was
In de 16de eeuw dacht men eraan om Brugge opnieuw verbinding te geven met de zee door het graven van een kanaal. Die plannen werden echter nooit uitgevoerd, maar enkele eeuwen later brachten ze Napoleon op een idee.
Vanaf ongeveer 1540 ontstond de 80-jarige oorlog, een groep van protestanten en steden uit het huidige Nederland (toen onder de Habsburgers) tegen het Spaanse regime. Sluis behoorde tot de eerste groep, Damme tot het Spaanse kamp. In deze periode van 80 jaar was er gedurende 12 jaar, tussen 1609 en 1621 een soort bestand. er werd toen weinig of niet gevochten. In deze periode werd Damme versterkt tot Spaanse vesting met een omwalling en 7 bastions
tekening van de omwalling in de vorm van een zevenster
Tussen 1702 en 1713 volgde de Spaanse Succesie-oorlog. De versterkingen werden nog meer versterkt. Er werden 2 forten gebouwd, het Verbrande Fort en het Fort van Damme
site waar ooit het Verbrande fort gelegen was
hier was het Fort van Damme, nu grazen hier ezeltjes
In 1716 wordt Damme volledig ontmanteld. Na een periode als haven, een periode als vestingstad, wordt Damme een landbouwgebied met terug een lichte verhoging van de welvaart.
De vervallen Onze-Lieve-Vrouwkerk zou afgebroken worden, maar door geldgebrek worden enkele muren en het dak gesloopt. Andere muren blijven staan om de toren te ondersteunen, maar ook de torenspits wordt verwijderd en nooit meer heropgebouwd
ooit was hier het schip van de kerk, nu resten enkel nog wat muren en een toren zonder spits
In 1786 bezetten Franse troepen de stad en de omgeving, vanaf 1795 wordt Damme (Franse) hoofdstad van een gebied. Ook onder Frans bestuur blijft de landbouw de voornaamste bron van inkomen.
In die periode ziet Napoleon een strategisch belang om de Noord-Franse havensteden te verbinden met de Schelde, niet via Antwerpen maar wel via Nieuwpoort-Passendale-Brugge-Damme-Sluis. Daarom laat hij in 1810 een kanaal graven tussen Brugge en de Schelde, de Damse Vaart. Om dat kanaal te graven worden duizenden Spaanse krijgsgevangenen ertoe gedwongen.
de Damse Vaart op de dag van vandaag
Bij de val van het keizerrijk onder Napoleon, is het kanaal nog niet volledig gerealiseerd. Tussen 1818 en 1824 laat Koning Willem I der Nederlanden, het kanaal verder doortrekken tot Sluis. Maar het blijkt dat dit kanaal weinig nut had, enkel landbouwers gebruikten het om hun gewassen naar Brugge te brengen voor verkoop.
Het uitgegraven zand (voor de Damse Vaart) werd gebruikt om de oude haven en enkele waterlopen waaronder de Lieve, te dempen.
Na 1830, de Belgische onafhankelijkheid, sloot Nederland de kanalen af, er was geen afvoer meer van o.a. het teveel aan polderwater naar de zee. Tussen 1841 en 1848 wordt daarom het Zuidervaartje uitgegraven om het oostelijk deel van Damme en Brugge te ontwateren
het Zuidervaartje zoals wij het nu zien
Natuurpunt heeft in dit gebied een natuurdomein gecreëerd
In 1843 wordt het Leopoldskanaal gegraven tussen Assenede en Heist, om het polderwater uit het Meetjesland af te voeren
het Leopoldskanaal had zuiver water en wordt nog steeds in de volkstaal ‘de Blinker’ genoemd
Parallel aan dit kanaal wordt in 1855-1856 het afleidingskanaal van de Leie, het Schipdonkkanaal gegraven. Dat kanaal sluit bij Deinze aan op de Leie en loopt tot Zeebrugge waar het in zee uitmondt. Het kanaal moet het overtollige Leiewater afvoeren en zo Gent beschermen tegen overstromingen.
het Schipdonkaal, tussen Deinze en de Westerschelde, vervoerde vuil water en werd daarom ‘de Stinker’ genoemd. Door het roten van het vlas in zuid West-Vlaanderen werd het water van de Leie immers sterk verontreinigd mét bovendien een kwalijke geur als bijproduct
Om de scheepvaart op de Damse vaart niet te hinderen werd bij de kruising van deze laatste met de 2 andere kanalen gebruik gemaakt van sifons, een onderdoorvoering van het water onder de Damse Vaart. (denk aan Restaurant ‘De Siphon’ in Damme). Het was zo dat het waterpeil in de Damse Vaart hoger stond dan in de beide andere kanalen. Anderzijds was de Damse vaart minder diep dan het Leopolds- en Schipdonkkanaal. Bij een teveel aan water in de Damse Vaart kon het overtollige water via opgehaalde poortjes geloosd worden in het Leopoldkanaal.
afbeelding van een sifon om het water van elkaar kruisende waterlopen niet te mengen
Tijdens de 19de eeuw werden de meeste Middeleeuwse gebouwen in de stad afgebroken en vervangen door stenen constructies, ook o.a. de kerk en het stadhuis
In 1867 wordt een houten windmolen vervangen door een bakstenen molen, de Schellemolen
het eerste gebouw dat we fotograferen, de Schellemolen
In 1940 blaast de Franse genie de sifon op waardoor het water uit de Damse Vaart wegloopt in het Leopolds- en het Schipdonkanaal. Duitse troepen bouwen aan beide zijden van de kanalen een Dam waardoor er opnieuw water in de Damse Vaart kan blijven. Later wordt een stelsel van buizen onder de beide kanalen aangelegd zodat het water in de 2 delen van de Damse Vaart met elkaar in verbinding staat
het vertikaal lopende kanaal is de Damse Vaart, de parallelle horizontale vaarten zijn de Leopoldsvaart en het Schipdonkkanaal. Ter hoogte van 16 en 17 is te zien dat de Damse Vaart nu in 2 gedeeld is, de Damse Vaart Noord en de Damse Vaart Zuid. Deze laatste vormt nog een verbinding met Brugge, men kan met een boot de tocht maken. Het noordelijk en het zuidelijk deel zijn via onderkanaalse buizen met elkaar verbonden
de boot (de Lamme Goedzak) welke vandaag vaart tussen Damme en Brugge
tijdens de lente van 1944 hebben Duitse troepen Damme onder water laten lopen, met heel veel schade voor de landbouw en de bewoners. Pas op 2 november 1944 wordt Damme bevrijd.
Nadien ontwikkelt het stadje zich vooral op toeristisch vlak.
En nu onze wandeling door het gebied, de kanalen, polders, deelgemeente Oostkerke en het stadscentrum van Damme.
We wandelen in tegenwijzerzin (zie kaartje bovenaan)
we wandelen enkele honderd meter langs de Damse Vaart. Hier staan nog wat huizen, elk met hun tuin
wafels, pannekoeken, taart, koffie, .. , maar hier een snoepkraampje. Misschien om de fiets- of wandeltocht wat zoeter te maken … ?
de Damse Vaart, omzoomd met Canadapopulieren
we wandelen op het fietspad, het is tijdens de vroege voormiddag nog fris, dus nog even de jas aan
Bij de laatste huizen slaan we rechts af, we komen in de polders. Overal zijn er kleine en grote kanalen gegraven om de gronden te ontwateren
overal zien we watervogels, niet één of enkele, maar groepen van dezelfde of verschillende soorten
tijdens het eerste deel van onze wandeling is de soortenrijkdom aan planten eerder beperkt. Hier Lisdodde
een laatste blik op het stadje en weg zijn we langs een kronkelende smalle rijweg, met weinig verkeer
na iets meer dan een half uur stappen komen we bij de brug over het Zuidervaartje (zie hierboven bij de geschiedenis)
hier zien we op de achtergrond het torentje op het stadhuis van Damme
Natuurpunt beheert hier een klein water, broedgebied voor watervogels
rond de velden staan er zeer veel knotwilgen
het typische landschap tijdens onze wandeling
met hier en daar koeien
(wilde) meerkoeten die hun kostje bij elkaar zoeken
jonge reeën op een weide bij de Zuiderhoeve
Luzerne, staat hier in het wild, maar wordt als dierenvoer geteeld
bij het kruispunt volgen we Zuiddijk
nog een eindje tot aan het kanaal
door de rijen Canadapopulieren zien we al van ver waar we weer bij de vaart of kanaal komen
de huizen zijn laag zonder bovenverdieping
tussen de verschillende percelen zijn er overal grachten gegraven
terug met de echte fotocamera, toch heel wat beter voor bloemen, planten, dieren
hier lopen verschillende fietsroutes, en de fietsknooppunten zijn aangeduid
op de weide liggen Zwartbles schapen
dit smalle baantjes staat in de wandelgids nog als grindpad vermeld
de meidoornhagen hebben hier volop rode bessen
het water in de beken is helder, de wolken weerspiegelen in het wateroppervlak
we komen bij het Leopoldskanaal, hier moeten we de dijk opklimmen
het pad op de dijk is voor wandelaars en fietsers
we komen langs de Platheulebruggen, één over het Leopoldskanaal, de andere over het Schipdonkkanaal
we stappen even op de eerste brug
nu hebben we een mooi zicht op het kanaal
de tweede brug
en het kanaal
We keren terug over de bruggen om de wandeling langs dezelfde oever verder te zetten
Muurfijnstraal
Perzikkruid
Bij de volgende bruggen steken we beide kanalen over. Hier zijn we op het kruispunt van de Damse Vaart met de beide kanalen. Het gebied wordt hier de Siphon genoemd, het gelijknamige restaurant ligt hier vlakbij. We zijn nu in de deelgemeente Oostkerke
Direct hierna steken we ook de Damse Vaart over
hier is de aarden dijk welke de afsluiting vormt tussen de Damse Vaart en de kanalen
We wandelen nu richting Oostkerke centrum
de Sint Kwintenskerk heeft een toren welke in WO II is opgeblazen, waarbij ook een deel van de kerk werd verwoest. De kerk is deels hersteld, de torenspits is nooit opnieuw gebouwd
voor we echter in het centrum komen zien we links een oud kasteel. Het ziet er enerzijds vervallen uit, de tuin echter is onderhouden en er staan 2 grote auto’s op de parking. Misschien toch nog bewoond?
kapelletjes zijn nooit ver weg in dit gebied
We komen aan in het kleine centrum van het kleine dorpje Oostkerke, behorend tot de fusiegemeente Damme
op het plein staat centraal de Sint Kwintenskerk, waarvan hier de toren (zonder spits). Op een bank voor de kerk kunnen we picknicken
De Sint-Kwintensabdij van Vermendois in Noord-Frankrijk (omgeving Saint-Quentin) bezat in de periode tussen 1150 en 1300 het tiendenrecht in de omgeving van Oostkerke. Dat betekent dat de boeren 1/10 van hun opbrengst moesten afstaan aan de abdij. Met de opbrengst van het geld kon de abdij instaan voor het betalen van de pastoors en kon ze de kerken onderhouden
Begin 16de eeuw hadden de Heren van Oostkerke (de eigenaars/bewoners van het kasteel) het oppertoezicht over de kerkgoederen.
In 1579 namen de protestanten de kerk in bezit en in 1584 roofden ze alle meubilair en kunstschatten uit de kerk.
In het begin van de 17de eeuw probeerden de protestanten opnieuw greep te krijgen op het katholieke Vlaanderen en werd de kerk andermaal vernield.
Gedurende al die eeuwen werd er gebouwd, vernield, gerestaureerd en bijgebouwd waardoor de Sint-Kwintenskerk een samenstelling is van verschillende bouwstijlen
In februari 1944 zetten de Duitsers de ganse streek onder water, om de landing van de geallieerden aan de kust te verhinderen. Het Leopoldskanaal werd de frontlinie tussen de Duitsers en de Canadese bevrijders, daarddoor had de kerk veel te lijden van beschietingen en vernielingen.
De Duitsers die hun verlies in de oorlog voelden aankomen beslisten de kerk totaal te vernielen. De inwoners werden verwittigd zodat ze zich konden terugtrekken.
Op 22 oktober 1944 om 18u30 werd 2500 kg dinamiet in de toren tot ontploffing gebracht. Maar ook een belangrijk deel van het centrum werd mee vernietigd. Op 1 november 1944 werd Oostkerke door de Canadezen bevrijd.
het centrum van Oostkerke is homogeen, lage huizen, wit gekalkt
Het dorp Oostkerke bestaat maar uit 1 of 2 korte straten, we zijn dus vrij vlug weer in de polders
de enige nog overblijvende molen bij een hoeve in Oostkerke
wil je meer lezen over Oostkerke: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/14645
een boerderij langs de wandelweg. De andere boerderijen zien we verder liggen
hier een mispelboom, nog weinig te zien in Vlaanderen
de volgende website van natuurpunt Limburg geeft info over de mispel http://www.natuurpuntlimburg.be/Mispel
De wilde mispel is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae) en is dus familie van de appel en de peer. De mispel vormt een kleine boom, die ongeveer 4.5 m hoog kan worden. Ze bloeit in mei met circa 4 cm grote crèmewitte bloemen. Of mispel echt inheems is, of na de ijstijden meegebracht door de mens is nog moeilijk te achterhalen.
De bolvormige vruchten worden 2 tot 3.5 cm groot. Ze hebben een kroontje van blijvende kelkbladen. Ze smaken melig en wrang; pas als ze na enige maanden iets beurs zijn geworden zijn ze eetbaar en zoet. Zangvogels, en vooral lijsterachtigen eten de bessen die rijp worden midden in de winter als de herfstbessen al lang weg zijn. Je kan de zacht geworden vruchten ook uitzuigen vanaf het steeltje of er compot van maken.
Zonnige tot licht beschaduwde, warme plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, kalkarme, zwak zure tot neutrale grond vormen de natuurlijke groeiplaatsen. (Leem, lemig zand, löss en rivier- of berg) Mispel komt voor in lichte loofbossen en houtwallen, bosranden, heggen, oude boomgaarden en langs holle wegen.
We stappen verder langs een kronkelende weg die grotendeel min of meer parallel loopt met de kanalen. Uiteindelijk komt dit pad uit op de dijk van een van de kanalen
hier is nog Akkerdistel te zien
en Koninginnekruid
Gewone Berenklauw
en ook nog Wilde Bertram
Hier zijn dan weer de bruggen over de beide kanalen
het is hier erg toeristisch, heel wat mensen fietsen hier (het is vandaag maandag, waarschijnlijk zeer druk tijdens het weekend). Op elk kruispunt is er wel een horecagelegenheid
op het Boerenwormkruid zit een Dagpauwoog, een zeer bont gekleurde vlinder die we overal kunnen waarnemen. Voor zijn ontwikkeling is de Brandnetel nodig, een plant die zeer veel voorkomt (behalve in goed onderhouden tuinen). Alle planten met bloemen en nectar trekken de Dagpauwoog aan
Eerst is er weer het Leopoldskanaal
en als tweede het Schipdonkkanaal
een afwatering uit de polders komt via een sluis(je) en een vuilvanger in een kanaal uit
We komen weer bij de versterkte stad Damme, hier bevond zich het Verbrande Fort. Het was immers noodzakelijk voor de verdediging om de waterlopen te kunnen controleren
op de kaart van Judocus Hondius uit 1604 heb ik Brugge, Damme en Sluis onderlijnd. De Damse Vaart is duidelijk te zien, dit water snijdt Damme in 2 delen, en loopt door naar Sluis.
Een tweede, nieuwe kanaal loopt parallel, het is de Nieuwe Vaart
Deze verdedigingswerken waren deel van de Staats-Spaanse Linies, ze dateren uit de periode van de 80-jarige oorlog (1568 – 1648) tot aan de Franse Tijd (1794). Immers vanaf 1568 willen de Nederlanden zich losmaken van de Spaande overheersing. Maar zelfs na 80 jaar oorlog is er nog geen duidelijke grens tussen de Staatsen (noordelijke Nederlanden) en de Spaansen (zuidelijke Nederlanden). De daarop volgende Spaanse (1702 – 1713) en Oostenrijkse (1742 – 1748) Succesie-oorlogen en nog latere conflicten, bepalen de uiteindelijke grens tussen beide Nederlanden.
Het Verbrande Fort is één van deze verdedigingswerken. Dank zij Europese steun wordt deze restanten bewaard. Het Verbrande Fort is door de Franse troepen aangelegd tijdens de Spaanse Succesie-oorlog, daterend tussen 1703 – 1704 om Brugge en Damme te beschermen tegen aanvallen uit de Noordelijke Nederlanden.
een zachte reconstructie om de eigenheid van het landschap te bewaren.
de vorm is een klassieke vierkante redoute met een omwalling
waarschijnlijk was het gebied hoger dan de huidige reconstructie
De weg gaat kronkelend verder evenwijdig aan het Schipdonkkanaal
in de verte, weg van Damme, zien we windmolens
We komen bij de Romboutswervedijk. Hier is een observatiehut om vogels te spotten. Dat is hier vooral tijdens het broedseizoen
foto op het landschap vanuit de observatiehut
Wat verder komen we bij de resten van de zevenster. Op een infobord is een luchtfoto te zien van de huidige resten van deze zevenster
vanop de weg zien we een stukje van de vroegere, nu gereconstrueerde versterking
idem
We zouden in dit gebied nog kunnen rondwandelen en infoborden lezen, maar de lange wandeling hangt in de kleren. We stappen verder om over ongeveer 500m in het stadscentrum aan te komen
we komen aan in Damme, zij het aan de overzijde van de Damse Vaart
toeristen genoeg, de meeste per fiets (de auto’s staan langs de vaart en op de parkings)
het stadhuis met de figuur van Jacob Van Maerland op de voorgrond
helaas is het marktplein nog betalend parkeren , maar toch zijn de mooie, herbouwde of sterk gerestaureerde huizen goed te zien
we wandelen door de hoofdstraat
een open poort geeft nu uit op een parking
een zijstraatje
de kerk is ons eindpunt
We drinken nog iets in ‘Tijl en Nele’. Damme wordt geassocieerd met Tijl Uilenspiegel, hoewel de legendarische figuur van Tijl Uilenspiegel helemaal niets met Damme te maken heeft. Ik lees op de volgende site https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/78667
Het verhaal van de legendarische figuur van Tijl Uilenspiegel wordt wellicht ca. 1500 voor het eerst door Hermann Bote uit Braunschweig (Duitsland) opgetekend. Volgens de legende wordt hij geboren in het Saksische Kneitlingen en sterft hij in Mölln. Dankzij de opkomst van de boekdrukkunst krijgen de oorspronkelijk Duitse volksboekjes een snelle verspreiding in heel Europa. In de 17de eeuw laten bepaalde volksboeken Uilenspiegel in Damme begraven worden, dit door een verkeerde interpretatie van een voorstelling op de zerk van het graf van Jacob van Maerlant (cf. Kerkstraat, kerkhof aan de O.-L.-Vrouwekerk). Sindsdien kent Damme een sterke Uilenspiegeltraditie. De bekendste uitgave is die van Charles De Coster (1827-1879) die als eerste Uilenspiegel ook laat geboren worden in Damme, dit ten tijde van de Spaanse overheersing en de godsdienstoorlogen. Hij verwerkt dit tot het epos "La légende d'Ulenspiegel" (1867) ook gekend als "La Légende et les Aventures héroïques, joyeuses et glorieuses d'Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au Pays de Flanders et ailleurs" (1869).
(wil je meer hierover lezen, dat kan op bovenstaande website)
op weg terug naar de parking zien we nog een mooie Atalanta-vlinder, genietend van de nectar in de bloemen
en als laatste foto deze van de windmolen