Reisverhaal «het oostelijk deel van Tasmanië»

Australië | Australië | 4 Reacties 29 November 2014 - Laatste Aanpassing 29 November 2014

aankomst in Tasmanië en reisplan

Wij reizen per ferry naar Tasmanië, vertrekkend vanuit Melbourne.  Elke nacht vaart er één schip in elk van beide richtingen.  De overtocht duurt ongeveer 10,5u.  


beide schepen zijn in 1998 gebouwd in Finland.  Ze werden hier in gebruik genomen in 2002. Ze hebben een lengte van bijna 195m, de breedte is 25m. Er zijn 5 dekken voor voertuigen.  De totale voertuiglengte is meer dan 2km als men ze na elkaar zou plaatsen. Er kunnen ongeveer 900 klanten overnachten in cabins en in ligzetels.  Tijdens het hoogseizoen (half december tot eind januari) varen de schepen ook overdag.  Hierdoor kunnen ze ongeveer 2 maal zoveel passagiers en voertuigen vervoeren.

De schepen varen tegen een snelheid van ongeveer 50km/u.  De afstand die ze op de Bass Street (de waterweg tussen Australië en Tasmanië) afleggen is 429km.


Tasmanië is een deelstaat van Australië met een oppervlakte van iets meer dan 67.800 vierkante km, dus 2,25x zo groot als België.  Het inwoneraantal is 515.000.  De hoofdstad is Hobart, gelegen in het zuidoosten.
Ook hier waren de eerste bewoners de Aboriginals.  Ze kwamen aan 40.000 jaar geleden in Australië.  Toen was immers Tasmanië nog met Australië verbonden wegens het veel lager zeepeil.  Door de komst van de blanken zijn uiteindelijk alle Aboriginals gedood of gestorven aan , voor hen onbekende, ziekten.  Men weet bijna niets van het bestaan van deze bewoners in Tasmanië, er zijn practisch geen overblijfselen van hen terug te vinden.  Men weet wel dat ze hebben gejaagd op kangoeroes en wallaby's.  
12.000 jaar geleden is het zeepeil zodanig gestegen dat de bewoners van Tasmanië afgescheiden zijn van deze van Australië.
In 1642 zeilde de Nederlander, Abel Tasman rond de west- en de zuidkust van dit eiland.  Tasman wist toen niet dat dit gebied een eiland was.  Hij noemde de streek Nieuw-Holland, en Van Diemens Land (naar de toenmalige baas van de Nederlandse Oost-Indische Compannie).   Pas in 1798 hebben andere zeelui ontdekt en bewezen dat dit land een eiland is.   
De eerste blanke expedities gingen vriendschappelijk om met de oorspronkelijke bewoners.  Er zijn toen ook heel wat tekeningen gemaakt over de "wilden".

Ook in Tasmanië werd rond 1870 goud gevonden, later nog andere ertsen.  Electriciteit door waterkracht kwam er al in Launcheston in 1895, als eerste stad op het zuidelijk halfrond.  Later zijn er nog veel dammen bijgebouwd.  Er wordt zoveel electriciteit door waterkracht geproduceerd dat er kan uitgevoerd worden naar Australië.

De economie van Tasmanië wordt gevoed door de mijnbouw, bosbouw, visvangst (o.a. zalmkweek), landbouw en zuivel.  
Ongeveer de helft van de wereldmarkt voor medisch opium wordt door Tasmanië geleverd.  


Streng verboden toegang tot dit veld vol white poppies (Papaver somniferum), papavers voor medische doeleinden (opium en afgeleidde producten).  Dit veld zien we ten zuiden van Launceston.  Hier worden o.a. opium en codeïne van geproduceerd.    De totale oppervlakte in Tasmanië waar deze plant gezaaid ordt is 20.000ha, elk goed voor 2,4 tot 2,5 ton papaverzaaddozen. Daaruit wordt 9,5kg zuivere alkaloïeden gehaald, de hoogste opbrengst ter wereld.

Maar het toerisme is een heel belangrijke factor geworden.  Ongeveer 10% van de Tasmaanse bevolking verdient zijn loon direct of indirect in de toeristische sector.
Een belangrijk deel van het eiland is weinig toegankelijk.  Er zijn heel wat natuurparken.

Wij blijven 14 dagen in Tasmanië, veel te kort om alles te bezoeken.  Onze auto is geen 4x4, daardoor is een deel van het land voor ons niet toegankelijk.  We zullen in wijzerzin het eiland verkennen, vertrekkend vanuit Devonport aan de noordkust, waar de ferry toekomt en weer vertrekt.

De eerste halteplaats is Launceston


Launceston is de tweede groootste stad van Tasmanië met een bevolking van 104.000.  De meeste huizen in de stad hebben een tuin vol bloemen en er staan vele mooie, oude (relatief natuurlijk) gebouwen.  Deze zijn meestal in Victoriaanse stijl en gebouwd op het einde van de 19de eeuw.


een stukje van de gevel van Albert Hall, het conferentiecentrum van Launceston


de voorgevel is geschilderd en versierd, niets daarvan op de zijgevel


de vrij donkere baksteen is waarschijnlijk een tijd de mode geweest

We bezoeken het Design Museum met kunst uit Tasmanië.  Het opzet lijkt ons soortgelijk met de Jamfactory in Adelaide.


een grote kruik, helemaal uit hout


mooi om te zien, niet om te gebruiken.  Het zitgedeelte bestaat uit heel veel lagen dun schuim, dat heel gemakkelijk scheurt


een helemaal asymmetrische stoel

De topattractie van de stad is de Cataract Gorge, een canyon op één van de beide rivieren die samen de Tamar River vormen.


zicht vanaf de Kings Bridge, de toegang tot de canyon.  De canyon is niet heel diep en de wanden zijn niet kaarsrecht, maar het geheel is mooi


de brug die de cataract gorge, niet zo heel ver van zijn monding in de Tamar rivier, overspant


hier groeit ook de paperbark tree (Melaleuca ericifolia)


het wandelpad langs de rivier werd in 1890 gemaakt (op foto links).  Aan de rechterzijde is er een klimpad, hier wandelen we niet.  Op het wandelpad (links) zijn er weer heel wat joggers, het is ook rolstoeltoegankelijk, maar toch  hier en daar vrij steil


op het einde van de 2 paden komt men bij een meer.  Om de bezoekers te ontraden in het meer te zwemmen, heeft men een zwembad gemaakt.  Verder is er ook een stoeltjeslift, oude stempel.  Nog verder door is er een hangbrug.  Hogerop is er een tweede meer en nog meer stroomopwaarts is de rivier afgedamd, om het water te gebruiken voor een of ander doel

in dit gebied woont ook een aantal pauwen.  Soms zitten ze hoger in de boom te roepen

Ten zuiden van Launceston ligt Evandale, een historisch stadje met een zondagsmarkt.  We lopen er rond en zien dat er hier heel veel bloemen verkocht worden, vooral pioenen en protea's.  De prijs is vrij laag, naar Australische normen.


een kraam met bloemen zoals deze Koningsprotea, voor 1$ per stuk


vele kramen met pioenen vooral in de kleuren wit tot rood


2 Duitse woorden komen we overal ter wereld tegen, Bratwurst en Kindergarten (kleuterschool)


veel mensen, maar zeker niet iedereen, draagt hier een hoed met randen om het gezicht tegen de zon te beschermen


er zijn verschillende beelden van individuen te zien  op een hoek van 2 straten, hier staat geen naam bij vermeld


de meeste huizen in Evandale hebben een tuin vol bloemen, vooral ook rozen en pioenen


op de achtergrond, de bergen van het Ben Lomon N.P., enkel toegankelijk met een zware 4x4.  Vanaf juni tot eind augustus is men daar verplicht sneeuwkettingen mee te hebben

Launceston ligt aan de samenvloeiing van verschillende rivieren die zich bij de stad samen voegen tot de Tamar rivier.  Deze brede rivier stroomt richting noorden naar de zee.


de Tamar rivier is erg bochtig.  We kunnen ze hier zien vanaf een hoog uitkijkpunt op de westelijke oever

We volgen de westelijke oever van de Tamar rivier tot zijn monding.

Beaconsfield is een stadje waar in 1870 goud ontdekt werd.  De goudmijnen zijn ontgonnen tot een heel eind in de 20ste eeuw.


het dorp Beauty Point leeft van de visvangst.  Er liggen ook heel wat plezierboten

Bij de monding van de Tamar in de zee is er een lang strand.  Bij eb is het ook breed, bij vloed bijna onbestaand


nu op zondag zijn er op dit strand, Greens Beach wel wat dagjesmensen


aan de overzijde bij de monding van de Tamar rivier in de oceaan staat een vuurtoren.  Dichtbij is er een gebied waar 's avonds de Australische Kleine Pinguin aan land komt.  Om ze te zien  moet men een georganiseerde excursie meemaken


op strand is er net een koffervis aangespoeld.  De stekels zijn giftig en gevaarlijk.  Dus uitkijken waar je loopt!

York Town is zo ongeveer de eerste nederzetting van blanken bij de Tamar rivier.  Veel weet men er niet van, er zijn weinig overblijfselen

volgende stop St Helens


De afstand tussen Launceston en St Helens is slechts 160km.  Het eerste deel van de rit verloopt langs weiden met paarden, koeien of schapen.  Daarna gaat de weg door een gebergte met vooral bos.  Ongeveer in het middenste gedeelte is er bosbouw, de bomen zijn aangeplant en staan mooi op een rijtje.  De natuurlijke bossen hebben een veel grotere variatie aan plantensoorten, met varens, boomvarens, bomen in bloei, ... .  Door dit bergachtig gebied heeft de baan om de haverklap een scherpe bocht en gaat de snelheid erg naar beneden.  


uitzichtpunt op de vallei en verder gelegen gebergte

In Derby is er een Tin-mijn-centrum.  Op een 15m-groot scherm wordt de geschiedenis van de ooit grootste  tinmijn ter wereld weergegeven.  Om het erts te ontginnen was er water nodig, veel water.


Het water werd door deze kanonnen met een krachtige straal op het gesteente los gelaten.  Hierdoor werd het granietgesteente gebroken.  Graniet en tinerts (cassiteriet of tin(II)oxide) werden op basis van gewicht gescheiden in datzelfde water.  
Al snel was de hoeveelheid water in de beide rivieren van Derby onvoldoende.  Men bouwde pijpleidingen die water van 6 rivieren aanvoerde, dit om de verschillende mijnen van voldoende water te voorzien.  Ondertussen kwam er een recessie, de vraag naar tin ging pijlsnel naar beneden.  De mijnen werden stil gelegd.  Briseis kocht de verschillende concessies op, ze waren op dat moment heel weinig waard.
Om toch voldoende water te hebben  voor de ontginning van het erts, kocht deze maatschappij nog een gebied  op de rivier om er een dam te bouwen.  Hierdoor zou er voldoende water zijn.
In april 1929 regende het gedurende 5 dagen erg hevig en op het einde van die regenperiode  viel er op 2u 15cm water.  De dam stroomde over en brak.  Meer dan een miljard liter , of meer dan een miljoen kubieke meter water kwam vrij en sleurde alles mee wat in de stroming lag.  Ook de mijn stroomde onder.  Het geweld was zo hevig dat het water stroomopwaarts gedurende 8u werd gestuwd.  Veel mensen werden meegesleurd en nooit werd er van hen nog iets terug gevonden.  Het dorp, Derby en de vallei veranderden voorgoed.
Verder wordt er nog uitleg gegeven over het gebruik van tin. Voordat bvb. speelgoed in kunsstof werd gemaakt, was er het blikken speelgoed, eigenlijk het tinnen speelgoed.


Ook de geschidenis van het inblikken van voedsel wordt kort weergegeven.
Verder weten we nu dat heel veel Chinezen vanf de tweede helft van de 19de eeuw uit hun land weg gevlucht zijn om aan de bittere armoede te ontsnappen.  Vele Chinese mannen kwamen in Australië in de mijnen werken.  Ze werkten hard en heel veel uren, dus ze waren als werknemers gegeerd.  De mijn in Derby was daar een uitzondering op.

In Derby staan nog verschillende houten en mooie gebouwen.


dat van de Bank of Tasmania is toch wel het mooiste

St Helens ligt aan de oostkust van Tasmanië.  Er is een haven, ook hier weer is er een baai waardoor de schepen beschut liggen.

St Helens is een stadje met 3.500inwoners en daarmee het grootste langs de oostkust van Tasmanië.  Het stadje is groot geworden dank zij de uitvoer van tin.  Nu leeft het van het toerisme.


een beeld van de huidige haven, helemaal beschut in een baai

Het stadje zelf heeft niet veel te bieden, maar het is de toegang tot de meer noordelijk gelegen Bay of Fires. Toen de eerste blanken hier met hun schip voorbij voeren, zagen zij de vuren van de Aboriginals.  Vandaar de naam.  De blanken dachten toen dat het land dicht bevolkt was, wat helemaal niet zo was.
De Bay of Fires is vrij lang gerekt, het meest zuidelijke dorp is Binalong Bay.  Hier is de schoonheid van het ganse gebied te zien: spierwit fijn kwartszand, afkomstig van het graniet, turkoois kristalhelder water en granieten rotsen die deels oranje gekleurd zijn door korstmossen.  Het is hoog tij, er blijft echter nog een stukje strand over zodat we het ganse strand kunnen op en neer wandelen


kristalhelder water

verder naar het zuiden Bicheno


de kustweg verloopt deels langs de zee (Tasmaanse Zee), deels wat verder weg.  Ter hoogte van St Marys rijden we door het binnenland met 2 passen en een erg bosrijk gebied.
Noordelijk van Bicheno bevindt zich "East Coast Natureworld".  Dit gebied is enerzijds een verblijfplaats voor dieren die in de natuur gekwetst gevonden zijn, of zeer jonge dieren waar de moeder op een of andere manier verdwenen is.  


Helmkaketoe (Callocephalon fimbriatum)


het jong van deze kangoeroe is al vrij groot en eet zelfs mee van de korrels


voedsel kan aangekocht worden (1$) en gegeven worden door de toeristen.  We mogen enkel de dieren voederen die vrij rondlopen of vliegen.  De nagels aan de voorpoten zijn lang en scherp, de kangoeroe gebruikt zijn voorpoten om zijn voedsel (of mijn hand) vast te nemen


Tasmaanse Arend (Aquila audax fleayi) komt enkel op Tasmanië voor


we moeten uit het zicht van de ganzen gaan om de Tasmaanse Reuzenkangoeroes (Macropus giganteus tasmaniensis) te voederen.  De ganzen immers lusten ook de korrels en pikken en rennen de vluchtende kangoeroes na


bij deze kangoeroe komt het jong uit de buidel om even gras te eten, en wipt dan weer naar binnen


de Tasmaanse Pademelon (Thylogale billarddierii) is veel en veel kleiner de de kangoeroe.  Dit dier komt ook enkel nog in Tasmaniê voor


deze jonge wombat heeft geen moeder meer.  Het dier is nu 1 jaar en wordt door de mensen hier groot gebracht.  Als hij 2 jaar zal zijn, en dan zelfstandig kan leven, zal het terug uitgezet worden in de natuur.


het jong is wel gehecht aan de mensen die voor hem zorgen.  Als de verzorger de leefruimte wil verlaten loopt het wombatje achter hem aan


Geeloograafkaketoe (Zanda funerea xanthanota)

de goudkleurige  Ringtail Possum

Anderzijds doet dit gebied mee aan het reddingsplan voor de Tasmaanse Duivel.  De Tasmaanse Duivel is het grootste vleesetende buideldier en staat aan de top van de voedselketen, tot 400 jaar geleden (vermoed men) ook in Australië, nu enkel nog in Tasmanië.  Deze dieren leven vooral 's nachts.  Hoewel ze klein zijn en niet zo sierlijk lopen, kunnen ze op vlak terrein tot 20km per uur halen voor een korte tijd.  Ze voeden zich vooral met dode dieren, maar als er gebrek aan voedsel is eten ze alles op wat ze vinden tot insecten en andere buideldieren toe.  Zij ruiken het voedsel, zien doen ze bijna niet (slechts 1m ver).  In hun uitwerpselen heeft men zelfs aluminiumfolie en stukken leder van laarzen aangetroffen.

De Tasmaanse Duivel heeft  een zeer goed gehoor.  Hierdoor kunnen dieren van ver horen of een soortgenoot bezig is met een prooi te verorberen en komen ze snel af.Ze vechten voor voedsel met elkaar en maken 20 verschillende geluiden om aan te geven aan hun soortgenoten dat de prooi van hen is en niet van de andere.
In hun spijsverterigsstelsel hebben ze sterke afbrekende enzymen waaroor ze ook beenderen en pels verteren.  Dank zij deze enzymen breken ze ook bacteriën af waardoor hun prooi gestorven is.  Zij blijven gezond.  Doordat ze zwakke en ziek dieren opruimen zorgen zij ervoor dat enkel de sterke dieren overblijven en zich voortplanten, en dat ziekte, gestorven dieren hun besmetting niet doorgeven.

De Tasmaanse Duivel kan tot een derde van zijn lichaamsgewicht in een half uur als prooi opeten.  Maar zelfs deze hoeveelheid is nietvoldoende om langer dan 2 dagen zonder voedsel verder te kunnen in het wild.
Gemiddeld leeft de Duivel in de natuur slechts 5 jaar, in gevangenschap kan dit tot 7 jaar gaan.  Pas na 2 jaar kunnen ze zich voortplanten.  De wijfjes werpen tot maximaal 20 jongen tijdens hun leven.  Ze hebben 4 tepels, dus ze kunnen 4 jongen gelijktijdig groot brengen.  Net zoals bij de wombat en de koala open ook hier de buidel zich naar onder, waardoor de buidel niet vol zand geraakt als de moeder in de grond graaft.
Vrouwtjes wegen ongeveer 9 kg, mannetjes tot 13 kg.


als maaltijd wordt aan de 2 Tasmaanse Duivels een wallabystaart gegeven.  Ze proberen die te verscheuren, erger dan uitgehongerde  leeuwen


om hun prooi te verdedigen grommen en bijten ze elkaar


ook deze dieren zetten zich op hun achterpoten en pakken hun buit met de voorpoten vast.
Ze hebben enorm krachtige tanden en kaakspieren

Het grote probleem van de Tasmaanse Duivel is kanker.  Sinds een aantal jaar is er gezichtskanker vastgesteld bij deze dieren.  Deze kanker is een van de weinige bekende kankers die rechtstreeks wordt doorgegeven, in dit geval doordat de dieren elkaar bijten.  Eens een Duivel aan de kanker lijdt is sterft hij na enkele maanden omdat het ganse onderdeel van het gelaat zo sterk aangetast is dat het dier verschillende levensbelangrijke functies niet meer kan uitvoeren.  De populatie in het oosten van Tasmanië is gevoeliger dan deze in het westelijk deel.  Reeds 80% van de Tasmaanse Duivels zijn hierdoor gestorven.  Tegen de ziekte heeft men momenteel geen enkel medicament of vaccin.  Men probeert nu "eilanden van gezonde dieren" op te zettten, zowel in Tasmanië als in Australië.  Hier kweekt men de gezonde dieren verder, maar ze worden niet in het wild uitgezet.  Er is heel wat onderzoek bezig met de hoop op het redden van de Tasmaanse Duivel.

Het dorpje Bechino is vooral bekend om zijn "blow hole", een spuitgat voor zeewater bij hoge golven.  Hierbij wordt het opstuwende water door een rotsspleet onder hoge druk geperst en spuit dan zoals een hoge fontein.  Vandaag is de zee kalm, dus geen fontein.


in de buurt van de hoge rots is het spuitgat


ook hier zijn de rotsen deels oranje gekleur door kostmossen


het korstmoslaagje is zeer dun, maar sterk vastgehecht aan het graniet

Bij het vervolg van onze route zien we, zoals bijna op elke weide in Tasmanië, veel schapen staan grazen.  De ene weide heeft al wat meer en wat groener gras dan de andere.

zuidelijker naar Freycinet N.P. (Coles Bay)


De afstand tussen Bicheno en Coles Bay is slechts 40km.  Coles Bay is de toegang tot het Freycinet Nationaal Park.


Het park bestaat uit een schiereiland en een eiland.  Beide delen zijn onbewoond en hebben een groot tekort aan zoet water.  Het schiereiland zelf bestaat uit 2 gebergtes met tussenin een vlakke strook.  Het gebergte is vooral roze graniet.


3 van de 5 pieken op het schiereiland


roze graniet

We maken een wandeling van 11km die over het gebergte gaat, naar Wineglass Bay, een baai die er vanaf het uitzichtpunt uitziet zoals de kurve van een wijnglas.


waarschuwingen aan de wandelaars dat ze op eigen verantwoordelijkheid het pad betreden


graniet is een hard gesteente, op vele plaatsen is er geen begroeiing en zijn de kale rotsen te zien


de top van de rotsen is hier en daar al sterk verweerd.  Ooit zal elk van deze rotsblokken naar beneden donderen met veel lawaai.


eerst hebben we nog een uitzicht op de baai waar we vertrokken zijn


20 minuten later op Wineglass Bay

Na de afdaling komen we bij het strand van de Wineglass Bay en van daar gaat de tocht over het lage gedeelte van het schiereiland terug naar het westen.


het strand van Wineglass Bay heeft ook wit zand


in het water van de baai zien we enkele dolfijnen


op het lage deel van het schiereiland zijn er enkele ondiepe meren.  We horen de kikkers en/of padden kwaken

Dan gaat het een stukje langs het strand.


het strand ligt er verlaten bij.  Men moet minstens 2u stappen om hier te komen


in het zand van de duinen zitten heel veel fossiele oesterschelpen.  de baai noemt dan ook Oesterbaai


voor de kust ligt er een vogeleiland.  Hier komen heel wat vogels broeden.  Overdag zoeken ze voedsel in de zee, 's avonds komen ze terug naar hun rots

Daarna gaat het op en neer over de rotsen door en over het gebergte terug naar ons startpunt.


het pad is deels rots, deels zand, deel rotsblokken, deels trappen in de rots uitgehouwen


hier en daar hebben we zicht op een eenzaam strandje


een stukje van de wandeling gaat door een bos dat weinig bijdraagt tot zuurstofproductie.  Elke boom heeft immers maar een heel kleine kroon met erg weinig blaadjes

De wandeling is heel gevarieerd en mooi.  Het beginpad tot aan het uitzichtpunt is zeer goed aangelegd.  Hier lopen dagelijks heel wat mensen op en neer.  Voorbij het strand van Wineglass Bay is het veel minder druk.


op het einde van de wandeling, terug op de parking springt een Bennet's Wallaby-moeder rond.  Waarschijnlijk is ze gewoon dat ze hier of daar wel iets te eten krijgt

Met de auto kunnen we het schiereiland oversteken tot de parking  van Cape Tourville.  Dan is er een korte wandeling van ongeveer een half uur tot een mooi uitzicht op de kust zowel naar het noorden als naar het zuiden.


zicht naar het zuiden met op de verre achtergrond Wineglass Bay


zicht naar het noorden


diep beneden ons slaat het water ononderbroken op de rots


voor de kust liggen een viertal eilanden, The Nuggets.  Ook hier broeden verschillende soorten vogel


hoog op de rotsen bloeit deze plant

Bij Cape Tourville staat er een vuurtoren, hoog op de rots.

We kamperen een nacht in het park en maken 's avonds nog een wandelingetje in de omgeving.


een jonge Mierenegel is bezig zijn maaltijd bijeen te slurpen.  Hij zoekt mieren tussen bladeren op de grond en onder boomschors.  Als hij volwassen zal zijn zal zijn snuit 8cm lang zijn en zijn tong 15cm.  Zo kan hij gemakkelijk mieren vangen

Voor we vertrekken gaan we nog even langs bij het infocentrum.


op deze poster worden de (nog overlevende) oorspronkelijke dieren van Tasmanië voorgesteld, met de uitdrukkelijke vraag om te melden als men een vos ziet.  Vossen immers zijn ingevoerd en zijn een vijand voor alle hier levende dieren.  De vos echter heeft maar 1 vijand in Tasmanië, de mens

terug een stukje binnenland, in zuidelijke richting 


We kiezen een stukje binnenlandroute om naar het zuiden, naar Hobart te rijden.  


we komen weer langs wijngaarden.  Tasmanië heeft verschillende wijngebieden
een beeld van het landschap in het oosten van Tasmanië


we komen, in de Midlands, weer langs een poppieveld.  telkens staan er grote waarschuwingsborden

De dorpjes, waar we halt houden,  hebben elk wel wat historische gebouwen.
Campbell Town, een klein stadje,  is het meest noordelijke van de 3. 


de bouwstijl in Campbell Town.  Vele huizen zijn nog van hout

Ross is het tweede dorpje.  Het ligt iets naast de hoofdweg en heeft een eigen en aangename sfeer.
Hier is het wolmuseum annex winkel gevestigd.


wol van een merinoschaap.  De dikte van de wolvezel wordt uitgedrukt in micron.  Een micron is een micrometer, één duizendste van een millimeter.  Wol, die men nu niet meer verkocht krijgt is 35 micron dik.  Fijne wol van een Merinoschaap is vanaf 16,8 micron dik, heel fijn is dat.


dit is een afbeelding van merinoschapen


het historische kerkje van Ross


de brug van Ross dateert uit de jaren 1830, toen gebouwd om er met paard en kar over te trekken.  Nu rijden er auto's over, de brug houdt stand

In Oatlands staan nog wel heel wat Georgiaanse gebouwen.  Georgiaans is een verzamelnaam voor allerlei bouwstijlen vanaf 1714 tot 1830, de tijd van 4 opeenvolgende Engelse koningen uit het huis Hanover, te beginnen met George I tot aan de dood van George IV.
Deze gebouwen in Oatlans zijn uit zandsteen gemaakt, de zandsteengroeven zijn in de nabije omgeving van Oatlands.


we komen minstens 10 dergelijke gebouwen tegen op onze korte wandeling door het dorp.


daarnaast staan er vle houten huizen, zoals op de meeste plaatsen laagbouw

Het bekendste gebouw van Oatlands is de Callington Mill, gebouwd in 1837.  Nu is de molen helemaal gerestaureerd en het binnenwerk is helemaal vernieuwd.  Hij wordt nog steeds gebruikt om graan te malen.

Nog zuidelijker ligt Richmond, een Georgiaans stadje op ongeveer 20 km van Hobart.  In 1803 werd het gebied hier voor het eerst door Engelsen ingenomen.  Wat later kwam de eerste nederzetting.  Langs de oevers van de rivier werd steenkool gevonden, de rivier werd dus Coal River genoemd.


In 1825 werd de gevangenis gebouwd (bedenk dat vele gevangenen uit Engeland naar Australië en Tasmanië verscheept werden, ook de Aboriginals werden voor een niets in de gevangenis gestopt).  


de gevangenis uit 1825, de oudste koloniale gevangenis in Tasmanië

Ongeveer gelijktijdig werd de brug over de Coal Rivier gebouwd om het transport, o.a. van gevangenen, tussen Richmond en de haven, Port Arthur, te vergemakkelijken.


de brug uit 1823, een trekpleister in het stadje

Door de bouw van de weg van Port Arthur naar Hobart, zuidelijk van Richmond, is het stadje wat in de vergetelheid geraakt en heeft het nu nog het uitzicht (min of meer) van toendertijd.


de Oaklodge, gebouwd in 1830


het schoolgebouw uit 1834.  De directeur wil wel graag mee op de foto, nu zijn leerlingen allemaal opgehaald zijn of op de bus zitten. Nadat het schooltje gebouwd was, werd de vloer weer uitgebroken om de nabijgelegen kerk van een vloer te voorzien.  daarom kon het schooltje pas het jaar nadien openen!


de kerk die wel kon openen in 1834 omdat de vloer van het schooltje naar hier werd verplaatst


nog een kerk uit 1836.  Door de verschillende godsdiensten die de immigranten beleden, werden er verschillende kerken gebouwd


mooie onkruidbloemen tussen de straatstenen

Het stadje is toeristisch en enkele kunstenaars en winkels die artisanale producten verkopen, zijn hier neergestreken.


er is hier en daar een bank voorzien zodat mensen kunnen genieten van de rust van het stadje


ook de horeca doet het hier goed

Op weg van Richmond naar Hobart komen we langs een aardbeienveld waar men zelf de vruchten kan plukken, iets wat blijkbaar populair geworden is in Tasmanië.  


aardbeien plukken op 28 november!

We kamperen voor enkele dagen in de buurt van Hobart.

Hobart en omgeving

 Hobart is de hoofdstad van Tasmanië met ongeveer 205.000 inwoners, 40% van de inwoners van Tasmanië woont in groot Hobart.


In 1804 legde hier een eerste schip aan met als opvarenden 5 vrije families, enige kolonialen en een groep gevangenen die vanuit Sydney naar hier gestuurd werden omdat ze daar te lastig waren.  Sydney wilde toen van de gevangenen af geraken en vond Tasmanië een goede oplossing.
De gevangenen moesten dwangarbeid uitvoeren en bouwden de eerste huizen van de stad op, prachtige gebouwen die in de wilde natuur werden neergezet.
Ook Hobart ligt beschut tegen het geweld van de oceaan, het is omgeven door een baai met vele eilanden en schiereilanden.  De Derwent Riveir mondt bij Hobart uit in de Stormy baai.

Aan de westelijke zijde van de stad ligt Mt Wellington, een berg van 1270m hoog.  

In de winter is de berg dikwijls met sneeuw bedekt, maar als het helder weer is op de andere momenten van het jaar (dat gebeurt niet zo vaak) , kan men naar boven rijden en is er een grandioos uitzicht op de stad, de baai, de eilanden en schiereilanden.  Vandaag is het zo een dag, dus we rijden naar boven.  De weg is helemaal geasfalteerd en wordt door voetgangers, fietsers (velen enkel bergaf), moto's, auto's, bussen, campers en mobielhomes bereden.  We zijn zeker niet de enigen.  Net zoals op andere toeristische plaatsen is ook hier wandelpaden, toiletten, uitzichtpunten, parkings en info goed georganiseerd zodat de bezoekers zich gemakkelijk verspreiden.


voor de komst van de blanken werd de berg al bewoond door de Aboriginals

In februari 1836 lag de Beagle, het schip met Darwin aan boord, in de haven van Hobart.  Darwin beschreef de Mt Wellington in zijn dagboek als een weinig aantrekkelijk berg.  Toch besloot hij, met zijn assistenten de berg te beklimmen.  Na 2 dagen keerde hij gefrusteerd terug, er stonden teveel bomen in de weg.


de brug over de Derwent Rivier, die de 2 oevers van de stad verbindt, is een opvallend herkenningspunt.  Ter hoogte van de brug is de rivier ongeveer 1 km breed.


op een mistige ochtend in januari 1975 botste een schip dat erts vervoerde tegen de brug.  2 pijlers en 127 m brugdek vielen naar beneden en deden het schip zinken.  7 bemanningsleden en 5 inzittenden van voertuigen, die net over dat deel van de brug reden, stierven.  Nog steeds ziet men de herinnering aan dit drama doordat de pijlers aan de oostelijke zijde van de brug onregelmatig geplaatst zijn


zover we kunnen zien in zuidoostelijke richting zijn er baaien, eilanden en schiereilanden


richting noordoosten zien we de brede Derwent rivier met vooral aan de westelijke oever uitlopers van de stad


Clement Wragge was de man die als eerst een weerstation opende op het zuidelijk halfrond in 1895.  Hij installeerde er één op de top van de Mt Wellington en één ongeveer halverwege.  De hoogste gemeten windsnelheid op Tasmanië was hier, nl. 174 km/uur.  Hij was ook de eerste weervoorspeller in Australië, en bekend als de man die steeds slecht weer voorspelde.
Wragge was ook de metereoloog die startte met het geven van een naam aan tropische cyclonen.  Hiervoor koos hij telkens de naam van een politieker die niet tot zijn favorieten hoorde.


een grote groep lagere schoolkinderen bezoekt ook de berg.  Hier nog even een koekje en een drankje


en nu mooi in de rij achter de gids


de Mt Wellington bestaat op de top uit doleriet.  Darwin beschreef de verschillende gesteenten die in lagen de berg vormen.


hier is het gesteente in vertikale balken gespleten door erosie van water, ijs en wind


langs de weg is er een kleurenpracht aan bloeiende planten.  Wegens de hoogte, en dus de lagere temperatuur, is er hier nu pas lente

Ten zuiden van Kingston is er het hoofdkwartier van het Australian Antarctic Divise, het wetenschappelijk instituut dat zich bezig houdt met de zuidpool.  Er is een klein gedeelte voor bezoekers met heel wat info.  Hier zijn weinig bezoekers, de meesten zijn ook snel weer weg.


enkele van de gebouwen van het instituut, met een beeldhouwwerk dat de enkele dieren, die op de zuidpool leven, voorstelt.  In het instituut werken ongeveer 300 mensen


op een voorstelling van de wereldbol, een ander kunstwerk, is Australië, Tasmanië en de zuidpool voorgesteld.  Australië maakt aanspraak op 42% van het zuidpoolcontinent.  Volgens de reisgids is Hobart de stad van waaruit men rechtstreeks naar de zuidpool kan varen  Australië heeft 3 permanente bases op de zuidpool waar wetenschappelijk onderzoek gebeurt


het zuidpoolgebied waar Australië aanspraak op maakt, met daarop 1 van zijn 3 bases aangeduid.  Het eilandje in het onderste blokje is subantarktisch en ligt ongeveer halfweg tussen Australië en Antarctika.  Het wordt beheerd door de Organisatie van Natuurparken van Tasmanië


de wereld bekeken vanaf de onderzijde.  Deze landmassa is de zuidpool.  De Oceaan die rond de zuidpool aanwezig is wordt de Zuidelijke Oceaan, de Antarktische Oceaan of de Zuidelijke Ijszee genoemd.  Deze oceaan vebindt alle andere oceanen op aarde.  Door onderzoek weet men dat de stromingen in de Zuidelijke Oceaan veel en veel sterker zijn dan deze in de andere oceanen.  Hierdoor wordt het water in de verschillende oceanen deels met elkaar vermengd.  Het klimaat op de ganse wereld wordt beïnvloed door deze stroming.  
Het Australisch Antarktisch Instituut doet onderzoek naar de verschillende manieren waarop het klimaat wereldwijd beïnvloed wordt door de Zuidelijke Ijszee.
Men schat dat ongeveer 40% van het wereld-koolstofdioxide (CO2) vastgehouden wordt in deze oceaan.  Kleine veranderingen in de Zuidelijke Oceaan kunnen een grote invloed uitoefenen op het CO2 gehalte elders op aarde.
Er zijn ook computermodellen die de ijsmassa, door de opwarming van de aarde, berekenen en weergeven.  Dit model gaat over een afstand van 1500 jaar!


Dit is een model, berekend op basis van gegevens die men nu kent


een fossiel blad van de Nothofagus, een zuidelijke beuk, plantenfamilie die enkel voorkomt in Australië en Zuid-Amerika, gevonden op een afstand van 500km van de zuidpoolpunt, duidt aan dat deze boomsoort over grotere delen van Antarctica heeft gegroeid ongeveer 2 tot 3 miljoen jaar geleden. 

Het Australisch Antarktisch Instituut doet ook onderzoek naar de Adelie Pinguins (Pygoscelis adeliae), de meest voorkomende pinguïnsoort op de zuidpool.  Deze dieren blijven gedurende het ganse jaar op de pool.  Het is het enige soort zoogdieren dat bestand is tegen de vreselijke koude van de zuidpool.  Andere diersoorten trekken tijdens de koude winter noordelijker.


om meer van deze diersoort te leren kennen wordt bij een aantal dieren een chip ingeplant, die via de sateliet kan gevolgd worden.  Bij een automatisch weegstation worden ze ook gewogen

Deze pinguïns voeden zich uitsluitend met krill (Euphausia superba)


Door al deze metingen weet men dat er 45kg krill nodig is om 1 pinguïnjong groot te brengen.


op de plaats waar de metingen uitgevoerd worden, komt deze pinguïnsoort met zo een 80.000 voor


ook de Keizerspinguïn overwintert op de zuidpool.  Het wijfje legt haar eieren in de donkere, ijskoude poolmaanden.  Dan past het mannetje op de eieren en broedt ze uit, terwijl het wijfje gaat voedsel zoeken.  Als de eieren uitgebroed zijn komt zij terug en mag hij gaan eten, terwijl zij de kuikens groot brengt.  Om toch een beetje warmte bij te houden staan de dieren dicht samen, waarbij er een beurtrol is wie aan de buitenzijde van de kolonie in de kou moet staan. De ganse samenstelling van veren, vacht, vel is aangepast om de koude temperaturen te weerstaan

Nog heel wat andere onderzoekingen gebeuren er door het Australische team.  Andere landen doen eveneens onderzoek op de zuidpool.  Ook België heeft er een onderzoeksplaats, het Princes-Elizabeth-Station.

Om de bezoekers aan het Australian Antarctic Divise, te betrekken, liggen en een aantal kledingstukken en laarzen, gedragen door de onderzoekers op de zuidpool.


Hobart ligt aan de zee, de vissers- en plezierhaven liggen direct aan de stad.

Op zaterdag is er in Hobart op het Salamancaplein een grote markt.  Naast de klassieke Chinese spullen, vinden we er vele Tasmaanse voorwerpen en kunstenaars.


Tasmanië is rijk aan bomen en dus ook aan hout.  Er worden veel houten voorwerpen verkocht.  Soms is dit massaproductie


soms eigen makelij en wat ruw en zwaar


soms eigen makelijk mooi en fijn afgewerkt.  Deze planken zijn in Huon Pine, een boomsoort die enkel op Tasmanië voorkomt en dan nog in het zuidwesten, waar weinig mensen komen.  
 De boom groeit zeer traag en heeft een weerstand tegen allerlei soorten ongedierte.  Een boom die voldoende hout kan leveren is al gauw 1000 jaar oud.  Al het hout dat nu verwerkt verkocht wordt is afkomstig van bomen die al jaren dood zijn.  Vroeger, de tijd van de Britten, werden deze bomen geveld en het hout werd gebruikt om schepen te bouwen.


figuren van inheemse vogels, en dieren worden veel gebruikt, in juwelen, op tekstiel.  Hier 2 pelikanen in ijzerplaat

of pinguïns in keramiek


er zijn veel hoedenkramen, hoeden voor zowel mannen als voor vrouwen.  Een hoed beschermt het gezicht tegen de zonnestralen  en is dus goed tegen kanker 


het lavendelkraam is op en top in het paars, inclusief de kledij van de verkopers. 


de zuivere lucht van Tasmanië wordt verkocht in een glazen buisje dat verpakt zit in en houten kistje


er is een kraam waar truffelproducten verkocht worden (truffel is hier de paddestoel, niet deze in chocolade).  Men kan er zelfs een eikenboompje kopen waarbij op de wortels truffelsporen zijn aangebracht, in de hoop dat die dan in de tuin van de koper tot truffels uitgroeien

Er zijn ook enkele bloemenkramen.  De prijs van bloemen is laag in vergelijking met de prijzen van andere producten.

De groentenkramen zijn allemaal in handen van Chinezen, ze verkopen hetzelfde tegen dezelfde prijs.

Als men honger of dorst heeft, geen nood, kramen met voedsel en drank in overvloed.  Toch even dit meegeven, verweg en toch dichtbij


de oliebollen bevatten hier gedroogd fruit en rozijnen

In de stad staan er ook een aantal Georgiaanse gebouwen


het stadhuis
Er is heel weinig hoogbouw en de nieuwste gebouwen zijn stijlloos.

In een van de oude havengebouwen is het Tasmaans Museum en Kunstgallerie gehuisvest.  Een deel is gewijd aan de Tasmaanse Aboriginals.


In het prille begin gingen blanken en aboriginals nog vreedzaam met elkaar om.  Aboriginals hoopten dat de blanken zouden terug keren, maar er kwamen er steeds meer en meer, ze namen de beste gronden in, aten het voedsel van hen op, emoe's en kangoeroes, en maakten gebruik van de natuurlijke rijkdommen.  De invallers brachten hele kudden schapen mee.  De Aboriginals kregen het erg moeilijk om te overleven.  

Ook hier werden de oorspronkelijke bewoners door de blanken niet als medemens gezien, maar als wild, dat moest vernietigd worden en waarvan de kinderen moesten "gestolen worden" om ze te leren "mens" worden.  Er ontstond een oorlog, de Black War.


het logo vaan het Van Diemsn Land, geen plaats voor de oudste bewoners van het land, geen verontschuldiging, geen compensaties, tot op heden .


een kano zoals deze van de aboriginals


op het moment dat de blanken hier toekwamen leefden de aboriginals nog in het stenen tijdperk Dit waren enkele van hun werktuigen.


voor hun juwelen gebruikten de Tasmaanse Aboriginals schelpen en schelpjes

In het museum is er ook nog een zaal gewijd aan de Tasmaanse Tijger, een buidelwolf die nog op het eiland voorkwam als de blanken toegekomen zijn.


Het dier was een predator en stond aan het hoofd van de voedselketen in Tasmanië.  Heel wat van deze dieren zijn geschoten of gevangen op vraag van musea.  Ze werden opgezet.  Omdat deze roofdieren ook schapen opaten waren ze ongewenst voor de blanken.  Er werd een geldprijs betaald aan iedereen die deze Tasmaanse tijger schoot,.  De laatste overgeblevenen leefden in de zoo van Hobart, waar uiteindelijk de laatste Tasmaanse tijger gestorven is in 1934.

Een deeltje gaat over de ertsen en mijnen op het eiland.  Men heeft o.a. osmium en iridium gevonden, beide zeldzame metalen.  Osmium wordt o.a. gebruikt in de punt van een stylo.  Naast deze beide metalen is er op Tasmanië ook een beetje goud gevonden en veel tin, zilver en koper.  Hierdoor is Tasmanië een rijk eiland geworden.  Nu zorgt toerisme voor de instroom van gel

het osmium-iridium-erts

Uiteindelijk bezoeken we ook nog de botanische tuin, weer helemaal anders dan de andere die we bezochten in Australië.
Er is een kleine koudeserre met de vegetaite van het subantarktische eiland Maquarie (waarover ik schreef bij het bezoek aan het Australian Antartic Divise).  Op het eiland schommelt de temperatuur tussen +4 en -4 graden.  Het regent er  320 dagen per jaar en in elk seizoen kan het sneeuwen.  Er hangen bijna altijd lage wolken met mist.  De gemiddelde duur van de zonneschijn is 2,5u per dag.


een afbeelding van de pinguïn die op Maquarie leeft.  
Als we het gebouw binnen komen is het er koud en er blaast een koude en erg vochtige wind constant in de ruimte.


Stilbocarpa polaris is de grootste plant die er groeit.  Ze werd door de zeevaarders daar gebruikt als bron van vitamine C


in deze serre zijn de muren geschilderd met het tafereel van het subantarktisch eiland

Nog enkele fotoos van planten uit de botanische tuin


Clematis gentianoides, een plant uit Tasmanië


Uiteindelijk hebben we de Wollemi Pine gevonden, de plant die diep in het Wollemi N.P verstopt zit.  Dit N.P. ligt bij de Blue Mountains, bij Sydney.  Deze plant is zowat ongeveer de oudste, nog levende plant.  Ten tijde van de dinosauriers stonden er hele Wollemi bossen op lanmassa's van het zuidelijk halfrond. 

Op de site van de Wollemi Pine (Australische site, in verschillende talen, ook in het Nederlands) vind ik het volgende:
De Wollemi Pine is een van de oudste en meest zeldzame planten ter wereld, waarvan de geschiedenis teruggaat tot in de tijd van de dinosauriërs. Minder dan 100 volwassen bomen zijn bekend uit de vrije natuur, en daarom staat de Wollemi Pine op het moment in het middelpunt van uitgebreid onderzoekswerk, waardoor zijn overleven dient te worden veiliggesteld. Spoedig zult ook u in staat zijn, om hieraan een bijdrage te leveren, doordat u uw eigen Wollemi Pine plant en zodoende deelneemt aan een van de spannendste programma's uit de geschiedenis voor het behoud van een plantensoort.
Een belevenis uit de oertijd. - De eerste exemplaren van de Wollemi Pine zijn in het België van nu aangekomen.

Ongeveer 90 miljoen jaar gelden, waarvan vandaag de dag uitgaat, kwamen eer reusachtige Wollemia-bossen voor op de zuidelijke continenten van onze aarde. Maar nu zijn er nog slechts ongeveer 100 bomen overgebleven - ergens verstopt in de Blue Mountains in Australië. Om de laatste overlevende bomen te beschermen werd besloten, om de exacte standplaats streng geheim te houden. Daarnaast werd er een project opgestart, om een tweede bestand buiten het ravijn op te bouwen. Met geavanceerde tuinbouwmethoden werd getracht, om deze honderden miljoen jaren oude boomsoort voort te planten.

De eerste gekweekte Wollemi Pines werden overgedragen aan botanische tuinen en parken over de hele wereld. Hier kan de boom verder worden onderzocht en door de wereldwijde verspreiding, kan de soort tegen uitsterven worden beschermd. In België kan de Wollemi Pine in de volgende tuinen en parken worden bewonderd:  de Plantentuin in Meise en het Arboretum in Kalmthout








 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Katrien dag Lou en Stephan, reizigers aan het andere eind van onze wereldbol toch bijzonder hé! het is zondagavond, net terug van een tento in den Haag met vrienden voor een WE. En genoten hebben we! zoals jullie dit blijkbaar ook nog steeds doen... Blij iets te horen van een regio waar ik tot heden nooit van gehoord had, ook al is daar nogal wat toerisme. Geniet nog van de laatste etappes vooraleer jullie terug hierheen komen hé. lieve zondagavondgroeten uit Gent Katrien. Geplaatst op 30 November 2014
LucfanGaby Hallo L & St. Alweer genoten van uw reportage, in dit geval van Tasmanië. Genoten vooral ook van de fotografie. Niet alleen van de fauna en flora, maar bij deze ook van de landschapsfotografie: compositie, benutten van het voorplan, etc. Mooi! Groeten ook van Gaby. Geplaatst op 29 November 2014
Cecile Hier za avond en eerste vriesnacht,morgen komt baboe lunchen hier Rare dieren,speciale bloemen,ongekende boomsoorten,ik kijk er vol bewondering naar Mooie kustlijn,tvm met de kustlijn in Californië? Gladde roze graniet,moet mooi zijn met oranje korstmos erop Tasmanië is helemaal anders dan Australië of niet soms? Verbouwingen schieten goed op nu Gr vanuit Vlaanderen Cecile Geplaatst op 29 November 2014
Fanny en Peter Hoi Lou en Stephan, We hebben alweer genoten van de leerrijke bloemlezing over de Tasmaanse natuurpracht en cultuur. Geniet nog van de boeiende flora en fauna en tot een volgen verhaal. Geplaatst op 29 November 2014

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking